Lang Leve de Opera èn de musical r >T Verleider van het leven Materiaal en talent Uitzendkracht in musical Ouderwetse timmerman 193 ZATERDAG 25 NOVEMBER 1995 De musical gedijt in Nederland, de opera is geliefder dan ooit, maar verder houdt de overeen komst tussen beide genres op muziektheater- gebied op. Never the twain shall meet? Toch komt het nou juist wel tot een fusie van opera en musical in Lang Leve de Opera, een nieuwe Nederlandse musical die volgen de week donderdag, 30 november, haar pre mière beleeft in de Haarlemse Stadsschouw burg en vervolgens bijna honderd voorstel lingen lang overal in het land te zien zal zijn. In de hoofdrollen: twee absolute toppers, geweldenaren ieder op hun eigen terrein. Jas- perina de Jong zingt voor het eerst in vier jaar weer eens een musicalpartij van formaat. Zij speelt de verbitterde muziekrecensente die nog één keer vernietigend uithaalt. Haar slachtoffer is een al wat oudere ope razanger die door haar kritiek geslachtofferd wordt. Het is een monumentale rol van Lieu- we Visser, een bariton die ook werkelijk als operazanger en liedzanger grote bekendheid in Nederland geniet. Zo zong hij de titelrol in Noach, de opera van Guus Janssen in het Holland Festival van 1994. De musical met opera-tik is geschreven door twee andere toppers, tekstschrijver Ivo de Wijs en componist Joop Stokkermans. Ze werken al jarenlang voor Pien, maar deze produktie is door zichzelf en de hoogst onge bruikelijke rolbezetting een novum, die in de regie van Lodewijk de Boer ongetwijfeld zal uitgroeien tot een van de hoogtepunten van theaterseizoen 1995/1996. Vanwege het exceptionele karakter van Lang Leve de Opera, interviews met de vier hoofdrolspelers, twee voor de schermen, twee achter de schermen. Jasperina de Jong en Lieuwe Visser tijdens de generale repetitie van de musical 'Lang Leve de Opera' Ongebruikelijke rolbezetting in top-produktie Tekstschrijver Ivo de Wijs Of The Beauty and the Beast in deze produktie rol speelt? Het ligt iets sub- r. De mannelijke hoofdrol, door Lieuwe Visser wordt ge- hgen, is een echte artiest, zoals PPe iesten echt zijn. De kunst is :I erg hoog, maar eigenlijk dt dat alleen voor de kunst die s' op dat moment onder handen sft. Een half jaar later zal hij er ergens ènders voor vlam- n. Hij is natuurlijk een beetje el. De buitenkant is heel be- grijk, hij wil goed overkomen. 'n is bezeerd door héar recensie, 'oor beide hoofdpersonen dt verder als belangrijk: de ftijd. Dat ik zelf dit jaar vijftig geworden, valt buiten deze rg| iduktie natuurlijk, maar je irdt toch anders. In het cabaret b je het nooit over de dood of verleiden van het leven. Dat lipt er nu in. Je moet er wel om jven lachen, want anders is het !t draaglijk. Zij is steviger, krachtiger. Ze n hem absoluut aan. Dat ijdele tilletje dat er om hem heen zit lt er al snel af. Hij wordt hoe et dat tegenwoordig officieel? teruggeworpen op zichzelf, woelt zij los. In feite bezielt nieuwe krachten in hem en men besluiten ze dan om de iden in elkaar te slaan en ners te worden in wat een iwe opera moet gaan opleve- Eind goed, al goed. Synthe- i. 'aarbij moet je aan de wetten het theater gehoorzamen en r zorgen dat er aan het eind ts verrassends gebeurt. Dat is ali tijd: je kunt bij het schrijven op en 'pier vastleggen wat je allemaal je arme hoofdje hebt, maar n avond moet ook beginnen. moet zorgen voor een finale pór de pauze, en dat er na de >ffie iets anders dan anders ge- mn en aan het slot iets feeste- ks. Die wetten zijn niet zo spij- ■rhard als het wel lijkt, maar het wel leuk om te kijken of je dat 'n beetje creatief kunt invullen. De vorm wordt minder dwin- U nd voor mij. Ik schrijf nu af en e een vers dat niet rijmt, dat is F fel raar. Jasperina stuurt daar el in. Zij heeft een beetje een w ekel aan wat zij 'de tussendoor grapjes van De Wijs' noemt. De woordspelingen, de bombasti sche rijmen. Ik had ergens want het gaat nogal eens over de Bijbel in dit stuk geschreven: 'De Bijbel, wij kennen hem nog/ Wijbel-oven U een Bijbelse fi guur'. Mocht absoluut niet meer. Verboden! Heel stiekem staat ie er nog in, hoor. Alle tijd die je in een tekst steekt, komt er ook weer uit. Je moet daar niet te licht over den ken. Als je snel redeneert: 'het is wel goed', dan kun je beter voor de hitparade en de lawaaizangers gaan werken. Dat wil ik gewoon niet. Ik ben heel onrustig van mezelf, maar als ik schrijf heb ik geduld. Dan zie ik er ook heel oud uit, zegt iedereen. Dat zal wel, hahaha. Maar je moet vijlen en timme ren. Ik wil wel ambachtsman zijn. Het is niet zo geëerd in Ne derland: als je beeldhouwer wilt worden moet je jarenlang door allerlei academies heen, maar als je tekstschrijver wilt zijn hoef je maar een bordje met 'tekstschrij ver' op je deur te hangen, en dan ben je het. De mensen hebben geen idee hoe hard je moet wer ken om iets er makkelijk uit te la ten zien. Het idee bij deze voorstelling was er eerder dan de keuze voor Lieuwe Viser en Jasperien. De impresario van Pien, Gislebert Thierens, kwam met: kunnen we niet een Boy meets girl doen?, maar dan met rijpere mensen. Wat brengt rijpe mensen bij el kaar? De kunst. Toen kwam Hans van Willigenburg met de film Meeting Venus op de proppen, die zich afspeelt in de wereld van de opera en toch om te lachen was. Opeens viel alles op zijn plaats. Hier had je een vorm waarin de opera als instituut niet werd aangetast of voor gek werd gezet. Wat vaak gebeurt: ieder een kent de opera-clichés. De te dikke zangeres, de te lange sterf scènes, de te hoog zingende mannen. Aan niets van dat al heb ik mij bezondigd, en Lodewijk de Boer in zijn vormgeving ook niet. Het fenomeen opera blijft in al zijn fascinatie en heiligheid intact, maar er wordt een klein beetje aangemorreld j Soliste Jasperina de Jong Mannelijke hoofdrolspeler Lieuwe Visser Componist Joop Stokkermans e vraag is niet I M hoe ik aan zin- gen ben geko men, maar hoe ik eraf kan ko men. Ik zing toch altijd? Ik kon het altijd al, zonder dat het me moeite leek te kosten. Zeg even terzijde, hoor vind je het goed als ik de verwarming hier even dicht draai? Dicht is recht som, ja. Goed onthouden: DROL. Dicht is Rechts, Open Links. Op de kleuterschool al kon ik goed zingen. Opera is vormelijk, maar in de kleinkunst heerst nu ook zo'n dictatoriale opvatting van hoe je moet zingen, ja. De beltsong. Is alleen maar schreeuwen. Het is best leuk om even te schreeu wen, maar tegenwoordig gaat 't in de musicals om hard, hè? Amerikaans. Het betekent niks, heeft niks met zingen te maken. Het is leuk als effect. Ik heb eigenlijk nauwelijks ja, in het begin zangles gehad. Bij Cees Smulders, in '60 of '61. Toen ik auditie wilde doen voor My Fair Lady en niet werd toege laten, omdat ik geen zangles had gehad. Konden ze niet zeggen: hier, deze heeft gestudeerd. Maar ik kon daar niets aan doen: ik heb een fantastisch apparaat, van nature. Het is echt geweldig. Cees moest er altijd vreselijk om lachen hoe gemakkelijk het ging. Hij heeft me wel ademhalingsoe feningen laten doen, maar de rest zat er. Ik sla me er niet voor op de borst. Ik ben er alleen blij mee. Ik stopte vier jaar. Twee jaar terug begon ik weer met zingen, met orkest. Een weekje kalm aan en ja, hoor. Hij was er weer, de stem. Dat is toch een zegen, als je dat hebt? Dat is geen talent, dat is materiaal. Talent is wat je met het materiaal doet. Freek de Jonge heeft geen mooie stem, maar het is toch interessant wat hij met die stem doet. Zo'n musical als ik nu met Lieuwe Viser doe, dat kun je niet bereiken met mensen die niet prachtig kunnen zingen. Hij kan ook klein zingen. We praten met elkaar, omdat Ivo van die mooie teksten schrijft, en Joop dito mu ziek op die recitatieven. Zo na tuurlijk is het, net zoals wij nu zitten praten. Ik moet mijn te genspeler in de voorstelling, de operazanger, uitschelden op een gegeven moment: 'Dat moet jij zeggen, kale bal!' Dan compo neert hij dat zo, dat die bal ook een accent omlaag krijgt. Dat vind ik zó knap. ivo en Joop zijn twee meesters. Never change a winning team, zeg ik altijd maar. 'Moet je nou niet 'ns wat anders?', krijg ik dan naar mijn hoofd. Waarom? Joop is prachtig, Ivo is prachtig. We gaan toch geen mensen aan de kant schuiven omdat we nou toch eens wat anders willen? Ik was er erg aan toe om eens even een paar jaar afstand te ne men van dit vak. Het is heel goed geweest dat ik dat ook heb ge daan. Toneel gespeeld. Ik had ge noeg van het zingen. Nu ik deze produktie heb, weet ik ook weer waarom ik indertijd wilde stop pen. Het gaat allemaal goed, en in een fantastische sfeer, maar wat er allemaal bij komt kijken! Het gezeur, het gedoe! Ik heb er nu de kracht weer voor, maar die miste ik vier jaar geleden. Ik was zo moe van alles erom heen. Niet van het spelen, hoor! Ik ben echt een solist. Maar het is enig om met iemand te werken die goed is. Je kent zijn werk in de opera? Esmee, Noach. Hahaha, gek is dat nou! Ik moet altijd lachen als ik aan Lieuwe denk. We doen een Wiener Waltz een beetje een parodie op de Hoofdstad Operette. Die moet hij met een falset zingen. Dat doet hij dan ook gewoon: het is een bariton! Niets van: 'Oh, mijn stem'. Hij weet gewoon dat als hij 'm goed gebruikt dat hij er al les mee kan doen. De mannelijke hoofdrol is op Lieuwe's lijf geschreven. Dat moest ook wel, want iemand die in een show van Jasperina stapt is anders aan de goden overgele verd. Hij moest een kapstok heb ben. als man van de opera. Ik wist dat hij kon acteren, want ik heb in de jaren zeventig al eens tegenover hem gestaan. Dit plan was er allang, hoor, in 1989. Maar je moet iets hebben waar bij je je allebei senang voelt. Lodewijk de Boer, de regisseur zegt: 'Het is een feministisch stuk', omdat die vrouw die ik speel telkens het voortouw neemt. Ach, zo is het in leven ook en slechte opera I i gaat negen, tien keer en dan ben je er van af. Een musical gaat voor mijn gevoel wel drieduizend keer. Eindeloos. Het métier heeft zijn aantrekkingskracht, maar toch blijf je voorzichtig. Ik kende Jasperina al wel, zij het van enige afstand, en ik had grote bewon dering voor haar. In ónze wereld wordt zij gezien als een naturel talent. Zelfs zó dat ik wel eens heb gedacht om met haar een excercitie de serieuze kant op te doen. Liederen van Brecht en Weill, Hugo Wolf. Plotseling stonden Ivo de Wijs en Pien hier bij mij op de stoep. Het eerste verhaal was niet zo goed, dit van Ding leve de opera wel. Het is strikt genomen mijn rol: het zou ook zo kunnen zijn dat je binnen afzienbare tijd zelf voor de vraag komt te staan hoe lang je nog met verve kunt zin gen. Toen ik deze job net had aangenomen met de gedachte om eens te proeven aan het mu sicalmilieu, belde Edo de Waart op met een voorstel voor een opera-rol. Ja, je betaalt overal een prijs voor. Met deze produk tie ben je een jaar lang niet echt meer bereikbaar voor andere dingen. Pien en haar impresario zijn me wel terwille geweest. De voorstellingen van Ding leve de opera zijn zo gepland dat ik ook mijn werk bij het Schönberg En semble kan blijven doen. Ik wilde dat contact met de klassieke mu ziek per se vasthouden. Dat is mijn hoofdinteresse. Ik zie me niet de rest van mijn leven in het musicalcircuit opereren, zoals collegae als Henk Poort, Ernst Daniel Smidt; Marco Bakker al heel lang. Dat van Marco vind ik jammer; hij heeft een heel be hoorlijke operastem. Je moet nooit 'nooit' zeggen, misschien is het wel mijn toe komst. Maar je merkt het aan je dagelijkse gedrag. Als ik vroeger thuis kwam uit repetities met Reinbert de I-eeuw of Ton Koop man, dan draaide ik 's avonds voor het eten nog even een lek ker stuk jazz, Billie Holiday, of een heerlijk lied. Nu kom ik thuis en zet ik een Schubert-sonate op. Je zoekt dus altijd compensatie voor wat je zelf doet. Ik zou het echt missen als ik niet meer aan het hoofdbestanddeel van mijn werk zou toekomen. Het vakmanschap van de lich te muziek of de musical staat buiten kijf. Van Guys and Dolls tot en met The West Side Story, wat bijna een opera is, overigens. Maar met alle respect voor die sectoren, dat vakmanschap geeft toch vaak geen antwoord op de vragen van het leven, op de din gen die je in het diepst van je ziel bezighouden. Kijk naar de liede ren van Schubert, Wolf, de tek sten van Goethe. Die vormen een reflectie op het leven. De materie van de dood, de vraag welke duistere kanten er aan liefde zit ten. Als je dergelijke zaken aan de orde moet stellen voor het musi- calpubliek, dan haakt het brede publiek af. Je kunt wel praten over liefde en dood, maar je moet dergelijke onderwerpen in een aangepaste vorm brengen. In de romantiek of ten tijde van de Tweede Weense School zijn an dere dingen, zwaardere thema's behandeld dan in een gemiddel de musical. Dus als je me vraagt of ik voor het métier van de mu sical voel, moet ik die afweging erbij betrekken. Bij sommige operateksten voel ik een verschrikkelijk heimwee. Een heimwee naar dingen die ik niet eens zelf heb meegemaakt. Sehnsuclit, ja. Als ik een lied van Schubert neem als Die Götter Griechenlands Schone Welt, wo bist du?... Dat roept bij mij zoiets op van: er gaan in deze tijd zo veel dingen verloren...Ik werk daar zelf overigens even hard aan mee, hoor. Kijk maar naar deze lamp. Als ik die maar aanraak verandert-ie van kleuren intensi teit. Wat een wonder van tech niek, maar waarom steek je geen kaars op? Ach. ook ik ben een kind van mijn tijd en dat moet je niet ver anderen. Maar we verliezen een beetje de gevoeligheid voor an dere dingen dan de gewone da gelijkse routine. Empflndsamkeit. Goed woord, ja. Gek genoeg is het dus voor mij vooral span nend om te kijken hoe ik me red tegenover Jasperien. Een leerpro ces, want in deze wereld leer ik weer heel anders getimed zingen en met 'minder' te acteren. Maar het is vooral een tussendoortje e ziet de apparatuur m hier staan? Aardige hulpmiddelen bij het componeren. Mozart deed het in de postkoets. En ik zet ook wel eens mijn auto stil als ik een in val heb, want dit is een vak waar bij je blijft schrijven. Als je lang met een liedje bezig bent, kan er je plots iets te binnenschieten waarvan je woet: nü moet ik het opschrijven, want anders ben ik het kwijt. Al moet ik op een servetje vijf lijntjes trekken, dan doe ik dat. Dat loont. De tune voor het TV- programma Q en Q had ik in één keer. Ik weet zelfs nog de plek in Bussum waar de muziek zich plotseling meldde. Opeens was ie daar. Ik moet dus noteren, met papier werken. Ik blijf de ouder wetse timmerman. Maar als je nu hier kijkt; hier heb je het no tenmateriaal van de hele musical Ding leve de opera. Is met de computer geschreven. Inge speeld op toetsen, uitgeprint door de techniek. Mijn zoon heeft een ontzettende handig heid in het werken met compu ters. Je kan er niet omheen. Ik hlijf handmatig werken en verwerken. Dat is per traditie ge boren. /.o werk je, zo componeer je. Pas als je over dat eerste stadi um heen bent, dan moet je de kriebels en krabbels verwerken. Wat een tekstverwerker is voor een journalist... Dat zie je hier. Zolang ik zelf maar niet... Ik werk momenteel aan een heel andere opera; ik ben naast componist ook TV - regisseur. Ieder jaar doe ik de regie voor het kerstconcert van het Con certgebouworkest. De Eurovisie- kerstmatinee voor de AVRO. Dat vereist weer een heel andere ma nier van optrekken met de mu ziek. Dit jaar dirigeert Riccardo Chailly Wilhelm Tell van Rossini. Ten behoeve van de rechtstreek se TV-uitzending bereid ik vanuit de partituur handmatig mijn ca merashots voor. Dat zou ik niet eens op een andere manier kun nen doen. Ixing leve de opera is een heel speciale opdracht. Musical van vorm, opera van inhoud. Het heeft iets spannends. Ik kom uit de klassieke wereld. Ik heb van lx;on Orthel, Hendrik Andriessen en Kees van Baaren compositie les gehad. Ik zat in een en dezelf de klas als l'rtci Si hüt, Mi'.li.i Mengelbergen Louis Andriessen. Pas later ben ik veel lichte mu ziek gaan schrijven. Dus dit is voor mij een ideale opdracht ge weest. Wc citeren uit bestaande ope ra's, maar doen dat heel kort. Acht maten uit de ene aria, twin tig uit het volgende duet. Voor de rest hebben Ivo en ik uitsluitend eigen werk willen schrijven. Want zo plechtstatig is de opera helemaal niet. Als je een man als Rossini neemt, dal is toch uiterst frivool? Zo zijn wij in staat om de twee muzikale werelden te ver weven en te koppelen met el kaar. Die operacltatcn gebruiken we dan ook in een passage waar in de sponsoring wordt gehekeld. In de werkelijke finale van deze musical heb ik dan nog eens di verse operastijlen geciteerd, stukjes muziek geschreven in de stijl van Mozart, in de stijl van Rossini, in de stijl van de Russen. Het is oorspronkelijke muziek, maar je voelt waar het vandaan zou kunnen komen. Het is een rijkdom om een man als Ivo de Wijs naast je te weten. Dit keer heb ik wat vaker het voortouw genomen bij het schrijven van de liederen, aria's en recitatieven, maar dat kan hij hem. Je kunt met Ivo heel lang samen dubben over de vraag of het niet allemaal te zwaar wordt, je zorgen uiten over de amuse mentsfactor. Bij de finale had hij slechts één richtwoord: Onsterfelijk. Hij stuurde het per fax toe. Ik ant woordde per kerende fax: wacht even met de tekst, laat mij eerst even de muziek uitwerken. Ik had plotseling op dat ene woord enorme inspiratie. Dat heb ik op de band gezet, met een fake tekst (zo van: Op de fiets naai <h Balkan, de Balkan, de Balkan) zodat Ivo wist waar hij de letter grepen en de accenten moet plaatsen. Daar is-ie razend goed in. Als dat dan slaagt, daalt er oen gevoel van geluk over me neer die je met niets kunt vergelijken. Ik reageer heel sterk op de muzi kaliteit van taal. Ivo zegt altijd dat hij niet muzikaal is. Als hij zingt moet ik 'm gelijk geven, maar als ik 'm lees...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 37