Politiek zelf schuldig aan problemen bij NS Sharon: Klappen uitdelen in Libanon is de beste remedie Feiten Meningen Greenpeace verdoezelt de waarheid VRIJDAG 20 OKTOBER 1995 i' J IJl OPINIE Waar je mee omgaat, daar word je mee be smet. Kennelijk heeft Greenpeace Neder land zich zo lang met verkeerde personen en instanties beziggehouden dat het nu zelf tot tweemaal toe in de fout is gegaan. Daar mee hebben dé witwassers van de wereld hun zwartmakers (vervuilende bedrijven en regeringen die Greenpeace nogal eens van massahysterie betichten) onverwacht enke le belangrijke troeven in handen gegeven. Zij zullen de milieu-organisatie niet alleen van het manipuleren van feiten blijven be schuldigen, maar dat voortaan ook met en kele duidelijke voorbeelden kunnen staven. Anders dan Greenpeace vaak doet voor komen, is deze organisatie namelijk niet al tijd even betrouwbaar en zorgvuldig. Begin vorige maand werd in dat opzicht al een proeve van onbekwaamheid afgelegd. Na dat de directeur van Greenpeace in Groot- Briltannië, Ford Melchett, zijn excuses had aangeboden aan Shell UK haastte Green peace Nederland zich om afstand van die verontschuldigingen te nemen. De afdeling Nederland voelde zich door de Britse broeders en zusters voor gek gezet door een brief van Melchett. „Het was in dertijd een beetje natte-vingerwerk. Hen sjapje te ver. We kunnen niet keihard be wijzen dat er in het olieplatform Brent Spar nog 5.500 ton olie zit", schreef Melchett. Alsof Frankrijk zojuist zijn eerste kern proef had gehouden op Mururoa, zo heftig reageerde Greenpeace Nederland. „Vol strekt overbodig. In Nederland hebben we altijd een slag oni de arm gehouden." Later werd die reactie overigens wat afgezwakt. Zonder een hoeveelheid te noemen, heeft ook Greenpeace Nederland echter altijd de indruk gewekt dat het afgeschreven olie platform Brent Spar overliep van de olie. I Iet was dan ook uiterst hypocriet om de Britse collega's verwijten te maken. Die wa ren tenminste geheel volgens hun principes recht door zee. Dat kon en kan van de Ne derlandse aanhangers van de doofpot-theo rie niet worden gezegd. Ten minste zo kwalijk is het persbericht dat Greenpeace Nederland gisteren de we reld inslingerde: 'Greenpeace verwelkomt het DNV-onderzoek naar de inhoud van Brent Spar'. Det Norske Veritas is het Noor se classificatiebureau dat het voorlopig voor de Noorse kust 'geparkeerde' olieplatform heeft onderzocht. De Brent Spar bevat nog 75 tot 100 ton olie, aldus dat bureau. Meer dus dan de 53 ton die Shell eerder had op gegeven en nog altijd voldoende om dum ping tegen te houden. Greenpeace in Amsterdam heeft er meteen de conclusie aan verbonden dat Shell een wel erg vertekend beeld heeft ge geven. Dat de ijveraars voor de groene vre de zelf bepaald niet zorgvuldig te werk zijn gegaan, wordt totaal niet vermeld. Het ei gen gelijk staat voorop. En dat terwijl het verschil tussen de werkelijke cijfers en die van Greenpeace UK (5.500 ton) en Green peace Nederland (heel veel olie) aanzienlijk groter is dan de cijfermatige fout van Shell. De werkwijze van het Britse Greenpeace mag dan erg onhandig worden genoemd, de aanpak van de Nederlanders is zonder meer verwerpelijk en doet nog veel meer af breuk aan het ooit zo schone imago van de organisatie. HAARLEM JAN PREENEN De Brent Spar was, toen hij nog op het Britse continentale plat stond, het doelwit van actie voerders van Greenpeace. Ze brachten er onder meer een spandoek met hun bekende beeld merk op aan. FOTO GREENPEACE PETER THOMPSON Zijn advies aan de regering voor de strijd tegen de Hezbollah in Libanon? „Minder afwachten en meer aanvallen", zegt generaal-majoor b.d. Ariel Sharon kort en krachtig. Hij heeft een markante militaire carrière achter de rug, was minister in de kabinetten van Begin en Shamir en is nu parlementslid voor de Likud. Maar de wereld kent hem vooral als de man die in 1982 Libanese falangisten (extreem-rechtse chistenen, red.) toestemming gaf de vluchtelingen kampen Sabra en Shatila binnen te trekken om 'Pa lestijnse terroristen' uit te schakelen. Het bloedbad dat de christenen aanrichtten, leidde op aanbeveling van een Israëlische commissie tot' Sharons ontslag als minister van defensie. Het was een oordeel dat de flamboyante oud-generaal nooit heeft willen aanvaarden. Maar al te graag wil hij op nieuw minister van defensie worden als de kiezers volgend jaar de Likud in de gelegenheid stellen een regering te vormen. De architect van Israels rampzalig verlopen invasie in Libanon beschouwt zichzelf dertien jaar later nog steeds als deskundige bij uitstek. Bescheidenheid is trouwens nooit zijn sterkste punt geweest. Nu de spanning in het zuiden van Libanon voor de zoveel ste maal is opgelopen zeer recent sneuvelden er negen Israëlische soldaten geeft hij op een bijeen komst met de buitenlandse pers premier Rabin het advies agressiever op te treden. „We hebben de beste commandanten en de beste eenheden aan het noordelijk front, daar ligt het niet aan. Maar bijna al onze acties zijn defensief en spe len zich af binnen de veiligheidszone in Zuid-Liba- non. Ondertussen zitten de terroristen rustig in de dorpen ten noorden van de zone onze tactiek te be studeren." Sharon adviseert de strijders van de islamitische He zbollah uit hun evenwicht te brengen, niet alleen in de door Israël bezette veiligheidszone maar ook ten noorden daarvan. „De terroristen moeten een gevoel van onveiligheid krijgen. We moeten achter hun li nies troepen laten landen die bruggen bezetten en andere operaties uitvoeren. Onze artillerie moet de dorpen waar ze zich verschuilen bombarderen, zo dat de burgers vertrekken en alleen de terroristen overblijven. Ik geloof ook dat de veiligheidszone te smal is en naar het noorden moet worden uitge breid. tot aan de rivier de Litani. Alleen dat kan aan vallen met Katyusha-raketten op Israëls noorden voorkomenorakelt Sharon. Wie de onwettigheid van Israëls aanwezigheid in Li banon ter sprake brengt en oppert dat Rabin het in tomen van de Hezbollah bij wijze van proef zou kunnen overlaten aan het Libanese regeringsleger, krijgt te horen dat Sharon geen enkele behoefte heeft aan nog meer experimenten. „Twee jaar gele den heeft Rabin bij wijze van proef de oorlogsmisda diger Arafat de hand geschud. Het resultaat was achthonderd doden en gewonden bij terreuracties, maande regering heeft er niets van geleerd." Als Sharon volgend jaar minister wordt maar daar wil hij niet op vooruitlopen dan zal hij ieder con tact met Jasser Arafat uit de weg gaan en de rest van de Likud hetzelfde adviseren. „Nooit zal ik met hem praten. Sinds de nazitijd is er niemand meer geweest met zoveel bloed aan zijn handen. Arafat heeft op dracht gegeven tot het vermoorden van vrouwen en kinderen." Het is geen geheim, zegt Sharon, dat alle Israëlische regeringen hebben geprobeerd de PLO-leider naar de andere wereld te helpen. Zelf moest hij hem in 1982 ongeschonden uit Beiroet laten vertrekken, omdat dat nu eenmaal was overeengekomen. Later wilde Israël Arafat alsnog te pakken nemen, zegt Sharon, maar dat mislukte. Moet Arafat zichzelf dus weer als doelwit beschou wen als de Likud de macht overneemt? „Ik wil dat hij voor een tribunaal in Jeruzalem verantwoording aflegt voor zijn oorlogsmisdaden", verklaart de oud- generaal. Als de wereld denkt dat het goed gaat met Israël voelt Sharon zich geroepen een teleurstellende me dedeling te doen. „Sinds de onafhankelijkheidsoor log van 1948 is de situatie nog niet zo gevaarlijk ge weest als nu", zegt hij. Het gevaar schuilt in de ont worteling van de zionistische revolutie. „Te veel Is raëliërs weten te weinig van hun geschiedenis", vindt Sharon. „Ze voelen daardoor niet dat ze het volledige recht hebben op het land Israël." Het geeft hem hoop dat de nationaal-religieuzen de mannen met de gehaakte keppeltjes bezig: 1 de plaats in te nemen van de kiboetsbewoners aL' harde kern van het leger. „Van de recruten in dei co ciersopleiding behoort nu al bijna veertig proceni arz die groep. Flet zijn mensen die niet in de post-zio nistische tijd leven. Ik ben zelf niet gelovig, maar ben blij dat nu 25 procent van onze jeugd nation: ""'j religieus onderwijs krijgt." De mannen met de gehaakte keppeltjes vormden za£ van het begin af aan een ruime meerderheid ondi aa| de militante kolonisten, met wie Sharon zich nau edl verbonden voelt. De uitvoering van het Oslo-2 al koord op de Westelijke Jordaanoever betekent ee doorkruising, en waarschijnlijk het definitieve ein van zijn eigën plannen met de bezette gebiedend voorzagen in massale Israëlische vestiging rondo: de elf grootste Palestijnse bevolkingscentra. De Pi lestijnen zouden zelfbestuur krijgen, maar alleen die elf geïsoleerde 'eilanden' om iedere aandranf de vestiging van een Palestijnse staat in de kiem: smoren. Het plan-Sharon is onder de Likud-regeringenge deeltelijk uitgevoerd. Veel nederzettingen liggem bij Palestijnse bebouwing en dat maakt het voort huidige kabinet extra moeilijk Oslo-2 uit te voeret Wat premier Rabin en minister van buitenlandse ken Peres voorstaan is immers een soort gespiegf plan-Sharon: niet de Palestijnen, maar de Israëli: kolonisten wonen straks op eilanden. Sharon is ervan overtuigd dat iedere poging om r derzettingen te ontmantelen tot mislukken is ge doemd. „Zelfs de huidige regering zal de grotere: derzettingen handhaven. En wat de kleine betreft daar zal niemand vertrekken. Hoe geïsoleerderót nederzetting, des te gemotiveerder de kolonisten Anders zouden ze daar immers niet wonen." Prof. In 't Veld vindt twijfels D66 reactionair en onverantwoord De NS-top krijgt ten onrechte de Zwarte Piet toegeschoven. Het is de politiek met zijn twijfels over de verzelfstandiging van de spoorwegen, die het laat afweten. Dat vindt pro fessor Roel in 't Veld, de man die aan de wieg stond van de verzelfstandiging van de NS. De schuld voor de problemen waarmee de Nederlandse Spoorwegen nu worden overspoeld, ligt voor het grootste deel bij de politiek. De NS-directie heeft tot dus ver nauwelijks steun gekregen via een sti mulerend openbaar-vervoerbeleid. En nu krijgt ze ook nog een mes in de rug van een aantal regeringspartijen. Prof. dr. In 't Veld, verbonden aan de Utrechtse universiteit en ooit vier dagen staatssecretaris van onderwijs in het der de kabinet-Lubbers, heeft er nooit doek jes om gewonden en doet dat ook nu niet. Minzaam schiet hij uiterst giftige pijlen af richting Den Flaag. „Door nu openlijk te twijfelen aan de ver zelfstandiging van het spoorbedrijf, nadat je twee jaar eerder groen licht hebt gege ven, maak je iedereen hartstikke gek. Ie maakt de NS'ers onzeker en daarmee geef je de oude garde bij het bedrijf de kans weerstand te organiseren. Wat D66 doet, is uiterst reactionair en onverant woord. Dat neem ik ze ernstig kwalijk. Wat mij betreft mogen ze daar niet zo maar mee wegkomen", stelt ln 't Veld. De Utrechtse professor was lid van de commissie-Wijffels die drie jaar geleden aangaf op welke manier NS van staatsor ganisatie tot een succesvol commercieel bedrijf zou kunnen uitgroeien. Zowel de politiek als NS hebben die voorstellen toentertijd omarmd en zijn akkoord ge gaan met een scheiding van de belangen van de overheid en NS in het spoorbe drijf. Maar ook in 1992 was het al duide lijk dat het geen geringe klus zou worden. Het geklaag van de politici het zijn krokodilletranen. Het NS-personeel zou anders moeten le ren werken. De trein op tijd laten rijden, was niet meer voldoende. Er moest geld worden verdiend. De familie Spoor wordt daarom opgedeeld in verschillende divi sies, die zelf verantwoordelijk ?yjn voor hun begroting. Gedwongen winkelnering bij elkaar is er straks niet meer bij. Ten slotte was het nodig de stofkam door NS te halen, om efficiënter en goedkoper te werken. Resultaat: 4.800 van de 28.000 arbeidsplaatsen moeten vervallen. In 't Veld, docerend: „Zo'n operatie is al tijd gemakkelijker als je groeit en winst maakt. Dat zie je nu bij KPN, die eenzelf de proces doormaakt als NS. Er is daar élan. En er is ook geld voor allerlei rege lingen. Maar de Spoorwegen moeten werken met een krimpscenario: het aan tal reizigerskilometers daalt. Dat gecom bineerd met de vele reorganisaties, de onzekerheid rond de efficiency-operatie en de investeringen in nieuwe rails zorgt voor alle commotie". Dat NS moeten werken met een krimp- model wijt In 't Veld nadrukkelijk aan de politiek. „Al dertig jaar daalt de mobiliteit van het openbaar vervoer. Enkel met de introductie van de OV-kaart voor studen ten zag je een knik omhoog. De politiek slaagt er ondanks alle mooie woorden niet in meer mensen naar trein, tram en bus te leiden." En dat terwijl de plannen ervoor klaar lig gen. „Onlangs heeft de commissie-De Boer het nog aangegeven bij het busver voer. Het is een combinatie van factoren. Ten eerste moeten bus, trein en tram zo op elkaar aansluiten dat de reistijd aan merkelijk korter wordt. Dat is namelijk de belangrijkste factor. Ten tweede moet het fileprobleem de laagste prioriteit hebben op plaatsen waar goed openbaar vervoer is." In 't Veld zeg niet te willen pleitèn voor eenzijdig 'autootje pesten'. „Het beroeps vervoer moet alle ruimte krijgen. Maar het particulier rijden met de auto moet moeilijker worden gemaakt. Maar dat durft de politiek niet, uit angst de kiezers gunst te verliezen. Op die manier blijft het kwakkelen met het openbaar ver voer." 'mj/ Voor ln 't Veld is de verzelfstandiging pa NS de lakmoesproef voor het huidige binet. „Laat 'paars' tonen dat het ook minder populaire maatregelen durft ti y, nemen en nu niet bij het komende ka jn( merdebat kiest voor een halfbakken o c; lossing. Zo in de trant van: NS mag co mercieel en zelfstandig zijn, maar wij blijven voorlopig de prijzen bepalen e hebben inspraak in het treinenschei Dan wordt het dus nooit wat. Niet alleen in het kamerdebat van ein: volgende maand zal de rol van de pol een cruciale zijn. Ook de komende we is politiek Den Haag van belang, vind: 't Veld. Ongeacht de uitkomst van hel 'hei-overleg' tussen bonden en NS-top zal er zeker een prijskaartje aan de opl sing hangen. En die rekening zal bij hl op kabinet worden gedeponeerd, UTRECHT PIETER COUWENBERGH De mensen van d spoorwegpolitie! J ren tot nu toe de laatste in de reek p, NS'ers die hun or vrede uitten over komende verzelf standiging van hiï^ bedrijf en over de huidige werksitut "j? Zij legden dezew wederom voor 24 tl' het werk neer. Vc gens de bonden i len zij niet de laatsten zijn. d0' FOTO REUTER 113 -JASPERJIJ jjB

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2