Aalscholver zonder peurvergunning 'Het water slaat me soms om de klompen' Rondje Boterhuispolder fiÜ Het Motorhuis zeer warm Waarom ik? Streep door Hillegom als havenplaats Koffie en evangelie op de Res Nova r7 29° ü19° ïr- eboot van het Leidsch Dagblad vaart deze week over de Kagerplas- n. Tips en suggesties voor de Waterkrant kunnen rechtstreeks worden lorgegeven aan de verslaggevers op de boot (tel. 06-52801476) of n de redactie op de wal (tel. 071-356441 Er zijn wel eens momenten in een mensenleven dat je denlct: waarom ik, waarom moet mij dat nu overko men? Vorig jaür dobberde de LD-boot zes weken op het wa ter zonder ook maar een spat regen te krijgen. Wat heet, de heren redacteuren werden doodziek van wéér een dag zon. U had die bruin verbrande koppen eens moeten zien. Er maar klagen. Toen ik gistermorgen gewapend met een veel te zware mobiele-telefoon en een draagbare-pc (in het jargon heet dat een laptop, die van het LD is een laptob, maar laat ik u de details besparen) naar de Mistral stiefelde en de regen op mijn jack kletterde, dacht ik: waarom ik? Tot gistermorgen ervoer ik het kapitein-schap als ui terst aangenaam, op straat werd ik met jaloerse blikken nagestaard. Ik zag de mensen denken: ik wou dat ik ik zijn schoenen stond. Nou, ik kan u verklappen dat het leven aan boord gis teren niet meeviel. Ten eerste was daar de regen en wind en ten tweede was daar de verschrikkelijke blunder van mijn collega-kapitein. Ik kan u vertellen dat ik er niet trots op ben dat hij in mijn woonplaats Katwijk ook als ingezetene te boek staat. We hebben een afspaak dat de bootsleutels in de koffer van de mobiele telefoon worden bewaard. Daar trof ik die dingen na minitieus speurwerk niet aan. U kunt zich voorstellen dat ik, inmiddels zeiknat geregend, enige, in mijn woonplaats niet gewaardeerde krachttermen uitte aan het adres van die collega. Waarom ik? Daar heb je die gedachte weer. Uiteinde lijk vond ik ze. Nota bene in het contact! Alles stond nog aan! Al leen de motor draaide niet. Diezelfde collega met zoveel er varing heeft zich onlangs een echte kapiteinspet aangeschaft. Wat een grootheidswaanzin! He laas was de accu nog niet leeg en kregen we de motor weer aan de praat. Balen, moesten we toch weg, in dat miezerige weer. Het werd een rampzalige dag. Met tegen zin moest ik de door gastpassa- gier Karei Schimmel meegeno men paling en Hollandse Nieu we naar binnen stouwen. En moest ik ook nog eens luisteren naar zijn zeer smakelijke anek dotes. Wat heb ik het zwaar. Waarom ik? ROB ONDERWATER :n grote kale vlakte achter het meentehuis. Grote zandho- n naast een metersdiepe iuwput. Het constant gedreun n de heimachines houdt de ïbtenaren uit hun slaap. Er lat iets groots te gebeuren in llegom. Op een gedeelte van het be- ijventerrein aan de haven oet een groots woningcom- ex verschijnen. De plaatselijke luthandel, een overslagbedrijf i een transportfirma hebben ch inmiddels elders gevestigd. Mooie plannen: op het be- ïste terrein aan de Hillegom- erbeek verschijnen maar liefst 0 woningen uit de wat duur- :re prijsklasse. Laanwoningen, aterwoningen en havenwo- ngen, noem maar op. Volgend ar moet de eerste fase achter 1 rug zijn. Maar met de uitwer- ïg van het project wordt tege- k een streep door Hillegom als ivenplaats gezet. Bij het luwrijp maken van de grond ordt namelijk tevens een ge- ;elte van de Hillegommerbeek Jidempt. Een kleine strook wa- r blijft over. Net genoeg voor in kano, maar meer ook niet. Ooit, ja ooit, stelde de haven in Hillegom nog wat voor, lar vlak bij de Hoftuin. De Hil- gommerbeek was een belang- k verbindingskanaal tussen de tllenvelden en de grotere ka len. Regelmatig vertrokken er oembollenschepen via de ver- irop gelegen Ringvaart naar le uithoeken van Nederland. Sinds vele jaren zijn de ha venactiviteiten tot een mini mum beperkt. Zoals vandaag. Absolute stilte. Ter hoogte van overslagbedrijf BTO ligt een drijvende bok in het water.-Dit tot ergernis van de omwonen den, blijkt tijdens een rondgang. ,,Dat ding ligt hier al tijden. Ons mooie uitzicht op de haven is zo goed als verknald", vertelt een verontwaardigde buur vrouw. Aan de Jhr. Mockkade, een zijtak van de Hillegommerbeek, knappen twee mannen hun bo ten op. Hillegommer René Ver- mey zit aan boord van zijn 'De vrouw Trijntje', een autentiek vrachtschip. Langzaam maar zeker wil hij het vaartuig terug brengen in zijn oorspronkelijke staat. Voor tochtjes op het IJs- selmeer. Al drie jaar werkt hij zich in zijn spaarzame vrije tijd in het zweet. Voor Alan is het meer dage lijkse kost. De Engelsman is een paar honderd meter verderop bezig met het opknappen van een kolossaal jacht. Nee, geen persoonlijk bezit, lacht hij. „Van een vriend in Lisse", legt hij uit. Precies een maand heeft hij om het kolossale jacht gereed te maken voor vertrek naar de oceaan. Een mooi schip, vindt hij zelf. Alles aan boord, satellietverbin dingen enzo. Toch zou hij liever aan 'De vrouw Trijntje' werken. More nostalgie. Gauw neemt hij weer het schuurblok ter hand. Tijd is blijkbaar geld. Ook in de haven van Hillegom. Iet "Leidsch Dagblad" rijdt ook in een Pontiac van: Officieel Opel en US CAR dealer Vondellaan 80, Leiden, Telefoon 071 - 351800. Als het tij keert, verzet men de bakens Een baken is elk vast merk die een loods of schipper het vaar water aanduidt. Onder invloed van de getijden het opkomen en aflopen van de zee, eb en vloed veranderen de plaatsen waar een schip goed kan varen. Dan moeten veiligheidshalve de bakens op een andere plaats worden gezet om de juiste weg aan te duiden. In plaats van 'het tij' wordt in deze uitdrukking ook wel 'het diep' of 'de stroom' gebruikt In figuurlijke zin betekent de uitdrukking: Als de omstandig heden veranderen, moet men andere maatregelen nemen. 'Laat je niet in de boot ne men door negativisme, maar... neem de goede koers: kies Jezus'. Dat is de bood schap die de opvarenden van de Res Nova verkondigen. Van 25 lot en met 29 juli ligt dit evangelisatieschip, naar Leiden gehaald door plaatse lijke baptistengemeente af gemeerd in het Galgewater, vlakbij de Morschpoort en molen De Put. Wie zin heeft om zowel een bakkie troost als het evangelie tot zich te nemen, is welkom op de koffieavon- den die op de Res Nova, een omgebouwd binnenvaart schip, worden gehouden. Deze bijeenkomsten zijn op 25, 26. 28 en 29 juli van 20.00 tot 22.00 uur. Op het pro gramma staan onder andere optredens van gospelbands en een mime-groep. Op 26, 27 en 28 juli zijn er van 10.00 tot 12.00 uur kinderclubs waarbij eveneens het evan gelie wordt verkondigd. Tijdens de dagen dat de boot ligt afgemeerd, zijn er ook acties in de binnenstad. Het lijkt één enorm stuk eenvor mig weiland met slootjes be grensd door het water 'tjoppe, maar de Boterhuispolder ten noordoosten van Leiden is een polder met veel variatie. Een deel van het gebied wordt gedo mineerd door watersporters; het gras is louter recreatiegras. Daarnaast zijn er traditionele boerenbedrijven, meteen inten sieve bemestingen beweiding. Daar vallen noch op de kant noch in de sloot zeldzame plan- tesoorten te vinden. Maar polder Boterhuis kent ook een gebied waar de veehouders hun best doen het de weidevo gels en de bijzondere slootkant- planten naar de zin temaken. Wandelend langs de waterkant met uitzicht op de boten en bootjes bekruipt je onvermijde lijk een vakantiegevoel. Het ge deelte over de traditionele wei landen biedt de prettige aanblik van grazende koeien en schapen met daarboven typische Hol landse luchten. Boter- en paar debloemen kleuren de water kant geel, vogels scheren laag over, de geur van hooi omkleedt het land. Het laatste deel van de wande ling is speciaal voor plante- en vogelfreaks. De slobeend broedt er, ouderwetse bloemen als de pinksterbloem, de korenbloem en de klaproos bekleden de wa terkant. Opvallend hier zijn ook de geriefbosjes; snel groeiend hout temidden van een weiland. Sta even stil bij de knotwilgen langs de Nieuwe Weg: in het voorjaar nestplaats voor vele vo gelsoorten, in het najaar een overwinteringsplek voor insek- ten. De wandeling kost met extra ommetje ruim twee uur en een kwartier, zonder ommetje twee De route De wandeling begint bij het pontje vanaf het Rozenpad/Jop- pepad in de Merenwijk (pontje vaart op dinsdag tot en met vrij dag van 12.00 tot 18.00 uur, in het weekeinde van 10.00 tot 18.00 uur). Pont af, linksaf. Zijldijk aflopen tot aan het veerpont over de voormalige veenstroom de Zijp. De pont wordt 356 dagen per jaar van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bediend door een uiterst genoeglijke pontbaas. Voor diegenen die een (met be renklauw, rietpluimen en boter bloemen) prachtig extra om metje willen maken aan de overkant een klein stukje recht door en dan linksaf het tegelpad op. Voor de sociëteit De Kaag langslopen, pad tot eind vervol gen. Dan keren. Terug bij de aanlegsteiger, tegelpad direct langs het water vervolgen (even tussen boten door lopen). Zon der ommetje is het dus direct na aankomst rechtsaf. Pad langs de waterkant steeds vervolgen: steeds over de hekjes met overstapjes klimmend. Het pad eindigt bij een schitterende boerderij 't Klaverblad. Daar houten brug over (rechts) en pad vervolgen. Aan het eind links aanhouden, tussen twee gebouwen door, eerst rechts dan links aanhouden. Na het gebouw van de jachthaven/wa tersportvereniging (ijs en drin ken verkrijgbaar!) op de Leidse Weg rechstaf. Langs Watertuin en vervolgens langs weiland met bord 'weide vogelbeheer'. Let goed op de kievitten, scholeksters, grutto's en tureluurs. Bij fietsaanwijs- bord (Leiderdorp/Leiden) rechtsaf. Aan het eind op de Zijldijk weer rechts, met pontje terug naar huis. MONICA WESSELING Midden in zijn verhaal, net bij het opdraaien van de Zijl naar het Jop- pe, springt Karei Schimmel over eind. „Moet je nou eens kijken", schreeuwt hij, wijzend naar een aalscholver die zojuist een flinke paling heeft opgedoken en verwoe de pogingen doet om de voor zijn leven kronkelende prooi door zijn strot te duwen. „Dat is een regel rechte concurrent van mij, joh. Die vreet daar zo maar voor een tientje op. En die heeft niet eens een ver gunning. Die vogel duikt er zo maar bovenop". Zijn verontwaardiging van het eer ste moment is niet eens gespeeld, hij lijkt het echt zonde te vinden dat het zilverbuikie bij de verkeer de terecht is gekomen. Zich dat evenwel realiserend, moet hij meteen ook weer lachen. Karei Schimmel. Kleurrijk figuur. Rasechte Leidenaar van de 1ste Binnenvestgracht. Bekend in de stad en de wijde omtrek. Van het voetbal, van het scheidsrechteren, van zijn wise-cracks, maar vooral ook van de paling. Want het vissen daarop is voor de nu 51-jarige wo ningstoffeerder zijn lust en zijn le ven. Hij kan daar prachtig over ver tellen. Al lopen de meeste verhalen steevast uit op visserslatijn van het zuiverste water. Over waarom nu juist paling zijn stiel is en niet bijvoorbeeld snoek, om maar eens zijsloot te noemen. „Dat is nogal logisch, hè. Kijk, vroe ger aten ze alles wat ze uit de vaart ophaalden. Dat doen we tegen woordig niet meer. De enige soort, naast snoekbaars, die nog mee wordt genomen, is paling. Daar heb-ie tenminste nog een vette bek aan. Ik ben er, na 35 jaar, nog altijd gek op. Enfin, kan je wel van me af zien ook", wijst hij op zijn strak ge spannen broekriem en het laatste gaatje daarvan. Over peuren. „Dat doe je met een stok. Daar zit een nylonlijn aan. Geen haken, gewoon 35 tot 40 wur men er op rijgen. Als 's nachts de paling gaat kruipen, tik je die stok op en neer. De paling bijt zich vast in de wurm en dan wip je hem met een vloeiende beweging aan boord van je bootje. Vroeger zat er meer paling dan nu. Komt niet alleen door de vervuiling. Die Spanjolen halen heel wat glasaal uit zee. Eten ze in gelei. Vinden ze lekker. Nee, voor 15 20 palinkies per nacht moetje tegenwoordig hard pezen." Over vergunningen. „Iedereen met een blauwe vergunning is gerech tigd om te peuren. Maar je moet wel toestemming hebben van de rechthebbende van wie het water is. En daar zit nujiet de kneep, want die vergeven ze niet bij bos jes. De hengelaarsbond verlootte vroeger de peurvergunningen. Op zulke avonden liep het storm. Maar er wordt natuurlijk nog altijd ge stroopt. Dat is echt niet van van daag. Ach, de nieuwsgierigheid dwingt de mens wel eens om in een fuik te kijken. En het daar dan niet bij te laten, als je begrijpt wat ik bedoel. Dat zijn overigens geen echte sportvissers. Daar moeten ze gewoon vanaf blijven." Over kwaliteit. „Zilverbuikies zijn de besten. Met die smalle bekkies. Drie, vier in een pond. Jankoppen moet ik niet, die droge dingen. En dan heb je op de kermis nog die Volendammers, met twaalf, dertien in een pond. Die gooien wij weg. Alleen maar graten. Het liefst nog overgoten met een lepeltje slaolie, dat ze lekker glimmen." Over wurmen. „Daar kan je niet van buiten, hè. Zonder wurm geen paling, dat ligt in eikaars verlengde. De echte peurder vind je in april al in de grasvelden terug op zoek naar wurmen. Zo'n 4000 zoek ik er meestal. Gaan in grote plastic kui pen, gevuld met bladaarde. Een Karei Schimmel: „Vroeger zat er meer paling dan nu." beetje koffiedik erin en een natte krant erop. Later in juli en augus tus, als de grond als een kogel is, grijpen de amateurs mis. Dan beta len ze er een vermogen voor." Over de Brielsche Maas. „Daar zat ik een keer te vissen met Rinus Schoonderwoerd en Lou Delprado. Voer er aan de overkant een poli- tieboot voorbij. Nou hadden Rinus en ik een vergunning, maar Lou niet. Wij roepen naar die agenten en ja hoor, ze draaiden zo om en kwamen meteen naar ons toe. 'Wij hebben een vergunning, maar hij niet', wezen we op Lou. Die kreeg meteen een bon. Hebben Rinus en ik later natuurlijk voor hem be- FOTO DICK HOGEWONING taald. Maar je begrijpt, Lou stond raar te kijken toen we hem dat geintje flikten. Later kon hij er wel om lachen. Hebben we gezellig nog wat gegeten met z'n drietjes. Een palinkie, natuurlijk. Wat dacht je wat." AD VAN KAAM Jan van Schie senior: „Asocialen hou je nou eenmaal altijd." FOTO LOEK ZUYDERDUIN Geloof het of niet, maar Jan van Schie senior is de koning te rijk dat-ie een verslaggever van De Waterkrant tegen het lijf loopt. „Hé", ontbreekt hij het gesprek over de kaasmakerij op boerde rij De Eenzaamheid, waar Jan junior inmiddels de scepter zwaait. „Weet je wat je in de krant moet zetten? Dat die schippers eens een keertje de gashandel terugdraaien als ze hier langs de boerderij varen. Het loopt de spuigaten uit de laatste tijd. Op mijn eigen erf slaat het water me om de klom pen." Van Schie, 78 en boer in ruste, woont vrijwel z'n hele leven op De Eenzaamheid, op het eiland Zwanburgerpolder. Maar zo zout als de schippers het de laatste tijd maken, zo heeft-ie het nog nooit gegeten. „En dan heb ik het vooral over de grote jongens. De zandschepen en de flinke plezierjachten. Iedereen schijnt haast te hebben, tegen woordig. De mensen zouden zich er eens bewust van moeten zijn dat er ook spullen op de kant staan, die kapot kunnen." Regelmatig staat Van Schie (78) aan de oever voor zijn boerderij om de schippers streng en diep in de ogen te kijken. „Dan sta ik met twee handen tegelijk te ge baren dat het zachter moet. Of het helpt? Soms wel, maar som migen draaien hun hoofd om en doen net of ze niks in de ga ten hebben. Asocialen hou je nou eenmaal altijd. 'Ik mag toch 7 kilometer per uur varen', zeg gen ze dan, als ik er nog eens een spreek. Maar ze vergeten erbij te zeggen dat aan die regel is toegevoegd: 'mits de omstan digheden dat toelaten'. En dat doen ze hier dus niet." De gevolgen van de hoge snel heid van de boten, zijn volgens Van Schie regelmatig rond De Eenzaamheid merkbaar. „Laatst werkte nota bene het toilet niet meer, omdat er allemaal zand in de septictank zat. En het wa ter slaat regelmatig ver over de beschoeing heen en maakt er modderrommeltje van. De roei boten staan de dansen op de golven. Dat moet nou eens op houden, ja." Van Schie sprak er al eens de burgemeester in hoogst eigen persoon op aan. Zij adviseerde hem een bord aan de waterkant te zetten. „Maar dat vind ik niks. Ik ben niet zo borderig. Een stukkie in de krant, dat lijkt me beter. Kijk, bij die speedbo ten heb ik de moed al opgege ven. Dat dat niks is, weten we allemaal. Maar die grote jon gens, daar heb ik nog wel moed op." PAUL DE VUEGER Waimorid Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 11