IB De sleutelrol van De Levita Advent Wat zoekt Joop van den Ende op Broadway? Twee jaar geleden liep daar zijn produktie van 'Cyrano - the Musical' in première. Hij zette mooi in, met een opgetogen publiek in uitverkochte zalen. Maar na de officiële première werd de show door de Amerikaanse critici neergesabeld. De show viel. Maar Van den Ende liet zich niet ontmoedigen, zette door en 'deed mee' in de musical 'Victor/Victoriamet Julie Andrews in de hoofdrol. Deze produktie is nu de best lopende show op Broadway. Een gesprek met uitvoerend producent Robin deLevita. ZATERDAG 2 DECEMBER 1995 Onze Taai. Het Marquis Theatre op Broadway waar de musical Victor/Victoria wordt opgevoerd. obin de Levita speelt een sleutel rol in de musical 'Victor/Victoria', 'het nieuwste succes van Julie An- ^ews. Namens Van den Ende zette de 36-ja- ge Nederlander een hit neer op Broadway, i het kantoor van Endemol op de 27ste ver- ïping van een kantoorpand in het hart van e Newyorkse theaterwijk, vertelt hij zijn ver pal. Dat begint in de jaren tachtig, als hij als ispiciënt meereist met.The Mounties en _prvolgens voor Van den Ende de André Van •uin Revue mag produceren en voor televi- e onder meer de '1,2,3-show', 'De Show- en 'Moordspel'. iwiHoe hij een reclamespotje maakte met Ti- kii Turner en Davie Bowie, en vooral hoe Van >elm Ende hem in 1983 vroeg de musical 'Bar- am' neer te zetten, de eerste van een lange j kwalitatief hoogwaardige musicals, die het ederlandse publiek tot het genre zou beke- m, zodanig zelfs dat er van 'musicalgekte' ordtgesproken. Inmiddels was de werkwijze van De Levita opgevallen in Londen. Na het stoppen n 'Cyrano' kreeg hij daar het aanbod direc- :h ir te worden bij The Really Useful Group, t produktiebedrijf van musicalschrijver An- sw Lloyd Webber. Hij weigerde. Terecht jkt nu, want hem wachtte nog een reeks dere uitdagingen. De wereld is daarbij de j.aens van zijn werkterrein, een café op sotoadway zijn stamkroeg. Veel geleerd Levita: ,,'Cyrano' moest stoppen. Toch iben we dat goed gedaan en er vooral veel geleerd. Dat zou voor niets zijn geweest we ons hadden teruggetrokken uit Ameri- I. Want 'Cyrano' liep uitstekend, tot de re- jnsies kwamen. Misschien waren die slecht ndat 'Cyrano' te Nederlands was: produ- pait, schrijvers, het 'creative team' en ook hoofdrolspeler. Amerikaanse critici is dat moeilijk te l^cken. Die hebben er toch al moeite mee, *)t alle nieuwe successen hier Brits zijn. En daar nog een Nederlands produkt bij a.jmt.... In het begin werden we dan ook wel uitgelachen. Tot ze ons aan het werk za- n. 'Cyrano' mag dan veel geld hebben ge- 6t, het heeft ons bij de producenten res- |ct opgeleverd. Want we vielen op, omdat t doorgingen met de show, op een moment larop anderenzouden stoppen." Musical 'Victor/Victoria' een hit op Broadway Joop van den Ende: niet ontmoedigd door de afloop van 'Cyra- FOTO ARCHIEF Robin de Levita: „Veel geleerd van 'Cyrano'." Dankzij dat respect kon Van den Ende al eerder in een met twee Tony Awards be kroonde 'Hamlet' van Shakespeare deelne men. Respect bracht ook het contact met To ny Adams, die voor regisseur Blake Edwards filmsuccessen als 'The Pink Panther'-reeks, '10' en 'Victor/Victoria' produceerde. Al jaren speelde Edwards met het idee om van die laatste film een musical te maken. Uiteraard weer met de muziek van Henri Mancini en met zijn vrouw Julie Andrews in de hoofdrol. Het was niet makkelijk een theater te vin den, want de successen die Broadway laat zien, staan daar vaak al jaren: 'The Phantom', 'Miss Saigon', 'Cats'. Nog moeilijker was het om de mensen te krijgen die op het verlangl- jstje van Edwards stonden om de show vorm te geven: de choreograaf en de ontwerpers van licht, geluid, decors en kostuums, noem maar op. Toen na jaren iedereen beschikbaar was, ging het alleen nog om het geld. Van den Ende stelde anderhalf miljoen dollar beschikbaar onder voorwaarde dat De Levita uitvoerend producent zou zijn. Die bleek inderdaad de man die ze zochten, want Adams mag dan weten hoe een film wordt gemaakt, de musical was voor hem nog on bekend terrein. De'Levita: „De afgelopen acht maanden heb ik voor 70 procent elke dag gewerkt aan 'Vic tor/Victoria'. We wilden een lange periode van try outs, om zo veel mogelijk zekerheid te hebben, want op Broadway zie je nog zelden echt nieuwe Amerikaanse shows. Het zijn meest oude successen, zoals 'Showboat', 'Hello Dolly', 'How to succeed'. En allemaal met een ster om publiek te trekken. Boven dien is de pers hier heel belangrijk, The New York Times voorop. Daarom hebben we vier weken in Minnea polis gestaan, acht weken in Chicago en nog eens vier weken met try outs op Broadway. Eigenlijk is zo'n produktie nooit af, maar hij loopt enorm. We hebben nu de hoogste re cettes van Broadway en tot eind van het jaar zijn we beslist uitverkocht. We moeten echt een jaar lang met gemiddeld zo'n 90 procent zaalbezetting draaien, willen we de 8,5 mil joen dollar die is geïnvesteerd terugverdie nen." Voor een groot deel werd gewerkt volgens de in Nederland zo succesvolle formule. „Een producent die zijn show tot in de kleinste de tails begeleidt, totdat hij op het toneel staat, zie je hier niet. Een producent zorgt hier voor geld en investeerders, een general manager neemt voor ieder aspect van de produktie een bedrijf aan. Een plan, waarbij je tevoren berekent wat het kan gaan kosten, met een budgetbewaking, kennen ze hier niet." Was filmveteraan Edwards meteen bereid te luisteren naar de jonge Nederlander? „Dat heeft even geduurd. Ik was daarbij wel zo voorzichtig alleen suggesties te doen. Want ik begreep dat hij de laatste nog ontbrekende 1,5 miljoen voor deze show uit zijn eigen zak heeft geïnvesteerd. Daarom gingen die sug gesties nooit rechtstreeks naar Edwards. Ik schreef memo's. En sommige ideeën zag je dan later op het toneel terug. De lengte van de eerste acte bijvoorbeeld. Die was aanvan kelijk veel te kort, terwijl de tweede weer veel te lang duurde. Een uur en een kwartier voor de pauze en dan een uur daama. Dat is genoeg voor een musical. 'Les Misérables, om maar wat te noemen, duurt drie uur. Zo'n show moet wel heel briljant zijn, wil hij zolang boeien. Maar het probleem is vaak dat schrijvers en com ponisten daarvoor blind zijn. Die snijden niet graag in eigen werk." 'Tommy' Intussen werkt De Levita al meer dan een jaar elke dag aan de musical 'Tommy', die op 5 maart in Londen de Europese première moet beleven. Deze recente Broadway-hit wordt nu door Van den Ende in Europa uit gebracht, samen met producent Andre Ptas- zynski van Pola Jones Associates. Voorlopig is 'Tommy' alleen in Londen te zien. Slaat de show daar aan, dan komt er een tweede pro duktie die op reis gaat. Valt het tegen, dan wordt in Londen net zolang gespeeld als er publiek voor is en gaat daarna gaat de Londense produktie zelf op tournee. Naar Parijs, naar Scandinavië en na tuurlijk naar Amsterdam. „Een half jaar Carré bijvoorbeeld. 'Tommy' wordt daar niet in een vertaling gespeeld. Het is rock and roll en dat kun je niet in het Nederlands brengen, dat klinkt dan een beetje lullig." De hoofdrol wordt gespeeld door Paul Kei tel. Een onbekend acteur, die werd gekozen uit de duizenden die auditie deden. 'Tommy' betekent voor De levita opnieuw samenwer ken met een naam die tot de verbeelding spreekt: Pete Townshend van de popgroep The Who en schrijver/componist van de rockopera 'Tommy', die rond 1970 al op de plaat, op het podium en op het filmdoek een succes werd. „Dit is nu al een hoogtepunt in mijn carriè re. Je kent hem natuurlijk van The Who, dus je hebt een bepaald beeld van hem. Maar hij is zeker geen heroïne spuitende popmuzi kant, die gitaren kapot slaat. Integendeel, hij is rustig, slim, intellectueel. Werkelijk, 'Tom my' is een meesterwerk. Er zit louter goede muziek in." Tussen de bedrijven door werkt De levita aan de Nederlandse produktie van 'Miss Sai gon', die volgend jaar in Scheveningen 'The Phantom of the Opera' moet opvolgen. En daarbij wordt ook al gedacht aan de musical die het nieuw te bouwen theater in Amster dam moet openen. 'Sunset Boulevard' wel licht, de sensatie van Broadway? „Mogelijk", zegt hij stoïcijns, waarna hij verder praat over de 'Joe', waarmee Koen van Dijk en Ad van Dijk een vervolg willen geven aan hun profes sionele debuut 'Cyrano'. Een verhaal over Amerikaanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog, dus ook met mu ziek die refereert aan die tijd. In 1997 moet 'Joe' in première gaan. Maar 'Joe' is nog ver weg, net als 'De drie musketiers' van Seth Gaaikema, die vorig jaar in de ijskast is gezet omdat die qua sfeer nog even te dicht bij 'Cyrano' ligt. „Er komt nu eerst een cd van met hoogtepunten uit deze moderne musi cal." Concreter zijn de plannen voor 'Fame', een dansmusical over de leerlingen van een Ne wyorkse theaterschool, eerder het thema van een gelijknamige film en een veel bekeken te levisieserie. „In Ixanden draait nu een van oorsprong Zweedse show onder die naam. Maar die vinden we niet goed genoeg. Het script wordt nu herschreven en er wordt nieuwe muziek aan toegevoegd. We nemen er de tijd voor, maar binnen een jaar moet hij klaar zijn. Natuurlijk krijgt Broadway de première, want daar speelt het verhaal. Deze voorstel ling moet de standaard worden voor produk- ties die daarna hopelijk elders in de wereld volgen. Want New York is allang niet meer het absolute centrum van de musical. Kijk maar eens hoeveel musicaltheaters er overal in de wereld ontstaan." Zijn blik droomt weg, lijkt zich een weg te zoeken naar buiten, tussen de toppen van de wolkenkrabbers. Een moeilijk vak? Hij haalt er de schouders over op. „Je moet jezelf de juiste vragen stellen. Weten waar de grenzen liggen van wat je op het toneel kunt doen. Dat is het geheim. Kortom: iedereen zou dit kunnen." Julie Andrews en medespelers in Victor/Victoria. Mijn lagere school was in een groot gebouw. Te groot eigenlijk. Aanvan kelijk waren er zes klassen die op 1 september begonnen en 6 klassen die op 1 april begonnen. Toen er minder leerlingen kwamen, werd de aprilafdeling gesloten. Jaren lang hebben die zes lokalen leeggestaan. Totdat ze verhuurd werden aan een katholieke school. Toe maar, éen katholieke school, in hetzelfde ge bouw als een protestantse school. Nee, het was zelfs een gereformeer de school. Nieuwsgierig hebben we ze zien komen, maar het was een grote teleurstelling. De katholieke kinderen zagen er heel gewoon uit. Die teleurstelling herinner ik me nog heel goed. Maanden van tevoren was het ons verteld dat er katholieken in de andere helft van ons schoolgebouw zouden komen. Uüt wilden we wel eens zien! Echte katholieken. We waren immers niet voor niets opgevoed in protestantse geest. Maar er viel niets aan te zien, zodat je onwillekeurig ging twijfelen aan de juistheid van de Heidelbergse Cate chismus. Later heb ik bij bepaalde politici wel eens gedacht dat ze er echt katholiek uitzagen, maar steeds bleek dat toch niet het grootste probleem te zijn. Als ik er nog eens over nadenk, dan was toch eigenlijk de enige manier om een ka tholiek van een protestant te onderschei den, de manier waarop hij het woord 'ad vent' uitsprak. Echte katholieken zijn geloof ik uitgestorven, net als echte protestanten, terwijl het woord advent is blijven bestaan. Het wordt nog steeds op verschillende ma nier uitgesproken, maar nu is het geen aan wijzing meer van geloofsrichting. Toch is het zo geweest dat protestanten de klem toon op de tweede lettergreep legden (ad VENT) en katholieken op de eerste letter greep (ADvent). Multatuli zou gezegd heb ben dat daaruit maar weer eens de kracht van het geloof blijkt. Dat kan waar zijn. maar begrijpen doe ik het niet. Wat is het verband tussen geloof en klemtoon? Geen geloofskwestie lijkt me de uitspraak van het woord 'incest dat vroeger de klemtoon op de tweede lettergreep had maar tegenwoordig steevast op de eerste lettergreep. Dat zal wel gebeurd zijn onder invloed van het Engels. Stonden de katho lieken vroeger meer aan Engelse invloed bloot dan de protestanten? Ook bij advent is de klemtoon op de eerste lettergreep na melijk de Engelse beklemtoning. Toch ver wijst hier niemand naar het Engels. Waar schijnlijk omdat er toen zoveel minder En gels gehoord werd. In ieder geval moeten we voorzichtig zijn met steeds op Engelse invloed te wijzen. Beslist niet Engels is de uitspraak van 'de mentie' met klemtoon op de laatste letter greep: demenTIE. Ook niet katholiek trou wens. Wel betrekkelijk nieuw, lijkt me, want vroeger was de middelste lettergreep be klemtoond: deMENtie. In het Engels ligt de klemtoon ook op de middelste lettergreep, zodat onze verschuiving van klemtoon naar de laatste lettergreep zich juist van het En gels af beweegt. Dal is eigenlijk merkwaar dig. Het woord is afgeleid van dement. En we hebben genoeg woorden zoals politie, attentie, urgentie, garantie, kwitantie en produktie, om een klemtoon op de middel ste lettergreep geenszins buitenissig te vin den. Waarom is het dan toch meer en meer demenTIE aan het worden? k weet het niet. De nieuwe klemtoon is 1 feitelijk de Franse manier. In het Frans krijgt vaak de laatste lettergreep de klem toon. Maar de Franse invloed op onze taal, die vroeger heel erg groot is geweest, speelt nu geen rol meer. I let woord dementie is trouwens te jong om aan het Frans ont lee'nd te zijn. Toch moeten we de verklaring van die af wijkende klemtoon misschien wel bij het Frans zoeken. Maar dan via een omweg. Toen ons woord dementie nog niet be stond, en toen men dementen nog gewoon kinds noemde, bestond er wel een ander woord, meteen heel andere betekenis, dat toevallig ongeveer net zo uitgesproken werd. Namelijk 'dementi', met klemtoon op de laatste lettergreep, want het was een Frans leenwoord. Een dementi was een lo genstraffing, loochening. Iemand een de menti geven, betekende zoveel als: iemand ronduit van leugens betichten. Dat is wel even wat anders. De twee woor den hebben eigenlijk niets met elkaar te maken. Maar het oudere dementi (logen straffing) met zijn Franse klemtoon op de laatste lettergreep zou toch de uitspraak van dementie (=dement zijn) beïnvloed kunnen hebben. Alleen begrijp ik dan nog niet waarom nu juist deze aparte klemtoon heden ten dage opgang maakt. Als het niet aan de katholie ken lig en ook niet aan het Engels, waar komt het dan door?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 37