Relatie met Frankrijk zal
flink moeten verbeteren
Feiten &Meningen
Twijfels over
hardere aanpak
van fraude
Politieke rust in
zuiden van Mexio
is nog ver weg
Fiscus kan niet altijd toeslaan
DONDERDAG 19 OKTOBER 1995
NIEUWSANALYSE
Het dpenbaar ministerie (OM) heeft slui
tende afspraken met de opsporingsdiensten
en de officieren van justitie gemaakt over
de aanpak van fraude, maar het zal er nog
om spannen of dat ook met de politie lukt.
Nog niet zo lang geleden meldden de pro-
incur j m i n ii a I (de landelijke leiding van
het OM) in hun jaarverslag dat zij zich ern
stige zorgen maakten over het gebrek aan
specialistische kennis bij de politie waar het
de aanpak van grote fraudezaken betreft.
I let is bovendien ook gemakkelijker afspra
ken te maken met de opsporingsdiensten
dan met de politie, die immers in 25 regio's
is opgedeeld.
De scherpere fraude-aanpak van het OM
spoort met de aanbevelingen van de com-
missie-Donner. Die heeft gezegd dat het
milieu, de fraudebestrijding en de aanpak
van de zware georganiseerde criminaliteit
speerpunten van het beleid moeten wor
den.
Het is de vraag of de opsporingsdiensten
dit alles aankunnen. Vorig jaar nog wees
criticus Hoogenboom nog op het „gebrek
kig functioneren" van deze diensten. Er is
veel concurrentie tussen FIOD, AID en ECD
en de informatie over criminaliteit is sterk
verkokerd en verbrokkeld, zei deze hoogle
raar in zijn dissertatie Het Politiecomplex.
Uit het overleg tussen PG's en opsporings
diensten is echter gebleken dat zij denken
het hogere quotum volgend jaar aan te
kunnen.
Het 'maatschappelijke veld' en het be
drijfsleven roepen al jaren dal fraudebestrij
ding stevig van de grond moet komen.
Fraude is een over de hele linie snel aan po
pulariteit winnende sport, waaraan ieder
een meedoet, zo bleek onlangs uit cijfers
van Hoffmann Bedrijfsrecherche. In Neder
land wordt jaarlijks voor meer dan vier mil
jard gulden gefraudeerd. Door professione
le fraudeurs, maar ook door medewerkers
in instellingen en bedrijven. Andere cijfers
schetsen een somberder beeld: tussen de
vijf en zes miljard gulden jaarlijks.
Nederland scoort daarbij nog redelijk
laag. Fraude en corruptie door personeel
komt bij Nederlandse bedrijven relatief wei
nig voor (12,6 procent van alle fraudegeval
len in 1993). Óns land neemt daarmee in
ternationaal gezien een middenpositie in,
zo bleek onlangs uit onderzoekcijfers van
International Crimes against Business Sur
vey (ICBS).
Op het gebied van de bestrijding van de
zware vormen van fraude en de georgani
seerde drugcriminaliteit is het OM tot nu
toe redelijk te spreken over de nieuwe wet
gevingsinstrumenten op dit gebied. De wet-
MQT (melding ongebruikelijke transacties)
en de Pluk-ze-wetgeving (afromen crimine
le winsten) blijken goed te functioneren, zo
stond in het recente OM-jaarverslag. En er
is meer: met hel oprichten van nieuwe
kernteams en het Landelijk Rechercheteam
(eind dit jaar) hoopt het OM de lacune in de
financiële recherche op te vullen. Want
zonder financieel onderzoek is het moeilijk
grote misdaadorganisaties te ontmantelen.
Eén fraudezaak lijkt maar niet te kunnen
worden opgelost: de Toekan-affaire. Het
OM in Den I laag is daar nog steeds mee be
zig, maar zegt inmiddels wel over harde be
wijzen te beschikken dat vijf Van der Valk-
bedrijven zich schuldig hebben gemaakt
aan grootscheepse belasting- en pre
miefraude. Wanneer en of de verdachte Van
der Valken voor de rechtbank moeten ver
schijnen, is nog steeds niet te zeggen. Het
zou er echter wel eens op kunnen neerko
men dal de Toekan-familie van de fiscus
een naheffing van een slordige honderd
miljoen gulden voor haar kiezen krijgt.
DEN HAAG FRED RONDEEL
WIM STEVENHAGEN
Het Frans-Nederlandse complex nader onderzocht
„Juist het onmiskenbare gegeven dat er naast overeenstemming op hoofdlijnen ook verschillen
van mening bestaan over uiteenlopende vraagstukken, beschouwt de regering als aansporing te
streven naar intensivering van de relaties met Parijs. Een meer continue dialoog dan in het verle
den is gewenst." Zo staat het in de Herijkingsnota die vorige maand het licht zag. De Nederlands-
Franse relatie is geen beste. Een zoektocht naar de oorzaken.
Enige tijd geleden was een wat zor
gelijk gezelschap verzameld op het
ministerie van buitenlandse zaken.
Na afloop van seminar over de
Frans-Nederlandse betrekkingen
gingen de aanwezigen met gemeng
de gevoelens huiswaarts. Ligt het aan
ons? Ligt het aan hen? Wat hebben
we elkaar in vredesnaam ooit mis
daan?
Zo zakelijk als de Nederlandse om
gang met Duitsland is en zo hartelijk
de relatie met Groot-Brittannië en de
VS, zo complex is die met Frankrijk.
Er is wel contact, maar weinig be
grip. Aan de wil dat te verbeteren,
ontbreekt het niet. Sterker: het aan
halen van de banden met Parijs is
een van de hoofdpunten uit het
nieuwe buitenlandbeleid van minis
ter Van Mierlo.
Het is of de duvel ermee speelt: op
het moment dat de Nederlandse re
gering 'een meer continue dialoog'
aankondigde, besloot president Chi
rac tot nieuwe atoomproeven, kapit
telde premier Juppé het Nederlandse
optreden in Srebrenica en gooide
Frankrijk de 'open grenzen' weer
dicht vanwege het volgens Parijs on
verantwoorde Nederlandse drugbe
leid.
Maakt onbekend onbemind? Volgens
P. den Boer, hoogleraar Europese
cultuurgeschiedenis aan de Universi
teit van Amsterdam, zijn de Fransen
nauwelijks in Nederland geïnteres
seerd. „Sinds Napoleon III staat er
geen regel meer over ons land in de
handboeken van de Franse diploma
ten", zegt hij. „Ze kennen Rem
brandt en Van Gogh wel, maar zien
deze schilders toch vooral als uitin
gen van universele kunst. Philips is
volgens 53 procent van de Fransen
een Franse onderneming. Waar men
wel tegenaan loopt, dat zijn de Ne
derlandse extremen. Vooral door de
Nederlandse drugpolitiek, die door
brede lagen van de Franse bevolking
wordt afgewezen, heeft men het idee
dat 't hier een poel des verderfs is."
Europarlementariër J.W. Bertens
(D66) meent de Fransen goed te ken
nen. Bertens: „Frankrijk is een op en
top conservatief land dat nogal met
zijn eigen verleden overhoop ligt.
Kom maar eens in de spiegelzaal van
het paleis in Versailles. Daar zie je op
de muren al die veldslagen en oorlo
gen afgebeeld die de Fransen heb
ben gewonnen. Maar sinds Waterloo
is er een opeenstapeling van frustra
ties en nederlagen: Vietnam, de oor
logen met Duitsland, Algerije. Dat
men steeds afhankelijker wordt van
de omgeving wordt met angst en be
ven bekeken. De Fransen willen
vooral zichzelf zijn, maar dat kost ze
steeds meer moeite. En Nederland is
in hun ogen een land van seksboek
jes, homobars, drugs, abortus en eu
thanasie".
„Wat de relatie bemoeilijkt", zegt
Den Boer, „is de Franse angst dat de
zaak aan het verglijden is. Men heeft
het gevoel dat de Franse staat econo
misch en politiek steeds meer door
het herenigde Duitsland wordt over
vleugeld. Men is pessimistisch over
de eigen toekomst. Daardoor heeft
Frankrijk des te meer behoefte de
nationale integriteit te bewaken. Je
moetje wel realiseren dat Frankrijk
de afgelopen ruim honderd jaar drie
keer de Duitsers over de vloer heb
ben gehad. In Nederland was er in
die periode afgezien van Blitzkrieg
en bevrijding nooit oorlog. Wij
staan dus wat ontspannener tegen
over de verdediging van onze gren
zen".
In het InstitutFranqais te Den Haag
zuigt directeur Drubigny zijn longen
vol Gitanes-tabaksrook. Over gevoe
lige kwesties drugs, atoomproe
ven kan hij als diplomaat niet het
achterste van zijn tong laten zien.
Maar in algemene termen is hij dui
delijk genoeg. „Er is een complex
aan beide kanten: een superioriteits
complex bij ons en een inferioriteits
complex aan de Nederlandse kant. Ik
begrijp de Nederlanders als ze zeg
gen: de Fransman is arrogant. De
Fransman weet zich in het centrum
van Europa, lange tijd waren wij on
der elkaar in een groot rijk. Er is bij
ons niet die sterke interesse in het
buitenland die je in een kleine han
delsnatie als Nederland aantreft."
Sylvain Ephimenco, eigenzinnig
Frans correspondent woonachtig te
Dordrecht, rekent de Frans-Neder
landse wrevels tot zijn dagelijkse
schrijverskost. „Het basisprobleem is
dat Nederland aitijd een enorme
achterdocht heeft gekoesterd jegens
grote Europese mogendheden, met
name Frankrijken Duitsland",
meent hij. „Nederland heeft zijn
bondgenoten ook altijd buiten het
continent gezocht: de Britten en
Amerikanen. Dan zijn er nog de cul
turele verschillen. Nederland dat al
tijd een zekere bescheidenheid wil
demonstreren, tegenover Frankrijk
waar het je van niemand een moer
aantrekken tot ware kunstvorm is
verheven."
Kritisch zelfonderzoek zou volgens
hem aan beide zijden geen kwaad
kunnen. „Nederland ziet zichzelf als
enorm pro-Europees, maar in Parijs
worden als het over de dwarsliggers
gaat Nederland en Engeland in één
adem genoemd. En terecht. Neder
land is alleen geïnteresseerd in de in
terne markt. Voor de gemeenschap
pelijke defensie- en buitenlandse po
litiek heeft het geen cent over. De be
slissing om niet de Europese ge
vechtshelikopter Tigre maar de
goedkopere Amerikaanse Apache te
kopen, was echt een dolkstoot in de
mg van Parijs. Men heeft dat ervaren
als verraad. Franse diplomaten zei
den mij: Ze streven hoge idealen na,
maar zodra het erop aankomt, telt
alleen de portemonnee".
Dezelfde tweeslachtigheid ziet Ephi
menco overigens in zijn moederland.
ILLUSTRATIE TOM EYSENBACH
„Het is waar dat, als het om de Ne
derlandse drugpolitiek gaat, Parijs
niet in de feiten is geïnteresseerd.
Kritiek op het Nederlandse drugbe
leid fungeert al ruim tien jaar als
bliksemafleider voor de binnenland
se problemen. En ten aanzien, van
Europa voert ook Frankrijk een cyni
sche politiek. Frankrijk ziet in Euro
pa een vehikel om de eigen vergane
grandeur in leven te houden."
Ondanks alles is het aanhalen van de
banden met Frankrijk essentieel,
menen Ephimenco, Bertens, Den
Boer en Drubigny. Frankrijk en
Duitsland vormen de motor van de
Europese eenwording. Als Nederland
enige invloed wil uitoefenen in Euro
pa is het zaak daar bij te zijn.
Voor een onmogelijk taak staat Van
Mierlo niet, meent Bertens. „Frank
rijk heeft ons meer bezet dan Duits
land, maar we dragen het ze niet na.
Ik bedoel: stel je voor dat die atoom-
proeven door Duitsland waren ge
houden. Dan was het land te klein
geweest". Ook Den Boer ziet moge
lijkheden: „Na verloop van een paar
jaar is een dikke laag stof op al die af
faires neergeslagen. Dat is ons geluk:
regeringen hebben doorgaans een
zeer kortlopend geheugen".
DEN HAAG PAUL KOOPMAN
dew
nple
•Jen
adat
De heersende Institutionel
Revolutionaire Partij (PRI)
heeft een grote meerder
heid behaald bij de plaatse
lijke verkiezingen in de zui
delijke Mexicaanse deel
staat Chiapas. Maar liefst 8
van de 111 kieskringen ko
zen in meerderheid voor de
regerende partij. De op
komst was echter bedroe
vend laag, de laagste zelfs
in twintig jaar. En geschat
wordt dat 65 procent van
de meer dan een miljoen
stemgerechtigden niet is
komen opdagen.
De oproep van het Zapatis-
tisch Leger van de Nationa
le Bevrijding (EZLN) aan de
bevolking van Chiapas om
niet te gaan stemmen, heeft
juist de regeringspartij
kaart gespeeld. Grote verlie
zer was namelijk de opposi
tionele Partij van de Demo
cratische Revolutie (PRD).
Die had erop gerekend in
ongeveer de helft van alle
kiesdistricten te zegevieren.
De PRD heeft dan ook di
rect bezwaar aangetekend
tegen de uitslag.' In ten
minste 25 districten eist dé
oppositie een nieuwe stem
busgang.
Grote winnaar in Tapachul
waarin het EZLN een
sterke vertegenwoordiging
heeft en in de hoofdstad
San Christübal de las Casa:
was tot ieders verbazing
de PRI, die ook de meeste
stemmen kreeg in enkele
indiaanse gemeenschappe h
en in Las Margaritas, ook a
een EZLN-bastion.
DIALOOG
De PRD wijt de magere op
komst aan het geringe ver
trouwen dat de bevolking
van Chiapas heeft in verkie
zingen. Veel mensen me
nen dat ze toch aan het
kortste eind zullen trekken
Een andere reden zou zijn
dat het federale leger opval
lend aanwezig was op de
verkiezingsdag, terwijl de
staatsveiligheidspolitie elk
stemhok bewaakte.
Tegen de verwachting in
verliep de verkiezingsdag
overigens rustig. De inte
rim-gouverneur van Chia
pas repte zelfs over een
'voorbeeld van beschaving
Voor het eerst in de ge
schiedenis van Chiapas de
den acht partijen mee met
700 kandidaten, wat de ver
kiezingen in de hooglanden
maakte tot de 'meest con
currerende' die ooit zijn
uitgeschreven.
Een democratisch gekozen
vertegenwoordiging zou
een stap in de goede rich
ting kunnen zijn voor de
beklagenswaardige inwo
ners van deze streek in het
zuiden van mexico. De dia
loog tussen het EZLN en af
gezanten van de regering
duurt nu al anderhalfjaar
en heeft misschien in woor
den wel veel opgeleverd, Prij
maar in daden vrij weinig
De indiaanse bevolkingvi
overwegend keuterboeretirme
en dagarbeiders is er nau f>var
welijks op vooruit gegaanoror
Ze wordt nog steeds onde !nsP
de duim gehouden doori n^ai
regerende PRI en machtij1
veehouders. Er wordt nog
steeds honger geleden, ei
zijn nauwelijks medische
voorzieningen en het oni
breekt aan scholen.
Volgens el subcomandan
Marcos, de leider van heijiHAA
EZLN, heeft de overheid
zich schuldig gemaakt aa derd
grootscheepse verkiezing idv<
fraude, omdat ze de 'Zap rkgn
tistische' districten Ocosi ide
go, Altamirano en Las Ma d al:
garitas voor geen prijs wil
.verliezen. De PRD neemi
Marcos die uitlating kwa
lijk. „Het is een grote fowl
vandeZapatisten",zei
PRD-voorzitter Ledo „om j
de nieuwe kieswetten ini icje
gebied, die ze sinds augu ^ca
tus 1994 juist mee hebbe ^q,
helpen ontwikkelen om
fraude tegen te gaan, nu;
onderuit te halen."
ONRUST
wa
vijft
i, nil
Het gewapende verzet in
Ocosingo en San Cristüb.
de las Casas was begin vo
rig jaar een onaangenam i
verrassing voor 's lands
toenmalige president, Ca
los Salinas de Gortari. Op
dat moment stond hij na
melijk gretig klaar om hei
NoordamerikaanseVrijhi^di
delsverdrag (Nafta) met c
Verenigde Staten te teke
nen. In plaats van te kun
nen pronken met politie!
stabiliteit in zijn land kre ox2i
hij de rekening gepresen
teerd van 500 jaar onrecl
jegens de indianen. Salin
beantwoordde het 'In
diaans Ontwaken' destiji
met een hardvochtig opt
den van het regeringsleg j>d-
Momenteel geldt welisw '8e
een wapenstilstand, maó :pc
aan de spanningen is in
Mexico's zuiden nog geei
einde gekomen.
Vraag is nu of het EZLN i 'c
kiezen voor de status van
een politieke partij. Voor
alsnog voelt Marcos er ni
veel voor zijn organisatie
om te vormen tot een tra [|t
tionele politieke partij. V(
hem is vooral de dialoog
met het volk belangrijk. C
tot een werkelijke en reel
vaardige democratie te
kunnen komen, zal een
nieuwe politieke weg ge
vonden moeten worden,
schreef hij onlangs in een j^'
van zijn door de landelijk acj)
pers gepubliceerde mani
festen. Maar of de verkie
zingen van afgelopen zon
dag daarvoor de eerste aa jjj",
zet zijn, valt te betwijfelei
L
mij
Eih
MEXICO-STAD KATRIEN GO"
CORRESPONDENT
BELASTING BELICHT
Wie bij een baas gaat werken, zal zich niet
snel afvragen of over het ontvangen loon
belasting moet worden betaald. Iedereen
weet immers drommels goed dat in Neder
land de Belastingdienst zijn deel opeist.
Maar het wordt anders als iemand bijvoor
beeld zijn broer een goede raad geeft en
daarvoor een beloning krijgt. Is deze belo
ning belast? Dezelfde vraag doet zich voor
wanneer iemand iets uit de moestuin aan
vrienden en kennissen verkoopt. Is ook dan
belasting verschuldigd?
Flet antwoord is, dat iemand pas belasting
moet betalen als hij een bron van inkomen
heeft. Of iemand zo'n bron heeft, hangt van
een aantal factoren af. om te beginnen is
een vereiste dat de activiteit die iemand
ontplooit, erop gericht is voordeel te beha
len. Als voorbeeld nemen we de man die
zijn broer een tip geeft. Had hij hierbij niet
de bedoeling om een beloning te ontvan
gen, maar krijgt hij deze later toch, dan is
die beloning onbelast, zo sprak de Hoge
Raad in 1933 als haar oordeel uit.
Daarnaast moet het voordeel redelijkerwijs
zijn te verwachten. Is dus van tevoren be
kend dat de aan een functie verbonden kos
ten hoger zijn dan de beloning, dan is deze
beloning onbelast. Voorts moet iemand
deelnemen aan het economische verkeer
om door de Belastingdienst te kunnen wor
den aangesproken. Activiteiten in de privés-
feer zijn dus onbelast. Wat overgebleven
groente uit de moestuin verkopen aan fa
milie blijft dus onbelast. En ook over het
voordeel dat de schoenmaker heeft omdat
hij de schoenen van zijn eigen kinderen re
pareert, hoeft hij niet met de Belasting
dienst af te rekenen.
DE ONBELASTE AUTO
Laatst moest de rechter zich weer eens bui
gen over de vraag of sprake was van deelna
me aan het economische verkeer. Wat was
het geval? Mevrouw X (laten we haar voor
de duidelijkheid de helpster noemen) is 45
jaar. Al 35 jaar is zij kind aan huis bij het
kinderloze echtpaar A. Gedurende een
reeks van jaren heeft zij mevrouw A, die aan
een ernstige vorm van reuma leed, ver
zorgd. Voor en na het overlijden van me
vrouw A heeft zij bovendien de heer A ver
zorgd wiens gezondheid na hartaandoenin-
gen te wensen overliet. Al vóór het overlij
den van mevrouw A was bepaald dat
helpster X het vermogen van het echtpaar
zou erven.
In 1992 heeft de heer A, die zelf niet meer
kon autorijden, zijh auto èn de auto van de
helpster ingeruild voor een nieuwe auto
voor de helpster, waarin zij hem dan kon
rondrijden. Voor de helpster kwam dit alle
maal als een complete verrassing.
Eveneens verrassend voor de helpster was
het standpunt van de belastinginspecteur.
Het verkrijgen van de auto was naar zijn
mening inkomen, omdat er volgens hem
een bron van inkomen aanwezig was. En
dus moest de helpster over 21.600 gulden
belasting betalen.
Maar volgens de helpster had de belasting
inspecteur het helemaal bij het verkeerde
eind. Zij bood het echtpaar A hulp aan op
persoonlijke gronden en nam dus niet deel
aan het economische verkeer. Belasting
rechter Smit van het Hof in Arnhem dacht
hier ook zo over. „De omstandigheid dat op
persoonlijke gronden ongebruikelijk veel
hulp wordt geboden, brengt niet mede dat
die hulp in het economische verkeer is ver
richt", oordeelde hij. De helpster hoefde
dus geen inkomstenbelasting te betalen
over de waarde van die nieuwe auto.
Desondanks liep hét verhaal niet helemaal
gelukkig af. De heer A ging steeds meer be
slag op de helpster leggen die het zelf ook
wat kalmer aan moest gaan doen. Boven
dien ging hij zich negatief over haar uitla
ten. Inmiddels geeft de helpster hem dan
ook geen hulp meer. Of ze nog steeds op de
nominatie staat zijn vermogen te erven, is
mij niet bekend, maar de auto mocht ze in
elk geval houden.