Klant taalt niet naar hypermarkt
Britse winkeltjes vechten verbeten strijd om hoofd boven water te houden
Landbouwers gaan achterhaald 'klompen-imago' radicaal te lijf
wBÊRBmr- - vV
B innenland/ Buitenland
'Vlaams Blok spint
garen bij baanwinkels'
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1995
LONDEN HANS GELEUNSE
CORRESPONDENT
Groot-Brittannië is een natie van winke
liers. Die woorden komen van de econoom
en filosoof Adam Smith. Ze haalden echter
de citatenboekjes doordat Napoleon die
uitspraak na de verloren slag bij Waterloo
herhaalde. Aan het eind van de twintigste
eeuw rest de winkeliers slechts vergane glo
rie. Velen hebben het loodje gelegd in een
al dertig jaar durende guerrilla-oorlog met
de megastores, de superwinkeliers die rond
tachtig procent van de Britse markt voor
voedingswaren in handen hebben gekre
gen.
Midden jaren '60 telde Groot-Brittannië
116.000 kleine levensmiddelenwinkels. In
.1995 zijn er nog dertigduizend over. Ze
vechten verbeten voor overleving tegen gi
ganten als Tesco, Sainsbury en Safeway, de
topdrie van de Britse supermarktketens. In
een monotoon ritme van één per vieren-
eenhalve dag openden de giganten de
laatste jaren een nieuwe superstore. En we
hebben het dan over markten - want winkel
is geen adequate definitie meer - met min
stens twintig kassa's en zo'n 16.000 ver
schillende artikelen in de schappen.
De eerste Britse supermarkt opende in
1948. De echte opmars begon twintig jaar
later, toen de superwinkeliers in alle op
zichten de wind meekregen. Ze trokken
naar de plekken waar veel ruimte is: de
groene buitenwijken van de steden en stra
tegische plaatsen op het platteland, goed
bereikbaar voor dorpen in de omgeving.
Voor de consument had dat grote voor
delen. De High Street, de centrale winkel
straat in elk dorp, stadje of stadswijk, was
verstopt geraakt door de combinatie van
veel auto's en auto-vijandige maatregelen
van de autoriteiten. De oplossing die de
megastores boden, was ruime parkeergele
genheid en een centrale plek waar je in één
keer de boodschappen voor een héle week
kon doen.
Het gevolg was uiteraard dat de kleine
bakkers, slagers en groenteboeren verdwe
nen. De mega-winkel, zo stelde het zon
dagsblad Observer vast, is mede de oorzaak
van de ontvolking van het stads- of dorps
centrum. Dal was er slechts één uit een lan
gere rij van bezwaren tegen het verschijn
sel. Het voornaamste antwoord erop gaf de
Observer ook: „Degenen die de hyperwin
kels van alles de schuld willen geven, die
nen te bedenken dat het de consumenten
zijn die hun succes bepalen. Zij willen die
winkels, zij vinden dat die hun de beste ser
vice tegen de laagste prijzen geven".
Het sentiment naar de buurtwinkel werd
echter weer-bevredigd door de kleintjes die
wisten te overleven. De newsagents, winkel
tjes waar je behalve kranten, tijdschriften
ook lekkernijen kunt kopen, je lotto-formu
lier invullen of in het bijbehorende post
kantoortje geld storten, floreerden. Ook slij
terijen, warme bakkers, hakkenbars, bloe
misten en een reeks andere kleine zelfstan
digen wisten hun terrein af te bakenen en
soms zelfs uit te breiden. Hun voornaamste
wapen was niet de prijzenslag maar een
aanval op de zwakke plek van de mega-
conccurent: gespecialiseerde diensten en
openingstijden.
De superstores kunnen zich vanwege de
personeelskosten niet permitteren vrijwel
permanent open te blijven. Veel kleine win
kels zijn dat wel, zeven dagen lang, van 's
morgens vroeg tot middernacht en soms
zelfs later. Een Nederlandse winkelslui
tingswet zou voor ons dodelijk zijn, vertelde
mijn eigén newsagent, die een bloeiend be
drijf heeft.
Hij kan model staan voor de meeste klei
ne zelfstandigen: afkomstig uit Azië, vrouw
en kinderen werken ook in de winkel. „We
werken er hard voor en kunnen er goed van
bestaan. Natuurlijk verkopen we spullen die
ook de supermarkt heeft. Maar do klant is
bereid wat meer te betalen als de service
goed is en de bediening persoonlijk", zegt
hij.
De giganten proberen echter ook dit deel
van de markt in handen te krijgen. Deels uit
noodzaak. Gemeenten die hen wegens
werkgelegenheid en magneetfunctie eerst
met open armen binnenhaalden, hebben
nu grote reserves. De hypermarkten veroor
zaken overlast aan lawaai en vervuiling in
vroeger rustieke omgevingen. Het verdwij
nen van de kleine middenstander beteken
de sociale verarming en aantasting van het
karakter van een dorp of wijk. Volgens het
dagblad Daily Mirror is het daardoor afge
lopen met de onstuitbare groei van de hy
perwinkels.
Gigant Sainsbury kreeg vorig jaar van ie
dere tien aanvragen voor een nieuwe hyper
maar één ingewilligd, concurrent
scoorde één op negen. De superwinkj
laten het er echter niet bij zitten. Ze^
terug naar de High Streets, maar ni|
kleinere winkels, vaak gekoppeld aait
benzine-station. 'The Shop' noemt a
bury ze en Tesco kwam op 'Expres|
'buurtwinkels' van de giganten pronj
uiteraard van de bulk-inkoopprijze^
het moederconcern.
„Oneerlijke concurrentie", zeggen <j
ook van deze kant bedreigde lokaleI
denstanders. De combinatie van hypei
en buurtfïliaal is voor hen een dod«j
„Niet alleen voor ons", waarschuwt vi
lier Neil Robinson in de Mirror. „Wij
amerikaniseren. Mensen ontmoeten a
niet meer. Ze rijden naar de winkel,]
hun boodschappen en rijden ween
huis".
Winkeliers: verloedering door hypermarkt
Nederland met super-supermarkten mee in de vaan der volkeren
BRUSSEL ALY KNOL
CORRESPONDENT
De middenstandsverenigingen
in België hebben geen goed
woord over voor de zogeheten
'baanwinkels', zo genoemd om
dat ze meestal aan de grote in
valswegen naar de steden lig
gen. Ze liggen er al een lange
tijd en vooral door een gebrek
aan goede wetgeving is er de
laatste jaren sprake geweest van
een totale wildgroei.
Woordvoerder Marsboom
van het Nationaal Christelijk
Middenstandsverbond NCMV
vindt de vrees van vele Neder
landse winkeliers dat de baan
winkels te veel publiek aan de
stadscentra onttrekken, volko
men terecht. „Ze moeten maar
eens komen kijken naar wat
hier is gebeurd", zegt hij, „ik
kan alleen maar hopen dat ze in
Nederland iets kritischer om
gaan met de tendenzen uit
Amerika."
Voor hem staat vast dat de
t,rek naar de baanwinkels in vele
steden in België heeft gezorgd
voor „verloedering, verkrotting
en veel kleine criminaliteit. Hel
schoolvoorbeeld is voor mij
Antwerpen, met als gevolg de
sterke opkomst van een partij
als het Vlaams Blok. Eén van de
elementen is zeker het feit dat
de handel de stad ontvlucht."
Het was allemaal minder erg,
toen zich nog uitsluitend meu
belgiganten, autoshowrooms en
doe-het-zelf winkels 'aan de
baan' vestigden, bedrijven die
voor hun artikelen veel ruimte
nodig hebben. Maar inmiddels
zijn er ook grote winkels in ver
lichtingsartikelen, keukenin-
richting en hifi-apparatuur bij
gekomen en de laatste tijd in
toenemende mate bedrijven in
textiel en schoenen. Winkels
die, meent Marsboom, 'daar
normaal niet mogen zijn'.
Ook de mega-levensmidde-
lenzaken als GB Maxi, Colruyt
en Delhaize zijn te vinden aan
de invalswegen. Die voeren
naast levensmiddelen ook meer
en meer andere artikelen. Bij
GB Maxi kan men al in één
adem een pakje boter en tuin
meubelen kopen, een krop sla
en een spijkerbroek, een bief
stukje en gouden sieraden.
De jongste tendens is de
bouw, bijvoorbeeld bij Weine-
gem bij Antwerpen in Bel
gisch Limburg staat iets soort
gelijks in de steigers van hele
winkelcomplexen ergens mid
den op het platteland. Telkens
met dezelfde argumenten: deze
complexen zijn gemakkelijk te
bereiken en men kan er altijd
zijn auto kwijt.
Eén van de gevolgen van de
baanwinkels is in de woorden
van Marsboom van het NCMV
„een algehele kwaliteitsverla
ging en een banalisering van de
produkten. Dat merk je ook in
de distributie, die sterk is veran
derd". Om dan te verzuchten:
„Maar het blijkt bij de doorsnee
verbruiker aan te slaan, hè. Men
wil zijn brood en spelen."
Toch heeft het NCMV, de
grootste middenstandsvereni
ging in België, recentelijk 'het
begin van een ommekeer' be
speurd. In het afgelopen jaar
kregen de baanwinkels er welis
waar nog eens meer dan
282.000 Vierkante meter winkel
ruimte bij, maar dank zij eèn in
middels strengere wetgeving
werd voor het eerst werd ook in
één op de vier gevallen een
bouwvergunning geweigerd. De
stad Roeselaere kondigde zelfs
een volledige bouwstop voor
baanwinkels af. Het NCMV wil
nu onderzoeken of dit voor
beeld op landelijk niveau kan
worden gevolgd. In afwachting
daarvan eist het NCMV een mo
ratorium bij de vestiging van
baanwinkels.
De megastore komt er aan.
Supermarktketen Nettora-
ma wil de komende jaren
tien Budget Centers ope
nen in Nederland. De eer
ste megawinkel, met een
breed assortiment van le
vensmiddelen tot en met
kleding en gereedschap,
moet binnen anderhalf jaar
open zijn.
DEN HAAG KARIN SWIERS
Daarmee wordt Nederland op
gestoten in de vaart der volke
ren. Als een van de laatste Eu
ropese landen heeft Nederland
nog geen super-supermarkten,
waarin de klant bijna van zijn
gading kan vinden. Nettorama-
directeur Bastmeijer wil met an
dere prijsvechters als Zeeman,
Kwantum en Giraffe onder één
dak gaan zitten. Nu is dat in
sommige winkelcentra al het
geval, maar in het Budget Cen
ter zijn alle muren en tussen-
schotten verwijderd. Het
discountcentrum krijgt één in
gang en één rij kassa's. „De
mensen hoeven niet meer apart
af te rekenen voor een strijk
plank en een krop sla", zegt
Bastmeijer. Hij vervolgt:, „De
"winkels moeten daarvoor wel
van acht uur 's ochtends tot tien
uur 's avonds open zijn, anders
heeft het geen zin. Er moet ook
nog een stukje entertainment
omheen zitten. Denk aan fast-
food, coffeecomer, bloemen of
een sleutelbar."
Na lang politiek geharrewar
zijn inmiddels dertien plaatsen
aangewezen waar zich groot
schalige detailhandel mag vesti
gen. De plannen van Bastmeijer
ten spijt, wil dat nog niet zeggen
dat die megawinkels er ook ko
men. Gemeenten en winkeliers
roepen om het hardst dat hy
permarkten het einde beteke
nen van de plaatselijke midden
De Maxis in Muiden.
stand, gevolgd door leegloop en
verpaupering van de stad.
De barrières moeten niet
worden onderschat, zegt Rieu-
wert Kok, werkzaam als onaf
hankelijk economisch-planolo-
gisch rijksadviseur. Hij begrijpt
de weerstand wel, maar detail
handel en overheid hebben
geen gelijk. „Als ik die roerende
argumenten hoor, krijg ik tra
nen in mijn ogen. De Neder
landse binnensteden zijn on
aantastbaar, die leven in het
hoofd en de harten van de men
sen. Maar de hypermarkten
sluiten juist aan op het kern-
winkelapparaat. Buurtwinkels,
servicepunten en speciaalzaken
blijven in de stad, de grote joe
kels breng je naar buiten. Dat
zie je nu ook al gebeuren. Albert
Heijn wil toch niet voor niets,
als aanvulling op de grote su
permarkten, weer kleine buurt
winkel tjes gaan vestigen."
Weidewinkel
De enige bedreiging vóór de
binnensteden is volgens Kok,
getooid met de de bijnaam pro
fessor Weidewinkel. de steeds
slechter wordende bereikbaar
heid. „Dat constant autootje
pesten, dat werkt de winkeliers
pas tegen. Het Haagse centrum,
waar parkeren op straat vijf gul
den per uur kost, heeft heel wat
omzet verloren aan Zoetermeer
waar de klanten gratis en onbe
perkt kunnen parkeren. Daar
wringt de schoen. Pak je de
komst van de hypermarkten
goed aan, dan ontlast je de bin
nenstad en dan wordt wir
vanzelf weer leuk.
Professor Weidewinkel
een roepende in de woesti
consument zit helemaal i
wachten op de echte
markt, beweert Bastn
„Een Nederlander rijdt
vijftien kilometer om voi
boodschappen, dat is hi
gewend. De massa kom
niet in beweging". En dat
een echte hypermarkt, b<
hij, toch wel een omzet
halen van drie miljoen
per week. Bastmeijer is p;
gaan 'spioneren' in wa
min of meer de eerste
centreerde vestiging van
schalige winkels in Ned
mag noemen: het Alexan
in Capelle aan den IJssel.
aardige winkels, geen kl
terwijl het tegen een hee
winkelcentrum aan ligt.
terdag zouden ze er met i
nen buiten moeten h<
Dramatisch! Ik vrees 't erg
Ook op het assortiment
Nederlandse consument i
wachten, denkt hij. Hij
graag een bezoekje brengt
de megasupermarkten
gië, Frankrijk en Engela
„het water loopt me daar
mond. Hier kennen we
de tonijn, zalm en sardien
blik. Bij die winkels staan
vijf meter visconserven,
maal verschillende soorti
hebben wel 30.000 artike
de schappen. Maar Ned
is nog lang niet zo v
ben een arm assortimei
zijn helemaal niet culina
wordt weer winter, we g
zijn allen naar de boen
toe, worstje erbij, toetj
Mona, klaar. We komen
land niet boven de tiend
artikelen. We zouden zo
permarkt niet eens kunni
len."
Consument moet boer zien als een no-nonsense top-ondernemer
Heieen Grimberg wil met haar campagne de boer neerzetten als milieuvriendelijke ondernemer.
FOTO CPD INGRID VAN BEEK
NUMANSDORP
ANNE MARIE VAN DER KOLK
De boer? Dat is toch die man met
pet en flaporen, hij loopt op klom
pen en woont in een vierkant huis
naast een hooiberg. Arme boer. Ja
renlang had hij het zo druk met
produceren dat hij zich niet be
kommerde over de mening van de
stedelingen over hem en zijn be
drijf. En de consument? Die haalt
aardappelen en melk in de super
markt en maakt zich in het kielzog
van de milieubeweging kwaad over
die vermaledijde landbouwers. PR-
vrouw Heieen Grimberg, zelf boe
rendochter, wil met een reclame
campagne het achterhaalde imago
van de boer radicaal omgooien.
De consument moet de boer
gaan zien als een sympathieke no-
nonsense top-ondernemer ('net als
Timmer van Philips') die een be
langrijke inbreng in de economie
heeft. De klant in de supermarkt
moet zich willen identificeren met
de boer-ondernemer. De klant
moet in de gaten krijgen dat ook de
boer bewust met het milieu om
springt en verantwoordelijk is voor
een kwart van de export in ons
land. Als eenmaal de gedachten
over de boer zijn veranderd, wor
den ook zijn produkten welwillen
der bejegend, hoopt Grimberg, die
in Numansdorp een PR-bedrijf
runt.
Er gaapt volgens haar een diepe
kloof tussen het leven van de boer
en dat van de consument. „Een
boer is onderdeel van zijn natuurlij
ke omgeving en heeft alleen al
daarom respect voor het milieu. De
agrarische sector heeft belang bij
een schone grond. De moderne
boer investeert in een milieuvrien
delijke produktie. Maar de overheid
richt nu relatief veel aandacht op
de landbouw en daardoor vergeten
mensen dat de agrarische sector
maar één van de economische sec
toren is. Ook de industrie en de
dienstensector moeten zich aan
passen aan milieuregels."
De consument daarentegen is
sinds de Tweede Wereldoorlog
steeds meer vervreemd van de
voedselproduktie en beschouwt de
agrariër volgens Grimberg als 'fol
klore'. „Boeren kregen na de oorlog
de opdracht zoveel mogelijk voed
sel te produceren. Niemand wilde
ooit meer een hongerwinter mee
maken. De afzet werd via coöpera
ties gegarandeerd en als gevolg van
technische vooruitgang kwamen
chemische hulpmiddelen beschik
baar. Met de markt had de boer
lange tijd niks te maken."
Heieen Grimberg is er van over
tuigd dat met een sterke media
campagne de boer weer het respect
krijgt dat hij verdient en dat hij deel
uitmaakt van de maatschappij. Zijn
produkten zullen dan opnieuw het
vertrouwen van de klant winnen.
De slogan waarmee ze haar cam
pagne wil ingaan, luidt dan ook
'Wat de boer doet, doet de boer
goed'.
De boeren en het agrarisch be
drijfsleven zijn geïnteresseerd in
het plan. Als iedere boer in ons land
honderd gulden stort, kan ze het
karwei in een jaar voor tien miljoen
klaren. „De boeren roepen om een
betere PR maar dat is een vak apart.
Boeren hebben altijd aan voorlich
ting gedaan maar nooit zichzelf ge
promoot." Tijdens een LTO-bijeen-
komst onlangs in Raalte bleek haar
dat de boeren graag bereid zijn
honderd gulden of zelfs meer te
storten. Als Grimberg het geld op
tijd binnenkrijgt, kan haar campag
ne per volgend jaar starten. De pa
nelen voor een STER-spotje heeft
ze al klaar liggen.
Inmiddels staat Grimberj
meer alleen in haar aanbo
boeren op een andere manie
het voetlicht te brengen. D<
bantse boerenleider en CDj
houder H. Verkampen wil i
nationale TV-actie eens op e
tje zetten wat de boeren zoa
ben gedaan om het milieu t
zien. CDA-fractievoorzitter H
lanceerde, bij wijze van anti
op deze klacht, het plan om b
de gelegenheid te geven hun
te doen in de zendtijd van d(
tieke partij.
Grimberg is van mening
imago-campagne profession
onconventioneel moet zijr
bent er niet als je met een T
gramma appeleert aan het m
den van de consument. P
geen effect. Je moet de consi
echt zien te raken."
Ook het besluit van Albert
om geen Nederlands run
meer te verkopen, had met e
degen campagne kunnen v
voorkomen, meent Grimberg
derlands rundvlees is vlees va
kwaliteit maar we moeten he
aan de consument veri
Greenfields roept iets op va
heid en groene ruimte, het
landse rundvlees wekt geen
op bij de klant."
Bert Stoutmeijer van de sü
PR Land- en Tuinbouw is vo<
der van een positievere be<
ming van de inspanningen
boer. Hij is echter bang dat d
ren de illusie zullen koesterf
één reclamecampagne van
gelazer' af te zijn. „Een begrij
emotionele reactie maar naïe
nu met tien of honderd miljo
campagne voert, er zijn nofl
een paar fikse problemen
een oplossing vragen."