Een ongedurig roofdier in sportieve trappelzak Sport WOENSDAG 24 ME11995 Ellen van Langen is veranderd na de Spelen: 'Ik ben harder geworden Barcelona'92, herinneringen getint in goud. Uit de wijd open gesperde groene ogen van Ellen van Langen spreken totale verbijstering en emotie. Twee jaar later ligt de ziel aan gruzelementen. Helsinki'94, de betraande en doffe ogen weerkaatsen onmacht en pure wanhoop. Anno 1995, overstelpend veel kleine en grote tegenslagen na het olym pisch epos, is het vuur weer opgelaaid. Het verlangen om zich te bewijzen is bij Van Langen sterker dan ooit. Haar genetisch bepaalde vastberadenheid maakt korte metten met elke vorm van neerslachtigheid. Al heeft een peesont steking in de rechtervoet haar plezier aan de vooravond van het nieuwe seizoen weer deels vergald. De ogen als spiegels van de ziel. Ze staan-ze weer helder en scherp. Van Langen laat Kerkrade schieten. Uit voorzorg. Ze twijfelt nog over Hengelo. De WK in Götheborg heeft de hoogste prioriteit. ,,Ik ben weer gretig en wil bevestigen wat ik kan. Naar anderen toe, maar vooral naar mezelf." Ellen van Langen, de vrouw achter de rusteloze atlete. HILVERSUM FRANS DREISSEN Ellen van Langen lacht om de wereld die haar bedreigt. „Om dat de meeste mensen geen flauw benul hebben van wat ik doe." Dat het broze bewegings apparaat haar soms in de steek laat, is nou eenmaal inherent aan topsport. Toch vindt ze het gruwelijk moeilijk om tegen zichzelf te blijven zeggen dat het allemaal weer goed komt. „Ik heb soms een motivatiedip gehad, maar daar kom je ook wel weer overheen." Ellen van Langen kijkt vooral vooruit. De olympische plak ligt veilig in de kluis, herinneringen bewaart ze in haar plakboeken. Wat over blijft is een zelfbewuste vrouw van 29. Gedreven door ambitie. Blik op de toekomst. Een onge durig roofdier in een sportieve trappelzak. „Als je geen uitdagingen in je leven hebt en het leven is op pen, dan vraag je je af: wat heb ik nou eigenlijk gedaan? Ge werkt en voor de tv gehangen. Dat was het dan. Dan heb ik lie ver dat ik keuzes maak. Ook al pakken die af en toe finaal ver keerd uit." Continu sjezen, hollen, jagen. Ellen van Langen heeft altijd haast. Ze leidt een strak gere geld en georganiseerd leven. „Het is niet zo dat als het eens anders loopt, dat ik dan in pa niek raak. Maar ik heb vaste weekindelingen. Vaste tijdstip pen waarop ik bijvoorbeeld naar de fysiotherapeut ga of naar Peter Vergouwen, de arts. Dat is wel zo handig. Zo voel ik me ook het prettigst. Tenminste nu als atlete. Dat hoeft niet meer zo te zijn als ik geen atlete meer ben. „Ik ben altijd bezig. Dat ligt ook wel aan mezelf. Ik train twee keer per dag, moet tussen door aan rust toekomen, moet naar de fysiotherapeut, studeer nog en dan zijn er altijd nog dingen die je zowiezo moet doen. Levenswijze „Ik ben ook altijd wel druk van mezelf. Ik kan niet stilzitten. En dat moet je wel leren. Rust is belangrijk. Net zo belangrijk als slaap en een voedingsregime. Atletiek is behalve een baan ook een levenswijze. Daar heb ik voor gekozen. Ik ben er ook al tijd mee bezig. Als het eens een keer laat wordt dan denk ik: hè, dat is toch wel lastig voor trai ning van morgen. Dat geeft zo'n onbevredigend gevoel. Mentaal ben ik altijd met atletiek bezig. „De donderdag houd ik meestal vrij om dingen te doen die onverwacht tussendoor ko men. Interviews bijvoorbeeld, maar ook bepaalde sponsorver plichtingen. Zoals recentelijk voor Mazda. Tijd voor mezelf heb ik bijna niet. Dat zijn dan hooguit die uurtjes 's middags die ik moet rusten. Dan zit ik meestal met een boek in de hand. Dat heb ik me wel aange leerd. Niet de hele dag dóór sje zen, maar tussen de trainingen door twee uurtjes rust nemen. Lezen, op bed of in bad liggen. Dat moet ik mezelf ook echt op leggen. Want dat is niet wat ik leuk vind. Maar terwijl ik het doe kan ik er ook van genieten. „De buitenwereld snapt er soms geen hout van. Ik stuit nog vaak op onbegrip. Dat heeft wellicht iets te maken met het ontbreken van een topsportkli maat in Nederland en met de mentaliteit van de mensen. Ze willen wel dat je presteert, maar daar mag niets tegenover staan. Als je met een collectebus langs de deur zou gaan om iemand te steunen die in Atlanta goed zou moeten presteren, dan zeggen ze: aan me hoela. Maar als het Ellen van Langen: „Veel hebben niet door wat top sport vergt." FOTO 0PD Nederlands elftal speelt, staat wel iedereen op de planken. Denkvermogen „Veel mensen hebben niet door wat topsport vergt. Ze vragen zelfs nu nog aan mij: hoe vaak train je nu, twee keer? Twee keer per dag zul je bedoelen, zeg ik dan. Twee keer per dag? En wanneer werk je dan? Ik werk dus niet. Oh, maar wat doe je dan? Ik ben atleet, dat is mijn werk. Die discussie moet ik nu nog steeds voeren. Dat is toch te dol! Ik vind dat je af en toe ook wel wat meer denkver mogen van mensen mag vra gen. Ze moeten toch weten dat je het in de wereldtop niet redt met de hele dag werken en 's avonds een uurtje rond de kerk hollen. Er komt meer bij kijken. Heel wat meer. „Voor de Olympische Spelen dacht ik nog heel positief over mensen. Ik was nog een beetje bleu en naïef. Hans (Koeleman, haar vriend, red.) zei dan altijd 'welkom in de wereld' als ik weer verbaasd was over iets dat i overwinning: „Ik kan niet stilzitten." FOTO ARCHIEF gebeurd was. Zo van hallo, niet iedereen is even aardig en lief voor elkaar. Na Barcelona heb ik ook zo vaak gemerkt dat mensen je gebruiken en iets van je willen. Alleen maar omdat je olympisch kampioene bent. Het is eigenlijk ook volkomen lo gisch, maar ik had daar gewoon heel veel moeite mee. En als ik het dan eens kon opbrengen om nee te zeggen, werden de mensen nog boos ook. Dan was ik helemaal verbaasd. In die zin ben ik ook wat cynischer gewor den. Als iemand belt, denk ik bij voorbaat al dat die persoon iets van mij wil. Terwijl die mis schien alleen maar wil vragen hoe het met me gaat. Je gaat snel negatief denken en dat is wel zonde. „Ik ben veranderd na de Spe len. Niet extreem. Ik ben vol- wassener geworden. Je ontwik kelt'je steeds meer. Bij mij zijn een aantal zaken versneld ge gaan. Omdat ik met zoveel din gen te maken kreeg. Ik ben ook wat harder geworden. Vooral voor anderen. Hard zijn voor mezelf in wedstrijden en trai ningen was ik altijd al. Maar over algemeen ben ik nog heel zacht. Ik kan moeilijk mensen kwetsen en nee zeggen. Dat is altijd een moeilijk punt ge weest. En eigenlijk nu nog. Al is het een paar graden veranderd. Dat moet ook wel. Want anders loopt weer iedereen over je heen. Dat heb ik wel ontdekt. Op gevoel „Sommige dingen vind ik ook absoluut niet leuk. Winkels ope nen. Daar heb ik een hekel aan. Dan voel ik me ook absoluut niet op mijn gemak. Je wordt als een attribuut gezien en voelt je zo vreselijk dom. Ik zou het nog niet voor een paar honderd piek willen doen. Tenzij het niet an ders kan. Want ik heb ook spon sorverplichtingen. Ik doe veel liever iets waar ik wat aan kan bijdragen. Een talkshow op tv bijvoorbeeld. Kan je tenminste je ei kwijt. Laatst zat ik voor Foster Parents in een telefoon panel. Op zich is dat ook niet het meest intelligente werk. Je praat effe, noteert wat gegevens. Maar het is voor een goed doel. Dan heb ik het er wel voor over. Een clinic geven vind ik ook wel geinig. Ik doe veel intuitief. Ik laat mijn gevoel meespelen. Ik moet me er lekker bij voelen." Ellen van Langen werd de af gelopen seizoenen heen en weer geworpen door gevoelens van hoop en ontgoocheling. Ze voelde de blessures (knie, ham strings, achillespezen, kuit) tot in de ziel. Momenten van hoop en blijdschap (begin vorig sei zoen) wisselden zich af met pe rioden van bijna-wanhoop. El len van Langen voelde zich vo rig jaar bij het EK in Helsinki, waar ze op het allerlaatste mo ment besloot om niet te lopen, een vreemde. Zelden zat ze in geestelijk en emotioneel opzicht zo diep in de put. Ze miste de revenuen van het WK in Stuttg art en het EK in Helsinki, maar het bijtertje laat zich niet klein krijgen door lichamelijke misè- „Ik vond het na Helsinki heel moeilijk om me te motiveren. Het was zo'n half seizoen. Goe de start, prima wedstrijden, maar een bittere tweede helft. Het jaar was echt zo half afge maakt. Ik verfoei halfslachtig heid. Moet ik weer die hele win ter trainen, dacht ik. Tot en met mei volgend jaar. Negen maan den. Zonder wedstrijd. En ik heb nou al zo weinig wedstrij den gedaan. Ik vond atletiek heel even niet leuk meer. „Waar doe je het nog voor? Het plezier was weg. Ik heb dat heel sterk gehad. Die motivatie- dip heeft ook een poosje ge duurd; Daar kom je ook wel weer uit. Dat weet je dan wel. De tijd helpt je er uiteindelijk over heen. Net als het verlangen om weer te lopen. Wedstrijden te doen. Ook al staan die ver weg. Op een gegeven moment heb je het weer. Dat gevoel. Dat duurt een paar weekjes. En dan ga je er weer knetterhard tegen aan. Het is de genetische aanleg denk ik. „Ik heb veel steun gehad van Hans (Koeleman, red.). Hij laat me even met rust. In die zin dat hij me in mijn eigen stemmin gen laat. Hij snapt ook wel dat ik zelf door die zure appel heen moet. Je zult toch zelf weer de motivatie moeten vinden. Accepteren „Even lijkt alles voor niets ge weest. Je bekijkt het dan heel negatief. Later niet meer. Want je hebt er toch weer een trai ningsjaar bij. Je hebt ook weer een hele hoop geleerd. Je bent wijzer geworden. Maar blessu res accepteren? Dat nooit. Ik word er ook niet moedeloos van. Al kun je jezelf wel moede loos praten. Het is maar net voor welke benadering je kiest. En natuurlijk heb ik zelf ook wel eens negatieve stemmetjes. Maar dan probeer ik er alsnog wat van te maken. „Ik ben fanatiek en train zwaar. Soms voel ik me net een evenwichtskunstenares. Balan ceren op dat balkje. Als je er overheen gaat, gaat het mis. Ik merk zelf wel wanneer het lijf moe is. Maar of er grenzen zijn overschreden merk je later pas. Er zijn testen om dat te meten, maar die zijn stuk voor stuk on betrouwbaar. De trainer kan al veel zien. Aan de manier waar op je loopt. En dan nog, je bent nog altijd mens en geen robot. Er kan altijd wel wat mis gaan. Ik weet dat ik altijd een veel grotere basisspanning in mijn lijf heb. Daardoor heb ik ook sneller klachten. „In de trainingen ben ik ech ter altijd heel' geconcentreerd. En dan kan ik ook heel veel. Ik kan veel van mezelf vragen. Ook geestelijk. Maar soms gaat mijn lijf daar niet in mee. Op dat mo ment voel je dat niet. Dan ben je zo gemotiveerd en geconcen treerd dat je het niet merkt. En het frustrerende is dat we al zo voorzichtig zijn. Soms zie ik an dere mensen rammen. Dat zou ik nooit doen. En toch gaat het mis. Ook al ben ik honderd keer voorzichtiger. We letten dus al zo goed op. Ik ga ook niet lekker een potje tennissen. Het blessu rerisico is te groot. Evenwicht „Ik denk bij alles wat ik doe na. Het is een levenswijze. Die zit helemaal in je gebakken. Maar af en toe moet je ook gaan. Lo pen, jezelf geven. Als ik niet ge blesseerd wil raken moet ik de helft minder trainen dan nu. Maar dan loop ik niet hard ge noeg. Het is een kwestie van evenwicht vinden. Daarom is het des te frustrerender als het alsnog mis gaat. Daarom heb ben we ook de begeleiding ge- iritensiveerd. Regelmatig naar de fysiotherapeut, Het steekt me wel eens als mensen denken dat ik zo vaak geblesseerd ben. Dat is nou net het verschil tussen meedraaien in de wereldtop en presteren op nationaal niveau. Er was de af gelopen maanden ook veel kri tiek op mijn trainer. Frans (Thuys, red.) en ik lachen er wel eens om. Men mag kritiek heb ben, maar dan wel gefundeerd. Bel eens op, informeer. Nooit iemand die dat doet. Het is zo gemakkelijk om kritiek te heb ben. Maar ze vergeten wel dat Frans mij olympisch kampioene heeft gemaakt. En bij hoeveel sporters is dat gelukt in Neder land? En ook nog eens op zo'n sterk nummer. „Ik heb wel het betrekkelijke van topsport leren kennen. De ene keer sta je op het hoogste punt, de andere keer zit je in diepste put. Dat is inherent aan keuze die je maakt. Blessures. Je weet dat dit soort dingen kun nen gebeuren. Je moet ook le ren. Niemand is volmaakt. Je kunt nooit alles precies plan- ,,ïk weet wel dat ik nog niet het maximale uit de 800 meter heb gehaald. Ik beheers de af stand nog niet helemaal. Het is wel een sensationeel nummer. Een combinatie van kracht, uit houdingsvermogen, snelheid. Gelijk mijn aard. Ik leef ook snel. Atlanta „Atlanta komt eraan. De Olym pische Spelen spelen nu al door mijn hoofd. Natuurlijk ook de angst voor blessures. Ik wil er zo min mogelijk aan denken. Maar het speelt wel mee. Eerst volgt echter nog de WK in Gotheb Ik wil wereldkampioen w Dat is mijn doel. Ik ben Ik wil me weer laten zien om heb ik enkele indoorv strijden gedaan. Even een vestiging van wat ik nog kan „De uitdaging ligt voorl zeker nog in de atletiek. Oo ben ik nu met een cursus r keting bezig. Ik weet alleen of ik later ook in die sectoi recht kom. Ik zou het wel vinden. Vooral de onderzo kant. Niet zozeer de glami kant, want daar houd ik op niet van. Daarnaast studee) Russisch. Het lijkt me heel om later wat in dat lan< doen. Al is de maffia daar bezig en verpest die het voo zakenwereld. Het Russ komt me ook van pas in strijden. Kan ik lekker wat die meiden kletsen. Ook al dat in half gebroken Engels hun kant en half gebroken sisch van mijn kant. „Ik heb er ook wel eens gedacht hoe het einde van sportcarrière eruit zal Maar als ik zou stoppen, 1 doe ik dat niet omdat ik schien opnieuw olymp kampioene word. Ik dan doen omdat ik v anders wil. Als ik stop, da dat ongeacht hoe ik in Atl; presteer. Voorlopig zie ik nog geen einde aan mijn sp loopbaan. Ik heb er nog vertrouwen in. Net als sponsors. Assies, Mc Bausch Lomb, Extran, port. Ik heb nog een aantc ren voor de boeg en kan me voorstellen dat ik er na voli_ jaar al genoeg van heb. Je n ook niet te ver vooruit w kijken. Ik hoef nu echt nog te weten hoe mijn leven er bijvoorbeeld tien jaar uitziet, Weer pech „Laat ik me eerst maar e concentreren op dit seizoen komende wedstrijden. De vi bereiding is tot voor kort v keloos verlopen. In het ningskamp in Portugal he echter, een peesontstejkjpg gelopen! Het gaat om een p je achtér de grote teen. Is ernstigs, maar ik wil geen: co's lopen met het oog o{ WK. Ik vind het slimmer rustig en wat later te beginni Ellen van Langen trappelt ongeduld. Ze telt de dagen haar eerste wedstrijd af. 1 nog niet geheel duidelijk w dat zal zijn. Mentaal is ze ir geval weer helemaal terug, heb weer reuze zin om iedei aan gort te lopen." De ogen van Ellen gen gloeien, glinsteren spiegelen weer die spranke de levenslust van weleer. De vreugdedans na olympisch goud: „Ik heb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 24