'Juli-president' Leblanc
pakt Indurain niet aan
Tweetalige wielerbijbel van Jean Nelissen
Tour De France
'Niemand valt hem aan'
'Tijdritten moeten korter'
VRIJDAG 30 JUNI 1995
Bernard Hinault
Bernard Hinault won de Tour
de France vijf keer, in 1978,
1979, 1981, 1982 en 1985.
„Miguel Indurain domineert
zijn generatie, zoals Anquetil,
Merckx en ik dat deden in onze
tijd. Maar het is onmogelijk
kampioenen, die nooit tegen el
kaar hebben gereden, met el
kaar te vergelijken. Dat zijn ver
schillende tijdperken.
Hij beschikt over heel veel
koersinlelligentie, raakt nooit in
paniek, vertrouwt volledig op
zijn tijdritten. Hij beschikt over
het ideale recept om een Tour
te winnen. Ik viel aan omdat ik
het leuk vond, hij weegt de mi
nuten winst tegen de seconden
verlies af.
Wat me het meest aan hem
verbaast is zijn enorme recupe
ratievermogen. Iedere dag op
het podium, na zes uur koers, ik
geef het te doen. Als Indurain er
ging staan leek het alsof hij
rechtstreeks uit bad kwam.
Of hij een vijfde en misschien
ook nog wel een zesde Tour kan
winnen, hangt van zijn tegen-
FOTO ARCHIEF
standers af. Die moeten hem
zien af te stoppen. Het volstond
te vaak dat hij alleen al aan de
start stond. Er was niemand, die
een aanvalsplan tegen hem in
petto had. Flij had nooit met te
genstanders te maken, maar
met volgers.
Indurain kan niet worden ver
weten dat het geen aanvaller is,
dat verwijt moet aan zijn tegen
standers worden gemaakt. Vori
ge Tour was hij met vakantie in
Frankrijk. Hij hoefde alleen
even gas te geven in de tijdrit
van Bergerac en op de Hauta-
cam. Hij is ook dit jaar alleen te
pakken als zijn ploeg het in het
begin lastig wordt gemaakt. De
eerste week zit hij vaak ach
terin, daarin moet je hem ver
rassen. Vervolgens moet je hem
in de bergen zelf de wedstrijd
laten maken; bij hem in het wiel
kruipen en hem vanuit die posi
tie aanvallen. Maar ik vrees dat
er twee Berzins nodig zijn om
hem van een nieuwe zege af .te
houden."
Eddy Merckx
Eddy Merckx won de Tour de
France vijf keer, in 1969, 1970,
1971, 1972, 1974.
„Op zuiver atletisch gebied is
Indurain een superkampioen.
Maar hij is anders dan Anquetil,
Hinault of ikzelf. Indurain be
perkte zijn programma tot dit
jaar tot de Giro en de Tour. Wij
reden alles. Indurain verscheen
wel in de andere koersen, maar
meer om zijn conditie te onder
houden.
Ik zie daarin dit jaar wel een
verandering, nu hij geen grote
ronde heeft gereden voor de
Tour. Maar de historie geeft aan
dat je met een Vuelta of Giro in
de benen naar de Tour moet
om de cols te kunnen verteren.
Zelfs LeMond reed dikwijls nog
de Giro voor de Tour. Ik ben be
nieuwd hoe dat uitpakt.
Te meer omdat hij gaande
weg toch minder is gaan impo
neren in het'hooggebergte. Hij
blijft zwaar. Ik had al kilo's op
overschot, Indurain nog zeven,
acht kilo meer. Maat hij heeft
het voordeel dat er geen klim
mers meer zijn. Alles gaat op de
FOTO ARCHIEF
macht, tegenwoordig. Zo lang
hij die grote versnelling kan
ronddraaien.
Hij neemt in de bergen trou
wens nooit onnodige risico's,
omdat hij nu eenmaal kan ver
trouwen op de tijdritten. Die
van de laatste twee jaar lijken
minder aansprekend dan die
van Luxemburg, 1992, maar in
Madine en Bergerac reed hij ie
dereen. toch weer weg.
De enige manier om hem het
leven zuur te maken, is een in
korting van de tijdritten. Waar
om moeten dat altijd etappes
zijn van rond de zestig kilome
ter? Ik heb mijn Tours gewon
nen met minder kilometers te
gen het uurwerk. Het zou een
Tour met Indurain alleen maar
interessanter maken.
In een tijdrit over 30 kilome
ter kan iedereen zich tenminste
nog een beetje verdedigen, om
dat er herstel mogelijk is. Geluk
kig heeft de Tourdirectie dat
voor dit jaar ingezien. Maar het
is nog te veel om Indurain
meteen vleugellam te maken."
Stel je bent directeur van de Tour de France en verant
woordelijk voor profwielersport op topniveau. Je moet
garant staan voor sportamusement met een jaarwaarde
van pakweg 80 miljoen gulden.
GPD-VERSLAGGEVER
Je moet een koersverloop bie
den dat het publiek boeit, dat
de sponsors het volle pond
geeft, dat de televisie de beel
den schenkt waarnaar elke con
current met een jaloerse blik zal
kijken. Een evenement dat tien
tallen miljoenen trekt, over de
hele wereld, langs de weg, of
passief thuis. Drieëneenhalve
week lang. Je bent 'burgemees
ter' én managing-director tege
lijk van een dorp van 3500 zie
len, dat zich 23 dagen achtereen
dwars door Frankrijk verplaatst.
Dat brengt een ongeëvenaarde
mobiliteit te weeg.
Je moet werkelijk iedereen te
vriend houden: renners, ploeg
leiders, soigneurs, mecaniciens,
sponsors, gasten, radio, televi
sie, schrijvende en fotograferen
de pers, artsen, verplegend per
soneel, werknemers van spon
sors, restaurateurs, hoteliers, ar
tiesten, politie, garde national,
Télecom, pomphouders, comi
téleden, stads- en dorpscolle
ges, hekkensjouwers, krantever
kopers, meereizende acrobaten
uit de reclamekaravaan.
Je bent die duizendpoot,
sinds 1989 als zodanig actief. Je
hebt je zaken met je tachtig vas
te medewerkers en honderd los
se tijdens de Tour zelf aardig in
de hand. Je hebt grote rampen
kunnen voorkomen, je bent de
juli-president van Frankrijk.
Je beleefde in je eerste jaar, in
1989 dus, meteen de spannend
ste Tour ooit, met Greg LeMond
toch nog voor Laurent Fignon
als laureaat in Parijs. Je bent de
laatste vier jaar telkens gecon
fronteerd met een herhaling
van hetzelfde. Steeds de naam
van Miguel Indurain als win
naar op de erelijst - de aardigste
zoon aller vedetten, maar een
mens wil wel eens wat anders.
Wat doe je dan, als Jean-Ma-
rie Leblanc? Bijna 51 jaar, nor
dist, oud-wielerprof, ex-sport
journalist bij La Voix du Nord
en later 1'Equipe, opvolger van
het legendarische, doch uiteen
gevallen duo Lévitan/Goddet.
Wat is dan je voornaamste drijf
veer, als 'Directeur des compé-
titions de la Société du Tour de
France?'
Ga je dan op zoek naar een
parcours dat de geprolongeerde
winnaar een spaak in het wiel
steekt? Ga je dan, zonder gêne,
zo te werk, dat er een route
schema wordt bedacht, dat eer
der tégen dan voor de opnieuw
gedoodverfde nummer één
moet uitpakken?
„Nee," zegt Leblanc, net als
zijn voorgangers en collega-in
richters in binnen- en buiten
land „geen enkele ronde is pro
één bepaalde renner getekend
en ook niet tégen iemand."
„Och", zei Indurain bij de pre
sentatie van het parcours voor
de 82ste Tour de France, „dit is
een Tour voor een complete
Flet was geen bom die in
sloeg. Niet één Tour is ooit voor
sprinters alleen gemaakt, voor
tijdrijders, rouleurs of klimmers.
Een Tour is een Tour, dat wil
zeggen: favorieten kunnen de
wielerdood sterven, outsiders
plotseling op vleugels fietsen.
Maar voor alles geldt: je moet
23 dagen gezond zijn en mee
kunnen op alle terreinen. Alleen
die renners doen een gooi naar
een podiumplaats op de
Champs Elysées.
Volgens Leblanc- c.s. is het
Tourparcours in grote lijnen
ook al getekend nog voordat de
eerdere editie van start is ge
gaan. Veertien tot zestien
maanden staat er immers voor
een perfecte programmering.
De details worden in de loop
van de late herfst/begin van de
winter op papier gezet.
Architect van die 'itinéraire',
van dat Tourparcours geduren
de dertig jaar: Albert Bouvet,
oud-winnaar van onder aande-
re Parijs-Tours in 1956. Dit-jaar
voor het laatst heeft hij de me
de-verantwoordelijkheid voor
de 3535 kilometer weg die de
189 renners, verdeeld over 21
ploegen moeten afleggen. Hij
kwam tot een opnieuw afgewo
gen geheel.
Het Tourparcours 1995 is er
één volgens de beste tradities:
een vlakke aanloop met volop
kans voor de sprinters en dur-
vers, een klassement op de
sterkte per ploeg, een individu
ele tijdrit aan de voet van de
eerste bergen (Alpen), een tran-
sitstuk, een heftige bergzone in
de laatste week, een (bijna) af
sluitende tweede tijdrit, een pa
rade naar Parijs.
Zo was het de laatste jaren, zo
zal het voorlopig ook wel blij
ven. Want het is in theorie de
beste formule. Met als enige
handicap, dat een fenomeen als
Indurain een wel erg nadrukke
lijk voordeel putte uit de 'ope
ningstijdrit'.
Kijk naar de latere nummers
twee in het eindklassement: in
1991 Bugno in Alen^on op 1.31,
in 1992 Chiappucci in Luxem
burg op 5.26, in 1993 Rominger
in Madine op 2.42, in 1994
Oegroemov in Bergerac op 6.04.
Indurain kon vanaf die momen
ten steeds 'rustig' achterover
leunen en zijn favoriete rol van
verdediger aannemen.
Het duo Leblanc/Bouvet
heeft niet willen afstappen van
die traditie, een chronorace
voor de eerste bergen. Alleen
werd gehoor gegeven aan de
kritiek, dat het toch niet zo véél
kilometers tegen het uurwerk
hoefden te zijn. In totaal is er dit
jaar 15 kilometer minder indivi
duele tijdrit in de Tour opgeno-
„Maar", zegt Bernard
Hinault, de laatste vijfvoudige
winnaar, cynisch, „wat maakt
dat nou uit? Dan wint Indurain
met vier minuten voorsprong in
De Tour de France lijkt ook dit jaar op het lijf geschre
volgende jaar kan toeslaan in de tijdritten.
i Miguel Indurain, die v
De tien Tours van Miguel Indurain
Opgave in rit 4
Opgave in rit 12
97e op 2.53.11 u. van Roche
47e op 1.03.15 u. van Delgado
17e op 31.21 min. van Lemorid
10e op 12.47 min. van Lemond
1e 2e op 3.36 min. Bugno
1e 2e op 4.35 min. Chiappucci
1e 2e op 4.59 min, Rominger
1e 2e op 5.39 min. Oegroemov
plaats van met vijf."
Er zitten acht cruciale punten
in het Tourparcours van dit
jaar. Acht gevaarlijke 'Ber
muda's', waar de gedoodverfde
gele Bask op zijn tellen moet
passen.
De eerste vier:
1. De ploegentijdrit op de
vierde dag. Vorig jaar was Ba-
nesto 24 seconden sneller dan
de Mapei/Clas-ploeg van Ro
minger. Maar Rominger heeft
dit jaar bij Mapei/GB een deel
van de in ploegentijdritten zo
succesvolle GB/MG-ploeg (Bel
gen) tot zijn beschikking.
2. In rit 5, van Fécamp naar
Duinkerken, kan de wind een
verraderlijke rol spelen, kunnen
er waaiers ontstaan en kan'er
een groep wegrijden met een
verscholen 'geheim-favoriet'.
Zaak voor de Banesto-bedien-
den hun kopman afdoende te
beveiligen.
3. In rit 7, door de Ardennen,
moet Indurain een net zo goeie
Luik-Bastenaken-Luik rijden als
in 1991, toen hij vierde werd in
dezelfde tijd als de winnaar.
4. Een dag later wacht de tijd
rit langs de Maas. Indurain is
geen werelduurrecordhouder
(meer); dat is Tony Rominger.
Komt dat zien!
Van de stand dan in het klas
sement hangt het af hoe de
Tour zich verder zal ontwikke
len. Of er een heel andere en
tree in de eerste bergen zal zijn
als in de voorbije vier jaar.
Toen ging Indurain met resp.
1.34 (1991 of) Bugno), 3.27 ('92
op Chiappucci), 5.44 (1993 op
Rominger) en 8.32 (1994 op
Oegroemoy) de cols in. De eer
ste twee jaar moest hij de gele
truidragers LeMond/Leblanc
respectievelijk Lino nog onttro
nen, maar dat bleek kleine
moeite.
In het tweede Tourdeel schui
len ook nog eens vier valkuilen,
waar 'El Rey' ongeschonden
doorheen moet zien te komen.
5. Hoe verteert hij de Alpen
etappes naar La Plagne en l'Al-
pe d'Huez, zo pal na het vlakke,
en ditmaal zonder hooggeberg
te van bijvoorbeeld de Giro in
de benen?
6. Hoe gevaarlijk pakken de
etappes rond en door het hete
en niet alleen daardoor verra
derlijke Centraal Massief uit?
7. Getuigen de woorden van
Indurain, dal hij tegenwoordig
minder graag in de Pyreneeën
rijdt, op'realiteitszin? Omdat in
de Pyreneeën heftiger tempo
wisselingen worden uitgelokt,
waar hij het als strakke machts
klimmer niet erg op heeft? De
koninginnerit 15, naar Caute-
rets, geeft uitsluitsel.
8. Als er nog steeds sprake is
van 'een duel met Rominger',
wat is dan de uiteindelijke rol
van de tijdrit in de Limousin, op
de voorlaatste dag?
ROTTERDAM GPD
Zondag was hij nog in topvorm in zijn TV-com-
mentaar op het Nederlands kampioenschap 'senio
ren A': Oom Jean Nelissen in opperste vervoering
voor zijn neefje Danny Nelissen, dé man van de ti
telstrijd. Nelissen lepelde alle erelijsten weer moei
teloos op, ook die van de ex-prof, die het tot één
Tour de France bracht, en daarin in 1993 als 130ste
eindigde.
Dat detail en nog heel veel meer is terug te vin
den in Jean Nelissens nieuwste boek: La Bible du
Tour de France/De Bijbel van de Tour de France.
Tweetalig, dus dubbel zo dik. Boordevol gegevens
'over alle 81 Ronden die zijn verreden. Deels leu
nend op Nelissens eerdere verzamelwerk voor Mi-
chelin, deels op de jaarlijkse officiële gegevens van
de 'Société du Tour', her en der ook weer op zijn
Nelissens gerangschikt.
Handig als naslagwerk voor Nelissens collega's en
andere freaks (er maar vanuit gaand dat alle gege
vens betrouwbaar zijn). Compleet met klassemen
ten, solisten, incidenten, varia-gegevens over de
Tour en nog heel veel meer. Wie de informatie
stroom van Nelissen de komende 25 dagen niet op
de lettergreep kan volgen, misschien iets om 's
avonds nog eens na te slaan.
La Bible du Tour de France/De Bijbel van de Tour
de France, door Jean Nelissen. ISBN 90 72782 03 8.
Uitgeverij WIN Publiciteit BV, Maastricht, 330 blz,
prijs f45,00.
Het Tourparcours van 1995
werd bij de presentatie in okto
ber 'een traditioneel' parcours
genoemd. Leblanc was het daar
mee eens: geen verrassende uit
stapjes over de grens, op de
driedaagse in Wallonië na; ook
geen spectaculaire nieuwe col;
zelfs geen klimtijdrit, of afschaf
fingvan de ploegentijdrit.
Een kale,.harde, bijna ouder
wetse Tour, met als enige nou
veautés: de opnieuw kortere
etappes, nerveus van snit, stuk
voor stuk tussen de 150 en 264
kilometer én de verlate aan
komsten. Iedere Touretappe
rolt dit jaar pas tussen vijf uur
en half zes over de streep; op
verzoek van sponsors, televisie
en thuiskijkers.
Leblancs streven, de Tour
enigszins te ontdoen van zijn
gigantisme, op alle gebied terug
te gaan met 10 procent van de
'massa', is maar ten dele gerea
liseerd. Als hij een 21ste ploeg
buiten de deur had kunnen
houden, was hij geslaagd. Maar
hij moest het hoofd buigen voor
de felle en terechte protesten
rond de afwijzing van Telekom.
Zodat hij toch weer aan een
veld als dat van vorig jaar moest
toegeven.
Zijn enige wens die rest: dat
ook Indurain bereid is iets van
zijn grootsheid in te leveren.
Tien procent is te veel, maar
ééntiende zou al heel mooi zijn.
Nederlanders
wonnen 136 keer
In zestig jaar hebben 54 Neder
landse wielrenners in totaal 136
ritten in de Tour de France ge
wonnen. De Zeeuw Theofiel
Middelkamp was in 1936 de]
eerste Nederlandse etappew
naar. Jean Paul van Poppel v
verleden jaar in Boulogne de
laatste toen hij de tweede etap-
Ranglijst Nederlandse etappeuin-
naars: 1. Gerrie Knetemann, Jan Raas j
en Joop Zoetemelk allen 10, 4 Van
Poppel 9, 5. Jan Janssen 7, 6. Gerben
Karstens en Jelle Nijdam 6, f
Breukink en Wout Wagtmans
mans, en Peter Winnen allen 3,
Theofiel Middelkamp, Jan Nolten, it
Henk Nijdam, Adri van der Poel, Cecs
Priem, Steven Rooks. Albert
Dekkers, Maarten Ducrot,
Jo Maas, Frans Maassen, Henri Man-
ders, Frits Pirard, Henk Poppe, Antoon
van Schendel, Gerrit Schuite, Gert-Jan
Theunisse, Nico Verhoeven, Gerard
Wanen, Leo van Vliet en Huub Zilver
berg allen 1
Vier aankomsten
op een bergtop
SAINT BRIEUC ANP
Een dagje Pyreneeën op dins
dag 18 juli. De Tourdirectie
schotelt tijdens de vijftiende
etappe de renners maar liefst
zes cols voor in een rit over
kilometer. De Koninginnerit be
gint al na 31 kilometer me
beklimming van de Col du
Portet d'Aspet (1069 m), direct
gevolgd door de Col de Mente
(1349 m) en vervolgens de Col
de Peyresourde (1569 m), CoL
d'Aspin (2115 m), Col du Tour-
malet (2115 m) en de aankomst
op de Montée de Cauterets-
Pont d'Espagne (1470 m). In to
taal zijn zeven bergritten in het
traject opgenomen. Vier
komsten zijn gepland op berg
toppen in La Plagne, L'Alpe
d'Huez, Guzet-Neige en Pont'
d'Espagne.
De zeven bergritten zijn: 9de etappe:
Le Grand-Bomand - La Plagne met Col
11de etappe: Bourg d'Oisans - Saint
Etienne met de Col de l'Oeillon (1220
m). 12de etappe: Saint-Etienne-Mende',
,met Mojjtée, dt
14de etappe: Sai:
le - Guzet-Neige met Port de Lers
(1516 m), Col d'Agnès (1570 m), Col del
la Trape (1100 m), Montée de Guzet-
Neige (1510 m). 15de etappe Saint Gi-
rons - Cauterets-Pont d' Espagne met
de Col du Portet d'Aspet (1069 m), Col
de Meute (1349 m), Col de Peyresour-_
de (1569 m), Col d'Aspin (1489 m), Coll
du Tourmalet (2115 ml, Montée de
Cauterets-Pont d'Espagne (1470 m).<
16de etappe: Tarbes - Pau met de Co
Col de Marie-Blanque (1035 m) en Col»
de Soudet(1540 m).
172 kilometer
tegen de klok
SAINT BRIEUC. ANP
rijden dit jaar tij-!)
dens de Ronde van Frankrijk
108 kilometer individueel tegen
het uurwerk. En 64 kilometer i
ploegverband. In de 82ste editie
is het aantal kilometers tegen de'
klok iets minder dan in 1994,
toen het er 115 waren, exclusief
de ploegentijdrit, die dit keer
twee kilometer langer is dan
een jaar geleden. De races tegen;
het horloge beginnen op z
•dag 1 juli in Saint Brieuc metij
een proloog in de avonduren
over 7,4 km, vervolgens op 9 juli
een tijdrit over 54 kilometer op
Belgisch grondgebied tussen
Hoei en Seraing en ten slotte op
de voorlaatste dag rond Lac
Vassivière een rit van 46 kilo-
meter.
Eddy Merckx op
eenzame hoogte
Eddy Merckx staat in de rc
rijke geschiedenis van de Tour
de France op eenzame hoogte.
De vijfvoudige winnaar van
Tour de France boekte 34 rit
ges.
De eeuwige lijst van etappewinn:
ziet als volgt uit: 1. Merckx (Bel
overwinningen, 2. Hinault (Fra) 27, 3.
Leducq (Fra) 25, 4. Darrigade (Fra)
5. Frantz (Lux) 20, 6. Faber (Lux) 19
Alavoine (Fra) 17, 8. Anquetil (Fra),
Greves (Fra), Pellisier (Fra) allen 16.
Tour levert
veel punten op
SAINT BRIEUC* ANP
In de Ronde van Frankrijk zijn
voor de renners de meeste pun
ten voor het UCI-CP-klasse-
ment, de vroegere FICP-rang-
schikking, te verdienen. De v
naar van de 82ste editie mag
300 punten bij zijn totaal optel
len. Voor de eerste tien zijn de
punten 300, 225, 190, 165, 150,
135, 120, 105, 90 en 75. Iedere
renner die de Tour uitrijdt,
krijgt zes punten.