Het lijden van scheiden
M
Tot waar?
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1995
Onze Taal
Z,
OCT S^l
n' cheiden doet lijden en soms le
vin W. W vens'an8- Het verdriet dat loskomt
£v] na een relatiebreuk kan omslaan in
rancune en in het uiterste geval in diep door
ijl leefde haat. Willem-Jan van de Wetering kan
er enigszins van meepraten; zijn 'ex' moet
zjjl nog altijd niets van hem hebben. Maar als
U{I het gaat om zijn eigen aftermath of a divorce
i is hij nog betrekkelijk goed af, vergeleken
met lotgeloten. Hij sprak voor z'n boek tal
'st J van gescheiden mensen, die bijna geen leven
J hebben door de pesterijen van hun gewezen
00j voordeurdelers. Nadat het magnetisch veld
J van de liefde voorgoed is uitgewerkt, culmi-
neert het grote afstoten niet zelden in een
zjn| primitief soort afrekening met de vroegere
j0l| partner. Of in elk geval de wens daartoe. Ha-
^jj perende omgangsregelingen, waarbij de kin
deren als chantagemiddel worden misbruikt.
jlu| Slepende briefwisselingen tussen advocaten.
Nachtelijke telefoontjes. Bedreigingen. In het
uiterste geval het plegen van crime passionel.
Hoe diep haat zich in iemand kan worte
len, werd Van de Wetering gewaar toen hij
een gescheiden man vijftien jaar na de rela
tiebreuk hoorde verzuchten dat 'die teef wat
hem betrof vlak voor z'n ogen overreden
mocht worden. En dan kon de bewuste auto
mobilist rekenen op zijn applaus.
Het was niet Van de Weterings eerste optie
om met Mijn ex haat me de mislukking van
'j' een bijna twintig jaar durend huwelijk van
ke zich af te schrijven. „Het zal zeker geholpen
kuj| hebben bij m'n eigen verwerkingsproces.
I 2j Maar ik heb vooral willen aangeven wat re-
vanchistische gevoelens met mensen kun-
^nen doen. En hoe zinloos het is te haten.
6 Kernpunt van wat ik wil betogen is dat wie
haat daarmee niet alleen een ander lastig
)ai1valt, de persoon in kwestie heeft er vooral
mg
zichzelf n
Op verzoek van de auteur heeft psycholo-
ge Astrid te Koppele met haar bijdragen een
^wetenschappelijke toets aan 'Mijn ex "haat
nia"
i de Wetering; „Wie zichzelf lief heeft, kan een ander niet haten."
0 PHOTOS DE BOER BABETTE STAPEL
trachten te geven. Vóór alles .wilde Van
de Wetering voorkomen dat zijn boek als een
bundel vol psychologie van de koude grond
terzijde zou worden geschoven. Los daarvan
achtte Van de Wetering het op z'n plaats dat
de materie ook vanuit de vrouwelijke invals
hoek bekeken werd.
b(
Aanbevelingen
Er valt waarachtig wel een streep onder het
verleden te zetten. Althans, in zijn boek ver
strekt Van de Wetering deze aanbevelingen:
„Leer jezelf lief te hebben. Ga met jezelf aan
het werk. Leer te vergeven, hoe moeilijk en
vervelend misschien ook. Wie zichzelf lief
heeft, kan een ander niet haten."
Openhartig beschrijft Van cje Wetering in
'Mijn ex haat me' hoe zijn huwelijk na 19
jaar strandde. Lang had hij zich gelukkig ge
voeld, niets aan de hand. En voor zover Van
de Wetering zijn echtgenote in al die jaren
van hun samenzijn heeft kunnen peilen, was
zij uitermate content met haar huiselijke be
staan. Natuurlijk waren er wat irritaties.
Maar in welk huwelijk niet, elk huisje heeft
toch z'n kruisje?! Het stoorde haar dat hij zo
makkelijk het werk toeliet tot het privéleven.
Altijd maar weer die rinkelende telefoon, zel
den de regelmaat die de CAO werknemers in
loondienst dicteert. Op zijn beurt bevreemd
de het hem dat Kitty altijd maar achter dat
^aanrecht stond, terwijl in zijn optiek ze met
voldoende talenten was gezegend om haar
horizon verder te laten reiken dan de keu
ken. Ze wilde daartoe volgens Van de Wete
ring niet de moeite nemen.
De laatste drie jaar boterde het naar zijn
gevoel niet meer zo me't z'n vrouw en begon
Hhet boterbriefje in te scheuren. Hij vroeg zich
heimelijk af of hij zo tot z'n dood toe door
wilde leven. Van de Wetering betrapte zich er
steeds meer op te hunkeren naar verande
ring, naar avontuur. Zijn vrouw was naar zijn
de jaren op zijn moeder gaan lij
ken. Terwijl hij Kitty toch uitdrukkelijk als
had getrouwd. En opeens klonk
daar het verwijt dat hij, Willem-jan, zijn uit
geverij naar de knoppen had geholpen. On
danks alle inspanningen die hij zich had ge
troost de zaak te redden. „Achteraf kan ze
zich het niet meer herinneren mij dat ooit te
hebben verweten, maar in mij was er iets ge
broken."
Het duurde nog even, voordat Van de We
tering zijn vrouw verliet. Wel opperde hij een
tijdelijke scheiding. „Ik besefte maar al te
goed dat het voor haar, voor wat nu m'n 'ex'
mijn vertrek een drama was. Al haar vas
tigheid was gebaseerd "op mijn gaan, mijn
komen, mijn inkomen en mijn ideeën."
Mooi en nobel om in het kader van 'verbe
ter de wereld en begin bij jezelf de aanbeve
ling te doen van jezelf te leren houden opdat
niet langer in wrok wordt omgezien naar
'ex', die vrijwillig is opgestapt. Maar pro
beer die negatieve energie eens uit te schake
len op het moment dat je als 'slachtoffer' op
straat je 'ex' tegenkomt met de nieuwe verove
ring. Moet die ander dan ook sympathiek
worden gevonden
,Nee, dat hoeft nu ook weer niet. Waar het
rst en vooral op aankomt is houden van je
zelf. Dat is de basis. Op het moment dat je
gaat haten, hou je niet meer van jezelf. Neem
het geval 'Kees', dat ik in mijn boek heb be
sproken. Die zat zo vol haat ten opzichte van
ex', dat zijn nieuwe relatie eraan kapot
klj. Maar ook als je van jezelf hebt leren hou
den, valt er moeilijk voorbij te gaan aan druk
buitenaf Reken maar dat haatdragende
mensen primitief kunnen handelen. Hoe
d if wij Is worden kinderen niet als chantage
middel gebruikt? Ga maar eens onbekom
merd om met nachtelijke telefoontjes. Om
maar te zwijgen over de auto die bekrast en
gedeukt langs de weg staat.
„Toch is het zaak je voor al dat onheil af te
sluiten. Dat is niet zo moeilijk als vaak wordt
gedacht. Er zijn goede methodes voor. Na
tuurlijk ontbrand ook ik zo nu en dan. Maar
dat duurt maar even, omdat ik volkomen ge
fixeerd ben op m'n eigen geluk, m'n nieuwe
leven. Je kunt jezelf beschermen door alles in
het positieve te trekken. Al de haat die wordt
toegeworpen bagatelliseren. Zelfs als de auto
helemaal bekrast is maar denken: 'Mooie
kans om die wagen helemaal over te laten
spuiten'."
Alles goed en wel, maar een dergelijk stand
punt is toch niet houdbaar?!
„Absoluut wel. Sterker nog: het is de enige
methode om met de haat van die ander om
te gaan. Hoe meer je je erover gaat opwin
den, jezelf verlaagt om terug te schelden, ook
met advocaten in de slag gaat, des te erger
het voor jou wordt. En daarmee krijgt die an
der nou net de bevestiging van z'n haat."
Maar hoe om te gaan met de belastende
verhalen die 'de andere partij' over jou op
hangt, de kinderen zó geloofwaardig voorge
dragen dat het nageslacht je compleet uit
kotst?
„Een dergelijk verhaal heb ik opgenomen
in het hoofdstuk Pesterijen Ik heb iemand
gesproken, heel geëmotioneerd was hij. Let
terlijk zei die man: 'De kinderen komen thuis
met verhalen over mij, werkelijk niet te gelo
ven'. Hij vroeg zich af wat-ie moest doen. Na
ampel beraad zag hij ervan af haar verhalen
te ontzenuwen. Niet over de hoofden van de
kinderen terug gaan schelden van 'die god
vergeten trut dit en dat'. Hij wilde ze op hun
jonge leeftijd niet nog eens choqueren. In
plaats daarvan heeft hij ze een brief geschre
ven en die gedeponeerd bij de notaris. Pas
op hun achttiende mogen ze zijn visie op het
hele gebeuren lezen. En wat ze er dan mee
willen doen, is aan hen."
Jaloezie
In essentie komt haat voort uit pure jaloezie.
Zo veel is hem na de vele gesprekken met
'Mijn ex haat me'
Levensvragen te over na een echtscheiding. Hoe kon het zo ver
komen? En waar is het fout gegaan? Onvermijdelijk wordt ook de
schuldvraag aan de orde gesteld; een oude Hollandse wijsheid
zegt nu eenmaal dat waar tivee kijven er twee schuld hebben.
Publicist Willem-Jan van de Wetering, bekend ook als
presentator van het zondagse Jomanda-programma op Radio
Noordzee Nationaal, weet wat het is door de rancune van de
vroegere partner te worden achtervolgd. Hij toetste zijn eigen
ervaringen aan die van andere gescheiden mensen. De titel van
zijn boek 'Mijn ex haat me' spreekt in dat verband boekdelen.
^MSSSEEmEEEnSMS^
lotgenoten („Ik ben onder meer aan ze geko
men door advertenties te plaatsen in lande
lijke dagbladen") wel duidelijk geworden.
„Het steekt de een die in de shit zit, dat het
de ander zo veel beter gaat. Een markant
voorbeeld is wat dat betreft het geval-Patri-
cia. Alles viel weg, toen haar man haar ver
liet. Die vrouw bleef achter met een baby. Ze
was de wanhoop nabij. Een jaar lang heeft ze
gejankt en nog eens gejankt. Haten deed ze
die ploert van een Ron. Maar na verloop van
tijd leerde ze zich af te sluiten voor de ellen
de. En nu is Ron, die toch de boel in de steek
heeft gelaten, de hatende partij. Omdat hij
het niet uit kan staan dat Patricia zich tegen
woordig zo aardig weet te redden."
Ex-geliefden kunnen elkaar wat aandoen.
Wat dat betreft heeft de hang naar revanche
generaties overleefd. Maar de Nederlandse
wetgeving stelt zich vergeleken met vroe
ger veel minder star op ten aanzien van
'duurzame ontwrichting'. Statistisch bezien
komt het nu in een op de drie huwelijken er
niet van dat de dood 'ons' scheidt. Mede als
gevolg van de strengere sociale controle, de
invloed van de kerk, de economische afhan
kelijkheid van de vrouw en wat dies meer zij,
waren 'echtelieden' in het verleden veel
meer geneigd langer met elkaar onder één
dak te verkeren. Desnoods wegslikkend dat
de echtelijke woning tot een sleurhut was
verworden.
„Ik heb geenszins de behoefde me op te
werpen als de new age-goeroe, maar per
soonlijk ga ik ervan uit dat toeval niet be
staat. Dat je niet toevallig leeft, niet zo maar
mensen ontmoet. Ik ben ervan overtuigd dat
het leven een grote les is. En ook een relatie
maakt daar onderdeel van uit. Die lijn door
trekkend kun je tot geen andere conclusie
komen dan dat het huwelijk met die partner
was voorbestemd
Hou nou toch op, het is toch gewoon een
kwestie van vonken overslaan tussen tivee
personen. Verliefd, verloofd, getrouwd.
„Het klikt tussen twee personen, omdat de
een de ander nodig heeft. Om te putten uit
eikaars energie, om van eikaars fouten te le
ren. Het vergt een omslag in denken, maar'
probeer na een scheiding jezelf eens af te
vragen in hoeverre je met die relatie bent op
geschoten. En verdomd, als je heel eerlijk te
genover jezelf bent moet je erkennen het een
en ander van die ongelooflijke trut of die on
voorstelbare klootzak te hebben opgesto
ken."
Van de Wetering zegt een andere kijk op
het leven te hebben gekregen. Hij gelooft nu
heilig in reïncarnatie. Twee jaar geleden had
hij, Van de Wetering zegt het eerlijk, het
hoofdstuk Van de andere kant bekeken niet
uit zijn pen kunnen krijgen. Hij beaamt niet
alleen beroepsmatig onder de invloedsfeer
van het genezend medium Jomanda te zijn
gekomen.
„Ik wist niets van reïncarnatie, karma en
wat dan ook af. Wat ik van haar heb geleerd
is dat het leven best eens een heel andere be
tekenis zou kunnen hebben dan ik voordien
Ik raakte gaandeweg gefascineerd
door de vraag wat de zin van het leven is. En
wat reïncarnatie behelst. Om dat te weten te
komen moet je in regressie-therapie. Heb ik
ondergaan. En kreeg beelden door, die ik an
ders nooit gewaar was geworden. Ik weet nu
dat enkele van mijn obsessies uit een vroeger
leven stammen. Bijvoorbeeld mijn verschrik
kelijke voorliefde voor Amerika. Nu staat het
voor mij vast dat ik er in een vorig leven heb
gewoond."
Even aangenomen dat reïncarnatie bestaat,
zou je het in een volgend leven dan opnieuw
met je 'ex' willen proberen?
„Gesteld dat reïncarnatie bestaat, dan ken
den wij elkaar van vorige levens en was het
de bedoeling dat wij in dit leven met elkaar
trouwden. Heel waarschijnlijk dat we elkaar
in een volgend leven v
Als het inderdaad allemaal zo gaat, krijgt
dus elk mislukt huwelijk z'n herkansing?
„Hoeft niet. Het kan best zijn dat ze mijn
vader wordt, mochten we na dit leven nog
niet uitgeleerd zijn."
Hij hoopt vurig dat zijn 'ex' zijn boek ooit
onder ogen krijgt. Misschien dat ze toch iets
van de inhoud meeneemt. „Ik heb mijn
scheiding alleen maar beschreven om aan te
geven hoe jammer het in feite is dat mijn 'ex'
niet met haar leven doorgaat. Niet haar ta
lenten gebruikt, niet gaat werken. Waardoor
ik me moet blijven houden aan de verplich
ting maandelijks te betalen. Vermoedelijk
denkt ze me daarmee aan m'n been te heb
ben. Nou, ik betaal graag."
De alimentatie automatisch van zijn reke
ning laten boeken, is hem te onpersoonlijk.
Bewust schrijft Van de Wetering elke maand
een cheque uit. Niet zonder ironie merkt hij
op dat er aldus iets van een 'persoonlijke
band' blijft bestaan. „Dat maandelijkse be
drag is in feite niet mijn probleem, het is het
hare. Het zou voor haar veel beter zijn iets
zinnigs te gaan doen. Een baan zoeken, bij
voorbeeld. Maar omdat ze maar niet over die
haat kan heen stappen, beperkt ze haar acti
viteiten tot het schrijven van een pissig brief
je als ik eens een dag te laat betaal. Triest,
hoor."
Tot waar gaat tot eigenlijk? Of an
ders gezegd: tot hoe ver strekt tot
zich uit? Voordat u gaat denken dat
ik door de warmte bevangen ben,
en wartaal uitsla, zal ik eerst rustig
uitleggen waar ik het over heb. Het
gaat eigenlijk om iets heel gewoons.
Het woordje 'tot' is namelijk dood
gewoon; geen problemen, zou je
zeggen. Toch gaat er wel eens wat
mee mis. En dan pas ga je je afvra
gen tot waar tot eigenlijk gaat.
Stel, u werkt bij een verzorgende instel
ling. Zorg aan huis voor gehandicapten
en bejaarden. Er moeten dagelijks afspra
ken gemaakt worden met de collega's. Wie
gaat er woensdag en donderdag naar me
vrouw X, en wie doet de eerste helft van de
week meneer Y? Sommige dagen is er geen
hulp nodig want dan is er familie. Of me-
vrouw X gaat een paar dagen met vakantie.
Dat moet onze verzorgende instelling na
tuurlijk secuur bijhouden. Er is dan ook een
centrale agenda waarin dat wordt opge
schreven. Een van de collega's noteert: me
vrouw X heeft hulp nodig tot donderdag.
Goed, dat is duidelijk: tot donderdag. Of
toch niet zo duidelijk? Moet er op donder
dag nog iemand naartoe, of is woensdag de
laatste zorgdag? De één houdt het op
woensdag als laatste dag, want er staat toch
'tot donderdag'; en de ander meent stellig
dat tot donderdag betekent dat ook de don
derdag er nog bij hoort. Ziedaar de kwestie.
Tot hoe ver gaat 'tot donderdag'? Is dat in
clusief de donderdag of exclusief de don
derdag? Als u me niet gelooft, dat mensen
dit verschillend opvatten, moet u het thuis
maar eens proberen. Vraag het eens aan
een kamer met mensen, en gegarandeerd
zullen de meningen verschillen. Oppassen
dat er geen ruzie van komt.
Wie misverstand voorkomen wil, kan na
tuurlijk zeggen 'tot en met donderdag'; of
als mevrouw X dan al weg is: 'tot en met
woensdag'. De ene partij ziet hierin zelfs
een sterk argument: als de donderdag erbij
hoort, moet je zeggen 'tot en met donder
dag'. Daaruit volgt toch dat alleen maar 'tot'
exclusief de donderdag is?
Inderdaad lijkt 'tot' zich uit te strekken
tot aan het genoemde, zonder het genoem
de in te sluiten. Maar wie dat bedoelt, zal
meestal zeggen 'tot aan'. Hetgeen er toch
weer op lijkt te wijzen dat 'tot' ook wel een
beetje 'tot en met' betekent.
Wat bedoelt u, als u in een hotel zegt dat
u tot donderdag blijft? Dat is niet tot
aan woensdagnacht 24.00 uur. Waarschijn
lijk vertrekt u pas om 10.00 uur van de don
derdagochtend. Is 'tot' ook een beetje 'tot
Als u met vakantie bent tot 29 augustus,
bent u dan de 29ste weer aan het werk of
pas de 30ste? Ik neig ertoe te denken dat u
de 29ste weer werkt. Maar ik weet dat me
nigeen verwacht dat u pas de 30ste weer
aan de slag bent. Vandaar dat ik om misver
stand te voorkomen, zou zeggen 'tot aan' of
'tot en met'. Dan is er geen twijfel mogelijk.
Maar drommels nog aan toe, ligt de bete
kenis van 'tot' dan niet vast? Iedereen kent
dat woordje toch, iedereen gebruikt het, en
zouden we nu ineens niet meer weten wat
het betekent? Het moet toch mogelijk zijn
om vast te stellen tot hoe ver 'tót' zich uit
strekt?
Ik denk dat dat inderdaad wel mogelijk is.
Ik denk ook dat 'tot' niet betekent 'tot en
met', maar veeleer 'tot aan'. Maar waar de
grens ligt bij 'tot donderdag', is gecompli
ceerder dan het lijkt. Tot donderdag is niet
simpel woensdagnacht 24.00 uur. De grens
is de natuurlijke grens in een bepaalde situ
atie of context. Bij hotels ligt de grens niet
midden in de nacht majir 's morgens circa
10.00 uur. Tot donderdag is dan vanzelf: tot
donderdagochtend 10.00 uur. Bij verzor
gende instanties ligt de grens anders. Laten
we zeggen ergens tussen het laatste bezoek
van woensdag en het eerste van donderdag.
In dat geval betekent 'tot donderdag' vol
gens mij 'tot aan donderdag', oftewel exclu
sief donderdag.
Gegeven de onzekerheid bij veel mensen
is het wijs om dan maar 'tot aan' of 'tot en
met' te gebruiken, als het erop aankomt. Als
we afscheid nemen, is er in ieder geval geen
noodzaak om te zeggen: 'Tot en met vol
gende week!', of'Tot aan vrijdag!'
I iets tegen elkaar zeggen. Tot volgende
week? l ot vrijdag? Wat nu 'tot volgende
week'? De tijd dat ik je zal moeten missen?
Het wordt er niet duidelijker op als ik zeg
'Tot en met volgende week!' Als we het tijd
stip noemen waarop we elkaar weer hopen
te zien, waarom zeggen we dan 'tot'?
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands