ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
'Niemand weet echt
raad met het einde'
NT
ZATERDAG 2 DECEMBER 1995
Elco Brinkman is de voorzichtigheid
zelve. Wanneer de ober nog wat rode
wijn wil bijschenken, houdt hij resoluut
zijn hand boven het glas. Elco
Brinkman, een keurige man, altijd op
zoek naar het goede in de mens.
Rechtlijnig als de sloten die het
polderlandschap van zijn jeugd in de
Alblasserwaard doorsneden. „Ik hou
van mensen, van sociale contacten.
Maar mijn huis in Leiden staat met de
rug naar de stad. De stilte moet kunnen
binnenkomen, de overzichtelijke leegte.
Ik had dat ook al toen ik als jongen op
een hek in het weiland zat te kijken
naar de voortjagende wolken. Soms zag
je er zacht-menselijke vormen in.
.^1
et als enkele jaren geleden, in de politiek,
weet Elco Brinkman voor de fotograaf ook
nu nog meteen de juiste houding aan te
imen. Quasi-nonchalant poseert hij naast een glan-
nd zwarte vleugel in de hal van restaurant De Beu
nhof in Oegstgeest. „Ik heb vroeger nog wel wat pia-
gespeeld, maar na mijn studietijd is daar niet veel
jeer van gekomen", zegt hij. Links van hem staan
ee levensgrote beelden van struisvogels. Of hij hun
nekken ook even wil omhelzen? Nee, dus. Dat
ver niet.
Zou ook niet bij hem passen. Want je kunt veel zeg-
van mr. drs. Elco Brinkman (46), maar nog nimmer
eft hij zijn kop in het zand gestoken voor naderend
heil. Met geheven hoofd en open vizier is hij zijn te-
nstanders tegemoet getreden, hoewel hij met zijn als
mop voortwoekerende enerzijds-anderzijds-zinnen
;nig journalist tot wanhoop heeft gedreven.
Al een tijd lang is het stil rondom de voormalige mi
lter van WVC en fractieleider van het CDA, die sinds
gedwongen terugtreden uit de Haagse politiek nu
rkzaam is als voorzitter van de werkgeversorganisa-
Algemeen Verbond Bouwbedrijf. Maar de datum
zijn afscheid van de politiek, 3 mei 1994, staat ge
teld in zijn geheugen. ,,lk heb geen vrienden in Den
ag", bekent hij tegen het eind van het gesprek,
o'oit gehad ook. Ik zocht ze altijd in mijn eigen om
ving. De politiek en mijn privéleven: dat waren echt
ïe werelden apart."
Genieten
mannen, zullen we maar meteen beginnen", zegt
o Brinkman, na een eerste slok witte wijn. Zijn stem
ïkt ferm, als van een student die verzeild is geraakt
een volkskroeg, tussen mensen wier brood hij niet
wier taal hij niet spreekt, maar die van goede wil is.
t zijn vork prikt hij bedachtzaam maar schijnbaar
illoos in het bedje van sla en groene asperges waar
zachtroze zalm. Stilte. En handenwrijven. „Ja,
zegt hij, als we hem om de sfeer wat losser te
ken vragen of hij wel van een wijntje houdt. „Ik hou
een evenwicht tussen soberheid en genot. Ik vind
ik van de goede dingen des levens mag genieten,
ar met mate. Het is natuurlijk al een enorme zelf-
9n rwinning dat er toch wat zuidelijke blijheid in een
testant is gevaren. Ik ben grootgebracht op de Al-
sserwaard. In dat zompige land waar God de men-
streng maar rechtvaardig in de gaten hield. In die
;ek had letterlijk elke straat zijn eigen kerk. Wij wa
de meest vrije straat. Maar toen ik in Amsterdam
im, zag ik dat er nog meer lichtzinnigheden moge
waren in de samenleving,
en van de stelregels bij ons thuis was dat je
anderen moest omgaan. Qns dorp was een geza-
ilijk gedragen samenleving. We moesten met elkaar
ari>r één deur en ook al waren er wel meningsverschil
dat ging heel goed. Later is men vanuit de ivoren
in van de grachtengordel gaan beschrijven wat daar
maal zo fout aan was. Maar je moet je er wel reken-
ap van geven dat die mensen in de Alblasserwaard
ig waren om inhoud te geven aan wat hun heilige
rtuiging was. Dan kun je wel zeggen: ze waren hy-
riet, maar overal komt hypocrisie voor in de sa-
ïleving.
heb gestudeerd aan de Vrije Universiteit in Am-
dam. Politicologie en bestuurskunde. In het gere-
neerde bolwerk dat de VU destijds was, werd er ge-
God is dood. Hij zou geen invloed meer hebben
iet reilen en zeilen in de wereld. En dan doelde
op Vietnam en dat soort misstanden. Daar ben ik
nooit mee eens geweest. Mensen zijn zelf verant-
irdelijk voor hun daden. Je moet zelf wat van het le-
maken. Je moet niet gaan zitten wachten tot God
mishaalt', zoals wij dat zeggen, maar zelf initiatie-
ondernemen. God maakt toch geen oorlog? God
■toch geen geweer?"
Politiek
heeft in de jaren zestig een zekere blikvernauwing
ts gevonden. En dat was en is op het Binnenhof
zo. Je wordt als politicus als het ware meegezogen
et overbieden om aandacht te krijgen. Permanent
nder overschreeuwen om publiciteit voor het eigen
dpunt te krijgen. Maar ook al behoor je tot een ze-
politieke partij met een afgebakend standpunt, je
t als je aan de bestuurstafel zit altijd afwegingen
st en. Je kunt niet zeggen: dit is mijn mening, tot hier
tn niet verder. Dat kan niet. De polarisatie in de
iek neemt toe. Wat mij opvalt is dat er voor het be-
rlijke element minder aandacht is. De charme van
ninister-zijn en het ambtenaar-zijn is dat je op een
ven moment tot een afweging van belangen kunt
en je je eigen mening als het ware even opzij
zetten. Ik heb met veel plezier de mening van
partij uitgedragen en daar blijf ik ook achter
maar je mening mag nooit je tiran worden,
vindt vervreemding plaats in de politiek. Vaak
it de gewone man zich niet meer in zijn verte-
rdigers. Ik heb daar van wijlen Joop den Uyl
s voor op mijn kop gekregen. Er zijn te weinig
:happelijke beroepen terug te vinden in de poli-
rel op locaal als op landelijk niveau. Daardoor
de kiezers te weinig herkenbaarheid. Die zeg-
het maar in mijn pet. Men zit in de gemeen
goed ^'co Brinkman: „Naarmate je ouder wordt, krijgt de dood, eh, iets vanzelfsprekenders. Maar je schuift dat voor je uit."
FOTO LOEK ZUYDERDUIN
Elco Brinkman overleven, liefde, kunsten dood
teraad over de binnenstad te praten terwijl er geen
winkelier in die gemeenteraad zit. In het parlement
gaat het over de politie, maar er zit geen enkele politie
man onder die 150 kamerleden.
Ik heb mezelf in het begin van mijn politieke carrière
wel eens een vreemde eend in de bijt gevoeld. Voor
veel partijgangers kwam ik van buiten. Ik kwam uit de
ambtenarij. Ik was wel sinds '75 of zo lid van het CDA,
maar niet in de zin dat ik gekalkt en geplakt had. Op
een gegeven moment word je natuurlijk wel opgeno
men in de familie en mag je hopen dat je erbij hoort. Ik
ben een loyaal partijlid maar op sommige punten was
er toch verschil van mening. Over de ouderen bijvoor
beeld.' Iemand die 65 is, laat je met rust. Dat is mijn
mening. Het heeft te maken met respect. We hebben er
nog woeling over gehad in de partij."
'Typerend'.
„Wat ik zo merkwaardig vind en wat misschien ook wel
typerend is voor de huidige samenleving, is dat veel
zorg en verdriet aan de rand van de samenleving is ge
plaatst. De gehandicapten-internaten op de Veluwe,
begraafplaatsen en ziekenhuizen aan de rand van de
stad, bejaardenhuizen in de buitenwijken. Je krijgt op
die manier zo'n model als in de TV-serie Models Incor
porated: in de binnenstad is dan alleen nog plaats voor
wat goed ter been is, wat snel geregeld kan worden,
wat koopkrachtig is. Ik ben daar vierkant tegen. Het is
juist de verscheidenheid die een samenleving aantrek
kelijk maakt. Oud naast jong, mooi naast lelijk. Als je
op de Dam gaat zitten, is het nu juist zo aardig dat het
niet allemaal Claudia Schiffers zijn en Pamela Anders
ons die daar voorbijkomen. Dat we allemaal verschil
lend zijn, de een dik, de ander dun, de een recht, de
ander krom. Een samenleving is pas aantrekkelijk wan
neer er variatie in zit. In schoonheid, in talent, noem
maar op."
Brinkman praat alsof hij nooit is weggeweest uit de
politiek, waarin hij destijds een bliksemcarrière maak
te. Op zijn dertigste was hij directeur-generaal van Bin
nenlandse Zaken. Op zijn drieëndertigste een super-
jonge minister van WVC, een gearriveerd man. die met
zijn borende blik de toekomst in keek. „Mijn vader
vond het prachtig dat ik in het openhaar bestuur te
rechtkwam, maar hij vond het allemaal wel erg snel
met me gaan. Was bang dat ik gauw zou opbranden.
Hij dacht: je bent nog lang geen vijfenzestig, dus doe
het maar een beetje rustig aan."
Hij kijkt alsof er elk moment weer een camera kan
inzoomen. Voortdurend is er iets zorgelijks in zijn blik,
als bij een vader die zich afvraagt of zijn zoon wel met
de goede vrienden omgaat. Wil hij eigenlijk niet ingrij
pen? Sluit hij een terugkeer in de politiek uit? En voelt
hij zich achteraf niet verraden?
Met een resoluut gebaar legt hij zijn mes neer. „Nee,
zeg, daar ga ik écht niet op in. Ik heb het voor deze pe
riode zeer naar mijn zin in dit werk. En ach, ik heb in
de politiek wel eens op mijn kop gehad, maar verraden
voel ik me zeker niet. Als je in een glazen huis leeft,
weet je dat je kritisch wordt gevolgd. Maar ik heb vol
strekt geen reden tot klagen. Mensen die een kind ver
liezen of die een auto-ongeluk hebben meegemaakt,
dfé mogen klagen."
In zijn huidige functie maakt Elco Brinkman lange
dagen. Hij hoopt in de toekomst meer tijd aan zijn ge
zin en zijn kinderen te kunnen besteden. „Ik betrapte
mezelf erop dat ik zozeer bezig ben geweest met de ge
meenschap en het algemeen helang dat ik, terwijl mijn
zoon toch alweer twee jaar het huis uit is, in al die jaren
nog nooit met hem in zijn bootje op De Kaag heb geva
ren. Over vijf jaar hoop ik ook alleen in dat bootje te
kunnen zeilen. Het gaat me er helemaal niet om of ik
dan baan X of baan Y heb, het gaat dan om de dingen
die echt belangrijk zijn in het leven. Dat zijn mijn
vrouw en drie kinderen, het gezin dus, plus de familie
en de vrienden. Als het daar verkeerd gaal. is dat je eer
ste zorg en dan kan de wereld je verder gestolen wor
den."
Pleidooi voor kunst
Als minister van WVC zorgde Brinkman voor heel wat
commotie in de politiek. Toch wordt hij beschouwd als
een minister die hart had voor de kunst.
„Ik heb vaak felle tegenstand ontmoet, maar dat
vond ik niet erg. Ik hou niet zo van meelopers. Maar ik
heb velen ervan kunnen overtuigen dat je de kunst
overeind moet houden. Omdat ze de samenleving
voortdurend een spiegel voorhoudt. Waarin die sa
menleving soms wel eens niet zo netjes en met onge
kamde haren verschijnt.
Met mijn ouders woonde ik destijds in Giessendam
aan de spoorlijn die straks de Betuwelijn heet. Als je
naar buiten ging, stond je in de polder, 's Winters uren
lang schaatsen over de sloten. Snel als een mes onder
de grijze hemel. Alles was recht en strak. Als ik nu
schaats op de Menkenbaan in mijn woonplaats Leiden,
zeg ik wel eens voor de grap: ik kan geen bochtjes ma
ken. want ik heb alleen maar rechtuit leren schaatsen.
Ik ging om met vrienden die daar een atelier hadden,
met kunstenaars. Zij hebben me het verschil geleerd
tussen kijken en zien. Twee mensen kunnen naar de
zelfde hooiberg kijken en alletwee kunnen ze dan ver
schillende dingen zien. Voor de een is hooi hooi, voor
de ander een zacht bed om in te slapen onder de ster
ren."
„Kunst staat voor mij voor bezinning. Voor schreeu
werig, onaangepast desnoods. En wat ik erg belangrijk
vind, is ontroering. Dat heb ik in Venetië ervaren. Het
water dat langs die oude, verweerde, muren gaat.
Prachtige fonteinen en bruggen, ijle fresco's, niet alleen
maar voor de rijke meneer maar ook voor de fruitver
koper en de schoenpoetser. Zelfs het verval is mooi.
Het herinnert je aan de rijkdom van het verleden, wijst
op het vergankelijke van alles. Dat is cultuur. Natuur is
heel anders. Kijk je naar een boom in de Boterhuispol-
der richting Rijpwetering, zo'n boom die kreunt en
zucht onder het voortjagende wolkendek, dan leeft dat.
Dat heeft iets tijdloos, maakt je nederig. Aan cultuur
wordt geschaafd. Dat is ooit af. Maar, zoals mijn vrouw
laatst zei: een boom en een struik houden telkens weer
een nieuwe belofte in, die zijn per seizoen telkens an-
Uit mijn jeugd herinner ik me die eindeloze tochten
door de weilanden. Als de bliksem boven het land was,
vlogen er nogal eens hooioppers in de fik. En er was
vaak hooibroei bij de boerderijen. Dan mocht ik met
mijn vader, die burgemeester was, en de brandweer
naar die branden toe. Nog voel ik de gloed van dat
vuur, nog hoor ik de kreten van het geredder. Dat zijn
dingen die je bijblijven.
Ik zat vaak als jongeman op een hekje naar de wei
landen te kijken. Naar die weidsheid van het land. Een
machtig gevoel kwam op in Je hart. Er kwam in dat
weiland een ambitie bij mij bovendrijven om toch op
een of andere manier in dat openbaar bestuur terecht
te komen. Kijk, we hadden in die samenleving daar
toch wel een beetje een zendingsdrang. We wilden Ia-
ten zien waar we stonden en hadden wel een bood
schap voor de wereld."
De dood
„Als ik nu ga langs die plekken waar mijn jeugd zich
heeft voltrokken, pieker ik wel eens. Dan weet je dat
dat langzamerhand iets van een foto krijgt. I let einde,
zo je wilt, de dood komt dichterbij, dat merk je. We
hebben bijvoorbeeld de laatste maanden twee tantes
begraven. Dan zie je dat de familie om het graf heen
kleiner wordt. Naarmate je ouder wordt, krijgt de dood,
eh, iets vanzelfsprekenders. Maar je schuift dat voor je
uit. Je kunt er wel over praten of filosoferen, maar je
zult het toch eerst van dichtbij moeten meentaken om
het te kunnen invoelen. Ik was stom toevallig laatst in
Jerusalem toen Rabin werd doodgeschoten. Wat me is
bijgebleven, is dat iedereen gelijk was aan dat graf. Dat
zag je daar, hè, het ging er een beetje rommelig aan
toe. Mubarak met dat baseball-petje, Clinton die daar
jtfruikelend naar voren trad. Schutterig allemaal. Nie
mand weet echt raad met het einde.
Als klein jongetje woonde ik in de Stad aan het Ha
ringvliet, vlakhij Dirksland waar ik in het ziekenhuis
ben geboren. Een straat en een kerk, meer was het niet.
In die kerk mochten we dan wel eens de klok luiden en
rondom het kerkje was de begraafplaats, zoals je dat
wel vaker ziet in dorpjes. Een natuurlijker plaats voor
een kerkhof kom je bijna niet tegen. We speelden daar
ook gewoon op, liepen erover heen naar school. Het
was ingebakken in het dagelijks leven, zeg maar.
Waar ik zelf begraven wil worden, weet ik nog niet.
Hou me ten goede, eenieder is een mens van de dag.
Maar blijkbaar staat dat dan toch net te ver van me af.
Wel weet ik dat je in de buurt van Oud-Ade zo'n prach
tig begraafplaatsje had in de weilanden, met van die
oude homen er omheen. Maar het is in een paar jaar
tijd helemaal ingesloten door kassen. Zonde is dat. Het
lag er zo mooi alleen."