'Ik gebruik geen drugs, alcohol of sigaretten, lleen voetbal' 'Jan was te lang een dood vogeltje' Een meneei IRDAG 23 SEPTEMBER 1995 RGHANC WILLEM SPIERDIJK, 071-356464, PLV -CHEF ROB ONDERWATER, 071-356463 m Eilander nog altijd één brok bezieling Als vanmiddag de spelersbus van FC Lis- se het sportpark van voetbalclub Huizen opdraait, zal Wim Eilander een keer slik ken. Als een vader die zijn zoon na lange tijd terugziet. „Ik heb die club in de lui ers gelegd. Zo voel ik dat. Ik ben toch een beetje de kraamvader van FC Lisse. Ze ven seizoenen heb ik er heerlijk gewerkt. Toen ik er begin jaren tachtig kwam was het een grijze muis, een gezichtsloze club die niet eens wist of ze nou op zaterdag of zondag moest presteren. Ik zei dat de vereniging naar de eerste klasse van het zaterdagvoetbal moest en dat is gelukt." Vandaag speelt hij met zijn huidige werkgever Huizen thuis tegen zijn oude club. Een wedstrijd waarbij Wim Eilander (39) geen valse sentimenten zal laten meespelen. „Welnee. Ik heb nog goede contacten in Lisse. In de bollenstreek lig gen mijn roots als trainer, het beste ama teurvoetbal van Nederland wordt daar ge speeld. Ik kom er absoluut nog een keer terug om te werken bij een club. Maar ver der geen emoties. Je bent als trainer toch bij elke vereniging een passant. Ik hoop al leen overal een dusdanige passant te zijn, dat ze bij mijn vertrek zeggen: die goser heeft hier wel wat neergezet. Clubs die Eilander als oefenmeester hadden, hadden meestal succes en in elk geval leven in de brouwerij. Hij staat be kend als een bevlogen en gedreven oefen- meester. Welbespraakt en spraakmakend. In Lisse kennen ze de geboren Rotterdam mer niet anders. Never a dull moment. Ei lander is voetbal en voetbal is emotie. „Het is een verslaving voor mij en ik moet oppassen want ik beweeg me op een dun koordje. Ik ben niet aan de drugs, aan de alcohol of aan de sigaretten, maar aan het voetbal." Bezieling Zijn dug out staat altijd onder stroom en de elektrische lading straalt af op zijn spe lers. „Overal waar ik kom probeer ik mijn bezieling op de voetballers over te bren gen. Dat kan ik niet uitleggen, dat is ge woon de truc van Luc. Die gasten moeten op een bepaald moment voor zichzelf zeg gen: voor die vent ga ik door het vuur. Kijk, mijn aanpak garandeert nooit een kampioenschap. Maar wat ik wel kan ga randeren is enthousiasme en boven alles eerlijkheid. Als er later een club is die zegt: wij willen die Eilander, en dan niet alleen omdat hij resultaat gaat neerzetten, maar omdat het een betrouwbare vent is, dan pas ben ik echt tevreden. Menselijk en eerlijk zijn vind ik heel belangrijk in het le- Wim Eilander: „Ik speel geen toneel, ik ben mezelf." „Je moet als trainer geen stress en disci pline, maar plezier uitstralen. Ik las pas nog een mooi stukje over die nationale waterpoloploeg. Die pruimen die Trumbic niet meer. Een wereldcoach zeggen ze, maar veel te strak en te veel keurslijf. Dat bedoel ik nou. Die man verstaat kennelijk zijn vak wel, maar krijgt die spelers niet warm. Dat is natuurlijk triest. Je moet de snaren van de sporter raken, dat is je taak als coach." „Ik wind er nooit doekjes om en de spe lers hoeven dat ook niet te doen. Als trai ner zet ik de boel altijd op scherp met een paar pittige teksten. Maar ik roep niet zo maar wat, al ben ik dan een makkelijke flapuit. Het verschil met veel anderen is dat ik het ook waarmaak wat ik zeg. Ik zou Lisse naar de eerste klasse brengen en deed het. Met DOVO werd ik in de eerste klasse kampioen. Vorig seizoen kwam ik in Huizen dat net was gedegradeerd uit de hoogste klasse. Die gasten zaten in een mega-dipje. Ik zeg: in een jaar zijn we te rug en nu zijn we dus terug. Ik bedoel: je krijgt nooit respect voor uitspraken, maar voor vakmanschap. Voetbaltaal „Ik hoef me niet op de borst te kloppen, want zonder die spelers gebeurt er in het veld niets. Zij doen het. Maar ik ben wel een onderdeel van het gezelschap. Ik spreek de voetbaltaal en weet wat er gaan de is in het hoofd van een speler. Na drie nederlagen op rij komen ze naar je toe. Trainer, moeten we de spits niet wat laten zakken? Moet er niet een middenveldertje bij? Kijk en dan begint de ellende als je daaraan toegeeft. Ze willen een zijstraat invluchten, maar je moet juist de hoofd weg blijven volgen. Als trainer moet ik ze daarop wijzen en vooral van kunnen over tuigen." „Met boekenwijsheid schiet je niets op. Je moet je mensen kunnen raken. Ik heb bij Huizen een keer gezegd: als we deze pot winnen ga ik jullie schoenen poetsen. De week erop kwamen ze op de training en* stonden in de kleedkamer al die schoentjes op een rijtje te glimmen en ik zat onder de schoensmeer toen ze bin nenkwamen. Ze vonden het geweldig. Het was Sinterklaas voor die gasten." Voetballers zijn net mensen. Dat weet Eilander als geen ander. „Natuurlijk, en voor mijn top elf ben ik een wereldtrainer, zo gaat dat. Maar die nummers twaalf tot en met achttien. Daar zit mijn week mee vol. En ga maar eens in het massagehok kijken. Aan het aantal spelers dat daar loopt, kun je aflezen hoe de groep ervoor staat. Hoe drukker het daar is, hoe lager je op de ranglijst staat. Ze hebben allemaal wat als het niet draait." Cruijff Eilander beseft dat hij mooi praten heeft als trainer. „Het gaat natuurlijk wel in de eerste plaats om goed materiaal in je se lectie. Cruijff \Vordt met Veendam geen landskampioen." Dat laatste is een cliché en clichés horen eigenlijk niet bij Eilander. Zo zou hij ook nog kunnen zeggen dat hij ze er als coach niet zelf in kan schieten, ook al gedraagt hij zich langs de lijn door gaans als een van de elf. „Je moet kunnen accepteren dat je de zaak tot een bepaald niveau kunt bepalen. Twee weken geleden spelen we tegen Rozenburg. De wedstrijd was over, 0-0, mijn hele dug out was al naar binnen. Krijgen we nog zo'n worm vormig aanhangsel van die negentig mi nuten, je kent dat wel. Een corner, iemand zet zijn flap tegen die bal. Voor het doel wordt die knildcer door niemand aange raakt en met windkracht 9 piest dat ding zo onder de lat en we verliezen met 0-1." Op zulke momenten heeft Eilander het even te kwaad en ontstaat er kortsluiting. In mei vorig jaar zagen de toeschouwers bij Katwijk - DOVO in de nacompetitie daar nog een mooi staaltje van. Eilander en DOVO vochten voor hun laatste kans en kregen vele mogelijkheden op een tref fer. Katwijk kwam een paar keer heel goed weg. Toen de bal voor de derde keer in korte tijd op de paal belandde, sprintte Ei lander het veld in en liet zich voorover in het gras vallen, alsof hij door een nekschot was geveld. „Ja, ik kan me dat geval nog herinneren. Dat zit eenmaal in me. Ik speel geen to neel, ik ben mezelf. Ik ben een hele extra verte jongen. Als ik ergens ben is dat voor 150 procent. Op zaterdagavond kom ik thuis en ben ik volkomen flat out. Over en sluiten. Kan ik niks meer." Misschien nog wel vermoeider dan zijn spelers. „Die duels tegen Katwijk van toen wa ren trouwens legendarisch. Bij DOVO stonden we thuis met 2-1 voor in de rust en Zwaan was met rood vertrokken. Toch verloren we tegen tien man van een bril jant Katwijk. Voor die ploeg kreeg ik zo veel respect dat ik daarna supporter ben geworden. Ik ging nog regelmatig kijken, maar helaas speelden ze nooit meer zoals toen tegen ons." Overal waar hij komt, kiest hij voor flair, aanval en amusementswaarde. „Ik speel met vier spitsen, maar wat zegt dat nou. Je kunt met acht spelen en nog geen goal maken. Het gaat om het avontuurlijke ka rakter van je spelers, ze moeten vooruit kunnen voetballen." „Ooit ben ik wat dat betreft de mist in gegaan. Via Lugdunum (de eerste club van Eilander als trainer, toen nog eersteklas ser, red.) en FC Lisse kwam ik terecht bij Excelsior Pernis, zo'n tien jaar geleden. Het was een vreselijke counterploeg en dat kreeg ik er maar niet uit. Ik zeg na ze ven weken tegen die gasten, als jullie echt niet willen voetballen kap ik er gewoon mee. Dan ga ik nog liever zelf ballen. Ik loop hier alleen mijn stembanden te ver zieken. Toen ben ik in de vierde klasse bij Hilligersberg gaan spelen. Maar voor de winterstop was ik toch weer onder dak als trainer. Bij Lisse, voor de tweede keer dus." Van der Laan „Lisse had een goede jonge lichting in mijn laatste jaren daar. In mijn begintijd als trainer heb ik Frans van der Laan nog gehad als speler. Die vent ademt zo veel voetbal, die arresteerde ik meteen toen hij stopte als voetballer. Hij is voor mij Mister FC Lisse. We waren een goed koppel. We hikten tegen die eerste klasse aan en uit- FOTO KEES VAN HOOCDALEM eindelijk is het gelukt, in '89 promoveer den we. Ik ben nog twee jaar na de pro motie gebleven, we werden tiende en ne gende in de eerste klasse. Met vooral jon ge jongens uit het kampioensteam, die wenste ik niet zomaar naar het tweede te sturen toen ze eenmaal hun missie had den voltooid. Nu is Lisse natuurlijk verder. Het werd duidelijk dat met alleen eigen kweek de eerste klasse een moeilijk ver haal zou worden." Na Lisse volgden drie jaar bij eersteklas ser DOVO, met een tweede, vijfde en eer ste plaats als resultaat. In Huizen toverde Eilander in zijn eerste jaar een titel uit de hoed. Vorig seizoen ging het gerucht dat Frank Rijkaard ging afbouwen bij deze club. „Dat kwam in de wereld vanwege de hoofdsponsor van Huizen die ook veel in vloed heeft bij Ajax. Hij brengt Danny Blind en Frank de Boer wel eens mee bij thuiswedstrijden. Toen ging het verhaal dat hij Rijkaard naar Huizen had gehaald voor een laatste jaartje. Het was een fabel tje, met mij is er nooit over gesproken." Wim Eilander is behalve trainer nog le raar lichamelijke opvoeding op een scho lengemeenschap. Hij hoopt ooit nog eens de curcus Betaald Voetbal te mogen doen en dan op een hoger niveau professioneel aan de slag te kunnen. Als speler is hem dat nooit gelukt. „Ik was een aardige links buiten bij Neptunus vroeger. Eenzijdig be gaafd, heet dat, puur linkspootje. Later ben ik aangetrokken door Excelsior. Ik ziet het nog staan in Voetbal International. Ex celsior, dubbele punt, aangetrokken: Ri- nus Israel en Wim Eilander. Ik voelde me heel wat, want Rinus kwam net terug van de WK in Duitsland. Maar ik heb het niet gemaakt als prof, ik kwam in het tweede." Misschien komt er een herkansing als trainer. „Als je eenmaal kok bent, wil je al tijd chef-kok worden. Ik ben nu voor de vijfde keer afgewezen voor de cursus. Er zitten mensen op die het woord kam pioenschap niet kunnen spellen en dat misschien ook noöit zullen hoeven te kun nen. Maar pardon, ik mag natuurlijk mijn collega's niet bekritiseren, ik mag alleen jaloers op ze zijn." In de snaren van Jan Siemerinks ten nisracket zit weer muziek. De aanvaller zat jarenlang in de verdediging, maar gaat weer met lef naar voren. Op de wereldranglijst staat hij nu 25ste, een plek die hij in '91 ook al eens had ver overd bij zijn snelle doorbraak. „Jan heeft weer het gevoel dat-ie wat is en heeft nu invloed op zichzelf," zegt zijn coach Tjerk Bogtstra. Bogtstra (29) weet veel van tennis. Maar misschien is mensenkennis wel net zo belangrijk voor iemand die een speler als Jan Siemerink begeleidt. De linkshander uit Rijnsburg is een ge voelvol speler, maar ook een gevoels mens. „Het mooie is dat je het rnense* lijke karakter van een sporter groten deels kunt aflezen aan de manier waarop hij in een wedstrijd bezig is. Jan is iemand met veel touch, niet al leen als hij een racket vast heeft." „Ik vergelijk het een beetje met voet ballers. Daar zijn de verdedigers toch vaak de wat sobere, zekere types. Aan vallers zijn gedurfder, creatiever en meestal ook wat makkelijker uit hun evenwicht te brengen. Jan is zo'n typi sche aanvaller. Het is nogal een ver schil met een jongen als Paul Haar huis. Als je met Paul vlak voor een wedstrijd door Manilla loopt en er lig gen daar een paar mensen te verteren en uit te hongeren op straat, dan ver volgt hij gewoon zijn weg en speelt een uur later zoals hij altijd speelt. Dat ligt bij Jan toch weer iets anders." Bogtstra nam een half jaar geleden de coaching op zich als assistent van Frits Don. Siemerink en Don beëindig den hun samenwerking omdat de fut eruit was na vele jaren. Bogtstra ging op eigen houtje verder en sloeg een andere toon aan in de begeleiding. „De gemoedstoestand waarin hij ver keert is enorm belangrijk. Ik heb het gevoel dat Jan zich weer op zijn gemak voelt. Hij straalt weer iets uit, hij is te lang een dood vogeltje geweest. Dat gevoel van 'ik ben weer iets' moet er gens vandaan komen en ik denk dat ik de achtergrond wel een beetje ken." „Jarenlang heeft hij wisselend ge presteerd. Na zijn doorbraak en snelle succes, is hij teruggevallen en op een bepaald moment stond hij zelfs ver buiten de top honderd. Hij kwam van 0, stond opeens in de top 25 en was opeens weer terug bij af. Nu is hij het weer aan het inhalen. Maar dat resul taat heeft volgens mij te lang centraal gestaan in periodes dat het even niet lekker liep. Ik probeer het om te draai en. Eerst plezier dan resultaat. Volgens mij is zin in je werk de basis van alles, hoe kun je anders tot een prestatie ko men? Als ik om me heen kijk in het buitenland weet ik soms niet wat ik zie. Als ik die vrouwen op de baan zie trainen en die bekkies zie, zouden die nou ook maar een moment van genot hebben op die baan?" Volgens de oude leermeester van Siemerink, Frits Don, is de speler dui delijk weer in zijn element na de breuk. Don: „Ik heb jarenlang fantas tisch met hem gewerkt, maar op den duur zat ik te veel op zijn nek en werk te het belemmerend. De wisseling was bevrijdend. Ik heb het zelf aangegeven: Jan, ik kan je de vleugels niet meer ge ven, je kunt beter Tjerk nemen." Keuzes Jan Siemerink heeft nu beide coaches en beide kanten van de medailles ge zien, is inmiddels 25 jaar en lijkt in ve le opzichten volwassen te zijn gewor den. Bogtstra: „Hij maakt keuzes en dat zijn ook mijn keuzes, alleen ik maak ze niet voor hem. Ik wil iets, maar spreek het niet uit en wacht tot hij er mee komt. Hij heeft weer invloed op de zaken, op zichzelf ook. Toen hij me vroeg, voelde ik dat het goed was, want mezelf aanbieden wilde ik niet. Ik ben achter de persoon gaan staan." Bogtstra, slechts vier jaar ouder dan zijn 'leerling', heeft voldoende bagage, al heeft hij zelf een bescheiden carrière achter de rug. „Ik ben al op mijn 24ste gestopt met proftennis. Dat had diver se oorzaken. Ik werd geconfronteerd met het overlijden van mijn moeder en daarnaast lag ik twee keer plat met een hernia. Al heel snel moest ik besluiten om me op het trainersvak te concen treren. Als tennisser stelt mijn loop baan daarom internationaal gezien niet zo veel voor. Nationaal heb ik vijf jaar eredivisie met Paul Haarhuis ge speeld." Bogtstra weet niet precies waar de grenzen van zijn pupil liggen. Het is ei genlijk verbazend hoe snel Siemerink terug is in de top 25, puur op basis van meer spelvreugde, meer vertrouwen en meer rust. Want in het half jaar dat Bogtstra hem begeleidt is de lefty qua techniek en taktiek niet veel veran derd. Er moet dus nog meer in zitten bij Siemerink. Dit zou slechts het begin kunnen van een nieuwe sprong rich ting top 20. „Jan is goed in tennis. Dat kan na tuurlijk niet anders als je bij de beste 25 van de wereld hoort, zo simpel is dat voor mij. Misschien zit er nog meer in. Hij is nog niet uitgeleerd. Stanley Franker noemde' ooit de top 5, maar dat gaat mij toch te ver. Daarvoor zit ten er te veel hiaten in zijn spel. Zijn service-return, zijn eerste volley en passing-shot zijn zeker niet van dat ni veau. Tennis is een power-sport ge worden en Jan is geen krachtmens. Kijk eens naar een jongen als Kafelnik ov, misschien geen speler met het bal gevoel van Jan, maar ik vraag me af of Jan er ooit van zal winnen." Het niveau tussen plaats 20 en 50 - waar de Nederlandse toppers zich veelal ophouden - wordt wel eens als de comfort-zone aangeduid. Spelers die te weinig presteren en te veel geld verdienen. Want een tennisser mag links en rechts wel een wedstrijd ver liezen, zijn inkomen en ranking lopen niet direct gevaar. Volgens Bogtstra be zondigen Krajicek, Siemerink, Haar huis en Eltingh zich niet aan misbruik van het systeem. „Ook al heeft Jacco Eltingh dit jaar al dertien keer in de eerste ronde van een toernooi verlo ren, ik durf te stellen dat de-jongens het uiterste doen om hoger te komen. Maar McEnroe heeft gelijk als hij zegt dat je geen topper meer hoeft te zijn om miljonair te worden. De nummer 50 van de wereld die nog nooit een toernooi heeft gewonnen, kan al een miljoen gulden verdienen." Geringschattemd „Ik vind de kritiek op de tennissers niet terecht. We doen in Nederland soms een beetje geringschattend over onze topspelers. Tegenwoordig is bijna elke speler uit de top 200 een bedrei ging, makkelijke rondes zijn er niet meer. Als Haarhuis in de buurt van de top 20 staat is dat een wereldprestatie. Hij heeft niet het talent van Pete Sam pras. Als Sampras 1 is en Haarhuis 17 dan zijn ze voor mij op dat moment even groot." Zijn eerste wedstrijd als scheit rechter was niet wat je noe veelbelovend. Blauw Wit 9-7 BA 2. Hij had nogal weifelend gefi ten. toen hij tenslotte, ditmc overtuigd van zijn gelijk, keer krachtig op de fluit blu Een speler draaide zich om. ke de debuterend scheisrecln 'Omdat ik heb besloten dat wedstrijd is afgelopen, jong. 'Uw beste beslissing van i middag, meneer. Ja. in de tijd van Leo Hoi was de scheidsrechter nog et meneer. 'Leo Hom floot voetba zei Frans Derks op TV over c overledene. Hom floot buiten t regels om. Horn nam ooit tijdei PSV-Sittardia zelf een corne omdat er naar zijn zin werd gt treuzeld. Hij legde het spel st om te applaudiseren voor ee staaltje van Willy Dullens. vol wie hij een zwak had. Hij lega Sjaak Swart eens. toen deze no Sjakie was. als een kwajonge over de knie en gaf hem een kla op de billen. Hij floot in ee, wedstrijd tussen Ajax en De Vo lewijckers op een hete dag, stam 8-0, 20 minuten na de rust voo het einde, tegen de beide aan voerders zeggend: 'Liet is genoe, zo, ik denk niet dat het nog ge lijk wordt en ik heb het warm kom, we nemen er één met zijl allen, ik betaal. De stelling dat scheidsrechter goed zijn zo lang ze niet opval len, heeft Hom altijd aan- ziji laars gelapt. Op 'Zuilen' liet hi zich op de middenstip afzetter door een helikopter en clat wai nog één van zijn minst opval lende daden. Liét ju weel op zijn kroon wai merkwaardig genoeg een vriendschappelijke wedstrijd. Engeland-Hongarije, 1953. Hom betrad Wembley voor deze (na later bleek, maar de Nederland se arbiter had dat al voorvoeld) historische wedstrijd niet in standaard-zwart, maar sprong in het oog in een chique, op maat gesneden grijs pak. Hom was voorde duvel niet bang. Op het WK 1962 werd hem de kwartfinale tussen gastland Chi li en Rusland toevertrouwd. Geen fluitje van een cent. De Chilenen hadden het zover ge schopt door zich in de duels daarvoor, met name tegen Italië, bij de beesten af te gedragen. Het was broeierig. De atmosfeer in het stadion was nogal geladen. Elke in Chileense ogen verkeerde beslissing kon zijn doodvonnis zijn. Horn was er dus bij gebaat geen enkele vonk van liet veld over te laten slaan naar de tri bunes. Maar hoe? Hij sprak Spaansnocli Russisch. Hom heeft er een nacht slecht van geslapen, wist niet hoe het aan te leggen, wenkte nochtans de aanvoerders bij zich voor de toss en sprak ze, nee, snauwde ze in onvervalst jiddisch toe hoe slecht het eten in het hotel hem beviel, hoe koud het 's winters soms zijn kan in Nederland en nog wat van zulks. De Chileen en de Rus verstonden er natuur lijk niets van, maar begrepen de boodschap. Zelden behoefde Hom de match voor een freekick te onderbreken. Een jaar of wat geleden mocht ik Llorn eens interviewen. Voor malig FIFA-voorzitter Sir Stan ley Rous kwam ter sprake. De Engelsman had in 1966 per soonlijk zijn invloed aangewend om Llorn het WK in Engeland te onthouden. De aanleiding was een open brief, waarin llorn ver kondigde dat de wereldvoetbal bond geleid werd door drie hoogbejaarde, arrogante Britten: Sir, Stanley en Rous. Goed, het ging dus over Rous. Llorn liep eerst rood aan, dan blauw, er spoot vuur uit zijn ogen, vertwijfeld vroeg ik me al af hoe ik Rous toch in godsnaam in het bijzijn van de oude man ter sprake had kunnen brengen, de grote scheidsrechter haalde nog eens diep adem, zei nog wel 'over de doelen niets dan goeds' en zette het toen met bulderende stem wel zó op een 'graven' dat Rous nog vele tientallen nieters dieper onder het gras werd ver borgen. Horn was niet meer tot bedaren te brengen. Het antwoord, een preek van 3% minuten, was ongeschikt voor uitzending, dat wist ik al na twee zinnen, toch durfde ik Horn niet in de rede te vallen. Een meneer val je namelijk niet ifi de rede. Frank Snoeks is ver- slagge- ver van Studio Sport.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 21