Seksueel misbruik gehandicapte is vaak moeilijk te bewijzen Mariniers niet bevreesd voor taak in Bosnië Drugs zijn groot taboe in Frankrijk Feiten &Meningen Veilig voor sluipschutter Onze datsja MAANDAG 12 JUN11995 152 NIEUWSANALYSE „Er zijn nu in Parijs nieuwe hoofdrolspelers. Wij moeten hen op de hoogte stellen van het Nederlandse drugsbeleid. Zij hebben de indruk dat het in Nederland bij de handel gemakkelijk toegaat en dat ons drugsbeleid een verwoestende werking heeft." Dat heeft premier Kok vrijdagavond in Parijs gezegd na afloop van een Europees diner met de nieuwe president van Frankrijk, de gaullist Jacques Chirac. Volgens Kok is de Neder lands-Franse verhouding evenwel „niet te rug bij af." Wel zijn er opnieuw een hoop moeilijk heden. Telkens als er in Frankrijk een nieu we regering komt, of zoals nu een nieuwe president, moet alles van voor af aan wor den uitgelegd. Chirac is volgens Kok slecht geïnformeerd. De nieuwe Franse president heeft Kok de oren gewassen over het Neder landse drugsbeleid. De geschrokken Neder landse premier is van plan om de Franse president uit te leggen wat Nederland nu precies doet. Nederland is in de ogen van Frankrijk het zwarte schaap dat hasj kweekt, verkoopt en de eigen, Franse jeugd verpest. De Franse wet maakt geen onderscheid tussen soft drugs en harddrugs, en voor de Fransen leidt het eerste automatisch tot het tweede. Gebruik en handel van drugs is strafbaar, en iedereen die zich daaraan schuldig maakt, moet de gevangenis in. Frankrijk is in feite het enige land in Eu ropa dat geen drugsbeleid heeft. Angst voor AIDS, dat in Frankrijk de meeste slachtof fers kent na de Verenigde Staten, is de enige opening voor het land naar een evident drugsprobleem waarvoor het de ogen sluit. „In Frankrijk en in andere lidstaten met een ander beleid is de drugsverslavingsproble- matiek zeker zo ernstig," zei premier Kok niet onterecht. President Chirac hoeft in derdaad alleen maar de metro in Parijs in te lopen om zich er rekenschap van te geven. Middelbare scholen in Frankrijk zijn het to neel van handel in drugs, afpersing en on veiligheid zoals in Nederland onbekend is. Pas in december vorig jaar is methadon erkend als geneesmiddel en van de lijst van verboden drugs afgehaald. Methadon is een stof ter vervanging van heroïne of cocaïne, die verslaafden aan harddrugs in elk geval beschermt tegen de daaraan verbonden ne gatieve effecten. „Het gaat niet aan de ene drug door de andere te vervangen", vond de toenmalige minister van binnenlandse zaken Pasqua. Dat is tekenend. De werkelijkheid in Frankrijk heeft sinds een paar jaar niets meer te maken met het officiële 'discours': De beleidslijn die wel officieel verkondigd wordt maar er in feite niet is. Methadon is inmiddels een geneesmiddel, zij het nog veel minder toegepast dan in de rest van de wereld, steriele spuiten zijn te koop voor 1,50 gulden in bijna alle apotheken, en ver slaafden draaien niet 'de bak in' zoals dat officieel zou moeten. Daar is gewoon geen plaats voor, en de Fransen weigeren te betalen voor nieuwe gevangenissen om iedereen die in aanmer king komt op te sluiten, ook al zijn zij daar in meerderheid vóór. Politiek gezien is het onverkoopbaar die feiten toe te geven, ook al weet iedereen dat een opgepakte heroï- nespuiter drie uur na zijn aanhouding weer op straat staat. Staatssecretaris Léon Schwartzenberg die de feiten wel onder ogen durfde te zien, heeft dat in juli 1988 aan den lijve ondervonden: hij wilde soft drugs uit de strafrechtelijke sfeer halen en het gebruik ervan toestaan om de handel te breken. Na negen dagen was hij bewinds man af. De drugshandel in Frankrijk heeft een omzet van, naar schatting, zeven tot zeven tien miljard gulden per jaar. Er zijn enkele honderdduizenden verslaafden aan hard drugs, maar dat is onbespreekbaar. Gemak kelijker is de 'schuld' af te schuiven op met name Nederland en Spanje, waar softdrugs getolereerd worden om de handel in hard drugs te kunnen controleren. Alle ellende komt daar vandaan. De Fransen controleren officieel niets, want dat is wettelijk onmogelijk. Hard op treden is mode en levert stemmen op. De verschillende regeringen, links of rechts, zijn daar dan ook vóór. Door zo zijn ogen te sluiten, zit Frankrijk dan ook met een van de hoogste percentages, en aantallen, drugsdoden per jaar, en alleen de vrees voor AIDS heeft concessies opgeleverd die publiekelijk overigens nauwelijks worden toegegeven. In het nabije verleden heeft dat geleid tot ruzies tussen de ministers van binnenlandse zaken en volksgezondheid, met winst voor de laatste uit 'pragmatische overwegingen'. Eind 1994 waren er immers 32.722 mensen met AIDSgeconstateerd, van wie een goed deel besmet werd door vuile naalden te gebruiken. Frankrijk verwijt Nederland een lafhartig en slap drugsbeleid. Dat komt, na een pe riode van toenadering, weer bovendrijven nu er een nieuwe president is. Het wordt toegespitst op de vestiging van Europol in Den Haag: zeer tegen de wil van de Fran sen. Dat Europese politieapparaat zou in eerste instantie paraat moeten zijn in de strijd tegen drugs. Nederland, en de Bene lux, wensen een controle daarop door het Europese Hof van Justitie, Frankrijk niet. Dat punt belooft een heet item te worden op de komende Europese top in het Zuid franse Cannes, eind van deze maand. parus «jan van etten anp Instellingen doen meestal geen aangifte Een groep hulpverleners in het zuiden van het land heeft stapels bewijzen verzameld over seksueel misbruik van een verstandelijk gehandicapte. De dader legt bij de politie een bekentenis af. De zaak lijkt rond. En toch komt het niet tot een veroordeling. Want gaandeweg het proces voor de Nijmeegse rechtbank trekt de verdachte zijn verklaring in. Bovendien raakt de verstandelijk gehandicapte buiten de beslotenheid van de instelling opeens totaal van slag. Het slachtoffer legt tijdens de zitting onsamenhangende verklaringen af. De rechtbank kan niets anders doen dan de zaak seponeren. Seksueel misbruik is moeilijk te bewij zen, maar bij verstandelijk gehandi capten is sprake van een buitenge woon probleem, zegt Kees Wijnbeek van de Federatie van Ouderverenigin gen (FvO) in Utrecht. „Vanwege hun handicap hebben zij een geringere be scherming. Ons rechtssysteem heeft voor het bewijs van seksueel misbruik verklaringen van een slachtoffer nodig. Maar hoe moet een agent of rechter handelen wanneer iemand zich ver baal heel moeilijk kan uiten?" De afgelopen twee jaar zijn zeker elf honderd verstandelij k gehandicapten seksueel misbruikt, zo blijkt uit het eer ste representatieve onderzoek onder ruim driehonderd instellingen in Ne derland. De daders zijn vooral andere verstandelijk gehandicapten (36%), fa milie en kennissen van het slachtoffer 33%), professioneel personeel (16%) en in mindere mate mensen uit dorp of regio (12%). Slechts in één op de zeven gevallen wordt de dader veroordeeld. Het feit dat juist verstandelijk gehandi capten veelvuldig slachtoffer worden, raakt volgens sommige hulpverleners precies de kern van wat seksueel mis bruik is. Eén van de geïnterviewden (die in het onderzoek allen anoniem worden opgevoerd): „Heel lang was de mythe: Wie wil er nou een verstande lijk gehandicapte? Het misbruik maakt des te duidelijker dat het niet gaat om mooie, jonge meiden. Het gaat om macht. Je neemt als dader watje heb ben wilt, het liefst op een gemakkelijke manier." JURIDISCHE MOLEN Juist omdat de kans op seponeren groot is, zien instellingen regelmatig van aangifte af. Het slachtoffer moet door een juridische molen terwijl dat waarschijnlijk niets oplevert. Eén van de hulpverleners: „Ik heb wel eens te gen een psycholoog gezegd dat hij een misbruikt meisje niet meer onder druk mocht zetten om aangifte te doen. Hoewel we wisten dat er sprake was van seksueel misbruik, hebben we het meisje naar huis laten gaan." Een andere respondente, van een Soci aal Pedagogische Dienst, heeft nog nooit aangifte gedaan. „Je kunt juri disch wel je gelijk willen halen, maar als het misbruik is gestopt, heb je ge noeg gedaan." Een derde geïnterview de: „Zelfs als er duidelijke bewijzen zijn, ook van instellingen die naam hebben op dit gebied, dan blijkt datje er bijna niet doorheen komt. Ik heb echt het idee dat verstandelijk gehan dicapten vogelvrij zijn." Speltherapeute Ineke Bomhof van Sterrenberg in Huis ter Heide licht des gevraagd toe 'hoe ontzettend ingewik keld de problematiek is'. „Met name ernstig verstandelijk gehandicapten zijn op zichzelf gericht en uiten zich vooral via lichaamstaal. Het is voor een gemiddelde politieagent erg moeilijk om zo iemand te ondervragen. Als ie mand op barse toon vraagt 'is dat wel waar?' dan bestaat het risico dat de verstandelijk gehandicapte de verkla ring volledig wijzigt omdat hij niet wil dat de agent boos is." Sterrenberg heeft daarom met de ze denpolitie afspraken gemaakt dat be geleiders de verklaringen van slachtof fers helpt 'om te zetten' Ln juridisch bruikbare termen. „Maar het verhaal van het slachtoffer staat altijd centraal. De vertrouwde begeleider helpt de agent hoogstens met vragen stellen of herhaalt geduldig wat het slachtoffer precies bedoelt." Na het optekenen van het proces-ver baal blijkt de justitiële afhandeling vaak 'een martelgang' voor het slacht offer. Bomhof: „Voor normaal begaaf de mensen is het al heel moeilijk om voor de zoveelste keer hun traumati sche ervaringen te vertellen, laat staan voor een verstandelijk gehandicapte. De stress van de zitting is voor mensen met een lager IQ ondraaglijk en daar door worden soms tegenstrijdige ver klaringen afgelegd. We zijn in onze maatschappij nu eenmaal verbaal in gesteld. Daar ben je als minder begaaf de mooi klaar mee." GOED GEDRAG Het gevolg van de moeizame gang naar de rechter is dat daders vrij ge makkelijk in herhaling kunnen verval len. Weliswaar zijn bij de inspectie voor de geestelijke volksgezondheid de afgelopen twee jaar 93 gevallen gemeld van seksueel misbruik, maar dat aantal beslaat nog geen kwart van het aantal vandaag bekend geworden incidenten. Volgens Kees Wijnbeek van de FvO is het nodig dat instellingen op z'n minst hun eigen personeel (16% van de da ders) beter screenen. Hij denkt aan het gericht inwinnen van referenties en een verzoek om een 'bewijs van goed gedrag'. Landelijke organisaties van verstandelijk gehandicapten en de in spectie werken momenteel aan een re gistratiesysteem van daders. De ouderverenigingen willen boven dien overal in Nederland regionale steunpunten oprichten die zich bezig houden met advisering en begeleiding van het slachtoffer en die meehelpen met eventuele aangifte. Wijnbeek: „Tot nu toe zie je vaak dat de leiding de zaak zélf wil oplossen, deels uit angst voor negatieve publiciteit of omi het slachtoffer te beschermen. Ze vinden dat ze de zaken heel goed afhandelen. Maar van die houding moeten we af. Er moet in de opleiding en op het werk voortaan meer aandacht aan onder kenning van seksueel misbruik worden besteed. De omvang van het probleem is in kaart gebracht. Nu is het tijd voor actie." utrecht henk van ess Sarajevo Bosnische kinderen spelen een potje tafeltennis in een beschutte parkeergarage in de be legerde stad Sarajevo. Omdat vele sportcentra zijn kapotgeschoten en parken en andere open gebie den constant onder vuur liggen, is dit nog de enige veilige plek waar je ongestoord een potje kan tafel tennissen. FOTO REUTER Geschrokken zijn ze wel, dat twee Nederlandse militairen op sterven na dood uit Bosnië zijn teruggekomen. Net zoals ieder een waarschijnlijk. Maar een stemmingsomslag, nee. Nog al tijd willen ze graag naar Bosnië, hun taken uitvoeren waar ze al maanden voor getraind zijn. De komende weken is het zover. Vóór 3 juli gaan 130 militairen van het Korps Mariniers, aange vuld met 40 manschappen van de Koninklijke Landmacht naar het oorlogsgebied in het voor malig Joegoslavië. Het betreft een mortiercom pagnie en een mortieropspo- rings-radargroep. De Neder landse militairen gaan deel uit maken van een internationale eenheid onder Brits commando van ten minste vijfduizend mili tairen. Ook Frankrijk en Nieuw- Zeeland zullen militairen leve ren aan de snelle-interventie- macht. De taken van de internationale eenheid zijn de veiligheid van VN-personeel waarborgen, cor ridors open houden en de her groepering van eenheden mo gelijk maken. „Wij moeten de vredesbewaarders in staat stel len hun werk te doen. Het is niet de bedoeling dat we in ge vechtssituaties belanden. En als het systeem werkt, gebeurt dat ook niet", aldus majoor I. Pie pers, commandant van de mor tiercompagnie. Om die taken uit te voeren zijn de soldaten van de interventie macht zwaarder bewapend dan de blauwhelmen van Unprofor. Dat zal naar verwachting ook meer vijandelijkheid oproepen van de strijdende partijen. Daarom dragen de militairen geen blauwe baret, maar een groene. Piepers: „Anders wor den ze te veel een schietschijf'. Over twee weken gaan de eerste Nederlandse militairen van de ze eenheid naar Bosnië. Eerder is niet mogelijk, stelt majoor Piepers. „Het zou militair ge zien onverstandig zijn om meteen.weg te rennen. Donder dag gaf de politiek zijn goed keuring. De eenheid moet eerst nog exact worden samengesteld en dp laatste vraagtekens wor den nu ingevuld". De militairen die al weten dat ze gaan, zijn niet ernstig veront rust over de toegenomen span ning in Bosnië. Integendeel, sommigen staan 'te trappelen' om naar de Balkan te gaan. „We zijn al drie maanden bij elkaar en paraat om te vertrekken. We zijn zeer gemotiveerd", stelt HenkHeijman, toestelcom mandant bij een mortieropspo- ringsradargroep. Dat ook Nederlandse militairen zwaar gewond zijn geraakt, ver andert daar weinig aan. Radar bediener Peter de Haan: „Zo lang je niet zelf in het oorlogs gebied bent geweest, ben je toch minder betrokken bij dit soort dingen. Ik denk dat het jongens die al in Bosnië zijn ge weest meer heeft geraakt". Munitiewerker Jeroen Oosterlee ziet evenmin tegen zijn taak op. „We zijn getraind voor ge vechtssituaties. Alleen hield je daar tot voor kort niet zo veel rekening mee. We beseffen nu meer dan ooit dat die mogelijk heid erin zit. Maar dat heeft geen invloed op de stemming. We zijn allemaal immers be kend met de risico's". De neergeschoten Engelse pi loot Scott O'Grady, die een paar dagen uit handen van de Ser viërs wist te blijven, en zich in die tijd voedde met gras, insek- ten en regenwater, heeft bij de mariniers respect afgedwongen. „Maar ik verwacht eerlijk ge zegd niet dat iemand van ons zoiets zal overkomen. Wij blij ven in principe bij elkaar", weet marinier Oosterlee. „Maar als het moet, zijn we erop voorbe reid. We hebben er spullen voor bij en weten hoe we voedsel en water moeten verzamelen". doorn arjen van vliet We hebben een datsja. Drie we ken na de .eerste poging om, net als honderdduizenden Moskovie- ten, een lekker rustig plekje bui- fi ten de Russische hoofdstad te vin den, is het gelukt. Dankzij Nadja, de mevrouw die een paar keer per week ons huis schoonmaakt, hebben we op nog geen kwartier rijden van onze flat een plekje ge vonden aan de Moskwa. Een lot uit de loterij, vol gens kennissen. Maar eerst de voorgeschiedenis. Op een gegeven ogenblik kwam Nadja enthousiast het kantoor binnen: „Ik heb een datsja voor u". Ze wist onge veer waar het was. Nee, we hoefden niet bang te zijn dat we, net als vorige keer, vele uren door Russische dorpen zouden dwalen. Ze had gelijk. Op een kleine 'rinok', een marktje, moesten we stoppen. Nadja wrong haar nog jon ge, maar omvangrijke lichaam, uit de auto. Ze ging op zoek naar de eigenaresse. We zagen hoe een andere, minstens zo gevulde dame Nadja omhelsde en druk kletsend kwamen ze weer te rug. De dame bleek Tamara te heten en Nadja en Tamara zagen elkaar voor het eerst... Met z'n vieren reden we naar het beloofde para dijs. De asfaltweg eindigde plotseling in een kar- respoor en opnieuw denkend aan de vorige erva ringen, begon ik wat zuinig te kijken, maar geen probleem: 200 meter verder lag de datsja. Links en rechts waren bomen gerooid voor de buiten huizen van de 'nieuwe rijken', maar er is nog ge noeg bos over. Via een heel smal bosweggetje kom je aan de oever van de Moskwa, die hier werkelijk idyllisch en schoon is, want we zitten aan de industrievrije kant van Moskou. Tamara's datsja bleek zo'n typisch, behoorlijk vervallen houten Russisch huis te zijn. Binnen troonde, met een kat op schoot, een jongere uit gave van Tamara, die ondanks haar pakweg 25 jaar het gewicht van haar moeder al ruimschoots overtrof. Maar, uiterst vriendelijke mensen. Vol trots lieten ze de drie kamers zien die wij voor de zomer de onze zouden mogen noemen. Elke gedachte aan een westers zomerhuisje dien je in Rusland overigens onmiddellijk te vergeten. Maar eerlijk is eerlijk, het viel niet tegen. Veel pri vacy leek het pandje echter niet te bieden. Geen nood, Tamara had op het erf nóg een datsja. Daar zou ze gedurende die maanden dat wij haar huis bewoonden, met dochter, de twee katten en de hond intrekken. Ga maar mee, zei ze. Vergeleken bij wat ze ons nu liet zien, was de ei genlijke datsja een vijf-sterrenbungalow. Maar ze zou het allemaal binnen een week opknappen. Aangezien we daar, gezien de toestand van dit veredelde kippenhok, weinig fiducie in hadden, besloten we niet op dat aanbod in te gaan. Over de prijs waren we het snel eens, alleen hoop ik dat Tamara ook de werkelijke eigenaresse is. Te vaak lees en hoor je over stedelingen die menen contractueel een datsja te hebben gehuurd, maar als ze er dan zitten, duikt er iemand op die de werkelijke eigenaar blijkt te zijn. In ons geval lijkt die kans klein, want een ervaren rot op dit gebied zei: „Indien je ergens bij zo'n datsja iemand in zijn moestuintje ziet werken, kun je er zeker van zijn dat dat de eigenaar is". Tamara was daar bij onze eerste ontmoeting weliswaar niet mee bezig, maar een moestuin heeft ze wel. Oh ja en de plee, een houten hok, staat buiten op het erf. hans hoogenduk correspondent

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2