ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Bollenkoning in Engeland
TT
ZATERDAG 17 JUN11995
De natuur kent haar
gelijke niet. Britse
onderzoekers denken
een doorbraak te
hebben gevonden in de
strijd tegen de gevreesde
ziekte van Alzheimer,
die dementie
veroorzaakt. De kwaal
zou kunnen worden
gestopt door een pil op
basis van...
narcissenbollen. De
industrie heeft 20.000
ton bollen per jaar
nodig voor het medicijn,
en gaat die betrekken
van Bob Out, een
Hillegommer die al 31
jaar in Engeland woont.
Hij is algemeen
directeur van Lingarden
Limited, de grootste
narcissenbollenteler ter
wereld. Van een
meegenomen
brommertje tot een
grote Mercedes: een
successtory.
Bob Out: „Ik ben een Hillegomse bollenjongen die in Spalding aardig boert."
FOTO'S ED BLAAUW
De narcissen van Bob Out in de strijd tegen ziekte van Alzheimer
et leven in Spalding, een slape-
I rig plattelandsstadje in het En-
gelse graafschap Lincolnshire,
kabbelt traag voort. Zelfs de voetgangers in
het 17.000 inwoners tellende plaatsje lopen
langzamer dan de gemiddelde wandelaar in
de grote stad. Al kuierend roemt Bob Out de
gemoedelijkheid van zijn woonplaats, terwijl
hij ondertussen bekenden gedag zegt of naar
hen wuift. Het bankje aan de overkant van
een verkeersweg, bij de brug, vormt op deze
grijze ochtend het eindpunt van het wande
lingetje.
Bob Out zet één voet op de weg, om die
ijlings weer terug te trekken omdat er plotse
ling een gammel Fordje langs de stoeprand
tuft. Licht geschrokken zegt hij: „Dat leer ik
nou nooit, dat ik in dit land bij het overste
ken éérst naar rechts moet kijken en dan
naar links. Nou woon ik hier al 31 jaar, maar
ik doe het nog altijd precies omgekeerd, op
z'n Nederlands."
Als automobilist maakt hij dit soort 'Eu
ropese foutjes' nooit en te nimmer, zegt hij,
terwijl hij zijn zilvergrijze Mercedes over de
Engelse landwegen in de omgeving stuurt.
„Links of rechts rijden, het maakt me niet uit.
Ik pas me meteen aan, maar als voetganger
in dit land blijf ik een Nederlander."
De verlaten, kaarsrechte polderweg eindigt
bij een dijkje. Bob Out wijst naar de verte,
naar het uitgestrekte vlakke land. „Daar",
zegt hij, „daar was water toen ik hier voor het
eerst kwam. 't Is allemaal ingepolderd. Dit
gebied heeft veel weg van de Haarlemmer
meer, vind je niet?"
Hilariteit
Hij keert de bolide om. Zelfbewust, kordaat
en met een ietwat dwingende blik zit hij ach
ter het stuur. Beslist geen man die met zich
laat sollen of in de pub aan de bar aan de lo
pende band met grappen en grollen strooit.
Alleen zijn achternaam, die wil nog wel eens
voor hilariteit zorgen onder het personeel
van zijn bedrijf Lingarden. Zo van: Is Out in,
or is Out out?
Er breekt een glimlach door. „Mensen met
wie ik zaken doe, durven bij een eerste ken
nismaking mijn naam vaak niet meteen
hardop uit te spreken. Want Out betekent uit
en, tja, dat heeft toch iets onbeleefds. Gaan
ze het verbasteren tot oit, oet, ouut. Om maar
geen out te hoeven zeggen."
Hij stuurt zijn auto het verlaten erf op van
een narcissenkweker, die verbonden is aan
zijn onderneming. „Deze man is het toon
beeld van orde en netheid", zegt hij op een
toon die geen tegenspraak duldt. De bollen-
boer zelf is in geen velden of wegen te beken
nen. „Die zit op het land, is aan het werk."
Out graait met zijn hand in een van de vele
houten kisten met narcissenbollen en pakt er
een handje uit. „De narcis, da's mijn absolute
Out pakt een handjevol bollen: „De narcis, dat
is mijn absolute lievelingsbloem. Ze is zo
krachtig, zo mooi."
lievelingsbloem. Ze is zo krachtig en zo
mooi."
Terug naar de auto. De snelheid op de pol
derwegen wordt opgevoerd, alsof er geen tijd
is te verliezen. In het begin van de jaren zes
tig tufte hij op zijn uit Nederland meege
brachte brommertje door de uitgestrekte bol
lenvelden. Toen was hij nog een bollenboy
van even in de twintig. Ruim dertig jaar later
is Bob Out (55) in Engeland uitgegroeid tot
bollenkoning. „Ik ben een Hillegomse bollen
jongen die in Spalding aardig boert", zo om
schrijft hij zichzelf.
Lingarden Limited komt in zicht. De Ne
derlandse, Engelse en Europese vlag, broe
derlijk naast elkaar, wapperen welkom. Er
gaat een gereserveerd knikje naar de portier
van zijn bedrijf als die de slagboom omhoog
gooit. Hij parkeert zijn wagen naast een sjie-
ke BMW, een statige Opel en een stevige Ro
ver. Out werpt een laatdunkende blik op de
enige wagen van Engelse makelij. „Dat ding
gaat er uit. Na een paar jaar krijg je in dit
land nauwelijks wat voor zo'n Rover."
Rusteloos
Met korte, krachtige passen loopt hij naar
zijn kantoor. Pas dan valt op dat hij iets rus
teloos over zich heeft. Hoe hij draait op zijn
stoel en hoe hij, via de openstaande deur, alle
geluiden in de aangrenzende gang scherp in
de gaten houdt. Geen rust in zijn kont, hij
geeft het onmiddellijk toe. „Als ik een tijdje
op de zaak heb gezeten, moet ik weg. Reizen.
Klanten bezoeken. Lekker zaken doen, want
daar hou ik van. Vooral in Engeland en Ame
rika. Daar gaat het in een meer ontspannen
sfeer dan in Nederland, waar vaker met het
mes op tafel wordt onderhandeld."
Mister Out, klein van stuk, heeft naam ge
maakt in bollen, bloemen en uien. Hij staat
aan het hoofd van een coöperatie met zo'n
140 aangesloten kwekers, ruim 400 mede
werkers en een omzet van vijftig miljoen
pond (ongeveer 130 miljoen gulden). Lingar
den is met 8.000 ton op jaarbasis 's werelds
grootste producent van narcissenbollen. Van
de 4.000 hectare teelgrond in heel Engeland
heeft Lingardèn er 1.200 onder controle. Het
land teelt 2,5 keer zoveel bollen als de rest
van de wereld samen.
Binnen afzienbare tijd voert Lingarden de
produktie op naar 28.000 ton, ruim drie keer
zo veel als nu. De contracten met de farma
ceutische industrie zijn getekend. De farma
ceutische industrie? Out ziet het verbaasde
gezicht. „Het komt er op neer dat in de nar
cissenbollen een stof zit, galanthamine gehe
ten. Na jarenlang onderzoek hebben weten
schappers een geneesmiddel ontwikkeld dat
de ziekte van Alzheimer zou kunnen stop
pen. In die pillen, waarvan ik het recept niet
ken, is die stof uit de narcissenbollen een be
langrijk bestanddeel.
De proeven zijn, zo heeft Out vernomen,
zó hoopgevend en bevredigend verlopen dat
de pillenfabrikant Mc Farland Smith in het
Schotse Edinburgh Lingarden heeft ge
vraagd om jaarlijks 20.000 ton narcissenbol
len te leveren. Samen met marketing-organi-
satie Shires in het zuiden van Engeland, die
de marketing-rechten heeft, hebben de drie
partijen enige tijd geleden daartoe een mil
joenencontract met een looptijd van twintig
jaar afgesloten.
Fabriek
Voor de leek klinkt het ongeloofwaardig,
bloembollen die een ziekte in de hersenen
zouden kunnen genezen, maar Out heeft alle
vertrouwen in de onderzoeken die zijn ge
daan. „Geloof me", zegt hij, „er zouden geen
miljoenen-investeringen gedaan worden als
ze geen heil in hun produkt zagen. Het ligt in
de bedoeling dat er, vermoedelijk in deze
omgeving, een fabriek komt die de bollen
voor Mc Farland Smith gaat verwerken. Zoals
het er nu naar uitziet, zullen wij van Lingar
den die fabriek gaan exploiteren.
Het contact tussen Lingarden en de farma
ceutische industrie dateert al van twaalf jaar
terug, vanaf het moment dat onderzoekers er
achter kwamen dat dieren van alle bloembol
len vreten, maar de narcis en het sneeuw
klokje links laten liggen. Reden voor nader
onderzoek. „Het begon voor mij met een
simpel telefoontje, of we wat bollen konden
leveren."
Die leveringen gebeurden in het diepste
geheim. Het personeel heeft nooit enige arg
waan gekoesterd. Die dachten niet beter dan
dat de bollen bestemd waren voor Australië,
wanj dat stond immers op de verpakking. Ze
hebben enkele weken terug de waarheid te
horen gekregen. „Er is namelijk een geheim
houdingscontract. Slechts een enkeling in
ons bedrijf wist waar die bollen naar toe gin
gen."
Het is dat de Britse televisiezender 1IV er
na enkele publicaties in gezaghebbende me
dische vakbladen achter kwam dat er bollen
van Lingarden werden gebruikt voor onder
zoek naar de ziekte, anders had Out nog
steeds gezwegen als het graf. „Ik ben op de
Engelse televisie geweest, waar ik alleen heb
kunnen bevestigen dat we betrokken zijn bij
de ontwikkeling van medicijnen tegen Al
zheimer."
Proefkonijn
Het medicijn zou het ziekteproces stoppen,
en niet slechts vertragen. „Ze hebben mij
verteld dat de patiënten er in meerderheid
goed op reageren. Mijn vader heeft ook Al
zheimer gehad. Hij dacht dat ik zijn broer
was. Reed ik met hem door Lisse en Hille-
gom, de streek waar mijn vader geboren en
getogen was. Riep hij opgetogen: 'Wat is het
hier mooi, hier ben ik nog nooit geweest.' Ik
bedoel, ik weet wat die ziekte inhoudt. Het is
nu te laat. Mijn vader is overleden, maar als
dit een aantal jaren eerder had gespeeld, dan
had ik hem als proefkonijn aangemeld."
Nadat Out op de televisie was geweest,
kwamen er bij Lingarden meteen telefoontjes
en brieven binnen met de vraag waar het
middel verkrijgbaar was. Out: „Het komt op
de markt. Het is alleen nog niet bekend wan
neer." Om het aantal van 20.000 ton bollen te
halen, moet Lingarden groeien van 1.200
naar 4.000 hectare teelgrond. In hoog tempo
is het bedrijf inmiddels bezig om circa hon
derd extra kwekers aan te trekken. De pro-
duktie-uitbreiding met gegarandeerde afzet
legt Lingarden geen windeieren. „Reken
maar uit, 20.000 ton maal 2.000 gulden, dat is
40 miljoen gulden extra."
Van de 8.000 ton narcissenbollen die het
bedrijf nu nog verwerkt, gaat 1.500 ton naar
de Verenigde Staten en 3.500 ton naar Euro
pa. De rest blijft achter in Engeland. De bol
len zorgen voor een omzet van 18 miljoen
pond. De uien zijn goed voor zeven miljoen
en de handel in alle denkbare soorten bloe
men, zelfs rozen en anjers uit Kenya, levert
nog eens 25 miljoen op. Lingarden, één van
de grootste werkgevers in de omgeving, be
voorraadt alle grote supermarktketens in En
geland met dagelijks verse bossen. Ook levert
het als postorderbedrijf op bestelling boeket
ten. Die worden in fraaie dozen bij mensen
thuis afgeleverd.
Lingarden heeft een vestiging in Groote
broek en veel klanten in Nederland. Dat ver
klaart ook waarom een aantal Engelse mede
werkers op Nederlandse les zit. Goedemid
dag', begroet een medewerkster haar direc
teur en zijn Nederlandse gast. Om zonder af
te wachten meteen alle andere Nederlandse
woorden die ze kent op te dreunen. „Klein
zoon, kleindochter, opa, oma." Ze neemt het
applausje met een triomfantelijk gezicht in
ontvangst.
The place
Toen Out ruim dertig jaar terug bij Lingarden
in dienst kwam, werkten er anderhalve man
en een paardekop, en waren er 31 kwekers
aangesloten. In 1964 vestigde hij zich defini
tief in Engeland. „Ik emigreerde omdat er in
Nederland in die tijd nauwelijks aan een huis
te komen was, terwijl ze in Spalding voor het
uitzoeken waren. Ik kende deze omgeving
goed, omdat ik er in 1961 al eens was ge
weest om er de taal te leren en om er wat
werkervaring op te doen. Dat was voor een
jongen uit de bollenstreek heel gebruikelijk.
Nou, en voor een bollenjongen is Spalding
the place in dit land."
Hij verdiende de eerste tijd zijn geld als
agent voor Nederlandse firma's die in Enge
land zaken deden met land- en tuinbouwbe
drijven. Zo kwam hij ook in contact met
Lingarden, dat hem het aanbod deed als sa
les-manager te komen werken. Out hield de
boot af, waarna een vriend van hem uit Ne
derland de baan kreeg. Die stopte ermee,
omdat zijn vrouw heimwee kreeg. Out werd
opnieuw benaderd en hapte alsnog. „En tot
op de dag van vandaag heb ik daar geen spijt
van. Ik heb mijn draai gevonden in dit land,
waar alles toch wat vrijer gaat dan in Neder
land. Als ik hier mijn huis roze wil schilderen
of kapper wil worden, nou, dan doe ik dat.
Niemand die me een strobreed in de weg
legt. Moet je in Nederland om komen, waar
alles volgens de regels moet."
Hoewel Out accentloos Nederlands spreekt
en nog altijd alleen een Hollands paspoort
heeft, zijn de banden met het vaderland in de
loop der jaren losser geworden. „Vraag mij
wie de huidige minister-president is en ik
moet je het antwoord schuldig blijven. Ik lees
alleen nog Nederlandse vakliteratuur. Voor
de rest is het allemaal Engels wat de klok
slaat."
Autosport
Voor hij zijn gast de volgende dag naar het
station in Peterborough brengt, toert hij op
verzoek weer door het district dat Holland
lieet. „Dat komt waarschijnlijk omdat het ge
bied tussen Peterborough, Kings Lynn en
Boston zo veel op Nederland lijkt." We rijden
langs zijn huis, een lieflijk optrekje, verscho
len achter een keurig onderhouden Engelse
tuin. Een televisie met videorecorder domi
neert het interieur. „Ik gebruik die video al
leen voor het opnemen van de Grand Prix.
Autosport, daar hou ik van."
Als hij koers zet naar het station, vertelt hij
over de lijdensweg van zijn vrouw Jenny, die
twee jaar geleden aan kanker is overleden.
Ook hij heeft kanker gehad, maar de vooruit
zichten zijn uitermate goed, zegt hij vol
hoop. „Ik ben 25 kilo kwijt, maar ik voel me
weer uitstekend." Van de afstandelijkheid tij
dens de eerste kennismaking en de eerste
uren daarna is geen spoor meer te herken-
Ondanks zijn (overwonnen) ziekte, werkt
hij weer als vanouds, zeventig, tachtig uur
per week. „Mijn twee kinderen zijn de deur
uit, wat zou ik de hele dag thuis moeten?"
Nog vijf jaar, dan moet hij stoppen als direc
teur, zo is contractueel vastgelegd. Maar dat
probleem is inmiddels ook opgelost. „Ik kan
blijven, als consultant. Wat dat inhoudt? Nou
ja, dat weet ik ook nog niet zo precies. Alleen
dat ik aan Lingarden verbonden blijf. Nou, en
met al die veranderingen voor de deur is dat
een zeer prettige gedachte."