Georgiërs hebben alle hoop gevestigd op Sjevardnadze Nieuwe Zweedse graver eet het zaad van de duivel Buitenland Regeringspartij ANC moet oppassen voor omkering van de apartheid Kans op heropening Franse tuchtscholen om jeugd in voorsteden in te tomen ZATERDAG 4 NOVEMBER 1995 rrAD RUNA HELLINGA 'oliticoloog Herman Gilliomee was zelf een itje verbaasd toen hij een paar maanden •leden werd benoemd tot voorzitter van iet Zuid-Afrikaanse Instituut voor Rassen- ielaties (SAIRR). In een land waar tegen woordig positieve discriminatie hoog in het taandel staat, had hij eerder de benoeming ian een zwarte vrouw dan van een blanke ifrikaner man verwacht. s| Het instituut is in de jaren twintig opge licht als liberale tegenhanger van de con servatieve Afrikaner Broederbond. Het £\1RR was altijd een kritische waakhond fen de apartheidsregering. Het deed en .loet onderzoek naar de sociaal-economi- rfche situatie in het land en trad op als treekbuis van de progressieve blanke, ^ieest Engelstalige oppositie in Zuid-Afrika. Dat was een groep mensen waarbij Gillio mee zich nooit echt thuis heeft gevoeld, al moest hij niets van apartheid hebben. „Ik voelde me toch altijd in de eerste plaats en zeer heel duidelijk Afrikaner", zegt de hoog leraar. Zijn benoeming is te beschouwen als een teken dat het instituut zich heeft voorgeno men de nieuwe regering net zo nauwlet tend te volgen als de oude. Gilliomee steekt in ieder geval niet onder stoelen of banken dat hij op zijn minst kritisch is over de ont wikkelingen in het nieuwe Zuid-Afrika. „Het ANC maakt zich schuldig aan een soort omkering van de apartheid", zegt hij wat provocerend. „Vroeger werden steeds de verschillen tussen mensen benadrukt. Nu zegt het ANC dat ras niet telt en we allemaal gelijk zijn. Zo'n standpunt kan heel nobel bedoeld zijn en ik ben ervan overtuigd dat mensen als Nelson Mandela en Walter Sisulu het ook zo bedoelen. Maar er is in het ANC ook een duidelijke afrikanistische tak die meent dat Zuid-Afrika gewoon een zwart land moet worden. En dat is gevaarlijk in een situatie waar je een heel grote zwarte meerderheid hebt en een aantal minderheden. Daar be staat toch al het gevaar van een soort auto matische afrikanisering. Dat zie je in prak tijk al gebeuren." Als voorbeeld noemt hij de situatie aan de Universiteit van de Westkaap (UWK), traditioneel een bolwerk van Afrikaans sprekende kleurlingen. Sinds die universi teit een ANC-gezinde rector heeft die een non-raciaal beleid voert, is de toeloop van zwarte studenten gigantisch. Op zichzelf zou dat uiteraard geen probleem zijn, ware het niet dat daardoor het Afrikaans als on derwijstaal geheel is verdrongen door En gels en kleurlingen vrijwel geen kans meer maken om in de studentenraad te worden gekozen. Non-raciaal betekent op de UWK in ieder geval uiteindelijk: zwart. „Als zoiets met de UWK kan gebeuren, kan dat elders natuurlijk ook. Maar dat is een onderwerp waarover je, zeker binnen het ANC, niet over kunt praten zonder van racisme te worden beschuldigd", aldus Gil liomee. Zorgwekkend ook noemt hij de neiging tot centralisme in het ANC, een houding die hij verklaart uit de geschiedenis van de or ganisatie als bevrijdingsbeweging. „De cen trale regering vertrouwt de provincies niet en probeert daarom hun macht zoveel mo gelijk in te dammen." Dat is, geeft hij toe, niet helemaal onbe grijpelijk in het licht van de corruptie in de voormalige thuislanden. Maar er speelt een ander motief mee: in de provincies KwaZulu-Natal en de West-Kaap hebben andere partijen de meerderheid, wat het ANC maar moeilijk kan verkroppen. En dat is zeker niet bevorderlijk voor het vertrou wen dat niet-ANC'ers hebben in het demo cratische gehalte van Zuid-Afrika's grootste regeringspartij. Het centralisme blijkt ook uit het kiessys teem dat het ANC in de nieuwe grondwet wil verankeren. Het is een kopie van het Britse stelsel, dat uitgaat van het principe dat de winnaar alle macht krijgt een stel sel dat volgens Gilliomee buiten Groot-Brit- tannië vrij algemeen problematisch wordt gevonden en dat zeker in een land als Zuid- Afrika, met zijn veelkleurige bevolking, zijn doel voorbijschiet. „Dat stelsel gaat ervan uit dat de Zuidafrikaanse politiek op korte termijn niet meer door rassen- maar door klassenproblemen wordt gekenmerkt. Met onze geschiedenis en bevolkingssamenstel ling klopt dat natuurlijk niet." Ondanks al zijn kritiek deelt Gilliomee overigens niet de angst van sommigen, dat Zuid-Afrika uiteindelijk ten onder zal gaan door ethnische conflicten in KwaZulu-Natal of terroristisch geweld van rechtse Afrika ners. Veel groter noemt hij het gevaar van totale politieke apathie. „Als er geen vertrouwen in de staat be staat, zullen mensen zich ervan afkeren." In buurlanden als Zimbabwe en Namibië heeft een deel van de bevolking, met name de blanken, zijn toevlucht gezocht in een heel eigen wereld: particulier onderwijs, particulieregezondheidszorg. Dat is een ontwikkeling die Gilliomee ook in Zuid-Afrika op gang ziet komen: „Je ziet het al aan de toename van de belastingont duiking en de groei van het privé-onder wijs. Mensen vinden het onzin om te beta len voor overheidsdiensten als hun stand punt niet wordt gehoord. Op den duur kan zich een heel eigen economisch circuit ont wikkelen. Ik voorzie grote problemen voor het ANC als zfe niet gaan inzien dat je sa men met anderen moet samenwerken om goed te regeren." Yaukasische kiezers gaan morgen naar het stemlokaal ^Mamati, het Georgische niehucht waar Eduard Sje vardnadze 67 jaar geleden 4s zoon van een onderwij- Jerwerd geboren, bereidde 3«ch eerder deze week voor alp de ontvangst van de iootste zoon die dit berg dorp ooit voortbracht. In niet kader van zijn verkie- lingscampagne liet hij zich djok hier zien. Morgen mo- 'elen zo'n 3,5 miljoen Geor- t Jërs een nieuw staats- ofd en een nieuw parle- ient kiezen. Grootste nshebbers: Sjevardnadze zijn partij. JlLISI HANS HOOGENDUK ^RESPONDENT mensen in Mamati hebben, isch genoeg, alle tijd van de piereld om van het natuur- nthoon in hun omgeving te ge- rtjeten: niemand in het dorp Keieeft werk. De mandarijnen en .(jjtroenen zullen ook dit jaar wel eer aan de bomen verdrogen, appels zullen verrotten en thee wordt niet geplukt, iinds vier jaar staat hier alles il", zegt de 40'er Hodjeli met :n diepe zucht. „De machines t de theefabriek zijn gestolen, jlis fruit kunnen we niet naar l0 ilisi vervoeren omdat de brug de route daarheen is opge- azen. Zonder hulp kunnen we e niet herbouwen. Maar wie ilptons?" Buurtbewoners vallen hem j. „Vroeger hadden we werk in theefabriek, een eigen stuk ond met zuidvruchten, een )e, geiten, kippen en varkens, u is alles geprivatiseerd, maar zit wel zonder werk", zegt een n hen. Stroom hebben ze al ren niet meer en voor water n ze op natuurlijke bronnen ngewezen. Zoals in Mamati is het in heel ,rjl lorgië. Eens gold dit land met vrolijke, druk gesticuleren- bevolking, zijn heerlijke wijn, Djfoeste bergen en kalme Zwarte □jpe als een klein paradijs in een i mbere communistische we- e ;d. Nu is het pure ellende. Het a dan ook een raadsel waar de t ensen nog steeds hun vrolijk- H id en optimisme vandaan ha- nti Zelfs in de hoofdstad, Tblisi, b lar een kwart van de bevol- un 'g woont, komt dagelijks dfenlang geen water uit de tan en valt de stroom om de verklap uit. Werk heeft bijna ïmand en wie wel een baan jjièeft, brengt per maand gemid- Tfld niet meer dan zo'n tien la- omgerekend twaalf gulden, )ai naar huis. De prijzen lig- nsi n daarentegen op westers ni- au. Absolute armoe is dus het iultaat. un Me hoop is gevestigd op t e uard Sjevardnadze, vroeger Sjevardnadze. communistisch partijleider in Georgië, daarna onder Michail Gorbatsjov minister van buiten landse zaken van de Sovjet- Unie en sinds 1992 weer aan de macht in zijn geboorteland. Hij volgde Gamsachoerdia op, de eerste democratisch gekozen president, die het land in een burgeroorlog had gestort. In het eerste jaar na Sjevard- nadze's terugkeer verklaarde de Georgische Zwarte-Zeeprovin- cie Abchazië zich onafhankelijk. De daarop volgende oorlog liep, mede dankzij de steun van Rus land aan de opstandelingen en de vechtlust van duizenden Ko zakken en Tsjetsjeense strijders, uit op een fiasco voor Sjevard nadze. Honderdduizenden Ge orgiërs ontvluchtten Abchazië. Een verbitterde Sjevardnadze zei toen over de Russische in menging: „Het zal ze opbreken in Tsjetsjenië Ruim een jaar later was Rusland verwikkeld in een regelrechte oorlog in de op standige Russische deelrepu bliek. Steun van zijn westerse vrien den kreeg Sjevardnadze tijdens de burgeroorlog niet. Hun ant woord op zijn smeekbeden was: zorg dat je betrekkingen met Moskou in orde komen, -dan volgt hulp. Sjevardnadze koos eieren voor zijn geld. Hij wist dat zijn land zonder Rusland niet kon overleven. Hoewel het Georgische volk na het uitroepen van de onaf hankelijkheid in 1991 had ge zworen dat er nooit meer een Russische soldaat voet op het Georgische grondgebied zou zetten, haalde Sjevardnadze de Russen toch weer binnen. Hij geeft toe dat dit een moeilijk besluit was, „maar het is onze eerste zorg dat er rust heerst in Bediening. Vanuit eqp tweede voertuig kan de mijnengraver op afstand worden bediend. Met de hand kan hij worden bestuurd door een chauffeur die in een beschermde cabine zit Abchazië, onze noordgrens met Rusland, en in de rest van het land. Zonder Russische bases kan dat niet. We moeten er in derdaad een prijs voor betalen". Mede door het optreden van de Russen en de ijskoude ma nier waarop Sjevardnadze zijn binnenlandse vijanden buiten spel heeft gezet, heerst er nu wëer enige rust in het land. De gewapende bendes die de berg streken onveilig maakten, zijn verdwenen. Maar voor hoe lang? Helemaal zeker van de Russen is Sjervardnadze niet. Dat maakt zijn rechterhand Mamzjadze duidelijk: „Het grootste probleem is dat Rus land zo verdeeld is. Er zijn di verse krachten in dat land die sterk genoeg zijn om elkaar te dwarsbomen en in andere re publieken hun eigen spel te spelen. In Abchazië hebben we dat aan den lijve ondervonden." Uit het feit dat Sjevardnadze niet zijn opwachting maakte in New York om de festiviteiten rond het 50-jarig bestaan van de Verenigde Naties bij te wo nen, bleek dat het gevaar nog niet is geweken.dn dat verband valt steevast de naam van gene raal Georgadze, ex-strijdmakker van Sjevardnadze en oud-chef van de geheime dienst. De Ge orgische leider zegt er zeker van te zijn dat Georgadze achter de aanslag zat die op 29 augustus op zijn leven werd gepleegd. Vast staat dat Georgadze machtige vrienden heen in Moskou, waar hij ook is onder gedoken. Sjevardnadze is er, net als zijn naaste omgeving, van overtuigd dat machtige Russi sche hardliners zich op hem willen wreken, omdat hij een sleutelrol heeft gespeeld bij de ontmanteling van het Sovjet imperium, bij het beëindigen van de Koude oorlog en bij de Duitse hereniging. Het staats hoofd reist uit vrees voor nieu we aanslagen uitsluitend met een groot escorte van elite-sol- daten door het land. Morgen wil Eduard Sjevard nadze worden gekozen tot pre sident van zijn land. Het her stellen van de eenheid in het hopeloos verdeelde staatje met zijn vele minderheden zal daar na zijn zwaarste taak worden. In Mamati twijfelt niemand aan zijn overwinning: „Wij geloven geen enkele politicus, behalve Sjevardnadze. Hij is altijd ge woon gebleven". Natuurlijk wordt er in Georgië flink gewerkt aan legendevor ming rond de man die ze na Stalin als hun grootste staats man beschouwen. De teneur: „Onze dorpsgenoot is een ware christenTwee jaar geleden liet deze man, die ooit overtuigd communist was, zich dopen. In de Kaukasische bergen is het geloof nooit verloren gegaan. De bergbewoners geloven aller-- eerst in God en daarna in Eduard Sjevardnadze. HAARLEM RONALD FRISART Sluipmoordenaars worden ze wel genoemd of, beeldender, het zaad van de duivel. Discrimine ren doen ze niet. Dat klinkt posi tief, maar is het allerminst. Landmijnen doden elk leven dat hen te na komt, of hef nu mili tairen zijn of burgers, of het nu mannen zijn of vrouwen of kin deren. Tal van landen in de Derde Wereld weten daar over mee te praten, Cambodja bijvoorbeeld, of Angola, Mozambique en Afghanistan. Verspreid over de aardkloot liggen naar ruwe schatting 110 miljoen landmijnen te wachten op hun prooi. Zo'n 100.000 exemplaren werden vorig jaar ge ruimd, maar tezelfdertijd werden ruim twee miljoen nieuwe gelegd. Per week worden zo'n 500 men sen gedood of gewond door de verborgen moordenaars. Landen met enorme concentra ties explosieven in hun bodem zijn Cambodja (ten minste zeven miljoen stuks), Angola (zeker ne gen miljoen) en Afghanistan (minimaal tien miljoen). Schattin gen over de kosten van het verwij deren van alle lahdmijnen in de hele wereld variëren van 33 tot 55 miljard gulden. Waar dat niet gebeurt, lopen vooral spelende kin deren en boeren die hun grond bewerken grote risico's. Vorig jaar juni bereikte het cynisme een hoogte punt. Toen sloten de Verenigde - Naties een miljoenencontract met wapenfabrikanten om in een deel van Mozambique mijnen te ver wijderen. Mensenrechtenorgani saties vonden het een gotspe: de makers van het wapentuig ver dienden eerst aan de verkoop van hun dodelijke handel en staken vervolgens geld in hun zak om diezelfde explosieven op te rui men. Oudere types mijnen kunnen vrij makkelijk met metaaldetectors worden opgespoord. Maar steeds vaker worden ze van kunststof ge maakt. Splinters die na een ont ploffing van zo'n mijn in het li chaam van hét slachtoffer achter Graver. Tanden van wotfraamcarbide, een stof die bijna "^<7 even hard is als diamant De graver breitgt de mijn tot ont ploffing of maalt hem fijn tot onschadelijke stukjes. Een diesel motor van 900-pk drijft de graver aan Over een breedte van 4 me ter en een diepte van 50 centimeter kan hij de grond mijn-vrij maken - blijven, zijn niet of nauwelijks zichtbaar op röntgenfoto's. Er zijn overigens mijnen die zichzelf na een bepaalde tijd uitschake len. Maar die zijn duurder dan de recht-toe-recht-aan-types en de gebruikers hebben dat geld vaak niet of hebben het er niet voor over. Treurig was ruim drie weken ge leden net afbreken van het VN overleg in Wenen over landmij nen. De belangrijkste producenten en bezitters van dit wapentuig (China, Pakistan, India, Mexico en Rusland) blokkeerden het streven van andere deelnemers naar een verbod op tegen personen gerichte landmijnen. Luttele dagen later meldde het gespecialiseerde Britse blad Jane's Defence Weekly dat de Zweedse firma Bofors een wapenfabrikant het prototype van een nieuw militair voertuig (zie illustratie) heeft ontwikkeld voor hel opruimen van mijnen. Volgens Bofors kan het revolutionaire ont werp mijnen ruimen is tot nu toe grotendeels handwerk over vijf jaar in produktie worden genomen. De mijnopruimer kan zowel op af stand worden bestuurd als door een chauffeur die in een cabine op het tankchassiszit. De graafarm en het voertuig zelf hebben elk een aparte motor. Als de graafarm door een explosie zwaar wordt beschadigd, kan het voertuig dus met behulp van zijn eigen motor de gevarenzone verlaten. Op motorisch gebied werkt Bofors bij dit project samen met de Noorse onderneming Tonstad Maskinfabrikk. Bofors hoedt zich er ove rigens voor overspannen verwachtingen te wek ken. Volgens een woord voerder is de fabrikant nog niet tevreden met de bestaande technieken om naar mijnen te 'snuffe len'. Wel hebben de tech nici voor elkaar dat hun geesteskind zowel op aangestampte wegen als op hobbelige en modde rige (slag)velden uit de voeten kan. 'ARUS JAN VAN ETTEN •ot snelrecht na het uitschelden van een agent )e< meteen een jaar achter de tralies in in- n i 'tellingen die akelig veel lijken op de in t d 1978 gesloten tuchtscholen. Op die manier r< vil de Franse minister van binnenlandse aken. Debré, de snel toenemende jeugd- jrij Timinaliteit aanpakken, vooral in de aïef'aapsteden. Voorlopig zijn het nog plannen, waar- loj nee vooral Debré's collega van justitie, 6 toubon, rechters en advocaten nogal wat moeite hebben. Duidelijk is wèl dat er iets moet gebeuren. Steeds vaker zoeken jeugdbendes expres moeilijkheden met de politie. Meestal blijft dat bij schelden en wat provoceren plus eventueel een uit brander op het politiebureau. Dikwijls is er niet eens plaats om de arrestanten een nacht vast te houden. Een paar uur na het incident worden ze dan als helden inge haald in hun wijk. Iedereen lacht zich dood om de politie. Wat is léuker in een slaapstad waar niets is te beleven, dan een supersnelle, liefst Duit se auto te jatten, de gendarmes in hun dienst-Renaultjes zö kwijt te raken dat nie mand meer weet wie wie volgt tussen de kilometerslange, grijze flatgebouwen van twintig verdiepingen en meer? Vaak eindigt dat met een groot vuurwerk met de gesto len auto als hoofdattractie. In Straatsburg zijn zo sinds begin dit jaar bijna 500 wa gens in vlammen opgegaan. Het moet afgelopen zijn, heeft Debré boos geroepen. De politie krijgt snellere auto's, betere bewapening en ook geweren voor plastic kogels, die verdoven maar in de meeste gevallen niet doden. Soms ook loopt het mis als een tot het uiterste getreiterde agent te snel of in doodsnood naar zijn dienstwapen grijpt met een dode als gevolg. In negen van de tien gevallen betekent dat het einde van het lokale politiebureau. Dat wordt geplun derd. Politieauto's gaan op hun dak en in brand. In de algehele verwarring en in af wachting van het treffen met de mobiele eenheid, moeten ook winkelcentra en su permarkten het ontgelden. En voor een te lefooncel of een openbaar toilet is nog nooit een demonstrerende Fransman opzij gegaan. De afgelopen week is het allemaal nog eens vertoond in Vigneux, Evry en Grigny bij Parijs, en in het Bretonse I.aval. Grote botsingen leiden vrijwel altijd tot nieuwe discussiegroepen, contacten tussen Noordafrikaanse immigranten en politie, culturele activiteiten en in het gunstigste geval de aanleg van een trapveldje tussen de flats: al jaren het wondermiddel tegen criminaliteit, druggebruik en racisme. „Vrijwel alle maatregelen om jongeren aan werk te helpen en aan een menswaardig bestaan, zijn op niets uitgelopen", zei pre mier Juppé nog vorige week. Inmiddels is in september het leger werklozen opnieuw gegroeid met 30.000. De jongeren in de slaapsteden, die in mei genoeg hadden van veertien jaar socialis me, hebben na een half jaar al hun zakken vol van president Chirac. Ze hebben op hem gestemd vanwege zijn beloftes, en dus niet op Chiracs zuinig kijkende tegenstre ver Halladur. Intussen ontgaat het niemand dat Chirac Balladurs 'onvermijdelijke poli tfek' uitvoert om het Franse financierings tekort van liefst 1.100 miljard gulden terug te dringen. Het lijkt er hard op dat de Fran se jeugd er nu voor opdraait dat hun ou ders de afgelopen twintig jaar boven hun stand hebben geleefd. En daar heeft die jeugd niet zo'n zin in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 7