Coca-Cola: een stijl van leven Relatievierder Expositie in Amsterdam over een hoestdmnkje met prik ZATERDAG 4 NOVEMBER 1995 Onze Taal Coca-Cola. 'It's the real thing' en 'you can't beat the feeling'. Het onwaarschijnlijke succesverhaal van een 'hoestsiroop', die wordt gedronken in ruim 170 landen. Van 25 november tot 28 januari is 'Coke'de ster van een expositie in De Beurs van Berlage te Amsterdam. De geschiedenis van een drankje. Koelkasten, reclamecampagnes, schilderijen, verkoopautomaten en natuurlijk liet wereldberoemde Coca-Cola- flesje. Bolbuikig, romig en eh... eigenlijk een beetje sexy ook wel. Vrijwel de hele wereld drinkt 'Coke', óók het communistische China. In Peking werd onlangs deze reclameboodschap opgehangen, de grootste in het hele land. foto reuter Niets bijzonders eigenlijk. Het is al zo vaak op die manier gegaan. Drogist John Styth Pemberton zocht naar een hoestdrank en schiep Coca- Cola. Wist hij veel. Later, veel later, zouden er lieden opstaan die met stelligheid beweerden dat het bruisende brouwsel spijkers kon ont- roesten. Maar z'n klanten vonden het van meet af aan 'gewoon lekker'. Dronken in to taal gemiddeld dertien glazen per dag en zorgden in dat eerste boekjaar voor een om zet van 35 dollar. Die is inmiddels gestegen tot een kleine 15 miljard. Het oorspronkelijk als tonicum aan de man gebrachte spuitwater wordt nu in 172 landen gedronken, en wie weet is vandaag het 173ste al aan de beurt. Coca-Cola re freshes the world, en dat js min of meer een wonder. Want niemand weet wat er in zit. Al thans zo wil het gerucht. Het Geheim van At lanta, het door Pemberton met de hand ge schreven recept, ligt opgeborgen in een me tersdikke kluis en zou slechts bekend zijn aan drie mensen. In zijn boek For God, Country and Coca- Cola schiet Mark Pendergrast die legende medogenloos overhoop, door de lezer klip en klaar de bereidingswijze te verstrekken van 's werelds beroemdste frisdrank. In het als altijd achterdochtige Duitsjand schijnen ze nog even te hebben gedacht dat ze in het ootje werden genomen, maar na een dagje roeren en mengen moesten de ongelovige Thomas sen van het laboratorium van de Universiteit van Bonn erkennen dat Pendergast niet had gebluft. Unglaublich, es ist ja wirklich Coca- Cola! De eerste Coke siste op 8 mei 1886 in een door Pemberton opgehouden glas, maar dat was bij nader inzien nauwelijks van belang. Veel gewichtiger bleek de creatie van Het Flesje. Bolbuikig, romig, en eh... een beetje sexy eigenlijk ook wek Bij de companyzeU zul je er niemand over horen, maar de Stichting Onderneming Kunst houdt er nu eenmaal van de dingen bij de naam te noemen: 'Om zich van de concurrentie te onderscheiden, liet Coca-Cola in 1915 het beroemde flesj<* ontwerpen, waarvan de vorm al snel werd ge associeerd met een vrouwenlichaam'. Tijdens de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam werd Coca-Cola op straat aan de man ge bracht met dit karretje. foto stichting onderneming en kunst Het zal iedereen meteen duidelijk zijn: de echte opmars van Coca-Cola begon tachtig jaar geleden, dus pas een kwart eeuw na de uitvinding van de bij voorkeur ijskoud te nut tigen versnapering. Voor Onderneming Kunst aanleiding een expositie te^vijden aan de 'bekendste merknaam ter wereld'. Twee maanden is er voor de tentoonstelling in de Beurs van Berlage uitgetrokken, maar op stil le uurtjes hoeft geenszins te worden gere kend. De inrichters waarschuwen het publiek met klem: het wordt dringen geblazen in Am sterdam. 'Voor de eerste 100.000 bezoekers staat bij de uitgang een gratis replica klaar van de originele contourfles', meldt de vouw- folder. Informatie waaruit simpel kan worden opgemaakt dat de volgende honderdduizend helaas zullen moeten worden teleurgesteld. Coca-Cola bereikte in 1914 ons land, ver wierf zich in 1928 tijdens de Olympische Spe len van 1928 te Amsterdam wat meer be kendheid, maar brak pas echt door na de Tweede Wereldoorlog. Hoe populair was dat sign of a good taste in die late jaren veertig:kde houten, gele kratjes met 24 rammelende fles jes, dat kekke kartonnen sLx-pack, de voetbal- poppetjes die konden worden gespaard door met brekende nagels de kurk uit de binnen kant van de dop te peuteren... De tentoon stelling toont vertederend reclamemateriaal uit die vlegeltijd. Dat de waarnemer tegelij kertijd een feeëriek beeld krijgt van de ont wikkeling van het dames-badpak door de ja ren heen, berust waarschijnlijk op toeval. Hoewel... met Coca-Cola weet je het nooit. Slimmer dan slim, die reclameboys in Atlan ta. Met de inmiddels overleden Bob Woodruff voorop. Hij deed het voor de solda ten, beweerde Mister Coke, maar toen hij in '44 verordonneerde dat alle aan het Europese front vechtende GI's een flesje Cola moesten kunnen kopen voor 'gegarandeerd nooit meer dan vijf dollarcents', zal hij ongetwijfeld ook hebben gedacht aan de verovering van de markt aldaar. Iets waarin Coca-Cola wie had anders verwacht moeiteloos slaagde. Concurrentie Coca-Cola is it en You can't beat the feeling. Met op de achtergrond een koor van pakweg honderd jongens en meisjes, dat op een heu vel bij Rome I'd like tot buy the world a Coke zingt. Joy kon er ondanks z'n zo sympathiek ogende flesje niet tegenop en die her en der exploderende Exota al helemaal niet. Trou wens, heeft Pepsi-Cola ooit echt een voet aan de grond gekregen op het oude continent? Op het hoofdkwartier in Atlanta lepelt men de cijfers moeiteloos uit het hoofd op: in de Europese Gemeeenschap bedient The Real Thing 43.6 procent van de markt; de concur rent komt niet verder dan een schamele 7.4. Over de posities in de Verenigde Staten wordt aanzienlijk geheimzinniger gedaan. Maar wie weet dat driekwart van Coca-Cola's totale omzet uit het buitenland komt, hoeft geen zakjapanner te raadplegen om vast te stellen dat de strijd in het 'thuisland' op z'n Ook de groten der aarde lessen hun dorst met het 'hoestdrankje' van Pemberton. John F. Kennedy werd geregeld met het ranke flesje gezien, foto stichting onderneming en kunst minst verbitterd is. Tot groot genoegen van het Amerikaanse vedettendom. Op een mil joentje meer of minder hebben ze nooit ge keken, de elkaar met pek en zwavelzuur be stokende rivalen. Pepsi niet toen het zich wil de verzekeren van de diensten van goudkeel tjes als Michael Jackson en Tina Turner; Co ca-Cola niet toen het extra-uitstraling wenste in te kopen bij fraai gestroomlijnde dames en heren als Jean Harlow, Cary Grant, Clark Ga ble en Diana Ross. Waarom zouden ze ook. De kost gaat voor de baat uit; de revenuen zijn zoet. Over het derde kwartaal van dit jaar behaalde Coca- Cola een winst van 1,2 miljard gulden, een stijging van dertien procent ten opzichte van dezelfde periode in 1994. Aan de opdonder van 1985, toen new-Coke (de zoetere versie van Cola-classic) net zo snel uit de markt werd gehoond afs iets laterBuckler in Nederland, denkt niemand meer. Have a Ni ce Day - Have a Coke, het hele jaar door. Want Thirst knows no season. Een legende, een mythe, een symbool vooral. Een symbool voor een stijl van leven, die wordt vormgegeven door een oubollig beeldmerk, dat sinds het in 1887 door boek houder Frank M. Robinson werd ontworpen nooit meer is gewijzigd. Waarom zou men ook? Negentig procent van de wereldbevol king kent het Coca-Cola-logo en krijgt een acute dorstaanval bij het aanschouwen er van. Bericht van het hoofdkantoor in Atlanta: ,,Er zijn plekken op deze aarde waar Coca- Cola het enige verpakte produkt is, dat je er kunt kopen." Van hoesttonicum tot werelddrank. An American Dream. De tentoonstelling Have a Nice Day, is van 25 november 1995 tot 28 januari 1996 dage lijks van 11 tot 17 uur te zien in de Beurs van Berlage aan het Damrak te Amsterdam. Relaties zijn soms moeilijk. F.r kan van alles mis gaan. Ik geef toe dat dat ook geldt voor het bakken van een ei, maar de gevolgen zijn dan minder ernstig. Relatieproblemen horen tot de top-tien van onze zor gen. Misschien staan ze gemiddeld wel helemaal bovenaan, boven geldzorgen, ziektes, gaten in tie ozonlaag en de Europese integratie. Geen wonder eigenlijk, als je be denkt dat de wereld van relaties aan elkaar hangt. Letterlijk. In onze taal is het belang van relaties goed te merken. We hebben heel wat samenge stelde woorden als relatie-adviseur, relatie probleem, relatiestoorhis, relatietherapie, relatietraining en relatievorm. Over het al gemeen trouwens woorden die te maken hebben met slechte relaties. Dat zal wel geen toeval zijn. Het jongste relatie-woord staat nog niet in de woordenboeken. Ik zag het vorige week voor het eerst. I let is het nieuwste wat er op de relatiemarkt te koop is, namelijk de rela tievierder. Als u de krant niet gelezen hebt, kunt u waarschijnlijk niet bedenken wat een relatievierder is. Probeer het eens in de vriendenkring, en u krijgt de merkwaardig ste antwoorden. De relatievierder is een functionaris van lu*t Humanistisch Verbond. Als ik het goed be grepen heb, is een relatievierder iemand die huwelijken inzegent van mensen die niet willen trouwen en die ook geen zegen wen sen. Geen priester dus, geen dominee, geen ambtenaar van de burgerlijke stand, maar een relatievierder. Het Humanistisch Verbond heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt. Want wat doe jé met mensen die niet willen trouwen? I lei lijkt zo eenvoudig: gewoon niet trouwen. I lo ho, dat is niet de bedoeling. Het bruids paar dat geen bruidspaar wil zijn maar ge woon een bruidsloos paar, wil toch nadruk kelijk wel een paar zijn. Ook goed. In onze samenleving is gelukkig veel mogelijk. Ge luk ermee, en veel heil en zegen. O nee, pardon, ook geen zegen. Wat dón? Ik ben geen humanist en erg praktisch ingesteld. Ik zou zeggen: eveii goeie vrienden, blijf lekker thuis, en betaal op tijd je contributie van het I lumanistisch Verbond. Maar humanisten denken daar kennelijk anders over. De ongezegende bruidsloze paren willen wel 'een moment van verdieping', en dat wordt dan verzorgt} door de relatievierder. leen eenvoudige taèk, lijkt me. Welaan, ik gun iedereen een moment van verdieping. Verdieping lijkt me geen kwaad kunnen. En een beetje relatievierder graait al gauw dieper dan zo'n ongezegend paar. Men gebruikt voordat verdiepen gedichten van Toon Hermans, dus onschuldiger kan het niet. Alleen vind ik de benaming voor de functionaris heel ongelukkig gekozen. Volgens mij is het in onze taal zo geregeld dat een feestvierder iemand is die feest viert. Een bierdrinker drinkt bier en een cententeller telt centen. Als we 25 jaar ge trouwd zijn, kunnen we dat vieren. En aan het begin kunnen we de bruiloft vieren. Je zou dan kunnen zeggen dat we onze relatie vieren. En als we dat doen, zijn we relatie vierders. Met een beetje goeie wil zouden we dus de stellen, de paren, de koppels, de; duo's en de spannen die hun relatie willen vieren, relatievicrders kunnen noemen. Het is gezocht, want als ik een nieuwe baan heb en ik geef een feestje, dan noem ik mij geen baanvierder. Maargoed, een feest is nooit weg. Vooral niet als er ook nog een beetje verdieping aan te pas komt, I Iet nieuwe paar, hetero of homo, zouden we dus op hun Grote Dag desnoods relatie vicrders kunnen noemen. Maar zo is het niet. Bij het Humanistisch Verbond is het de functionaris die-geen-huwelijk-sluit en die niet-zegent, die relatievierder heet. Hij of zij viert dus, op verzoek en tegen een ze kere vergoeding, andermans relatie. Dit nu lijkt me indruisen tegen onze taal. Maar wat wil je? Als gelieven zich nadrukku lijk niet willen onderwerpen aan de huwe lijkswetgeving, en evenmin aan het kerkelijk huwelijk, dan kunnen ze ook wel in de taai- hun eigen gang gaan. Ik vermoed overigens dat het woord relatievierder, net als de meeste verkeerd gevormde woorden, geen' lang leven beschoren is. Uiten we hopen dat de gevierde relaties het langer uithou den dan de relatievierder. Als ik hen daar mee niet juist zou kwetsen, zou ik zeggen: mijn zegen hebben ze.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 35