Haven St.Petersburg vol goede moed Een Joop van den Ende van Kenya 'Zonder de baggeraars was het me nooit gelukt' Buitenland VRIJDAG 14 JULI 1995 In 1697 reisde de piepjonge nieuwe Russische tsaar Peter de Grote incognito naar het Westen om zich op de hoog te te stellen van de militaire, economisch en culturele ontwikkelingen. En om bondgenoten te vinden voor een oorlog tegen Zweden. ST.PETERSBURG*HANS HOOGENDUK CORRESPONDENT Peter mocht dan weliswaar pas 20 jaar zijn; hij wist precies wat hij wilde. Zijn Rusland moest pven belangrijk worden als de grote Europese staten. Maar dan moest het rijk wel uit zijn isolement worden verlost en dat ging niet zonder een toegang tot zee. De Oostzee wel te ver staan, maar daar waren de Zwe den hee In 1700 brak de grote Noord se oorlog uit en het duurde 21 jaar voordat Peter de Grote sa men met zijn bondgenoten de Zweden op de knieën had ge dwongen en zijn 'venster naar Europa' had veiliggesteld. Maar tussen de bedrijven door was hij al in 1703 begonnen al begon nen met het bouwen van zijn hoofdstad in de rivier de Ne- Het monument voor de zeelieden e zijn gevallen. va. St.Petersburg noemden de Duitse ambachtslieden de ne derzetting. In mei van dat jaar startte de bouw van de haven. De tsaar, diep onder de indruk van zijn Nederlandse ervaringen, wilde een grote handelshaven bij de hoofdstad en zijn wil geschied de. Een half jaar later liep het eerste buitenlandse vrachtschip binnen. Het was de „Vrouwe Anna" onder de vaderlandse driekleur en Peter de Grote stond zelf aan het roer. Vastbesloten breidde hij zijn lievelingshaven uit en vanuit een simpele blokhut hield hij al les in de gaten. Na zijn dood groeide de haven gestaag, on danks de onbereikbaarheid door ijsgang in de harde win ters. Later werd de toegang tot de havens permanent openge houden door ijsbrekers. De Eerste - en Tweede-We reldoorlog betekenden een zwa re terugslag voor de grootste toen nog Sovjetrussische haven. Vrijwel alle faciliteiten werden vernield, maar na 1945 bouw den de communisten alles in sneltreinvaart weer op. Le- ningrad-St.Petersburg herrees in zijn oude glorie. De haven was door oorlogsgeweld niet ka pot te krijgen. Maar wat met wapens niet lukte, leek de vreedzame revolutie de Sovjetu nie, de perestrojka, wel voor el kaar te krijgen: de ondergang van de haven. Concurrentie Sinds de haven in 1993 gepriva tiseerd is, worstelt St.Petersburg om het hoofd boven water te houden. De strijd met de ha vens in de zelfstandig geworden Baltische staten en met dé alou de Finse concurrentie is bikkel hard geworden. St.Petersburg wil die strijd best aangaan maar flexibel handelen is met het bureaucratische apparaat in Moskou op de achtergrond, al lesbehalve eenvoudig. De capa citeit van de haven is zo n 16 miljoen ton. In 1985, het eerste 'perestroika-jaar', verwerkte St.Petersburg 15,3 miljoen ton, waarvan acht miljoen ton geïm porteerd graan. Daarna ging het met de haven net zo snel berg afwaarts als met de Sovjetrussi sche economie. Vorig jaar werd er zegge en schrijve één schip met 10.000 ton graan afgehan deld. De totale omslag bedroeg in 1994 slecht iets meer dan acht miljoen ton. Een kwart van de 2.000 havenbarbeiders zit praktisch zonder werk. Het me rendeel van de 100 kranen en 500 vorkheftrucks staat stil. De haven handelt nu vooral de im port van voedsel en de export van ruwe metalen en machines af. Havendirecteur Viatsjeslav Vladimirovits Martinenko is bij na niet te stuiten als hij in het hoofdgebouw in St.Petersburg uitlegt wat hij en zijn medewer kers allemaal hebben gedaan om de concurrentiepositie van zijn haven te verbeteren. „Wij draaien nu op 70 procent van onze capaciteit. Dit jaar willen we de tien miljoen ton halen en in 2.000 moet het 19 miljoen ton zijn. En dan zijn er mensen die hier aan de Finse Golf een nieuwe gigantische haven wil len aanleggen, maar waarom Laten we eerst maar eens de ca paciteiten in onze eigen haven volledig benutten", zegt hij. Terminal Op dit moment wordt een nieu we containerterminal gebouwd, waar jaarlijks 150.000 contai ners moeten worden verwerkt. Verder zal de overslagcapaciteit voor steenkool worden uitge breid tot twee miljoen ton en moet de olieafvoer van miljoen tot vijf miljoen ton den opgevoerd. „Ons grote pro bleem is dat we alles zelf moe ten Financieren. Van Moskou krijgen we geen cent", klaagt Martinenko. De tarieven in de haven van St.Petersburg zijn hoog. Te hoog om de concurrentie aan te kunnen. Natuurlijk doet de ha vendirectie van alles om de ta rieven naar beneden te krijgen en de belastingformaliteiten te versoepelen, maar keer op keer stuiten de enthousiaste haven mensen op een bureaucratische muur. „Wij staan altijd paraat om schepen die binnenlopen, zelfs als ze onaangekondigd ko men. snel te lossen, maar de douane niet. Mede daarom ver leggen sommige maatschappij en hun werkterrein al naar Riga en Helsinki", zegt Martinenko. „Na het uiteenvallen van de Sovjetunie, hadden de Baltische havens in feite nauwelijks nog lading te verwerken, maar de regeringen daar hielpen de ha vens met lage belastingt; Het gebouw van de havendirectie in St.Petersburg. en lage liggelden. Onze regering in Moskou werkt ons daarente gen tegen en speelt dus de con currentie in de kaart", aldus de havenman. Dat sommige rederijen zijn haven mijden, omdat er teveel steekpenningen moeten wor den betaald, wijst hij veront waardigd van de hand: „Een tijdje geleden kwam hier on aangekondigd een schip met bananen binnen. Dat moest na tuurlijk direct worden gelost. We moesten daarom extra mensen inzetten en dat gaat niet voor niets. Later riep de re derij dat ze beroofd was. Maar dat is natuurlijk onzin." Volgens hem misbruikt de concurrentie dergelijke berich ten om stemming te maken te gen St.Petersburg: „Maar als we echt zo slecht waren, hadden ze dat soort trucs niet nodig. Nee, ze zijn bang voor ons." Een van de grootste proble men waar St.Petersburg sinds Leo Slingerland: 'Ik heb gelukkig een geweldig incasseringsvennogen NAIROBI* FRANS V CORRESPONDENT Intriges, achterklap, contract breuk, financiële conflicten omroepland in Kenya verschilt eigenlijk nauwelijks van het Hil- versumse. Maar in Kenya ben je extra kwetsbaar als buitenlan der en kun je ook na veertien jaar nog voor onaangename verrassingen komen te staan, zo weet TV-producent Leo Slinger land. De sfeer bij Media-produc tions in een sjieke buitenwijk van Nairobi is die dag tot het nulpunt gedaald. Het enthou siasme waarmee de 55-jarige Leo Slingerland een dag eerder nog over zijn TV-werk in Kenya had gesproken, is ineens ver te zoeken. Hij denkt zelfs aan in pakken en wegwezen. Twee he ren die zich uitgaven als recher cheurs van de criminele inlich tingendienst (CID) zijn net langsgeweest, hebben hem met een pistool bedreigd en op straffe van arrestatie 25.000 shil ling (800 gulden) geëist, omdat hij ambtenaren van het minis terie van arbeid zou hebben omgekocht. Slingerland voelt weinig voor dagen van ondervraging ten bu- rele van de beruchte CID en schrijft een cheque uit. maar de bank betaalt gelukkig niet meteen uit en Slingerland be sluit de hele zaak bij de politie te melden. Al snel blijkt dat de twee 'rechercheurs' de hele af persing op eigen houtje hebben opgezet. „Er gaan allerlei vreselijke ge dachten door je heen. Want waar moet je heen als de politie echt achter je aanzit? Vanwege de anti-blanke gevoelens die de laatste tijd vreselijk worden aangescherpt, vrees je het erg ste en denk je dat er meer ach ter zit, ook al vanwege mijn re cente problemen met een van m'n afnemers, Kenya Television Network (KTN), eigendom van de regeringspartij KANU." „Door dit voorval realiseer ik me dat ik hier ontzettend kwetsbaar ben. Dat je ook na zoveel jaar helemaal geen 'part en parcel' van het land bent. Dat het in een paar uur afgelo pen kan zijn. Wij hebben alles wat ons lief is in Kenya geïnves teerd, met het gevaar dat je in een keer al je bezit kwijt kunt Leo Slingerland, televisieproducent in Kenya. zijn. Ik besef nu pas goed dat je als westers zakenman moet zor gen tegen eventualiteiten ge dekt te zijn. Ik wil nu daarom een uitweg gaan creëren, m'n licht eens in andere landen opsteken, zodat we ergens anders heen kunnen als er problemen opdoemen." Ondanks alles blijft Slingerland het liefst zo lang mogelijk in Ke nya. „Want hier heb je nog die uitdaging die in Nederland al lang weg is. Daar is op televisie gebied alles al tien keer gedaan. Hier kun je mensen nog wat le ren, wegwijs maken. En je moet hier alles zelf doen, van het af stellen van de camera, tot het opleiden van de artiesten. Er is niks waar je op terug kunt val len. Dat alles maakt het interes sant om hier te werken. Boven dien is Kenya een mooi land waar ik me erg thuisvoel." Opmerkelijk Slingerland kwam met zijn fa milie in 1981 naar Kenya om als afgezant van de organisatie 3M ('more message in the media') via de media de christelijke boodschap te promoten. Na ja ren als politierechercheur in Gouda te hebben gewerkt, was hij op een gegeven moment bij de Evangelische Omroep te recht gekomen waar hij assis tent-producent werd. Een ui terst opmerkelijke overstap. Slingerland: „Toen ik nog bij de politie zat, haalden wij iedere week zo'n honderd jongeren in huis die vastliepen vanwege hard drugs. Door met hen over het evangelie te praten hebben we er zeker tweehonderd van de drugs afgeholpen. De EO kwam hierachter en deed me een aan bod en omdat de politie mijn thuisactiviteiten steeds minder zag zitten ben ik toen het TV- vak ingerold." In Kenya trachtte hij de eerste jaren de kerken mondiger te maken door hen met behulp van kennis en apparatuur meer gebruik te laten maken van ra dio, televisie en kranten. Zijn vtouw Anneke verzorgde tien jaar lang een christelijk muziek programma op de Kenyaanse radio. Media '84 kwam er een breuk met het 3M-bestuur in Nederland en er werd nog tot '89 geprocedeerd over de over name van apparatuur. Slingerland had ondertussen besloten ook de commerciële kant op te gaan en richtte met dat doel Media-productions op. Het evangelisatiewerk werd on dergebracht bij Media-i dat iedere week de TV-show Shake verzorgt, een programma met eigentijdse christelijke mu ziek, gepresenteerd door zoon Pascal. Talkshow Naast documentaires voor de Nederlandse omroepen (EO- tijdsein, de Ver van m'n Bed Show) en de Verenigde Naties maakt Singerland commercials voor de Kenyaanse televisie. En enkele maanden geleden intro duceerde hij voor het eerst een heuse talkshow, bedacht, ge produceerd en geregisseerd door hemzelf. „Je ziet op een bepaald moment dat dingen niet goed gaan in de maat schappij en televisie is natuur lijk een fantastisch medium om mensen hier bewust van te ma ken en er meer bij te betrekken en om bepaalde denkprocessen te stimuleren. Met toevoeging van amusement heb ik dat vijf tien weken geprobeerd via het programma Talk of The Town (TOT). Aan zo'n eigen, lokaal programma hebben Kenyanen natuurlijk veel meer dan aan al die Amerikaanse rotzooi die de Kenyaanse TV anders uitzendt. Want televisie heeft natuurlijk het einde van de Sovjetunie mee worstelt, is de erfenis van de starre planeconomie. Vroe ger verdeelde Moskou alles keu rig. De Baltische havens waren bijvoorbeeld speciaal uitgerust voor het verwerken van olietan kers, de lucratieve cruise-lijnen hadden aan de Zwarte Zee in Oekraïne hun thuishavens en de graanimporten liepen via St.Petersburg. Nu moet de ha ven aan de Finse Golf ook deze taken uitvoeren en dat kost niet alleen veel tijd, maar vooral geld. Investeringen Experts schatten dat nieuwe investeringen van minstens 750 miljoen gulden nodig zijn om de havens uit te breiden en te reconstrueren. Maar niemand weet waar dit bedrag vandaan moet komen. En zoals zo vaak in Rusland worden er dus lucht kastelen gebouwd. Plannen bij voorbeeld voor grote olietermi- nals aan de Finse Golf en nieu we containerhavens met een to tale capaciteit van 100 miljoen ton. De miljarden die daarvoor nodig zijn, zouden door de overheid, maar vooral door bui tenlandse investeerders moeten worden opgebracht. Aangezien zich niemand meldde, zijn de plannen dit voorjaar een snelle dood gestorven. „Onze voorouders waren veel verstandiger. Zij namen beslui ten, die ze ook uitvoerden en de resultaten daarvan zijn nu nog zichtbaar. Laten we toch nuch ter zijn en eerst de capaciteiten gebruiken die nu onbenut zijn en dan pas verder plannen zegt havendirecteur Martinen ko. "De haven i was, is en zal land. Als we n den, dan is on de krachtigste' in St.Petersburg r zijn voor Rus- :t gestoord wor- 2 haven morgen n dit gebied. En als men ons helpt, is ze dat van avond al", luidt het optimisti- ook een belangrijke taak in de ontwikkeling van een land. Daarom moeten er meer eigen produkties komen. Probleem is alleen het geld. Ik zie daar een mooie taak weggelegd voor am bassades, die hunhulppro gramma's ook eens op de me dia zouden moeten richten. We hebben in TOT ook opera, bal let en klassieke muziek geïntro duceerd, het internationale cul tuurgoed waar de meeste Ke nyanen nog nooit van gehoord hebben. Het Westen geeft ze brood en religie, maar het hele cultuurpakket wordt vergeten binnen de ontwikkelingshulp. Dispuut TOT was van meet af aan een spraakmakend programma, vanwege de onderwerpen en presentatoren, maar vooral van wege het feit dat voor het eerst op de meestal erg brave Keny aanse televisie fel gediscussi eerd werd over eigentijdse pro blemen. Desondanks ligt het programma nu alweer enkele weken stil vanwege een finan cieel dispuut met KTN, een van de twee stations die Kenya rijk is en al haar inkomsten uit commercials moet zien te ha len. Het heeft Slingerland nog eens geleerd dat W-maken in Kenya niet makkelijk is. „Er is hier een enorme toekomst weg gelegd voor de W. maar alles heeft z'n tijd nodig, het is nog volop in ontwikkeling." Heeft het ook iets met cen suur te maken? „Natuurlijk is die er, maar ik weet na veertien jaar wel waar de bottlenecks zit ten. Ik vind ook dat Kenya zelf het recht heeft om te bepalen waar de grenzen liggen. Ik weet echt wel hoe ver ik kan gaan, maar hou er tevens van een beetje over de grens heen te gaan." Ondanks zijn claim van 3 mil joen shilling (100.000 gulden) zit Slingerland geenszins bij de pakken neer. Nieuwe plannen zijn er voor een quiz en een wat harder interviewprogramma. Om straks niet opnieuw met fi nanciële problemen te worden opgezadeld, zoekt hij nu zelf sponsors. „Het begin is gemaakt en dus gaan we door. Ik heb ge lukkig een geweldig incasse ringsvermogen." sche eindoordeel van de direc 6 tie van de haven van St.Peters !r( burg. Hun grote voorbeeld tsaa 12 Peter de Grote zou zich hebben gegeneerd voor dergi lijke onderdanen. |I2 HONG KONG Honderden Nederlandse bag geraars, verzot op Hollandse kost, hebben zonder er erg in te hebben de afgelopen twee jaar in Hong Kong een jonge landgenoot in het zadel gehol pen. Dankzij hen is bovendien Nederlandse koffie ingebur gerd geraakt in het financiële centrum van Azië. „Ik heb een Nederlandse voedsellijn voor de baggeraars opgezet. Frikadellen, kroket ten, haring, rolmops, boeren kool en drop gingen erin als koek", verhaalt Rob Marcus uit het Utrechtse Leersum het be gin van zijn vooralsnog succes volle avontuur in de harde za kenwereld van Hong Kong. De Nederlanders werken op baggerschuiten van Ballast Ne- dam en andere ondernemin gen die betrokken zijn bij de aanleg van het miljarden ver slindende nieuwe vliegveld. „Ze zitten een maand lang op zo'n boot en zijn afwisselend acht uur in touw en hebben acht uur rust. De maaltijden zijn heel belangrijk voor hen, want het zijn de enige sociale activiteiten die ze hebben. Ze waren dus maar wat blij met de aanvoer van geliefde Neder landse produkten", aldus de 28-jarige directeur van Apollo Food Products. De baggeraars arriveerden in Hong Kong voor het uitvoeren van 'de order van de eeuw' op een moment dat Marcus, na een fikse zakelijke teleurstel ling, had besloten voor zichzelf te beginnen. „Hong Kong is keihard. In de praktijk blijken afspraken vaak gewoon niet te worden nagekomen. Voor mij pakte het verkeerd uit kort na dat ik hier aankwam. Ik had toen de keuze tussen terug gaan naar Nederland of een ei gen zaak opzetten. Dat laatste heb ik toen gedaan en daar mee heb ik in ieder geval mijn droom verwezenlijkt om op mijn 25ste een eigen bedrijf te hebben." Rob Marcus, die stamt- uit een familie van ondernemers, begon in 1992 in Hong Kong met de verkoop van Van Nelle- koffie. „De baggeraars waren eigenlijk een geschenk uit de Rob Marcus, ondernemer in Hong Kong. hemel. Zij drinken met drie honderd man meer koffie dan een hotel met duizend kamers. Omdat ze ook zoveel Neder lands eten afnamen, behaalde ik al gauw een omzet van hon derdduizend gulden. Dat was een leuk begin. Daardoor heb ik het gered en kon ik verder werken. Zonder hen was het me nooit gelukt", zegt hij eer lijk en met oog voor de werke lijkheid. Van de om en nabij 240 ver kooppunten in de betere hotels heeft de verkoper er inmiddels dertig weten te overtuigen. „In aanmerking genomen dat ik moet opboksen tegen lang ge vestigde merken, kan ik over dat resultaat best wel tevreden zijn", zegt hij vol zelfvertrou wen, zonder arrogant te zijn. Peuleschilletje Op het eerste gezicht lijkt het verkopen van koffie in Hong Kong, waar elke dag duizenden zakenmensen talloze uren ver gaderen een peuleschilletje, maar dat is een misvatting. „Chinezen drinken van ouds her alleen thee. In een stad als Utrecht met zo'n driehonderd duizend inwoners wordt meer koffie gedronken dan in Hong Kong, waar zes miljoen men sen wonen. Aan de andere kant willen de Chinezen mo dieus zijn en zo veel mogelijk op het Westen lijken. Er is dus wel degelijk een markt voor koffie in de komende jaren", legt de verkoper - die in het be zit is van een diploma bedrijfs administratie van de HEAO in Utrecht - geduldig uit. De omzet van Apollo Food Products bedroeg vorig jaar 2,5 miljoen HK-dollar oftewel 500.000 gulden. Dat zou vol gens plan dit jaar moeten groeien tot 800.000 gulden. Binnenkort voegt Marcus nog Pickwick-thee aan zijn assorti ment toe en daar laat hij het voorlopig even bij. „Eerst moet het bedrijf goed op poten staan en dan neer er misschien nog wel andere produkten bij". Marcus mikt op 1996 als het jaar waarin hij hoopt te kunnen concluderen dat de fundamenten onder zijn onderneming die is opgezet met familiekapitaal, stevig i noeg zijn voor verdere uitbrei ding. Jachtig Directeur Marcus, die zichzelf een niet te vet salaris van 2.000 gulden per maand toebedeelt, lijkt een uitstekend voorbeeld van de jongste generatie za kenlieden voor wie Hong Kong een paradijs is. Hij is het daar maar voor een deel mee eens. „Ik heb hier in korte tijd ver schrikkelijk veel geleerd en le venswijsheid opgedaan. Dat zou ik voor geen geld hebben willen missen, maar het is een afschuwelijke stad. Vervuild. Jachtig. Klein en peperduur wonen. Een komen en g; van vrienden." Waarom hij er dan toch blijft? „Het is een daging. Waarschijnlijk krijg ik nooit meer zo'n kans. Dat mag een paar jaar van mijn leven kosten."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 18