f n Beroep: slaapprofessor ZAI tKL)A(j 21 OKTOBER 1995 Hij onderzoekt en behandelt mensen met slaapstoornissen: snurkers, bedplassers, mensen met stress of rusteloze benen. Hij zoekt naar een therapie voor oorlogsslachtoffers met hevige nachtmerries. Ook behandelt hij mensen die overdag hun ogen niet kunnen openhouden. Hij deed onderzoek aan de Noordpool, bekeek het slaappatroon van ruimtevaarders en werkt mee aan een plan voor permanent bemand ruimtestation op de maan. Professor Hilbert Kamphuisen (64), slaapdeskundige èn parttime wethouder in Oegstgeest, nam onlangs afscheid van het Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL), maar is nog niet der dagen zat. Met zijn baan in de Haagse slaapkliniek gaat hij door. „Mijn werk is mijn hobby: ik ben een bevoorrecht mens. p een leeftijd waarop velen van M een rustige oude dag gaan ge- nieten, maakt professor Hilbert nphuisen nog plannen voor een onder- k op de maan. In het jaar 2004 willen de ntevaartorganisaties ESA en ESTEC een manent bemand ruimtestation op deze illiet van de aarde openen. Getrainde mtevaarders' zouden hier langere tijd overleven. Kamphuisens ogen gaan bij het idee. „Het is een jongens een Jules Verne-project. Zelf putten n stenen hakken op de maan. Reuze nnend allemaal." amphuisen, van oorsprong neuroloog en chiater, maar beter bekend als slaapdes- idige, is gevraagd de toekomstige 'maan- roners' te begeleiden. Hij zal zich buigen r mogelijke slaapstoornissen in de ger- htsloze ruimte. „Maar ik weet niet of ik meega, Ik denk dat ze tegen die tijd beter paar veertigers kunnen sturen, die licha- lijk nog in topconditie zijn." laapprofessor Kamphuisen doet zijn werk voorkeur niet alleen in het laboratorium, angs onderzocht hij de beroemde Russi- kosmonaut Valeri Poljakov, die achttien anden in het ruimtestation Mir verbleef. man had een conditie als een os, en een itrekt normale slaap. Helaas mocht ik n metingen doen in het ruimtestation: de zijn bang dat dat hinder en gevaar evert voor de ruimtevaarders." [amphuisen baarde veel opzien toen hij in ar liefst 43 dagen op de Noordpool bleef, uitgerust met een draagbare recor- die zijn hersenactiviteit tijdens en na de ap registreerde. „De elektroden van het waren ónder de huid op mijn hoofd igebracht. Dat was wel eens lastig, maar ik zo wel te weten dat onze recorder ook der barre omstandigheden werkt. Op de ordpool ging de zon niet onder, en dat gaf totale verandering van mijn slaappa- n te zien. Bovendien ontdekte ik dat ik minder slaap toe kan, zonder roofbouw plegen op mijn lichaam: zes uur in plaats de gebruikelijke zeven of acht. Sindsdien ik veel later naar bed. En ik voel me pri- )e slaapprofessor was ook betrokken bij wereldrecord non-stop Triviant-spelen vijf Leidse studenten. Hij onderzocht deelnemers, die voor een goed doel drie :n en nachten speelden, tot ze erbij neer- len. „Ze hadden 65 uur niet geslapen. Ver- Igens sliepen ze tien uur achter elkaar en weer helemaal boven Jan. Ik ontdekte vrijwel uitsluitend zeer diep hadden :n en nauwelijks REM- Rapid Eye Mo- red.) of droomslaap hadden gehad, epe slaap is blijkbaar essentieel als we herstellen van een langdurige in- anning." .Normaal gesproken bestaat ons slaappa- on uit ongeveer 25 procent diepe of delta- wp en 25 procent REM- of droomslaap", Kamphuisen uit. „De resterende tijd be is at uit een tussenvorm, die we sluimerend presi orbrengen. Die slaapstadia doezelen, derb ePe en REM-slaapherhalen zich 's n vijf cycli van ongeveer anderhalf Hersengolven imphuisen was vóór zijn vertrek 22 jaar ng hoofd van de afdeling Klinische Neuro- het AZL. In het Leidse Acade- isch Ziekenhuis was hij eind jaren zeventig --00_r van het onderzoek naar men- lijke slaap- en waakstoornissen. „We kre- de kliniek nogal eens te maken met lapproblemen, en wilden niet zomaar een "appil voorschrijven, maar uitzoeken waar ^stoornissen vandaan kwamen." Kamphuisen en zijn Leidse collega's beslo- e leggen op de achtergronden 1 oorzaken van slaapstoornissen. De onder- lekers begonnen met het registreren van de rschillende hersenritmen tijdens onze 'ap. Die hersengolven laten zien in welk 'apstadium wij verkeren: of we doezelen, ip slapen of in de zogeheten REM- of oomslaap beland zijn. Die electronische re- stratie van de hersenactiviteit gebeurt met fhulp van een electro-encefalogram (EEG). Kamphuisen bedacht dat de hersenmetin- overdag moeten doorgaan, en ontwikkei- een systeem van 24-uurs registratie om compleet beeld van iemands slaap- en waakritme te krijgen. „De registratie van waakstoornissen is onlosmakelijk verbonden met ons slaaponderzoek. Mensen die 's nachts slecht slapen, hebben vaak overdag klachten. Behalve de hersenfunctie ook andere lichaamsfuncties, zoals de hart slag, de spierspanning en de ademhaling." Eén van de collega's van Kamphuisen, in genieur B. Kemp, ontwikkelde een speciaal apparaatje waarmee het slaap- en waakpa- troon ook thuis kan worden vastgelegd. De "draagbare recorder meet de hersenactiviteit, de oogbeweging en de spierspanning. „Het is een soort walkman, verbonden met op het hoofd geplakte elektroden. Het heeft als voordeel dat slechte slapers in hun eigen ver trouwde bed kunnen blijven, een paar dagen aan een ziekenhuisbed hoe ven te wennen. Dat bespaart geld, en is bo vendien prettiger voor de patiënt." Het onderzoek van Kamphuisen en zijn groep werd aanvankelijk door collega-onder zoekers met argusogen bekeken. Kamphui sen: „Wat wij deden, was een doorbraak in ons vakgebied. Collega's vonden ons onder zoek te soft, omdat zij veronderstelden dat aan slapeloosheid of overmatige slaperigheid vooral psychische problemen ten grondslag liggen. Men stond er niet bij stil dat er ook andere, lichamelijke, oorzaken van slaappro blemen kunnen zijn. Alleen door te meten kom je dat te weten." Inmiddels hebben Kamphuisen en zijn col lega's een groot aantal publicaties en voor drachten over slaapproblemen op hun naam staan. In 1992 werd een heuse slaapkliniek opgericht: het Centrum voor Slaap- en Waak stoornissen in het Haagse Westeinde Zieken huis. Hier worden mensen met ernstige slaapstoornissen onderzocht, geobserveerd en behandeld. De artsen van het Slaapcentrum schrijven uit principe zo min mogelijk slaapmiddelen voor. „Dat heeft geen zin", vindt Kamphui sen. „Wij willen de oorzaak wegnemen van slecht slapen 's nachts of overmatige slape righeid overdag. Je kunt beter iets doen aan rusteloze benen of een belemmerde ademha ling dan datje een pil voorschrijft." Het Slaapcentrum kreeg veel nationale en internationale aandacht. Van heinde en verre komen slechte slapers naar Den Haag om zich te laten onderzoeken. De ziektekosten verzekeraars betalen het merendeel van de kosten. „Ze zien ons centrum als een belang rijk unicum in Europa. En er zijn natuurlijk heel veel mensen met slaapklachten." Tobbers Maar liefst één op de vier volwassenen kampt met slaapproblemen. Maar de duur en de ernst verschilt nogal, weet Kamphuisen. „De meeste ménsen hebben wel eens een slape loze nacht. Vooral in tijden van spanning: vlak voor een examen of een doktersbezoek. Dat gaat meestal vanzelf over. Echt chronisch worden de problemen als mensen drie tot vier keer per week slecht slapen en als dit langer dan drie weken duurt. In dat geval kun je spreken van ernstig lijden." Kamphuisen onderscheidt vier soorten slaapproblemen. „De meeste mensen kun nen 's nachts de slaap niet vatten: zeker de helft van alle mensen met -slaapstoornissen kampt met dit in- of doorslaap-probleem. Tobbers die 's nachts liggen te woelen, vaak wakker worden en nogal eens naar een slaap pil of een glas alcohol grijpen. Velen van hen lijden aan depressies, hebben last van stress op het werk of problemen in het gezin." „Deze spanningen kunnen aan hun slape loze nachten ten grondslag liggen, maar li chamelijke klachten kunnen ook een oorzaak zijn. Bijvoorbeeld pijnlijke gewrichten, prik kelende voeten of handen, onregelmatige hartslag of ademhaling, zuurbranden, over matig transpireren, astma of epilepsie. Soms komt de oorzaak van buiten: denk aan straat- lawaai, huilende kinderen, een slecht bed of een snurkende partner. Mensen die overdag hun ogen niet kunnen openhouden, de tweede categorie slaaptob- bers, worden ook in het Slaapcentrum be handeld. „Hier heeft ongeveer 40 procent van de mensen met slaapstoornissen last van. Zij kunnen daardoor thuis en op het werk niet goed functioneren en lopen zelfs het gevaar achter het stuur in slaap te vallen. De oorzaak van deze overmatige slaapzucht ligt vaak in een slechte nachtrust." Ongeveer een kwart van de Nederlandse volwassenen kampt met slaapproblemen. FOTO LOEK ZUYDERDUIN Het unieke onderzoekswerk van wetenschapper/wethouder Hilbert Kamphuisen „Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand hef tig snurkt, niet goed ademt en last heeft van het slaap-apneu syndroom, dat betekent dat hij af en toe, gedurende zo'n 30 seconden, helemdal niet ademt. Heftige snurkers zijn meestal zwaarlijvige mannen boven de 45 jaar. 'Snurken als een os' vind ik dan ook een verkeerde uitdrukking: snurken geeft aan dat de ademhaling wordt belemmerd en daar moet iets aan worden gedaan. Er bestaan speciale apparaatjes waarmee je de ademwe gen 's nachts kunt vrijhouden." Jongeren die overdag onbedwingbare slaapaanvallen hebben, hallucineren en lij den aan slaapziekte, zijn zeldzaam. „Onge veer 0,1 procent van de bevolking heeft er last van. Meestal is er met behulp van medicamen ten en een streng slaapre- gime wel iets aan te doen." De derde categorie mensen met slaapproble men bestaat volgens Kamphuisen uit degenen die kampen met een ver storing van hun slaap- waakritme. „Dat zijn bij voorbeeld mensen die re gelmatig intercontinentaal reizen en een jetlag krij gen, of mensen die 's nachts moeten werken. Ook die klachten kunnen we in ons Slaapcentrum verhelpen met een aange past slaapschema en me dicamenten." Tenslotté zijn er mensen die geen slaapstoornissen hebben, maar 's nachts wakker worden van slaap-versto ringen, zoals epilepsie of een astma-aanval. Te weinig of onregelma tig slapen betekent niet al tijd een bedreiging voor de gezondheid, zegt Kamphuisen. „Maar het leidt wel tot het verlies van levensvreugde als je je overdag niet kunt concentreren of niet wakker kunt blijven. Gevaarlijk wordt het na tuurlijk wel als je achter het stuur in slaap valt of 's nachts last hebt van langdurige ademhalingsstops." Kamphuisen heeft in het Haagse Westein- •de Ziekenhuis een heel scala aan behandel methoden ter beschikking. „Vaak kunnen we volstaan met het bijbrengen van discipline en regelmaat in de slaap: een vast slaapschema. Het gaat vaak om simpele en praktische ad viezen, zoals: zorg voor een goed bed en een rustige slaapomgeving, ga pas slapen als je moe bent, ontspan je voor het slapen gaan. Daarnaast kunnen we lichamelijke oorzaken wegnemen, zoals ademhalings- of hartrit mestoornissen, en hebben we psychologen in dienst die slechte slapers leren hoe ze zich kunnen ontspannen. In een aantal gevallen bieden medicijnen een uilkomst, vaak alleen in het begin om een vast ritme in de slaap aan te brengen." Slaapkamers Om zijn werk te kunnen combineren met het wethouderschap in Oegstgeest, werkt Kamp huisen twee dagen in de week in het Haagse ziekenhuis. Hier hebben hij en zijn drie colle ga's in de maatschap zo'n honderd vierkante meter ter beschikking: werkkamers, onderzoeks ruimtes en vier slaapka mers. Aan de kliniek zijn behalve onderzoekers en artsen ook technici verbon den, Zij ontwerpen, verbe teren en onderhouden' de ingewikkelde meetappara tuur. Daarnaast heeft het centrum laborantes, psy chologen en maatschappe lijk werkers in dienst „Hier kunnen mensen komen snurken", vertelt AJs hij de n van de ka- rtaant een col- t stilte. Er ligt te slapen. De Kamphu deur van e. Icga hem Ic een patiënt man kampt ge slaperigheid overdag en onderwerpt zich 's middags tijdens een van zijn haze- slaapjes aan een hersenre- gistratie. Op zijn hoofd zit ten draden met plakkers, die zijn aangesloten op een apparaat dat de hersengol ven vastlegt. Kamphuisen: ,',Het merendeel van het slaaponderzoek, zo'n 80 procent van de ge vallen, gebeurt thuis. We vragen mensen dan een dagboekje bij te houden. Daarin kunnen ze opschrijven wanneer ze het licht uitdeden, hoe laat ze wakker werden, of ze overdag een dutje deden, medicijnen gebruiken en derge lijke. Het draagbare apparaat wordt twee et malen door de patiënt thuis gebruikt: zowel 's nachts als overdag. Het bandje met gege vens analyseren we in het Slaapcentrum." ,,,Hier kunnen we aflezen wat de kwaliteit van de slaap is: of iemand voldoende diepe slaap en REM-slaap heeft, of de verschillende slaapstadia goed op elkaar aansluiten er wanneer iemand ontwaakt. Uit de lichaams veranderingen die de recorder registreert kunnen we vaak opmaken wat er aan dt hand is. Wordt dat niet duidelijk, dan vragen we mensen hier in het ziekenhuis te kornet slapen, zodat we uitgebreider kunnen obser veren. Dan kunnen we bijvoorbeeld de hart en ademhalingsfuncties onder de loep ne Rococo-krul Kamphuisen, die in Leiden met zijn slaapon derzoek begon, is nog steeds een beetje ver drietig dat 'zijn' slaapkliniek niet op het ter rein van het AZL verrees. „Dat vind ik hee jammer. Ons slaapcentrum is uniek in de we rcld: het was een mooie rococo-krul voor he AZL geweest. Tja, ik ben nu eenmaal een ro manticus die zijn ei graag dóór had willen uitbroeden, maar het AZL had er geen geld Echt verbitterd is hij niet. „Darvoor i alles veel te leuk. Eigenlijk is mijn hele li tot nu toe één groot vakantiefeestje. Ik word niet moe van mijn werk, hoewel ik me eens afvraag of ik dit allemaal nog wel r doen als oude knar. Als mijn collega's var Slaapcentrum mij beu zijn, vertrek ik: dat heb ik met hen afgesproken. Maar voorlopig heb ben we nog veel pret samen." Professor Hilbert Kamphuisen: „In ons Slaapcentrum in het Haagse Westeinde Zie kenhuis kunnen mensen komen snurken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 35