'Bevolking moet zelf eind
maken aan bewind-Karadzic'
In Poncke's ogen woont een Haags jochie
Feiten &Meningen
Karadzic en
Mladic snel
voor gerecht
VRIJDAG 28 JUL11995
OPINIE
Radko Mladic en Radovan Karadzic zijn
oorlogsmisdadigers. Het Joegoslavië-tribu-
naal van de Verenigde Naties heeft het
Bosnisch-Servische tweetal deze week in
staat van beschuldiging gesteld. Tevens is er
een arrestatiebevel uitgevaardigd. Probleem
is echter om de generaal en zijn president
in het beklaagdenbankje in Den Haag te
krijgen. Mladic en Karadzic zullen zich in
ieder geval niet vrijwillig melden. En van de
bevriende Joegoslavische regering hoeft
voorlopig ook geen medewerking te worden
verwacht.
Mladic komt bij zijn veroveringstoernee
door het oosten van Bosnië keer op keer in
lijfelijk contact met VN-blauwhelmen. Hij
maakt eens een praatje, drinkt een stevige
borrel (niet waar, overste Karremans?),
wuift samen met hen vriendelijk duizenden
moslims naar de verdoemenis, en inspec
teert het door de VN 'vrijwillig' aan hem af
gestane materieel. Misschien dat iMladic bij
een volgend bezoek aan een zogenaamd
door blauwhelmen beveiligde enclave (Go-
razde? Bihac?) eens minder correct kan
worden ontvangen. De VN'ers zouden de
schurk in gijzeling kunnen nemen, ze weten
immers precies hoe dat moet!
Nee, dat kan niet. De blauwhelmen heb
ben geen opsporings- of aanhoudingbe
voegdheid. Formeel moet worden gewacht
tot Mladic en Karadzic en de overige
ruim veertig gedagvaardigde Serviërs
zich buiten de grenzen van hun zelf gepro
clameerde staatjes begeven. Onzin natuur
lijk, er zijn genoeg andere manieren. Het
gijzelen oog. om oog, tand om tand im
mers is de enige taal die de Serviërs ver
staan door de blauwhelmen is er slechts
één van. De VN zouden daarvoor eens te
rade moeten gaan bij Israël. Dat heeft erva
ring met het voor de rechtbank brengen
van onwillige oorlogsmisdadigers.
Het ontvoeren van Mladic en Karadzic
moet niet al te moeilijk zijn. De twee kun
nen dan voor de poorten van het Vredespa
leis worden gedeponeerd, waar de tijdig ge
waarschuwde politie de schurken kan inre
kenen. We noemen die kidnapping dan ge
woon 'evacuatie' het Bosnisch-Servische
eufemisme voor 'etnische zuivering' en
massadeportatie van de moslims en
geen advocaat die de geldigheid van de
aanhouding kan betwisten.
Een grootscheepse undercoveractie van
de Fransen behoort ook tot de mogelijkhe
den. Parijs heeft tenslotte eerder deze week
al geoefend met het in het geniep bombar
deren van de Bosnisch-Servische 'hoofd
stad' Pale. Dat het bombardement door de
Fransen niet wordt bevestigd maakt het
juist des te aannemelijker.
En anders kunnen Britse commando's
misschien de twee in Pale 'ophalen'. De
Britten hebben ervaring met acties achter
de gevechtslinies in Joegoslavië en kunnen
met zo'n actie de in de kwestie Bosnië hoog
van de toren kraaiende Fransen de mond
snoeren. En daarbij, premier Major kan ook
wel weer eens een succesje gebruiken.
Of, heel vilein gedacht, is de oplossing
nog simpeler. Als de overste Karremans zijn
'vrienden' voor een tegenbezoek op de bor
rel uitnodigt? Als de wil er is dan hoeft het
niet lang te duren of Mladic en Karadzic zit
ten in Den Haag.
HANS JACOBS
Hormonen en hoge idealen bepaalden zijn
leven. Ze brachten hem vreugde naast el
lende en verdriet. Herhaaldelijk belandde
hij achter de tralies en uiteindelijk in een
rolstoel. Maar hij gaat door met wat hij ziet
als zijn missie: het bestrijden van het
kwaad. Zolang hij het kan opbrengen, en
dat is misschien niet zo lang meer. Poncke
Princen voelt het einde naderen en ontleent
daaraan de behoefte zijn levensloop te boek
te stellen. Het resultaat is een intrigerend
menselijk document.
Er zijn van die mensen die nooit helemaal
volwassen worden. Johannes Cornelis
('Poncke') Princen is zo iemand. Hij mag
dan bijna 70 jaar zijn, binnenin dat door
een polio-variant, kanker en twee hersen
bloedingen zwaar gehavende omhulsel zit
nog altijd een Haags jochie dat groots en
meeslepend wil leven. Een eigenwijs maar
aardig ventje dat geen onrecht kan velen.
Een romantische dwarskop die zichzelf een
leven lang in de wielen reed doordat hij al
tijd meende voor de underdog te moeten
opkomen. Van afstand is Princen een half-
invalide man op leeftijd. Maar wie naderbij
komt en met hem praat, ziet die slimme,
vrolijke ogen. In die ogen woont dat Haagse
jochie nog steeds.
Zelf weet hij ook wel dat hij niet de makke
lijkste is. In zijn boek rept hij bijvoorbeeld
over zijn „ingewikkelde, tegenstrijdige ka
rakter", zijn „gruwelijke geldingsdrang" en
zijn „theatrale en romantische inslag". Het
bracht hem als 17-jarige tot het plan zich in
Engeland aan de zijde der geallieerden te
scharen. Verder dan de Belgische grens
kwam hij echter niet. Hij werd opgepakt en
verzeilde na onder meer de kampen Vught
en Amersfoort in enkele werkkampen in
Duitsland.
Dat theatrale en romantische droeg ook
veel bij aan zijn bekering tot het katholicis
me. Zijn sociaaldemocratische ouders wa
ren niet gelovig. Maar op bezoek bij zijn
zwaarToomse opa en oma raakten hij en
zijn broer Kees hevig onder de indruk van
het religieuze ritueel. „Toen we terugkwa
men, vrpeg ik of we niet ook konden bidden
voor het eten. Wist ik veel dat mijn vader
atheïst was en mijn moeder fel tegen de
'zwartrokken'?"
Vader en moeder Princen legden Poncke en
Kees echter niets in de weg en het duo werd
katholiek. Later gingen ze zelfs in Weert
naar het seminarie. Poncke kwam daar in
conflict met de leiding en vertrok, wat hij
aldus toelicht: „Ik ben nooit goed geweest
in het sluiten van compromissen, zeker niet
als mijn rechtvaardigheidsgevoel in het ge
ding was".
Pas na de oorlog hield hij het roomse geloof
voor gezien. Tijdens een biecht erkende hij
de zonde der onkuisheid met een ander. Op
de vraag of hij er spijt van had, antwoordde
Poncke: „Nee, Vader". Waarop de geestelij
ke zei: „Dan kan ik niets voor je doen". Dat
deed de deur dicht. Princen: „Ik had het
kunnen zien aankomen. Eerlijk wilde ik wel
zijn, maar seks opgeven was ondenkbaar".
Die drang der hormonen heeft hem trou
wens wel vaker parten gespeeld. Bijvoor
beeld later in Indonesië, toen hij als ge
trouwd man tot over zijn oren verliefd werd
op een andere vrouw. „Ik zat ineens met
twee vrouwen opgescheept en dat kon na
tuurlijk niet goed gaan." Dat ging het ook
niet. Een scheiding was het gevolg. Hard-
leërse Poncke verwekte nog weer later een
kind bij een Indonesische huishoudster en
ook dat betekende natuurlijk onheil: „Weer
was er door mijn eigen stomme schuld een
urgente situatie ontstaan".
Ook op andere gebieden is Princen altijd
nogal vurig geweest. Steeds bereid om man
en paard te noemen als iets hem niet beviel.
Zo werd hij als Nederlands dienstplichtige
in Indië eens zonder hoofddeksel aange
troffen. Het rapport daarover werd voorzien
van een verkeerd tijdstip, waardoor hij ook
nog eens de avondklok zou hebben overtre
den. Poncke woest. Riep op de kamer tegen
zijn maats, terwijl buiten een luitenant luis
tervinkte: „Moeten ze mij hebben, dat stel
letje hufters. Het leger zit vol lullen en de
grootste is (generaal) Kruis". Hopla, veer
tien dagen zwaar arrest.
Voor het eerste onttrok Princen zich aan de
krijgsdienst in Nederland. Het was 1946 en
hij was gelegerd in Ede. toen bekend werd
dat de regering dienstplichtigen naar Indië
zou zenden. Nu zag Princen daar niets in,
dus smeerde hij hem naar Frankrijk. Samen
met „de plaatselijke schoonheid, Jopie van
Princen reed zichzelf een leven lang in de wielen.
de slager". Maar behalve mooi was Jopie tot
Poncke's teleurstelling ook kuis en dus nog
maagd toen ze besloot dat het zwerversbe
staan niets voor haar was. Ze ging terug
naar Nederland terwijl Poncke in Frankrijk
bleef en zijn geld verdiende als bordenwas
ser, liedjeszanger en nog zo wat.
Op zeker moment kwam hem ter ore dat
tyet met de gezondheid van zijn moeder
niet best was. Hij liftte terug naar Neder
land. Daar vatten de autoriteiten de deser
teur in de kraag en stuurden hem alsnog
naar Indië. Aanvankelijk deed hij daar ge
woon dienst, zij het met wat strubbelingen.
Ondisciplinair gedrag leidde ertoe dat hij
zich alsnog voor de krijgsraad te velde
moest verantwoorden voor zijn desertie uit
1946. Vier maanden onvoorwaardelijk kreeg
hij aan zijn broek.
Die tijd bracht hij door in de Cipinang-ge-
vangenis, ook in het huidige Indonesië nog
een plek met een omineuze klank. In de cel
hield Princen een dagboek bij waaruit blijkt
dat hij ook daar werd geplaagd door de
twee zaken die in zijn leven zo'n belangrijke
rol spelen: de hormonen en de idealen.
„Ontzettend veel last van erecties en grote
behoefte aan een vrouw", noteert hij op 7
arthur bastiaanse
november 1947. En op de 25ste van die
maand, vier dagen na zijn 22ste verjaardag:
„Voortdurend heb ik erge koppijn, maar
rustig, diep doordenken op een of andere
zaak is moeilijk. Ik wil niet gedachteloos
voortleven. Ik wil dat er een lijn in zit. Een
grote lijn, die machtige plannen verwezen
lijkt en gelukkig maakt".
Geluk vond hij tijdens de strijd tegen de Ne
derlanders bij de jonge Indonesische Odah.
Zijn commandant vond het voor Poncke's
gezag bij de strijders beter was als hij met
haar trouwde, dus deed Princen dat. Dat hij
daarvoor moslim moest worden, was geen
probleem. Hij zag wel wat in die religie
hangt die trouwens nog steeds aan, zij F
niet fanatiek. Dat zou ook niet bij hem
Vlak voordat op 10 augustus 1949 de v
penstilstand inging, werd Princens kam
mentovervallen. Nederlandse troepen
doodden vijftien guerrillastrijders e
ten ook een bloederig einde aan Odahs
ven. Hoewel hij nog jong was, was daan
de roerigste periode van Princens leven
voorbij. Aan zijn ouders schreef hij: „Ik
nu 23 jaar en al zou ik op dit moment st
ven, dan heb ik toch genoeg geleefd,1
ook al heb ik niets volbracht, al ben ik g
genie, geen kunstenaar, ik heb een vol
maakt gedicht geschreven, namelijk dat
mijn eigen leven. Ik heb volledig geleefd
voor de volle honderd procent. De rf
van mijn leven is nog slechts een verwei
ken, een uitwerken daarvan".
Een rustige verwerking zou het niet wor
Princen kwam in conflict met het Indon
sche bewind onder zowel Soekarno als
harto. Hij houdt immers zijn mond niet
hij vindt dat er onrecht geschiedt. Het k
te hem in totaal tien jaar van zijn vrijhei
maar zwijgen doet hij nog steeds niet.
Vanuit zijn kantoortje in Oost-Jakarta z(
de strijd voor de mensenrechten voort. J
een van de wanden hangt een oorkonde
datum 5 oktober 1949, voor KMD Pasul!
Istimewa, de strijdgroep die Princen aai
voerde. Daar hangt ook de bijbehorendi
medaille. Aan een andere wand een sch
derijtje met een pannekoekenhuis en ee
foto van water met een Hollandse molei
De versieringen illustreren treffend hoe:
Princen onderdeel is van twee werelden
Aan het eind van het boek heeft hij het i
„democratie zoals wij die in het Westen
kennen". Wij? Princen is toch Indonesü
inwoner van Jakarta? Natuurlijk. Maar,
schrijft hij, „in veel opzichten ben ik na
jaar in de tropen nog zo Hollands als ee
zak drop".
Poncke Princen: Een kwestie van kieze
Uitg. BZZToH. f29,50.
HAARLEM RONALD FRISART
Kalshoven: 'Tot nu toe heeft het tribunaal heel goed werk verricht'
De VN konden de inwoners van Srebrenica uiteindelijk geen bescherming bieden. foto reuter
Professor Frits Kalshoven schiet recht overeind. Even
verdwijnt zijn bedachtzame toon. Ook een internatio
naal jurist van zijn statuur moet zijn emotie kwijt. „De
gedachte om Karadzic en generaal Mladic aan te klagen
- daar sta ik volkomen achter. Het betekent dat de
openbaar aanklager de overtuiging moet hebben dat hij
een heel sterke zaak tegen hen heeft. Er moet een hele
boel bewijs aanwezig zijn voor de stelling dat zij oor
logsmisdaden hebben gepleegd".
Mr. Kalshoven, inmiddels met emeri
taat, was hoogleraar humanitair oor
logsrecht aan de Rijksuniversiteit Lei
den. Later werd hij benoemd tot voor
zitter van de commissie van deskundi
gen die namens de VN een onderzoek
verrichtte naar oorlogsmisdaden in
voormalig Joegoslavië. Het Joegoslavië-
tribunaal werkt onder meer met de
door de commissie bijeengebrachte fei
ten en getuigenissen.
„Ik denk niet dat je die twee verant
woordelijk kunt stellen voor alles wat er
in de opwinding van de oorlog in Bos
nië gebeurt. Je kunt ze wel aanklagen
voor acties die direct voortvloeien uit de
door hen gekozen politiek, en vanwege
het mandaat van het tribunaal kan het
alleen gaan over schending van de
mensenrechten en etnische zuiverin
gen".
Karadzic en Mladic kunnen niet ver
volgd worden voor het feit dat zij oor
logvoeren en de voornaamste agressors
zijn. Het tribunaal in Den Haag moet
die aspecten buiten beschouwing laten.
Maar ook dan blijft er nog voldoende
over, benadrukt Kalshoven.
„Individuen plegen de oorlogsmisda
den, zoals het vermoorden, verkrachten
of martelen van onschuldige burgers of
krijgsgevangenen. De daders zijn zelf
verantwoordelijk, ook als de opdracht
van bovenaf kwam. Dat is de geldende
opvatting sinds de tribunalen van Neu
renberg en Tokyo. Een individuele sol
daat, die zelf bedreigd wordt met de
dood, kan natuurlijk wel overmacht
aanvoeren. Maar daarover zal de rech
ter later een uitspraak moeten doen".
ONVOLDOENDE
Kalshoven gelooft dat generaal Mladic
vervolgd kan worden onder wat heet
het Yamashita-vonnis. Deze Japanse le
gerleider werd na de oorlog ter dood ge
bracht, omdat hij zijn troepen op de Fi-
lipijnen onvoldoende had weerhouden
van het plegen van oorlogsmisdaden.
„De aanklager zal wel moeten aantonen
dat Mladic een vergelijkbare verant
woordelijkheid had, en niets deed om
het nodeloze geweld te stoppen. Kan
Mladic aanvoeren dat hij wel degelijk
geprobeerd heeft oorlogsmisdaden te
voorkomen, dan staat de zaak er een
stuk zwakker voor".
Volgens sommigen kan de Bosnisch-
Servische leider Karadzic onder een ver
gelijkbare rechtsregel vervolgd worden.
Maar Kalshoven acht het waarschijnlij
ker dat hem de politieke verantwoorde
lijkheid voor oorlogsmisdaden kan wor
den aangewreven.
„Dat is naar voren gekomen bij de pro
cessen van Neurenberg. Het gaat om
het aanzetten tot daden, of het vaststel
len van een politiek, die tot oorlogsmis
daden leidt. Je kunt je voorstellen dat
politieke leiders zeggen dat een gebied
veroverd moet worden en dat de bewo
ners weg moeten. Dan creëer je de gele
genheid voor etnische zuiveringen of
ernstige schendingen van de mensen
rechten".
„Ik verwacht niet dat de hoogste leiding
snel terecht zal staan. Misschien wordt
ze nooit berecht. Ik zie eerder eerder als
oplossing dat de bevolking de eigen lei
ders afzet. De Serviërs zelf zullen toch
ook wel eens moe worden van de oor
log. Het is daar nu ook niet prettig".
VEROVERAAR
Zoals in het voormalige Joegoslavië is te
zien kan een veroveraar op allerlei ma
nieren proberen de oorspronkelijke be
woners të verdringen. Vergeleken met
gewelddadigheden tegen vreedzame
burgers, moorden en verkrachtingen is
de meest humane methode dan nog
om de mensen gewoon in een bus te
pakken en weg te zenden. De Neder
landse militairen die namens de VN in
Srebrenica verbleven, maakten het alle
maal Jri.éS,.. v<V> .-U -f'p/O i'.
Bij hun terugkeer viel de Nederlanders
een helifenontvang^t^i) d,e|el„vya,t piet,
wegneemt dat langzaam kritiek begint
los te komen. De commandant, overste
Karremans, wekte de indruk op de hand
van de Serviërs te zijn en ook is het
beeld gevestigd dat 'Dutchbat' wel erg
gemakkelijk aan de Servische eisen toe-
gaf. i
Kalshoven neemt Karremans enigszins
in bescherming. Hij constateert dat de
voornaamste oorzaak van het zwakke
Nederlandse optreden ligt bij het 'onge
looflijk onduidelijke' mandaat waaron
der Unprofor moet opereren. „Terug
schieten mag bijvoorbeeld alleen als er
direct op je wordt geschoten. In alle an
dere gevaJleamoet je toestemming vra-
Professor Kalshoven: 'Ik zou graag
binnenkort ook Kroaten en mischien
moslims worden aangeklaagd'.
gen. De onzekerheid komt omdat
profor een VN-operatie is. Maar de
en de Veiligheidsraad zijn volstrekt
deeld over hoe ze willen optreden".
„Ik vind het onder deze
den wel wat gemakkelijk om te
dat de Nederlanders zich
hadden moeten gedragen. Ik
het mandaat daar geen ruimte
liet".
a veel nijpender probleem
hij de W-politiek van de veilige
den. „Die stoelt op twee gedachte
elkaar eigenlijk uitsluiten. Je hebt
beschermd gebied. De regels zijn
oorlogsrecht heel nauwkeurig
ven. Zo mogen er geen wapens zijn v
ook geen militairen. Tegelijkertijd w
de VN de indruk het gebied zelf te wl
len verdedigen en uit handen van dtf
Serviërs te houden. Dat zijn twee on
zoenbare doelstellingen".
Joegoslavië is een haast onontwarba!
kluwen geworden. Het optreden van
VN lijkt het uiteenhalen van deze Go-
diaanse knoop alleen verder te bernt
lijken. Op het tribunaal rust de taak t
proberen daders en getuigen te vind'
Want wat is een oorlogsmisdaad, en
r profiteert iemand 'slechts' f
r een persoonlijke afrf
ning?
„Je moet getuigen zoeken, je moet n
verhaal kennen en dan kun je mis
schien bepalen wat er aan de hand ii
geweest". In voormalig Joegoslavië ii
het extra moeilijk omdat de strijd zie
verplaatst van gebied naar gebied.
Overal wordt wraak genomen, maar|
worden ook misdaden tegen de meri
heid geple.egd. ,h j
Kalshoven zegt dat niet zomaar. Beu
yoor zijn $t,elling,is te vinden incdg ra
portage van de Commissie van Desw
digen, waarvan hij voorzitter was. Of
de openbaar aanklager bij het tribun
heeft al laten weten dat elke partij od'
logsmisdaden pleegt.
„Tot nu toe heeft het tribunaal heel
goed werk verricht, gezien de omstaj
digheden. De oorlog gaat immers ge
i door, en de beschikbare middl
len zijn uiterst beperkt. Men werkt hi
effectief en grondig. Ik zou alleen gra
zien dat binnenkort ook Kroaten en
mischien zelfs moslims worden aan'