Een miljardair met een missie n 'Emo-meesterschap ZATERDAG 11 NOVEMBER 1995 Denkwijzer Oprah Winfrey: Een echt mens. Tien jaar lang al haalt ze met haar talkshow de toppen van de kijkcijferlijsten. Haar programma's worden in maar liefst 119 landen uitgezonden en daarmee verdient ze miljoenen dollars. Maar nog tivee jaar en dan houdt Oprah Winfrey de TV-wereld voorgoed voorgezien. „Genoeg is genoeg.Tot die tijd moet ze alleen nog 'slechts' vierhonderd programma's maken. En documentaires. En films. En een nationale wet tot stand brengen. En ook: wennen aan een leven zónder televisie. ij de ingang van haar privé-vlieg- tuig hangt een foto van een klein zwart meisje met vlechtjes. Onder die foto staat de tekst: 'Wie had het ooit ge dacht?'. Dat kleine meisje, dat is Oprah Win frey. En elke keer dat Winfrey langs die foto haar eigen vliegtuig inloopt, tintelt er iets van binnen. Een stiekem gevoel van triomf. Want wie had gedacht dat dat kleine zwarte meisje, dat opgroeide op een boerderij in de binnen landen van de staat Mississippi, ooit zou uit groeien tot één van .'s werelds rijkste en machtigste vrouwen? Zij zelf in ieder geval niet. Die oude, vergeelde foto is haar persoonlij ke trofee, een tastbaar bewijs van de over winningen die ze op de wereld om haar heen behaalde. En op zichzelf. „Steeds als ik die foto zie, denk ik terug aan dat boerderijtje op dat kleine stukje land waar ik opgroeide. Ik werd geboren in een tijd waarin je als zwarte eigenlijk niet mocht bestaan, in de meest ra cistische staat ter wereld. Ik had geen toe komstverwachting, geen ambities. Ik had nooit zelfs maar het idee dat ik ooit in een vliegtuig zou zitten, laat staan dat ik er zelf ooit een zou hebben. Ik krijg toch steeds weer een kick als ik die foto zie. Mag ik alsje blieft?" Uit alle macht heeft Winfrey zich vanaf haar tienerjaren proberen te ontworstelen aan haar - zo leek het - uitzichtloze bestaan. Dat is meer dan gelukt. Met een jaarsalaris van zowat 75 miljoen dollar is ze één van 's werelds rijkste vrouwen. Algemeen wordt ze ook beschouwd als de vrouw met de meeste invloed in showbusiness. Maar dat soort ge volgtrekkingen laat haar koud. „Ach al die vergelijkingen... Ze hebben niets met mezelf te maken. Ik weet inderdaad nog dat ik vorig jaar op de cover van een tijdschrift stond met de kop: 'De machtigste vrouw van de TV- business'. Ik zag dat tijdschrift en dacht 'Goh, ze hebben het over mij'. Het is iets dat ver van me afstaat. Ik laat me daardoor niet het hoofd op hol brengen. Toen ik beroemd werd was ik al een jaar of dertig en wist ik heel goed wie ik zelf was. Daardoor ben ik mezelf gebleven. Natuurlijk geniet ik wel eens van wat ik heb bereikt, maar ik voel me daardoor niet heel anders dan voorheen. Ik denk dat ik één groot talent heb: dat om met beide be nen op de grond te kunnen blijven staan. Ik ben Oprah, en dit is wat ik doe. Klaar, uit." Openheid Ze is na al die jaren nog steeds de onbetwiste lieveling van het publiek in én buiten de Ver enigde Staten. Vooral het feit dat ze in haar uitzendingen openlijk praat over haar inmid dels wereldwijd bekende persoonlijke proble men - haar immer spectaculair wisselende gewicht, haar ongelukkige jeugd waarin ze mishandeld werd, haar incestervaringen en haar relationele beslommeringen met part ner Stedman Graham. Dat al maakt Winfrey tot een Echt Mens, een huisvriendin met wie je je problemen kunt delen. Die herkenbaar heid is de sleutel van haar succes, waaraan hard wordt voortgebouwd in haar eigen, gi gantische Harpo-studio's in Chicago. Het voormalige filmcomplex biedt - na een ingrij pende verbouwing waarbij Winfrey zelf in tensief betrokken was - plaats aan ruim hon derd werknemers en aan televisie- en film studio's.' Haar twee cockerspaniëls Solomon en Sophie hollen gezellig door de gangen van het gebouw heen en weer. Toch zijn er wel wat wolkjes aan de lucht, geeft Winfrey zelf grif toe. De gestaag toege nomen concurrentie van tientallen talkshows knaagt aan de positie van de Nummer 1 in dit genre. In Amerika staan tientallen nieuwe talkshow-talenten, onder wie Rickie I-ake, te trappelen om de fakkel uit Winfrey's handen te rukken en programma's te brengen waarin aan de meest waanzinnige, veelal aan seks gerelateerde onderwerpen en verbaal geweld de dienst uitmaken. 'Beschamend' Zelf zal zij het niet zover laten komen. On langs besloot ze na maanden tobben om over twee jaar definitief een punt te zetten achter haar carrière als 'talkshow-host'. Omdat ze niet meer zo hard wil werken. Omdat ze weer wil gaan acteren. „Maar vooral omdat ik walg van de hedendaagse talkshows. Ik schaam me er werkelijk voor. Het is een genre gewor den van rotzooi, het is vulgair en bescha mend. Mede om die reden heb ik ook getwij feld of ik mijn contract überhaupt wel zou verlengen. Er was een tijd dat talkshows goed werk deden. Tien jaar geleden werd er niet gepraat over thema's als incest, kindermishandeling, alcoholisme. Die problemen bestonden een voudigweg niet in Amerika, hier was iedereen immers gelukkig en zonder problemen. De televisie, en met name de talkshows, durfde zulke misstanden wél naar buiten te brengen en heeft ervoor gezorgd dat ze bespreekbaar werden. Maar helaas is het genre jammerlijk vastgelopen. De programmamakers nemen geen enkele verantwoordelijkheid meer voor hun gasten, het kan ze geen donder schelen wat er op het scherm gebeurt, als de kijkcij fers maar goed zijn. Het is een 'freakshow' geworden, waarbij meftsen in een ring wor den gezet om elkaar in 't openbaar te be vechten en dat gaat me vreselijk aan het hart." Onlangs wijdde Winfrey, verontrust door deze ontwikkeling, twee programma's aan het verschijnsel 'talkshow'. De basisvraag van die discussie was: 'Zijn talkshows schadelijk? Tijdens één van die uitzendingen nam Winfrey openlijk positie in door te verklaren dat ze met haar eigen programma een ande re weg in zou slaan. „Toen ik tien jaar gele den met dit programma begon, wilde ik ge woon goede entertainmentshows maken. Maar ik ben volwassener geworden en de show is met mij meegegroeid. Ik heb inge zien dat ik met deze programma's iets voor mensen kan betekenen. Mijn enige bedoe ling met deze show is dat ik mensen, en met name vrouwen, een andere kijk wil geven op hun leven. Ik wil dit medium gebruiken om mensen te laten zien hoe ze zichzelf kunnen veranderen door de verantwoordelijkheid voor hun leven in eigen hand te nemen. Na al die duizenden programma's die ik onderhand heb gemaakt, verbaast het me nog steeds dat mensen die met hun leven op het verkeerde spoor zitten, maar doorgaan op die weg omdat ze nu een maal ooit een keuze hebben gemaakt om zo te leven. Ik wil ze laten zien dat ze wel dege lijk de kracht hebben om ook éndere keuzes te maken. Ik heb genoeg van mensen die zich wentelen in hun slachtofferrol. Genoeg. Ik voel dit als een persoonlijke missie, ik zal da gelijks blijven hameren op zaken die scheef zitten. Ik weet dat mensen luisteren, en ik weet ook uit de vele brieven die we krijgen dat we werkelijk levens veranderen." Door de jaren heen is Winfrey zich ook buiten haar TV-activiteiten steeds meer gaan bezighouden met liefdadigheidswerk voor vrouwen en kinderen. Haar eigen jeugderva ringen vormen daarbij een belangrijke drijf veer. Zo ijverde ze in 1991 voor een wettelij ke, landelijke registratie van kinderverkrach ters middels 'The National Child Protection Act', die twee jaar later door president Clin ton in aanwezigheid van Winfrey werd on dertekend. Overigens pas nadat Winfrey dreigde om miljoenen vrouwen op te roepen in Washington te komen demonstreren. „Het is een regelrechte schande dat de regering niet méér doet om kindermishandeling en - misbruik tegen te gaan. Zo kan ik het niet vatten dat in dit land kinderverkrachters in de ene staat voor zeven jaar de gevangenis in gaan en in de andere staat achttien maan den. Dat is toch waanzinnig." Nieuw programma Totdat ze over twee jaar haar TV-carrière zal beëindigen, heeft Oprah Winfrey zich nog een ander doel gesteld. Ze wil opnieuw trach ten een wet tot stand te brengen: een natio nale wet die bepaalt dat er voor kinderver krachters in de Verenigde Staten in de toe komst nog maar één straf is: levenslang ach ter de tralies. En het is, gezien de invloed en massale steun die ze geniet, niet onwaar schijnlijk dat het haar zal lukken. Binnenkort start ze een speciaal programma waarin ze maandelijks aandacht schenkt aan onder werpen die te maken hebben met kindermis bruik en -mishandeling. Bovendien gaat ze deze maand via een speciale actie proberen ouders zover te krijgen dat ze hun wapens in leveren bij de plaatselijke politiebureaus. In Amerika sterven immers dagelijks kinderen 'per ongeluk' doordat ze met het wapen van hun ouders spelen. Poging „De televisie is een goede manier om men sen te bereiken, en dat is ook één van de re denen waarom ik mijn contract nog met twee jaar heb verlengd. Eigenlijk wilde ik im mers nu al stoppen met televisie. Toen ik aan het lobbyenwas voor de 'National Child Pro tection Act', werd men in Washington steeds nerveuzer, omdat de politici bang waren dat ik mezelf kandidaat zou stellen voor de presi dentsverkiezingen. Maar een campagne 'Op rah for President' ligt absoluut niet in mijn bedoeling. Ik besef maar al te goed dat ik via de televisie veel meer kan bereiken. Ik heb geen idee of het me lukt, maar ik ga het in ie der geval proberen." Oprah Winfrey zegt maar één drijfveer te hebben voor de dingen die ze doet: „Ik wil het gevoel hebben dat mijn leven echt iets betekent. De vraag die ik mezelf steed* stel, is waarom ben ik op deze planeet gezet, wat is mijn taak hier? Kijk, ik verdien een hele hoop geld, dat is natuurlijk heel prettig, maar op een gegeven moment dacht ik: genoeg is ge noeg." Ze kjjkt met enige schrik vooruit naar haar leven zonder televisie. „Toen ik besloot dat ik zou stoppen met televisie, stelde ik mezelf de vraag: 'Wat is mijn leven zónder televisie?' De trieste conclusie was dat ik mezelf een leven zonder TV eigenlijk niet kon voorstellen. Nog niet. Ik ga elke ochtend om vijf uur van huis en verlaat de studio meestal pas om een uur of negen 's avonds. Mijn veiligheidsmensen draaien dubbele diensten om me bij te kun nen houden. Als ik eens een dag vroeg thuis kom, weet ik gewoonweg niet wat ik met mijn tijd aanmoet. Mijn persoonlijke leven is dus niet zo evenwichtig als ik zou willen. Ei genlijk heb ik niet echt een privé-leven. Maar ik zie het als een offer. Ik weet dat ik me - als ik ben gestorven - moet verantwoorden voor de dingen die ik heb gedaan. Hoe ik heb ge leefd, hoe ik heb liefgehad, wat ik heb gedaan om anderen te helpen. Die gedachte.drijft me voort. En ik geloof dat ik - als het zover is - op dat soort vragen wel met aardige antwoorden kan komen." Aan de Griekse dichter Simonides, die leefde van onge veer 560 tot 480 voor onze jaartelling, werd volgens de overlevering ooit de vraag gesteld of de mens liever naar rijkdom dan naar wijsheid zou moeten streven. „Naar rijkdom", zou de dichter geantwoord hebben. ,,Want ik zie de wijzen voor de deuren van de rijken, maar niet de rijken voor de deuren van de wijzen." Een veelbetekenend antwoord. Een mens leeft niet bij brood alleen, maar wel op de eerste plaats, en dat geldt ook voor de wijze mens, zo lijkt Simonides nuchter te willen zeggen. Maar hij gaat nog een stap verder door te beweren dat mensen die een maal een hoog welstandsniveau bereikt hebben, nog altijd be trekkelijk weinig verlangen naar wijsheid hebben. Voor wie regel matig de gedragingen van de rij ken der aarde - van de jetset - middels de media volgt, lijkt dat ook voor vandaag de dag geen al te gewaagde uitspraak. Voor een deel heeft dat vermoe delijk te maken met de wijze waarop grote rijkdom wordt, of moet worden, verworven. Dirk Coster, de Nederlandse schrijver, heeft wijsheid eens omschreven op een manier die heel dicht in de buurt komt van wat psycholo gen empathie of inlevingsvermo gen noemen toen hij zei' „Op het ogenblik waarop de mens van zich af en vanuit anderen tracht te denken, begint de overgang van verstand tot wijsheid." Wie echt rijk, of - kunnen we er rustig aan toevoegen - echt machtig wil worden, kan zich die luxe meestal niet permitteren. De weg naar omhoog is vaak ge plaveid met de gevoelens en rug gen van anderen. Vrouwen zul len het daarom gemiddeld ge sproken moeilijker hebben dan mannen op de klimtocht naar rijkdom en macht, want ze zijn nu eenmaal empathischer of emotioneel 'wijzer'dan mannen. Ze zullen zich dus ook eerder la ten ophouden op die tocht, als ze stuiten op de gevoelens van an deren die lijken te vragen om een pas op de plaats, en om de inves tering van tijd en energie daarin, in plaats van in eigen ambities. Werkelijke gelijkheid tussen vrouwen en mannen is mijns in ziens daarom minstens zozeer afhankelijk van de mate waarin we er in slagen mannen 'emotio neel wijzer' als vrouwen maat schappelijk wijzer te maken. Aan dat laatste gebeurt inmiddels ge lukkig veel. aan dat eerste nog nauwelijks iets. Wat is dat overigens, emotionele wijsheid? Het ultieme bewijs daarvoor ligt mijns inziens in de motivatie en het vermogen dat iemand heeft om anderen die helemaal overstuur, helemaal over de rooie, buiten zichzelf van woede of wanhoop zijn, op te vangen, te kalmeren en op een (wat) andere manier naar hun si tuatie of leed te laten kijken. Een van de meest indrukwekkende voorheelden van zulk emotioneel meesterschap (van een man!) kwam ik tegen in een boek geti teld 'How can I help?'. Daarin wordt onder meer het verhaal verteld van Terry Dobson, een van de eerste Amerikanen die in de jaren '50 in Japan een oplei ding in aikido, een zelfverdedi gingskunst, volgde. Op een middag was Dobson in de metro op weg naar huis, toen een reusachtige, hartstikke dronken, en smerig uitziende ar beider instapte. De op zijn benen slingerende man begon direct de passagiers om hem heen te ter roriseren: hij begon tegen ze te razen en tieren en haalde op een gegeven moment uit naar een vrouw met een baby op haar arm, die zo op de schoot van een ouder echtpaar werd gesmeten. Dat echtpaar, de vrouw met baby en allerlei anderen mensen sprongen geschrokken op van hun plaatsen en probeerden weg te komen naar een verre uithoek van de wagon. De woedende dronkaard haalde een paar keer uit naar wegvluchtende mede passagiers, miste, en greep ver volgens een metalen stang in het midden van de wagon die hij on der luid gebulder uit de vloer probeerde te rukken. Op dat moment besloot Terry Dobson, die zich in een puike conditie voelde - hij had de hele dag stevig getraind - tussenbeide te komen. Terwijl alle passagiers gespannen toekeken, stond hij langzaam op en liep in de rich ting van de man. Op het moment dat de dronkaard hem in het oog kreeg, riep deze: „Ah! Een bui tenlander! Jij wilt een lesje in Ja panse manieren!' en begon op heip af te stevenen. Nog maar nauwelijks had de man zich in beweging gezet, of iemand schreeuwde op een oorverdovende en haast vreug- devplle manier: „Heeej!" De uitroep had de vroljjke on dertoon van iemand die plotse ling een dierbare vriend tegen komt. De dronkaard, geheel ver rast, draaide zich om en zag een kleine Japanse man van ergens in de zeventig, gekleed in een ki- mono, zitten. De oude man straalde verrukt naar de dronk aard en wenkte hem met een lichte beweging van zijn hand en een uitnodigend 'kom hier.' De dronkaard stevende op het man netje af met een oorlogzuchtige blik in zijn ogen en bulderde dreigend: „Waarom zou ik voor de donder tegen jou praten?" In de tussentijd had Terry de af stand tussen de dronkaard en hemzelf verkleind en stond klaar om bij de eerste de beste geweld dadige beweging van de man in te grijpen. „Wat heb je gedron ken?" vroeg het mannetje, zijn stralende ogen gericht op de ar beider. „Ik heb sake gedronken, en dat gaat jou geen bliksem aan! blafte de dronkaard. „Oh, dat is prachtig, dat is werkelijk prachtig", antwoordde de oude man op een warme toon. „Zie je. ik hou ook van sake. Iedere avond warmen mijn vrouw, ze is 76 weet je, en ik een kleine fles sake op en nemen die mee de tuin in. Dan gaan we zitten op de houten bank die we daar hebben staan...." En hij ging door over wat er allemaal in de tuin stond en over het kostbare moment van samen sake in de tuin drin ken. Het gezicht van de dronkaard kreeg een zachtaardigere uit drukking terwijl hij luisterde naar dé oude man: zijn vuisten ont spanden zich. „Ja... ik hou ook van kaki-vruchten..." zei hij, ter wijl zijn stem een hese onder toon kreeg. „Ja", zei de oude man op een sympathieke en zelf verzekerde toon, „en ik ben er zeker van dat jij ook een schat van een vrouw hebt." „Nee", zei de man. „Mijn vrouw is dood..." Terwijl er tranen in zijn ogen schoten, begon hij aan het trieste verhaal van hoe hij zijn vrouw verloor, vervolgens zijn haan en zijn huis verloor, en hoe hij zich schaamde over zichzelf. Op dat moment stopte de trein op het station waar Terry uit moest stappen. Terwijl hij naar de uit - gang van de wagon liep hoorde hij de oude man de dronkaard vragen naast hem te komen zit ten en het hele verhaal uitvoerig te vertellen. Toen de trein even later, terwijl Terry nog op het perron liep, voorbij reed, zag hij de dronkaard uitgeteld op zijn stoel zitten, met zijn hoofd op de schoot van de oude man. Dat is emotioneel meester schap. Zoals ook dit het is. Een oude man woonde bij zijn zoon en schoondochter in. Ze hadden een jongetje, dat dol was op zijn opa, met hem van alles deed en allerlei dingen van hem leerde. Na een aantal jaren be gon de oude man duidelijk met zijn gezondheid te kwakkelen. Zijn handen begonnen te trillen en aan tafel begon hij steeds va ker te morsen. Zijn zoon ergerde zich daar in toenemende mate aan en op een avond barstte de bom. Terwijl de familie aan tafel zat om soep te eten, stootte de oude man per ongeluk met zijn soeplepel zijn soepkom om. De soep vloog'over de tafel, de kom op de grond en kapot. Woedend sprong de zoon op en riep: „Va der, zo kan het niet langer. U eet voortaan op uw eigen kamer." De volgende dag bracht de zoon een houten kom mee naar huis, waaruit de oude man zijn soep en ander eten alleen op zijn ka mer moest eten. Een paar dagen later, toen de vader thuis kwam, zag hij zijn zoontje in de schuur aan het werk met een stuk hout. „Wat hen je aan het maken?", vroeg hij. „Ik ben een houten kom aan het maken", antwoord de de jongen. „Een kom? Waar voor heb je die nou nodig?", riep de vader uit. „Voor jou, pap", antwoordde de jongen trillend, „voor als je later net zo oud bent als opa en hij mij woont en je handen beginnen te trillen en je morst en af en toe wat breekt en je op je eigen kamer moet eten." I let kostte de vader nog een dag alvorens hij zijn eigen vader weer aan tafel uitnodigde. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 39