De nieuwe WAO is zo slecht nog niet
UBKHIM
YiAO-ERS
MM
WAO-ERS
Feiten Meningen
Geld voor grote
steden moet
naar de burgers
ZOJUIST
VERSCHENEN
WOENSDAG 21 JUN11995
Voor de vier grote steden is door het kabinet-Kok en
Brussel tezamen tachtig miljoen gulden uitgetrokken
om in vier aangewezen woonwijken iets te doen aan
de stadsverloedering, zowel qua huisvesting en in
richting van de openbare ruimte in die wijken, als qua
werkgelegenheid. Wordt dit bedrag in perspectief ge
plaatst tot de investeringsbedragen, voor bijvoorbeeld
de Betuwelijn en de uitbreiding van Schiphol, dan
lijkt er iets grondig mis met de middelentoewijzing.
Het vervelende is dat in de politieke? arena en in het
publieke debat deze afweging nooit plaatsvindt. Er
wordt per dossier besloten zoals dat zo mooi heet.
Naar het totale plaatje en de verhoudingen tussen de
onderdelen daarvan wordt zelden of nooit gekeken.
Het is idealiter de taak van een politieke partij om in
haar partijprogramma dergelijke afwegingen te ma
ken, maar in de praktijk van alle dag komt daarvan
niets terecht. Ook daar worstelt men zich met mie-
renvlijt door het ene dossier na het andere.
De tegenstanders van referenda, volksraadplegin
gen, brengen nogal eens naar voren dat een referen
dum een element van willekeur in zich bergt en be-
leidsafwegingen in gevaar brengt. Het drama is nu dat
het ook zonder referendum niet tot echte afwegingen
komt. In die vorm van besluitvorming is echter wel
meer speelruimte weggelegd voor de behartiging van
gevestigde belangen al of niet in het openbaar plaats
vindend. Dat geeft wél structuur aan de besluitvor
ming, maar leidt tezelfdertijd
tot meer van hetzelfde en tot
verdere marginalisering van
de buitenstaanders.
Miljarden dus voor de uitbrei
ding van Schiphol en de aan
leg van een qua econo
misch nut twijfelachtige
Betuwelijn en tachtig miljoen
gulden om althans een begin
te maken met de oplossing
van het al maar groeiende so
ciale probleem in de vier grote
steden. Die tachtig miljoen
brengen we als rijk land niet
eens zelf op, maar daar moet
Brussel ook nog aan te pas ko
men, over functionele decen
tralisatie gesproken.
Op dit soort punten heeft 'ijzeren dame' Thatcher
gewoon gelijk. Deze vraagstukken en de daarvoor be
nodigde subsidies horen gewoon niet in Brussel thuis.
Dat is een open sollicitatie tot op zijn minst in-effec-
tief gebruik van belastinggelden en op zijn slechtst tot
het frauduleus gebruik daarvan. Terwijl we in eigen
land bezig zijn met een moeizaam proces van decen
tralisatie van middelenaanwending, omdat het lokale
bestuur dat nu eenmaal beter kan bekijken, lekt het
aan de andere kant weer weg naar Brussel, dat mijlen
ver van de regio en de burgers af staat. Als politiek
Den Haag niet op zijn tellen past, is men binnen de
kortste keren bezig te dweilen met de kraan open.
Dat bedrag van tachtig miljoen is er nu, en ook al is
het een schamel beetje in vergelijking tot andere nut
tige investeringen, het blijft een bedrag waar iets voor
valt te verspijkeren.
Ik heb de plannen van de gemeenten van de vier
grote steden kunnen inzien. Wat mij daarin opvalt, is
dat versnippering van die paar rotcenten dreigt over
een te groot aantal activiteiten. Het is wel begrijpelijk,
want als je uitgaat van een noodzakelijk deltaplan
voor de vier grote steden, wil je een hoop doen en re
ken je op veel geld. Nu dit behoorlijk tegenvalt is het
wijs een beperkt aantal activiteiten goed te doen en
wel met een zichtbaar en vooral ook meetbaar
resultaat. Wat moeilijk uit de betrekkelijk globale
plannen valt af te leiden, is hoe men het vraagstuk
van de langdurige werkloosheid in die wijken in con-
creto wenst aan te pakken. Ook is niet echt duidelijk
of hierin een actieve rol is toebedacht aan de objecten
van het beleid, met andere woorden worden de lang
durig werklozen zelf ingeschakeld bij het verbeteren
van hun situatie.
Veel van het sociale beleid van de grote steden is
ontwikkeld zonder de actieve betrokkenheid van de
genen voor wie het allemaal is bedoeld. Flet mecha
nisme van 'voor wat hoort wat' wordt zelden gebruikt.
Er zijn beleidsinstrumenten die worden ingezet en
dan maar hopen dat betrokkenen toehappen. Naar
hun mening is niet gevraagd, noch is hen de moge
lijkheid geboden ook zelf te investeren in de oplos
sing van hun probleem. Wat bij de meeste mensen
werkt, kan ook bij hen werken. Investeer in je eigen
toekomst dan helpt de gemeenschap een handje. Doe
je dat niet dan investeert de gemeenschap ook niet in
jou.
Waar ik echter het meest beducht voor ben, is dat
een groot deel van het geld toch weer wordt besteed
aan ambtenaren en beambten die beleid bedenken
en dat voor de uitvoering daarvan geld en tijd ontbre
ken. Ik wil daarom pleiten voor hele precieze meet
punten om de effectiviteit te kunnen vaststellen van
het gevoerde beleid. De rijksoverheid doet er verstan
dig aan dit vast te leggen in een contract. De belas
tingbetaler heeft er recht op te weten wat met zijn
geld gebeurt en of dit ook effectief wordt aangewend.
Dit keer moet het geld niet gaan naar de ambtenaren,
beambten, hun huisvesting, vervoer en representatie
kosten, maar naar diegenen voor wie het is bedoeld.
Maak er maar een quasi-markt van met heuse markt-
prikkels, dat voorkomt een hoop beleid en ambtenarij
en vergroot de kans op succes.
Nederland loopt vol en zit
vast! Met deze uitgave spoort
Pim Fortuyn u aan mee te
denken over de verandering
van Nederland voor een
vooraanstaande positie in
de wereld van morgen.
ISBN 90 229 8234 3 f 24.90
De politiek lijkt geschrokken van zijn eigen daadkracht. Was bijna iedereen bij de eerste berichten over het effect van de nieuwe WAO-regels blij en
gelukkig, die blijdschap sloeg snel om in schrik, om niet te zeggen verbijstering: dit was nou toch ook weer niet de bedoeling. Een nieuwe slag om
de WAO ontbrandde, die morgen in de Kamer voorlopig wordt beslecht. Maar is die nieuwe WAO nu echt zo oneerlijk? En wie is nu eigenlijk het
slechtste af?
De keuringsarts stelt het direct bij het begin van
het gesprek maar even voor alle duidelijldieid-: „Er
wordt vaak gezegd dat we hier zitten om zoveel
mogelijk mensen uit de WAO te gooien. Maar dan
wordt wel vergeten dat de helft zijn uitkering
hóudt bij de herkeuring". En een geïrriteerde ar-
beidsdeskundige voegt er aan toe: „Iedereen
heeft het over die terminale kankerpatiënt die
wordt goedgekeurd. Maarte nieuwe regels ver
plichten niemand dat te doen. Als dat echt is ge
beurd, is het gewoon een foute beslissing".
De WAO blijft de gemoederen bezig houden. De
demonstraties tegen de herkeuringen volgden el
kaar de afgelopen maanden in rap tempo op, en
begin deze maand kwam staatssecretaris Lin-
schoten van sociale zaken met een aanpassing
van de keuringsregels en een extra zak met geld
om gedeeltelijk arbeidsongeschikten weer aan
het werk te krijgen
Begrijpelijk zijn de protesten uit het legioen der
zittende WAO'ers natuurlijk alleszins. Je zult,
zoals bijna de helft van de herkeurden overkomt,
na jaren in de WAO maar te horen krijgen dat je
best weer aan het werk kunt terwijl je toch echt
niet gezonder bent geworden. En dan: jij kunt wel
willen, maar wie wil je in dienst nemen? Voor ve
len betekent dat straks na de WW naar de sociale
dienst en een leven op het bestaansminimum
Dan wil je wel de straat op.
De vraag die steeds weer terug komt, is of het eer
lijk is om mensen na jaren weer de arbeidsmarkt
op te sturen in de wetenschap dat een deel van
hen geen baan zal vinden. Die vraag stond ook
steeds centraal in het politieke debat en alle gro
tere partijen - de WD niet uitgezonderd - zijn op
enig moment wel voorstander geweest van het
ontzien van de bestaande gevallen.
Dat het daar uiteindelijk niet van is gekomen, is
omdat daar zo'n hoog prijskaartje aan hing: de
WAO zou voor nieuwe arbeidsongeschikten dan
worden uitgekleed tot een schandalig slechte re
geling. In het kabinetsvoorstel van juli 1991 bij
voorbeeld, het startschot voor de beruchte WAO-
zomer, zouden nieuwe arbeidsongeschikten na
twee jaar terugvallen op het sociale minimum.
Daarmee zouden de echte arbeidsongeschikten
van de toekomst de rekening moeten betalen
voor het ontzien van een groep uitkeringsontvan
gers van wie een aanzienlijk deel uiteindelijk niet
arbeidsongeschikt is.
ABSURD
Een absurde situatie, die het kabinet in, het uit
eindelijk compromis van januari 1993 terecht
voor een deel onderving. De WAO'ers boven de
50 bleven buiten schot vanwege hun te kleine
kans op werk, maar de jongeren zouden wèl wor
den herkeurd volgens de nieuwe normen. Bij op
nieuw gebleken arbeidsongeschiktheid zouden ze
dan hun uitkering van 70 procent van het laatst
verdiende loon behouden. De nieuwkomers kwa
men er ook in dit compromis nog altijd het
slechtste van af: de 70 procent van het laatstver
diende loon zou na een overgangsperiode over
gaan in een aanzienlijk lagere vervolguitkering, in
de meeste gevallen maar net boven het sociale
minimum. Dat zogenoemde WAO-gat werd ove
rigens voor ongeveer driekwart van de werkne
mers in de CAO-onderhandelingen gedicht - al
betalen ze die bijverzekering wel uit eigen zak.
En toen was het wachten op de klap. Het tumult
barstte in het voorjaar van 1994 los, toen bleek
dat ongeveer 30 procent van de herkeurden zijn
uitkering verloor en nog eens een kleine 20 pro
cent met een lagere uitkering naar huis werd ge
stuurd.
Daarop gebeurde er iets raars: tal van politici gin
gen nu onder druk belangengroeperingen vragen
om versoepeling van de keuringen omdat zoveel
mensën geheel of gedeeltelijk uit de WAO werden
gewipt. Daarmee kreeg de discussie een heel on
eigenlijk aspect. Het ging in feite niet om de juist
heid van de criteria, maar om de uitwerking er
van. Zou er ook zoveel heisa zijn ontstaan als die
nieuwe normen maar tien procent van de her
keurden hadden getroffen, of twintig procent?
VERDEDIGBAAR
Zo oneerlijk zijn de nieuwe normen namelijk he
lemaal niet. In de eerste plaats wordt in de nieu
we regeling niet langer gezocht naar passende ar
beid, maar wordt gekeken of iemand sowieso nog
kan werken, in wat voor baan dan ook. Maar dat
hoort toch ook bij een verzekering tegen arbeids
ongeschiktheid
Verder moest een arbeidsdeskundige vroeger in
het FIS, een bestand van 8.000 functies, minstens
vijf functies zien te vinden die iemand nog kon
vervullen. In de nieuwe regels werden dat er drie,
maar volstond onder bepaalde voorwaarden één
functie om iemand arbeidsgeschikt te verklaren.
Inmiddels heeft Linschoten die uitzondering weer
geschrapt: drie functies is het minimum. Het is
een scherpe grens, maar goed verdedigbaar
vanuit de optiek dat iemand alleen arbeidsonge
schikt is als er geen functie meer voor hem te vin
den is. Voor wie schamper opmerkt dat onder
zulke voorwaarden voor iedereen wel werk te vin
den is: in ruim de helft van de gevallen lukt dat
niet.
Hoe zeer het effect van de nieuwe regels wordt
overdreven, blijkt ook uit een diepgravende ana
lyse van het College van Toezicht Sociale Verze
keringen. Wat steeds weer wordt vergeten, is dat
herkeuringen er ook vóór 1993 al waren en dat
daarbij steeds meer WAO'ers werden goedge
keurd. In feite was de 'invoering' van de herkeu
ring vooral een intensivering van die herkeurin
gen. Die intensivering leidde tot 57.000 beëindi
gingen wegens herstel vorig jaar tegen 40.000 in
1993. Die toename van 17.000 in 1994 komt in
feite maar voor minder dan de helft direct door
de herkeuring zelf, concluderen de onderzoekers.
De andere helft bestaat uit WAO'ers die veel t^aker
dan in andere jaren zélf hun uitkering beëindig
den.
Ten slotte is het wellicht goed om voor de zoveel
ste keer nog eens over de landsgrens te kijken.
Nederland telt, zo is meermalen vastgesteld, ver
houdingsgewijs twee tot tien keer zoveel ar
beidsongeschikten als andere westerse industrie
landen. Ook met de strengere keuringen blijft Ne-
derland ruimschoots in de kopgroep.
Het zal allemaal best, zeggen de WAO-belangen-
groepen, maar feit blijft dat onze uitkering wordt
afgepakt zonder dat we een reële kans hebben op
de arbeidsmarkt. Dat is echter een halve waar
heid. Om te beginnen hééft 20 procent van de be
staande WAO'evs werk, waarbij de (gedeeltelijke)
uitkering als aanvulling op het inkomen dient. In
de tweede plaats komen herbeoordeelden wel de
gelijk aan de slag. De speciale arbeidsbemidde
lingseenheid van het GAK heeft inmiddels werk
gevonden voor 1860 van de ruim 11.000 herkeur
de WAO'ers die zich hebben gemeld voor bemid
deling. Ongeveer één op de vijf komt dus mo
menteel via de bemiddeling aan de slag.
ONDERGRENS
Een GAK-deskundige tekent daarbij aan dat dat
aantal van 1860 zeker hoger wordt. Vaak hebben,
herbeoordeelden immers jaren thuis gezeten en
moet er flink aan geschaafd en geschoold worden
om ze weer klaar te stomen voor werk. En dat
kost nu eenmaal tijd, gemiddeld ruimschoots
meer dan een jaar. Pas eind dit jaar valt daarom
met enige zekerheid iets te zeggen over de kansen
voor de herkeurde WAO'ers op werk.
Veelzeggend lijkt in dit verband het 'schrikeffect'
dat de CTSV-onderzoekers vonden. Vorig jaar be
ëindigden 7.000 WAO'ers méér hun uitkering zelf
dan verwacht mocht worden. Het ligt voor de
hand dat dat gebeurde omdat ze met een herkeu
ring in het vooruitzicht hard(er) naar werk gingen
zoeken en dat oók vonden.
Voor de WAO'ers die ondanks alles werkloos blij
ven, zijn de druiven inderdaad zuur. Maar ook
daarbij past wel wat nuancering. Volgens de
CTSV-onderzoekers zal het daarbij vooral gaan
om oudere WAO'ers, en juist voor die groep
wordt via een speciale vervolg WW-uitkering een
vangnet gespanfien. Ze krijgen tot hun 65ste dan
weliswaar slechts een minimum-uitkering in
plaats van de 70 procent van nu, maar ze hoeven
niet naar de sociale dienst en mogen dus hun ei
gen huis, hun vermogen en het eventuele inko
men van hun partner houden. Daarmee krijgen
de arbeidsgeschikte oudere WAO'ers vrijwel de
zelfde behandeling als arbeidsongeschikte nieuw
komers. Wie komt er nu slecht af?
VERGETEN GROEP
Want dat is de in alle commotie vergeten groep:
de nieuwe arbeidsongeschikten. Vorig jaar kreeg
volgens voorlopige cijfers van de bedrijfsvereni
gingen van de aspirant-WAO'ers ongeveer 60 pro
cent een volledige uitkering, 20 procent een ge
deeltelijke uitkering en 20 procent kreeg niets.
Wie even meerekent dat er bijna 10.000 minder
WAO-aanvragen waren - die je kunt rekenen als
afgewezen aanvragen - ziet al snel dat de 'nieuw
komers' ongeveer even arbeids(on)geschikt zijn
als de herkeurden.
Een verschil in negatieve zin met de herkeurden:
die 46.000 volledig arbeidsongeschikten van 1994
hebben een veel slechtere uitkering gekregen dan
hun even arbeidsongeschikte voorgangers - tenzij
ze zich particulier hadden bijverzekerd.
Daar staat tegenover dat ze gemiddeld een betere
kans op werk hebben: ze zijn namelijk vaak nog
in dienst bij hun baas. Herplaatsing bij de eigen
werkgever is al jaren hèt succesnummer bij de
TEKENING TOM JANSSt
reïntegratie van arbeidsongeschikten. Vorig jaar
bleven uiteindelijk bijna 30.000 (aspirant-
WAO'ers uiteindelijk bij hun baas of kwamen
daar weer terug, en dat was goed voor ruim de
helft van het aantal geslaagde reïntegraties.
Nu de malus, de boete die werkgevers moeten
betalen voor werknemers die in de WAO komen,
wegvalt en de reïntegratie veel meer aan het ei
gen initiatief van werkgevers wordt overgelaten,
verwacht een GAK-deskundige overigens dat het
aantal herplaatsingen bij de eigen baas flink zal
afnemen.
Voor wie niet bij zijn oude baas terecht kan, is de
kans op werk nauwelijks groter dan voor de her
keurde WAO'ers. Van de ongeveer 65.000 in be
middeling genomen WAO'ers die waren aange
wezen op een nieuwe baas, konden de GAK-mer
sen voor maar 15.000 mensen een baan vinden.
Een kans van iets minder dan één op vier dus.
VERBORGEN WERKLOZEN
Tijd om de balans'op te maken. De nieuwe WAO
is strenger geworden, maar dat was ook hard no
dig. Het is natuurlijk absurd dat in een land met
een van de beste en meest uitgebreide systemen
van gezondheidszorg ter wereld vele malen méér
mensen arbeidsongeschikt zijn dan in ons omrin
gende landen.
Na het paniekvoetbal van de afgelopen jaren is
geleidelijk aan een nieuwe WAO ontstaan, waar
bij de drempel fiks is verhoogd: alleen wie echt
niet meer kan werken, krijgt nog een arbeidson
geschiktheidsuitkering. De normen daarvoor zijn
streng, maar niet onredelijk.
De politiek heeft besloten om ongeveer 350.000
bestaande WAO'ers de komende jaren te herkeu
ren. De uitkomsten daarvan hebben veel stof
doen opwaaien, maar ook duidelijk gemaakt dat
er veel verborgen werkloosheid in de WAO zit. D
vraag of die 'verborgen werklozen' tot in lengte
van jaren een goede uitkering moeten houden,
heeft de politiek al jaren geleden beantwoord:
Daarvoor zijn goede redenen. De belangrijkste is
dat het ontzien van alle bestaande WAO'ers zo
veel geld kost, dat er voor nieuwe échte arbeids
ongeschikten bijna niets over blijft. De nieuwe re
geling ontziet wat dat betreft de zittende WAO'ei
al ten koste van de nieuwkomers.
Daarnaast blijken de arbeidskansen van de weer
goedgekeurde WAO'ers niet zo slecht te zijn als
menigeen wil doen geloven én komen er de ko
mende jaren ettelijke honderden miljoenen extfi
beschikbaar om arbeidsongeschikten aan werklf
helpen. Voor de oudere weer goedgekeurde ar
beidsongeschikten die werkloos blijven, wordt
een sociaal vangnet gespannen waardoor ze in
elk geval niet in de bijstand belanden.
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Die spaan
ders hebben veel aandacht gekregen. Maar het is
ook zaak om te kijken naar het resultaat van het
hakken. Dat is een WAO die alleen échte arbeids
ongeschikten nog recht geeft op een uitkering.
Dat is niet alleen waarvoor in 1967 de WAO in he
leven is geroepen. Het is ook de best mogelijke
garantie dat er over tien jaar nog een WAO is.
HAARLEM SJAAK SMAKMAN