D— 'Soms denk ik wel eens dat Hij me vergeten is' T 'Ready? Go! Bam... plat, weer gewonnen' TT Van Utrecht: 'Zelfs als Pado\ degradeert, blijf ik hier' NOVEMBER 3 De Noordwijkse politiek besluit tot een referendum over de openstel ling van de winkels op zondag. Een zoektocht naar een granaat uit de Tweede Wereldoorlog in de Leidse Hout levert slechts een oude brandblusser op. 4 Een overspelige brandweerman, die een relatie had met een vrouw van een collega, levert zoveel commotie op dat de Hazerswoudse spuitgas ten weigeren te oefenen. Bij brand rukken ze nog wel uit. 7 De schietbaan van de Leidse politie wordt gesloten, omdat de baan le vensgevaarlijk is. De politie Hollands Midden legt als eerste korps in Nederland het werk neer in de strijd voor een betere cao. 10 Vijf instellingen in Leiden, die be trokken zijn bij de manifestatie in het kader van 'Leiden stad voor vluchtelingen', ontvangen racisti sche dreigbrieven. 13 Het pas gerestaureerde Museum voor de Bloembollenstreek wordt enkele dagen voor de officiële her opening getroffen door vandalen. Ze trekken een acht meter lange muur omver bij de museumtuin 15 De jeugdgevangenis Teylingereind krijgt het groene licht van de pro vincie. 21 Iraniërs uit Leiden gaan op het Stad huisplein in hongerstaking tegen een op handen zijnde uitwijzing. 22 Volgens een geheim rapport wil de Voorhoutse politiek af van burge meester M de Goeij-Smulders. 23 Een trein ontspoort in Hazerswoude na een aanrijding met een shovel. Er zijn twee lichtgewonden. 29 Een deel van Voorhout en Sassen- heim zit tijdens de wereldbekerfina le Ajax-Grêmio, zonder stroom na dat een gemeentewerker een hoog spanningskabel doorboorde. DECEMBER 1 Bewoners van de Katwijkse J. de Visserstraat richten een 'verzets groep' tegen drugs op. 4 De tunnel voor het Leidse station is klaar. 6 De nieuwe uitvalsweg voor de Bollenstreek, de N207 langs Hille- gom en Nieuw-Vennep, is officieel geopend. 8 Het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf vertrekt uit Oegstgeest. De 500 werknemers moeten naar Den Helder, zo besluit staatssecretaris Gmelich Meijling. Na het nodige geharrewar krijgt het Katwijkse jongerencentrum Scum 17.000 gulden van de gemeente om een feesttent op te zetten tij dens de jaarwisseling. Scum dreigde het hele feest af te gelasten als Kat wijk niet met geld over de brug kwam. 9 Een topjurist en de geneesheer- driecteur van het Pieter Baan Cen trum kraken het vonnis in de Leidse balpenmoord. Volgens hen is een 25-jarige Leidenaar veroordeeld tot 12 jaar voor de moord op zijn moe der op basis van een 'volstrekt on betrouwbare' getuigeverklaring. Sassenheimse wijk wordt geteisterd door een inbraakgolf. De politie waarschuwt de bewoners. In haar woning aan de Stevens- bloem wordt een 41-jarige Leidse vrouw dood aangetroffen. Zij blijkt vermoord te zijn door haar 32-jarige man. De Droomfabriek in Leiden is fail liet. Talloze gebruikers van dit café en cultureel centrum staan op straat. Rijnsburgse kwekers boos: Bloe menveiling Flora heeft hun bedrijf bij de plannenmakerij voor het nieu we themapark zonder overleg van de kaart geveegd. 12 Het Katwijkse raadhuis blijkt, lang voordat de eerste paal de grond in gaat, al 5 miljoen duurder 14 Bij Olivetti met het hoofdkantoor in Leiden staan honderd banen op de tocht. 15 De staking bij de Hazerswoudse brandweer is voorbij. De overspeli ge brandweerman keert niet meer terug. 16 De aanleg van de Hoge Snelheids lijn langs de rijksweg A4 kost een miljard gulden extra en honderden woningen in Leiderdorp. 19 Het doek valt definitief voor het La boratorium voor Bloembollenonder- zoek in Lisse. 20 Noordwijk verspilt 6,5 ton door een reeks fouten op de afdeling onder wijs. 21 Burgemeester M. de Goeij-Smulders van Voorhout wordt al haar politie ke portefeuilles afgenomen na voortdurende onenigheid met ove rige bestuurders. 22 De Leiderdorpse ambtenaar grond zaken, die ervan werd verdacht ille gaal grond bij zijn woning te heb ben getrokken en daarvoor door de gemeente vyas ontslagen, wordt door het Haagse gerechtshof vrijge sproken. De provincie stelt een onderzoek in naar de verstoorde bestuurlijke ver houdingen in Voorhout. OVERLEDEN 10 E.J.M. Kolfschoten, onder andere oud-burgemeester van Alkemade, overlijdt op 78-jarige leeftijd 18 H. Berkhof, Leids professor en theo loog, overlijdt op 81 -jarige leeftijd. Jock - The Granite Arm -McKay Nederlands beste armworstelaar Ar'." e zeggen dat de ouderdom komt met gebreken. Maar ze zeggen wel eens meer wat. Natuurlijk, Catharina van Jhmmh Dam - Groeneveld is in haar 108ste le vensjaar niet meer zo vlug ter been als destijds in 1900, toen ze als 13-jarig meidje als een spring-in-'t-veld over de Koolgracht in Leiden huppelde. En horen doet ze ook niet meer als de beste, al is dat wat haar betreft niks nieuws. Want dat deed ze al niet op de lagere school waar ze vanwege haar slechte oren steevast op de achter ste bank werd geposteerd omdat ze toch niet luis terde naar wat de meester te vertellen had. Maar voor de rest, voor de rest functioneert anno 1995, nu ze nog maar een paar jaar is verwijderd van haar tweede eeuwwisseling, bij Kaatje van Dam alles nog naar behoren. Wat nou, de ouderdom komt met gebreken. De heren Korzakov en Alz heimer krijgen heus niet iedereen te pakken, „hoor." De wereld bekijkt Zuidhollands oudste - en de op vier na oudste inwoner van Nederland - van daag de dag vooral vanuit haar stoel in de woon kamer van het knusse huisje aan de Groenoord- straat, een smalle afbuiging van de Haarlemmer trekvaart. Ze vult daar haar dagen met het lezen van streekromans het ontvangen van bezoek of het kijken naar de televisie. Als het weer het toelaat neemt zoon Cor (66) haar in een rolstoel mee de stad in. De pas geopende tunnel bij het nieuwe station gezien? Natuurlijk jongen. De flat aan de Willem de Zwijgerlaan? Uiteraard, knul. Nee, Oma van Dam, zoals de meeste mensen haar kennen, weet nog donders goed wat er gaan de is in haar omgeving. „Het is goed dat je wat langer bent gebleven", zegt zoon Cor, zelf al AOWer, bij het afscheid in de gang. „Tegen vreemden kijkt ze in het begin vaak wat argwanend aan. Maar je ziet het, na een tijdje komt ze vanzelf los". Als Kaatje van Dam eenmaal op haar praatstoel zit, is het vaak nog slecht kersen eten met de da me. Slagvaardig gaat ze met haar zoon de discus sie aan als ze een beeld schetst van het leven van toen, over plaats en tijd, over naam en toenaam. Vooral dan blijkt dat de tand des tijds nauwelijks gaten heeft kunnen knagen in haar geheugen. „Nee", zegt ze standvastig, „ik weet zeker dat de conservenfabriek van De Sleutels vroeger beter bekend stond onder de naam Van Nieuwenhui- zen." En haar ogen twinkelen achter haar brille- glazen. Ze weet dat ze gelijk heeft. Terug naar toen, terug naar 20 november 1887. Toen de Koolgracht nog bestond, toen er vooral water was rond de Langegracht, toen er nog geen auto's reden in Leiden en toen Kaatje haar intre de deed in het gezin Groeneveld dat, eenmaal voltooid, bestond uit pa, ma, drie meiden en drie jongens. Niet één leeft er nog, maar dat kan ook haast niet anders. „Maar het is toch een sterk ge slacht, hoor", zegt ze met onmiskenbaar Leids ac cent. „Pa, die werkte aan de wolmachines bij Clos Leembruggen, is met een rechte rug 93 jaar ge worden en ook zus Marie haalde de 91." En dan, met enige weemoed in haar stem, „dat is het eni ge nare van zo lang te moeten leven, hé. Dat je de één na de ander ziet wegvallen. Ik heb ook al mijn man, drie van de tien kinderen en drie schoon dochters moeten begraven. En de meeste van mijn vriendinnen." Haar jeugd, zo staat haar nog glashelder voor de geest, stond in het teken van de armoe. „Maar dat was gewoon in die tijd, je wist niet beter. Nie mand had wat. Droog brood, ja. Alleen de man nen kregen een plak bloedworst of spek mee. Had ik nog geluk. Ik ging met een meissie mee uit de straat. Eens per week naar de katholieken, aan de Middenweg. Kreeg je soep. En soms brood met wat erop. Dat was feest. Nee, speelgoed bestond niet. Knikkeren, met looiers, dat wel. Buiten de buurt kwam je niet, laat staan buiten de stad. Af en toe een daggie uit. Met het schuitje naar Kat wijk. Maar toen was ik al lang en breed getrouwd, hoor." Kaatje van Dam: „Mijn geheim? Mijn zoon Cor." Voor Kaatje van Dam (108) gaat het leven gewoon verder Drie jaar schoolgaan in de Bouwelouwensteeg, dat vond ma wel genoeg. Kaatje van elf hoorde toch niks, die was beter op haar plaats bij Van Wijk en vervolgens bij de conservenfabriek van Tieleman Dros. Het gezin woonde toen intus sen in de Julianastraat. „Daaruit ben ik ook ge trouwd, in de Pieterskerk. Dat was in 1911. Met mijn man ben ik verhuisd naar Den Haag, naar de Sigmastraat. Bestaat ook al niet meer. Was omdat daar zogenaamd meer werk zou zijn. Nou, dat was niet zo, hoor. Zes jaar later waren we ge lukkig weer terug in Leiden. Was dat nou met drie of al met vier kinderen, Cor? Dat weet ik niet pre cies meer, hoor." Haar man werkte afwisselend in de bouw, in de tuin of als klusjesman, net hoe het uitkwam. Met hem maakte ze een opmerkelijke rondgang door het Leidse, want achtereenvolgens woonden ze in Julianastraat (bij moeder boven), op de Kijfgracht, aan de Zuidsingel, in de Johan Willem Frisostraat, in de Rijndijkstraat, in de Medusastraat, op de La ge Rijndijk en in de Groenoordstraat. Waar ze nu dus nog altijd onder één dak woont met haar zoon. De volgorde kent ze nog uit het blote hoofd. Daarnaast weet ze van elk huis wel een aardig de tail te noemen. Een versiering, een balkon, het weiland erachter. Zoals ze zich eveneens de reden voor al die verplaatsingen nog kan herinneren. „Dat was de doodnormaalste zaak in die tijd. Er waren huizen zat, je kon kiezen. Dus als je iets groters kon vinden, deed je dat. Maar aan de an dere kant werd ook heel gemakkelijk de huur op gezegd. Als één van de jongens, zoals Jaap toen, in de buurt kattekwaad had uitgehaald, kon je gaan. Zomaar. Van de ene op de andere dag." Nadat haar man in 1958 was overleden en de kinderen stuk voor stuk - op Cor na - het huis ver lieten, kon Kaatje na een zorgzaam leven ook eens aan zichzelf gaan denken. En ze heeft een aardige inhaalslag gemaakt op de armoede van vroeger, van de crisis, van de oorlog. „Ik ben overal geweest. In Duitsland, in Oostenrijk en op mijn 91ste zelfs nog in Zweden. Maar na mijn hersenbloeding ging dat niet meer. En toen ik vijf jaar geleden, toen ik 103 was, mijn heup brak, ging het lopen ook niet meer goed. Mijn eigen schuld, hoor. Ik was nieuwsgierig. Wilde weten met wie Cor in de gang stond te praten. Toen viel ik. Stom, hé". En weer die twinkeling achter die bril. Want wat heb je nou te zeuren, als je zo lang meegaat, als je nog zo helder van geest bent, meent ze oprecht. Haar geheim?. „Mijn zoon", zegt ze resoluut. „Hij kan geweldig koken, zorgt heel goed voor me. Ik lust alles nog.". En het mooiste wat ze in deze voorbije eeuw heeft meegemaakt? Daar hoeft ze evenmin over na te denken. „Die Apollo- jongens, die naar de maan gingen", flapt ze er uit. „Dat had ik nooit gedacht, dat ik dat zou meema ken." Rest aan het eind nog een stille overpeinzing, een bekentenis ook. Spontaan en van een 108-ja- rige. „Ik ben altijd heel gelovig geweest. Ik bid nog vaak. Nee, niet voor een lang leven, dat heb ik nooit gedaan. Soms wil ik dat Hij me maar komt halen. Ik heb wel genoeg gehad." En dan, la chend: „Maar soms denk ik wel eens dat Hij me vergeten is. Dat Hij me hier gewoon nog een tijdje laat wachten. Tot het zo ver is." AD VAN KAAM die van Gullit naar Chelsea noch die van Koe man naar Feyenoord of van Seedorf naar Sampdoria. Nee, de meest in het oog springende over gang was die van Leonard van Utrecht, de 26-jarige Noordwijker die de Nederlandse eerste divisie (Cambuur Leeuwarden) gedag zei om begin november zijn entree te maken in de Italiaanse Serie A. Weliswaar vertrok hij naar het nietige Padova, op het moment van zijn komst nog zonder overwinning op de laatste plaats, maar daar maalde de blonde buitenspeler niet om. „Italië is het mooiste land om te voetballen. Zelfs als we degraderen, blijf ik hier," aldus Van Utrecht. Leonards vader Wim, bestuurslid van de w Noord- wijk, wist twee maanden geleden alleen maar dat een club interesse had in de voetbalkunsten van zijn zoon. Maar welke club, dat bleef onbekend totdat het verlos sende telefoontje van Leonard uit Leeuwarden kwam. „Raad eens?", vroeg Leonard. „De Graafschap", ant woordde Wim die daarbij incalculeerde dat Frans Körver daar trainer was en die kende Leonard. uNee hoger", zei de aanvaller. „Feyenoord", werd als tweede gok geop perd. „Nee hóger", grapte Leonard die zijn vader maar niet langer in spanning hield en hem van de Serie A ver telde. Binnen enkele dagen was de transfer rond en kon Van Utrecht zich opmaken voor zijn debuut. Op die bewuste zondag 19 november zat alles mee. Van Utrecht zag van af de reservebank zijn ploeg met Michel Kreek en de Amerikaan Alexi Lalas als blikvangers een voorsprong nemen van 2-0 op Bari. En nadat hij twintig minuten voor tijd was ingevallen, liep Padova nog naar 3-0 uit, de eerste winst van het seizoen. De jubelstemming is bij de Noordwijker inmiddels wat geluwd. Van Utrecht begon ook de drie volgende partij en in de dug-out en Padova staat ondanks onder meer winst op Inter (2-1) nog altijd in de onderste regionen. „Maar de manier van leven hier, de passie voor het voet bal en de ervaring die ik opdoe, zou ik toch voor geen goud willen missen." LOMAN LEEFMANS ee keer de ock McKay uit Lisse drukt handje. En niet misselijk ook. Zes keer Schots kam pioen, twee jaar onver slaanbaar in Engeland, twee keer de beste van Europa en drie jaar geleden derde op de wereldkam pioenschappen. In november van dit jaar pakte hij alweer voor de vijfde keer de Nederlandse titel. 'The Grani te Arm' noemt hij zich - de granieten arm. Omdat hij afkomstig is uit Aber deen, de granietstad van Schotland. Omdat hij in het dagelijks leven met selaar is. En omdat hij twee armen heeft die de spreekwoordelijke verge lijking met het harde gesteente glans rijk kunnen doorstaan. „Negenenne gentig procent van mijn wedstrijden win ik. Ready? Go! En bam... plat. Zo moet je het doen. En zo doe ik het dus. Links en rechts, dat maakt niet uit." Een vriendelijke kerel, die McKay. Maar erg bescheiden is hij niet. De beste armworstelaar van de wereld wil hij worden. „World champion ja, en dat minimaal tien keer. En let om mijn woorden: dat gaat lukken. Ik ben nu 36 en sta nog maar het begin van mijn carrière. Armworstelen - nee, nee, geen handjedrukken, want da's een term van niks - kun je tot op hoge leeftijd. De meervoudig wereldkam pioen Al Turner is 70 en nog steeds een van de besten van de wereld. Dat wil ik ook worden, de oudste sterkste op aarde." McKay spert zijn ogen wijd open, stoot een oerkreet uit, balt zijn vuist en duwt een denkbeeldige tegenstander 'plat'. Hij grijnst. „Prachtsport, fantastische sport, top sport!. Ik zou het tegen iedereen willen zeggen: kom eens kijken om de grote jongens aan het werk te zien. Zien is geloven." McKay dankt zijn passie voor armworstelen aan zijn vader. „Het was een woensdagavond in Aberdeen in 1972. Mijn vader bekeek een televi sieprogramma over old English sports'. Darts, snooker, dal soort zaken. Maar ook armworste len, dus. 'Kijk, Jock'. zei hij tegen me. 'Dat is nou wat voor jou'. Ik keek en ik wist dat hij ge lijk had. De volgende dag ben ik gaan armvvor- Het imago van zijn sport is niet al te best, weet ook McKay. „Waar ter wereld je ook komt, bij arm worstelen denken de mensen aan een kroeg. Een paar mannen die eerst vijf biertjes drinken, dan roe pen: 'Kom op, we gaan handje- drukken' en vervolgens ruzie krij gen. Het is jammer dat er zo over wordt gedacht. Het is een eerlijke sport die iedereen kan doen. Een contactsport, maar dan één waar bij niet je hersens kapot worden gebeukt of bloed vloeit. Mooi toch? Vandaar dat ik er alles aan doe mijn sport te promoten. Dat lukt wel aardig soms, ja. Als er ca mera's zijn bij een wedstrijd, ko men ze altijd naar mij. Waarom? Omdat ik sportman ben èn show man." Trainen doet McKay vier tot vijf keer in de week, steeds zo'n an derhalf uur of langer. Op zijn bal kon. „Vingers, polsen, onderarm, biceps, triceps; voor alles heb ik een speciale trainingmethode. Al die explosieve kracht komt er in de wedstijd in één keer uit." En daar klinkt die kreet weer: „Aaah, bam! Weer gewonnen." Hij worstelt een twee keer in de maand op wed strijdniveau. In heel Europa en als de Financiën het toelaten ook daarbuiten. „Soms zit ik uren in de auto om bij een wedstrijd in Italië in één seconde één tegenstander te verslaan." Zijn belangrijkste doel voor 1996 is het veroveren van de wereldtitel, stelen op school. Een paar maanden later later De mondiale armworstelstrijd wordt in oktober was ik schoolkampioen. Twaalf was ik toen." afgewerkt in Williamsburg - Virginia in de yer^" Sindsdien ging er geen dag voorbij dat McKay nigde Staten. „En het jaar daarop v erdedig ik zich niet met armworstelen bezighield. In 1985 mijn l'teJ 'n India klinkt het zelfverzekerd. Een kwam hij in het Schotse team en tot hij dat land van McKays grootste wensen is dat armworste- verliet, was hij jaarlijks nationaal kampioen. Hij 'en een olympische sport wordt. „Met collega s woonde daarna twee jaar in Engeland en deed U'1 een aantal landen heb ik al een keer een ge- daar hetzelfde. Via Amerika en Duitsland be- sprek gehad met het IOC. Het scheelde weinig landde hij vijfeneenhalf jaar geleden in Neder- of armworstelen was een demonstratiesport ge land. „Hier voel ik me thuis. En mijn vrouw en worden in Atlanta. Toch zal het er ooit van ko twee dochters, die trouwens net zo sterk zijn als men. Zeker weten, vader, ook. We gaan hier nooit meer weg", zegt hij in zijn flat aan de Lissese Kanaalstraat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 40