De totale gekte
heeft hier
toegeslagen'
Rtv Show
TT
Ut^CMDCK I77J
oup van 't Hek (41) maakt
een explosieve indruk
tijdens de try-out van zijn
Maar
de bom zal pas in volle
ontploffen op de
laatste avond van dit jaar.
Met grappen als
Maar ook
met dijenkletsers. 'Van der
Valk heeft al zo lang
gewerkt, die dacht bij
zichzelf: hé, hé, nu effe
ten!' De cabaretier - ,,Bah!
Mannen met tanga's, met
zo'n veter door hun reet;
effe lekker flossen na
schijten" - trekt al sinds
uitverkochte zalen en
is ongehoord populair,
zowel doorzijn optredens
als door zijn boeken. Maar
tevredenheid is bij hem
ennelijk de dood in de pot.
Van 't Hek: ,,lk wil in 1996
een van God gegeven
programma gaan maken,
naakter, nog dichter bij
in de buurt. En dus in
de btfurt van iedereen."
Youp van 'tHek
hoeft bijna niets
meer te verzinnen
oed op, lange jas, zijn gezicht
een beetje achter zijn kraag
verborgen, treedt hij binnen
in Café Schiller aan het Amsterdamse Rem-
brandtsplein. Zo'n paar honderd meter
verderop, in de Kleine Komedie, legt hij in
dé donkere dagen rond Kerstmis de laatste
hand aan zijn oudejaarsconférence, het
evenement dat de knaller van het TV-jaar
moet worden. Zijn stem klinkt wat schor.
Hij drinkt koffie met 'blauwe Spa'. Zijn so
demieter op's denderen door het proeflo
kaal. Het is alsof heel de wereld zijn podi
um is. Ook in zijn vrije tijd is Van 't Hek
een gedreven onruststoker, een ontrege-
laar.
In zijn conférence richt hij zich vooral op
de mentale verloedering van Europa in het
algemeen en die van Nederland in het bij
zonder. „Ik heb dit jaar absoluut geen
moeite hoeven doen om een programma
bij elkaar te krijgen. De totale gekte heeft
hier toegeslagen. Dat ligt allemaal gewoon
op straat en bij de reality-TV. We zijn ziek,
we zijn opper dan op, we zijn leger dan
leeg. Dat is er aan de hand."
„Neem die reality-TV. Ik doe in mijn show
'De Zelfmoord van de Week'. En zo zal het
gaan. We glijden op het ravijn af, iedereen
ziet de noodrem hangen maar niemand die
eraan trekt. Ga je aan die noodrem hahgen,
dan ben je een softe lui, een eikel. De com
merciële omroepen grijpen alles aan. Lim
burg staat twintig centimeter onder water
en ze doen of het Bangladesh is. Dat valse
saamhorigheidsgevoel. En dan tot over
maat van ramp ook nog al die artiesten die
op zo'n avond hun neus laten zien. Ik heb
nooit gewe'ten dat er zoveel artiesten op
één avond vrij waren."
DONDER OP!
„Ik heb in dat programma van Willibrord
Frequin nu al drie zogenaamd bekende
Nederlanders bij het graf van hun ouders
zien staan. En dan denk ik: sodemieter daar
eens op! Donder op! Voor jouw carrière bij
het graf van je ouders staan! Dan denk ik,
ga daar zonder camera naar toe, nicht! En
dan zeg ik in mijn show: Ik heb net met
Willibrord Frequin mijn overleden ouders
op staan graven. Die hebben altijd achter
mijn carrière gestaan, dus waarom niet?"
Verloedering. Hij kan er zich, in het klop
pend hart van zijn Amsterdam, mateloos
aan ergeren. „Kijk nou naar zo'n sekstent
als de Bananenbar. Waarom zijn daar hon
derdduizenden mensen geweest? Waarom
zegje nou gewoon niet: Ik ga daar niet naar
binnen. Een banaan uit de muts van een
heroïneskelet happen en dan met een
koortslip thuiskomen. Hou toch op! Dan
deug je toch niet, dan ben je toch aan het
eind van je latijn. De verveling heeft toege
slagen. We zijn totaal verzadigd en vervet.
We weten het niet meer.
Het is niet alleen een Nederlandse ziekte,
maar ook een Europese. Het is alsof we op
iets afstevenen, alsof we niet meer te verba
zen zijn. Het rare is dat ik bijna niets meer
hoef te verzinnen. Zo'n Groningse me
vrouw die op de radio zegt: 'Ik zou wel
will'n protester'n tegen Shell maar ze heb-
b'n Air miles en die laat ik niet schiet'n'.
Daar is echt niks aan verzonnen, hoor. Er
zijn dingen die je niet eens kunt verzinnen.
Een vriendin van mij was in de tragische
omstandigheid dat haar tweede borst
moest worden geamputeerd. En die krijgt
van de rector van haar school een bloeme
tje met daaraan een kaartje: 'Gefeliciteerd
met de geslaagde operatie.' Dat is wel van
zo'n droefgeestig stemmende domheid!"
SCHREEUW
Maar een oplossing. Heeft Van 't Hek, in al
zijn wijsheid, met al zijn fiumor en spot,
ook een oplossing? „Ik ben niet onmiddel
lijk de dokter die hier iets aan kan doen. Ik
zie alleen dat de patiënt ijlt, koorts heeft,
zijn bed uit drijft en ik ben er nog niet pre
cies achter wat het is. Deze oudejaarscon
férence is één grote schreeuw: word god
verdomme nou eens wakker!! Ik denk wel
dat deze oudejaarsconférence hard aan
komt. Het gaat niet meer over Buckler en
dat soort dingen, maar om de essentiële
zaken van het leven: de liefde en de dood.
Ik hoop dat mensen een verschrikkelijk
leuke conférence zien, maar dat ze na af
loop zeggen: 'Het is toch eigenlijk wel diep-
treurig'. Er zijn nu al mensen die zeggen:
Heeft hij zijn eigen huis dan vol asielzoe
kers? Dat is me te makkelijk. Maar ik ga
niet weg als ik geschreeuwd heb. Dat heb ik
nooit gedaan. En omdat het mij nu toeval
lig goed gaat, mag ik dan soms niet meer
schreeuwen? Dan moét ik juist schreeu
wen. Maar of dat helpt...
Ik neem mijn woorden veel serieuzer dan
iedereen denkt. Ik denk dat de humor, de
lach, een van de beste transportmiddelen is
om de waarheid over het voetlicht te krij
gen. Ik wil één grote explosie, ik wil in één
keer los. Ik geef de mensen niet de kans om
eigen gedachten op te bouwen. Dat mogen
ze wel doen, maar later, als ze thuis zijn.
Dan draaien ze die band nog maar eens te
rug.
Ik zat laatst met mijn manager Joop Koop
man te praten en toen zei hij: 'Na dit pro
gramma moet er weer eens een mooi pro
gramma komen'. Eerst een halfjaar niks en
dan een mooi programma. Wel zeer om te
lachen hoor, vergis je niet... Maar ik wil nóg
naakter. Nóg veel meer van mezelf bloot
geven."
ZWEEPSLAGEN
Van 't Hek heeft de mouwen van zijn rode
overhemd inmiddels opgestroopt. Alsof hij,
de kampioen van het verbale geweld, op de
vuist moet met de hele wereld. In zijn con
ference zitten ijzingwekkende gedeelten.
Morbide en sarcastische grappen. Grappen
die aankomen als zweepslagen. En dan is
er ineens zo'n prachtig liedje over de on
toereikendheid van de menselijke liefde.
Een liedje waarin Van 't Hek de leugen
voorschrijft als medicijn voor uitgebluste
relaties: 'Laten we liegen, liefste, laten we
liegen'.
„Als ik dat liedje over liegen zing, hoop ik
dat die man en die vrouw van de derde rij
na afloop van de voorstelling in de auto zit
ten en denken: 'Ja, eigenlijk doen we het
ook nooit meer, eigenlijk is het ook over'.
Laatst hoorde ik op de radio dat er zoveel
echtscheidingen zijn. Dat viel mij juist
mee. Ik ken zoveel mensen van wie ik
denk: Waarom ga je niet gewoon lekker uit
elkaar, jöh? Ik heb een aantal liefdes in
mijn leven op treurige wijze verlaten, maar
ik ben er achteraf niet rouwig om. Ik heb
nu een liefde waarbij ik er niet aan moet
denken dat het ophoudt, maar ik doe er
dan ook alles aan. Je moet wakker blijven!
Wakker blijven!!" Youp slaat met zijn gebal
de vuist op tafel. Alsof hij de vergadering
afhamert. En het café schrikt.
„Als ik zo'n liedje over de liefde zing, hoop
ik dat het blijft hangen. Dat diezelfde man
van de derde rij, als hij de mensen elkaar
om twaalf uur ziet kussen, ook zijn eigen
vrouw weer eens kust. Haar weer eens een
echt gemeende kus geeft. Ik maak in dat
liedje, waarin ik de huwelijkse sleur be
schrijf, de wond open. Niet alleen om de
mensen pijn te doen, nee, ook om die
wond schoon te maken."
CARRIERE
„Ik heb het altijd over de liefde en de dood
en de onverschilligheid van het bestaan. Ie
mand die voor zijn carrière zijn ouders laat
verrotten, is een even grote klootzak als de
man die zijn vrouw met een kind van twee
maanden laat zitten. Je bent gewoon een
lui als je vergeet, als je oude mensen zo
maar dood laatgaan. Ik ben er trots op hoe
ik en mijn broers en zussen de dood van
onze ouders hebben begeleid. Er is er niet
eentje geweest die heeft afgehaakt. Ik had
hem ook op zijn bek getimmerd. Als één
mijn van broers gezegd had: Ik moet wer
ken, ik kan vader niet in de rolstoel duwen,
dan had ik gezegd: sodemieter op! Je duwt
je vader! Niks werken! Ik ken teveel mensen
die dat dus niet meer doen en dat vind ik
dus geen leuke mensen. En dat is waar het
in mijn conférence over gaat. Ik hou zo
ontzettend van aardige mensen. Ik wil de
aardige mensen niet kwetsen. Ik sta voor
hen op de barricade. Heb ik ooit een grapje
gemaakt over iemand die zijn vrouw aan
kanker heeft verloren? Dat doe ik niet. Ik
ben de enige cabaretier die nog nooit een
Ien Dalesmopgemaakt heeft."
Van 't Hek klokt nog een Spaatje naar bin
nen. Met wilde armgebaren veegt hij bijna
een notitieblok van de tafel. Hij zit op zijn
praatstoel als een jockey op zijn paard. Het
halve café luistert nu mee. Heeft Van 't Hek
eigenlijk nog wel een privéleven? „Ik kan
hier in Amsterdam redelijk over straat lo
pen. Als er geen drank in de man is, gaat
het goed. Maar 's avonds in het café, als de
remmen los zijn, gebeurt het wel dat ze me
komen vertellen dat ik een lui ben." En dan
met quasi-dikke tong: 'Ik vin je een ongelo-
welijke eikel, jongen, ik heb heulemol niet
om je kenne loche.' Nee, ik ga niet vaak
meer naar café's. Ik ga liever thuis met
vrienden wat drinken. Maar handtekenin
gen geef ik altijd. Weet je dat het zetten van
een handtekening sneller gaat dan het wei
geren ervan? Denk daar maar eens over
„Tja, die roem. Natuurlijk kick ik erop.
Maar dan wel ambachtelijk gezien. Verder
krijg ik er niks van. Ik wilde als klein jonge
tje al schrijven, dichten, optreden. De hele
klas kon ik aan het lachen krijgen. Behalve
de leraar. En toen wist ik dat het goed was.
Als een leraar links was, werd ik rechts. Als
een leraar rechts was, werd ik links. Mijn
vader zei altijd: 'Als je maar niet een mid
delmatige komiek wordt. Dat zijn de erg
ste.'
Mijn vader vond de ene grap leuker dan de
andere. Maar ja, ik sta.zelf op dat toneel en
ik doe wat ikzelf leuk vind. Ik heb in het be
gin wel eens met een cabaretgroepje ge
werkt en dan zeiden ze: 'Ja, dat wil ik toch
niet zeggen, want mijn moeder zit in de
zaal'. Toen dacht ik: dat wordt een keurige
vertegenwoordiger in stofzuigerzakken,
maar voor het cabaret is dit niks. Je moet
de schaamte voorbij. Ik heb ook geschre
ven over de geslachtsziekte van l lenk van
der Meyden. Dat zijn vrouw dan 's mor
gens in zijn broek kijkt en denkt: 'Góh, hoe
komt hij aan die Hütekase?' Je gaat over
een zekere grens. Waarmee je de mensen
dan toch bereikt. Ze zeggen ook wel eens:
hij vloekt zoveel. Ik vloek niet zoveel. Ja, ik
ben wel ordinair, ik spreek de taal van de
straat."
Van 't Hek is uiterst spaarzaam met kritiek
op zijn collega's. Hij heeft zijn eigen busi
ness en voor de rest zal het hem aan zijn
reet roesten. „Freek de Jonge heeft wel
eens iets scherps over mij gezegd. Hij zei
over mij: 'Hij heeft veel in mijn mars'. Dat
vond ik een leuke grap. De Jonge golft en
weet dat ik daar een afschuwelijke hekel
aan heb. Laatst kwam hij daar weer op te
rug met de opmerking: 'Wij doen thuis al
les wat Youp van 't Hek verboden heeft.' Ik
heb dan geen behoefte om hatelijkheden
terug te plaatsen. Zoiets is te klein voor
mijn denken. Ach, het is ook een beetje een
spelletje. Maar nogmaals: ik wil groter den
ken. Dat is waarom ik ook niet van de co
lumns van Theo van Gogh hou. Die komen
niet verder dan de verjaardag van Connie
Palmen. Sommige mensen hebben een he
kel aan me. Maar als ik dan naar die men
sen kijk, denk ik: Gelukkig maar. Ik vaar op
mijn eigen kompas. Ik nodig voor een show
ook niet speciaal de bekende Nederlanders
uit. Ik organiseer niet zoals Seth Gaaikema
een borreltje na afloop, waarop ik dan die
mensen laat zeggen hoe goed ze de voor
stelling vonden. Ik nodig evenmin, zoals de
grote Wim Kan destijds, de halve regering
uit. Ik heb de politiek haarscherp leren
kennen in de tijd dat De Kleine Komedie
dicht moest. Toen kreeg ik ineens hun hele
denken in de gaten, hun carrièreplanning.
Toen ze zagen dat ik het ging winnen, be
gonnen er allerlei politici naar me te bellen
met het lulsmoesje: 'Je weet toch wel dat ik
ooit heb gezegd dat De Kleine Komedie
open moest blijven.' Felix Rottenberg was
toen hoofd van De Balie. Ik belde hem op
en zei dat ik daar een discussie wilde orga
niseren over het voortbestaan van De Klei
ne Komedie. Ik hoorde hem heel lang twij
felen en toen zei hij: 'Daar is De Balie niet
voor'. Maar daar was die Balie nu juist wél
voor. En toen dacht ik: Die jongen gaat het
héél ver schoppen in de politiek. Rotten
berg is de reden dat ik geen PvdA meer
TSJAKKA
De uitdrukkingen en grappen van Youp
van 't Hek zijn nogal eens gemeengoed ge
worden. De cabaretier is daar niet echt blij
mee, om het maar eens eufemistisch uit te
drukken. Hij wil niet dat zijn gedachten-
goed wordt geannexeerd door lieden voor
wie hij geen enkele achting voelt.
„In '92 had ik dat programma waar dat
'Tsjakka!' in zat. Kwam ik ergens de zaal in,
hoofde ik het publiek Tsjakka! roepen. Dat
wil ik niet. Ikzelf heb er toen meteen af
stand van gedaan. Het woord nooit meer in
mijn mond genomen. Die Emile Ratelband
des te meer, ja. Maar goed, ik zag opeens
ook hele makelaarskantoren met hun per
soneel bij mij naar binnengaan. En dan
meteen 'Joeppie!!!'. Ik heb op mijn kantoor
direct een regel gesteld en gezegd: geen
groepen meer. Kaarten per twee, per vier.
Er is een man geweest, die had iets van
tweeduizend kaarten opgekocht. Gewoon
heel sneaky, door telkens in de rij te gaan
staan. Die kaarten verkocht hij door voor
driehonderd gulden per stuk. Er zat me een
bagger in de zaal! Zij, opgespoten blond,
hij, met zeven ringen. En maar roepen
'Joeppie!!. Als ik door die mensen word toe
gejuicht, denk ik: wil ik dat wel? Wil ik door
pooiers, die je in een eerder programma als
zodanig neerzet, vervolgens worden toege
juicht? Nee, dat wil ik dus niet!"
RODDELPERS
„Ik wil vechten, knokken, strijden voor alles
wat met mijn imago te maken heeft. Zo
gauw mensen die ik niet zie zitten op mijn
bootje willen gaan meevaren, zeg ik: Sode
mieter op! Ik heb het laatst met de Nieuwe
Revu meegemaakt. Dat blad dat vind ik
niks, maar goed dat kan. Ze vragen me
voor een interview, dat ging over de roddel
pers. Nou, dacht ik, laat ik dat dan één keer
doen. En, geheel tegen de afspraak in, zet
ten ze me vervolgens op de cover. Die hou
den zich dus niet aan afspraken en dat doe
ik dus ook nooit meer. Het was zogenaamd
misgegaan. Schei toch uit! Ik wil niet geas
socieerd worden met de Nieuwe Revu. Ik
wil met een heleboel dingen niet gcyssoci
eerd worden. Zelfs niet met de VARA. Ik
vind het leuk, hoor. Ik zit al twintig jaar bij
de VARA en het plan is om heel lang bij de
VARA te blijven. Maar ik hoef niet bij hun
in de reclamecampagne. Ik wil niet in een
hoek geduwd worden. Ik zal nooit prijzen
op een golftoernooi uitreiken. Nee, ik golf
niet. En ik heb ook geen telefoon in mijn
auto."
Wie Van 't Hek bezig ziet op de planken,
houdt af en toe zijn hart vast. Eén samen
gebalde bonk energie. En dat zo'n ander
half uur lang. Angstaanjagend soms. Is hij
niet bang dat hij straks schuimbekkend op
de planken ligt, zoals een Tommy Cooper
in het harnas zal sterven?
„Ja, die angst heb ik wel eens. Mijn vrouw
ook. Ze denkt soms: Die knijpt er op een
keer bam! zo tussenuit. Als nu mijn
laatste uur was aangebroken, zou ik naar
huis gaan. En dan zou ik mijn vrouw een
verhaal vertellen. Maar ik zeg niet waar het
over gaat. Later mag ze het wel doorvertel
len. Ik leef stevig. Zou desnoods naar de Eï-
lipijnen gaan om genezing te vinden als ik
iets had. Dood'moeten we allemaal. Maar
ik ben er ook klaar voor. Ik heb geleefd. I let
allerergste lijkt me overlijden op het toilet
bij je schoonouders. Met een AVRO-bode
in je hand."
De oudejaarsconférence van Youp van 't Hek Is mor
genavond om 22.20 uur te zien op Nederland 3.
Youp van 't Hek pleegt een plasje in het Amsterdamse café Schiller.
toros GPD Pt IT ROORDA