De eeuwige straatvoetballer Sport ZATERDAG 20 MEI 1995 Naam: Franklin Edmundo Rijkaard. Geboren: 30-09-'62 te Amsterdam. Clubs: SCA, Blauw Wit, DWS, Ajax, Sporting Lissabon, Real Zaragoza, AC Milan, Ajax. Debuut Ajax: 23-08-'80: GA Eagles-Ajax 2-4. Debuut Oranje: 01-09-'81: Zwitserland-Nederland 2-1. Landskampioen: zeven keer (vijf keer Ajax, twee keer AC Milan). Europacup 1: twee keer (AC Milan). Europacup 2: een keer (Ajax). Wereldcup: twee keer (AC Milan). Europese Supercup: twee keer (AC Milan). Nationale Supercup: vijf keer (drie keer AC Milan, twee keer Ajax) KNVB-beker: drie keer (Ajax). Europees kampioen met Nederland in 1988. Het afscheid van Frank Rijkaard Anderen over Rijkaard PAOLO MALDINI (Verdediger van AC Milan). „Ik moest direct aan Frank Rijkaard den ken, toen bekend werd dat we tegen Ajax zouden spelen. Ik heb dit seizoen twee keer tegen 'm gespeeld. Hij voetbalde bij zonder sterk. Er deden vorig jaar in Italië veel verhalen de ronde over Rijkaard. 'Hij zou moe zijn', 'hij zou niet meer gemoti veerd zijn'. Gelukkig heb ik nu gezien dat die verhalen allemaal niet waar zijn. Te gen ons heeft hij laten zien dat hij van grote waarde is voor Ajax. Vooral fysiek vond ik Frank er goed uitzien." DEJAN SAVICEVIC (Aanvaller van AC Milan). „Ik vind dat Frank Rijkaard een fout maakt. Hij heeft dit seizoen goed gespeeld en moet nog zeker een jaar doorgaan. Rijkaard is een grote persoonlijkheid. Van alle buitenlanders waar ik mee gespeeld heb is hij de beste. Hij heeft een heel sterk karakter; hij is moeilijk over te halen...ik weet het." RUUD GULLIT „Hij wil gewoon wat anders doen. Dat heeft hij besloten. Dat heeft hij al eerder gedaan door gewoon bij Ajax weg te gaan. Hij neemt beslissingen die goed voor 'm zijn. Of hij er spijt van zal krijgen? Dat is altijd pas later. Ik denk toch dat er bij Frank dingen gaan kriebelen. Misschien gaat hij nog wat met de jeugd doen." KEES RIJVERS (De bondscoach die Rijkaard liet debute ren). „Dat debuut tegen Zwitserland (1981) heeft Frank natuurlijk afgedwongen bij zijn club. Ja dat doen spelers zelf, alleen moet de coach ze ook het vertrouwen ge ven. Ik vond dat hij er al rijp voor was, zo jong als-ie was. Aan Frank bewaar ik de meest plezierige herinneringen. Ik ben blij dat ik de beginperiode van die hele goede generatie waarin hij, Gullit, Van Basten, Vanenburg en de Koemannetjes zijn door gestroomd heb mogen begeleiden en meemaken. Zijn specifieke kwaliteiten? Daar vraag je me wat. Frank was allround. Je kon hem op bijna alle posities gebrui ken. Dat was ook het probleem voor zijn trainers. Maar voor mij is en blijft hij toch de ideale man voor het middenveld. In een vrije rol wel te verstaan. Dat was zijn plek." DAVID ENDT (PR-man van Ajax, publicist en schrijver van 20 brieven aan Frank Rijkaard, die hij met de ene brief die hij terug kreeg bun delde in het boekje 'Twintig brieven aan Frank Rijkaard en één terug'). „Dat Rijkaard terugkeerde bij Ajax vind ik het mooiste uit zijn carrière. Hij zou me, had-ie gezegd, wel bellen als hij zo ver was. 's Middags om drie uur ging die tele foon. Regel het maar, zei hij, ik ben er klaar voor. Om zeven uur tekende hij voor Ajax. Er viel een last van me af." Een dag later zag hij Rijkaard in de cata comben van het stadion. Hij liep naast Bobby Haarms, trainer. De lange gang was verder helemaal verlaten. Endt: „Rijk aard zei toen, kort, simpel en treffend: 'Er is hier helemaal niets veranderd.' Dat was een mooi moment, ja." F.T.T.A ADRTAANSF. (Al jaren de zaakwaarnemer van Rijkaard. Ze regelde onder andere de veelbesproken overgang van AC Milan naar Ajax). „Ik ben advocaat, ik zeg niets over cliën ten. Hoe graag ik ook iets over Rijkaard zou willen zeggen.'J Die relatie is nu toch ten einde? Adriaan- se: „Ik hoop van niet." Over acht dagen speelt Frank Rijkaard zijn laatste wed strijd in het betaalde voetbal. Ajax - FC Twente. Als het aan de speler zelf ligt, loopt hij na afloop rustig de cata comben in, rookt een sigaretje, pakt een hete douche, kleedt zich aan en rijdt in alle rust naar huis. Recht streeks de vergetelheid in. Hoe anders zal het de vedette tegen wil en dank volgende week vergaan. Voordat hij de coulissen mag opzoeken zullen de spotlights in het Ajax- theater nog één keer op hem gericht staan. Knetterend vuurwerk, bloemenzee, speeches, staande ovatie, spreek koren. Een passend eerbetoon aan een groot voetballer. .Een laatste buiging, dan valt het doek. Als-ie maandag ochtend een balletje hooghoudt in het Vondelpark is de cirkel weer rond. Portret van een eeuwige straatvoetballer. EDWIN STRUIS SIMON ZWARTKRUIS Daar staat-ie, op Schiphol. Een lange, schuchtere jongeman met een mengeling van verba zing en geluk in zijn ogen ge schreven. Daarboven een riante bos kroeskrullen. Het is 31 au gustus 1981 en het Nederlands elftal heeft de koffers gepakt voor een oefentrip naar Zwitser land. Onder de drie debutanten bevindt zich Franklin Edmundo Rijkaard, 18 jaar pas, één jaar en acht dagen eerder met een doelpunt debuterend in de hoofdmacht van Ajax, uit bij Go Ahead Eagles. Een plekkie bij Jong Oranje, dat was sindsdien zijn streven. En nu staat hij daar. Frank Rijkaard, fysiek" al bijna volgroeid, in zijn hart nog steeds een kind van het Amster damse Balboa-plein. Het op maat gesneden KNVB-kostuum staat hem nog niet echt. Komt misschien ook door de sport schoenen die hij er onder draagt. Ze hadden hem vooraf wel om zijn schoenmaat ge vraagd, maar dat bleek voor zijn sokken te zijn. Wist hij veel. Daar staat hij dan, op gympies, met in zijn hand een envelop met daarop 'F. Rijkaard'. Zijn voornaam bleek nog niet door gedrongen tot de burelen in Zeist. 'Het gaat snel met mij', be denkt de donkere atleet zich in het vliegtuig naar Zürich. Rijk aard geniet van het moment, maar ziet tegelijkertijd de be trekkelijkheid van z'n bliksem- start in. Dan al. Anderhalf jaar eerder was hij nog zielsgeluWdg geweest met zijn eerste con- tractje bij Ajax. Zesduizend gul den basissalaris en honderd gulden per punt. Een vervulde droom was het niet, hij praat liever niet in die termen. Rijk aard weet 't, zijn hele leven wordt hij al een dromer ge noemd, en thuis op de bank is hij dat ook, maar zelf stelt hij zich liever doelen. Zijn eerste heeft hij bereikt, een contract en een debuut bij Ajax, en nu was hij onderweg naar de ver wezenlijking van zijn tweede. Gevrijwaard van zorgen en spanning. Want ook al bedrijft hij zijn sport met hartstocht en passie, van nature is hij een koele. Of toch, Frank Rijkaard kent, op de drempel van zijn interna tionale debuut, één angst. De ongebreidelde liefhebber in hem maakt zich zorgen. Voetbal in de ogen van Rijkaard is leuk en lekker voetbal, mooi voetbal ook. In stilte verafschuwt hij het tactische keurslijf, waarin spe lers aan de top worden geperst. En dan het circus eromheen, de zenuwachtig rondzwermende journalisten. En een week eer der was er plotseling aangebeld door een jongetje, dat een handtekening wilde hebben. Vreemd vond hij dat. Ach, dat zou op den duur yvel gaan wen nen. Als hij maar lekker kon blijven voetballen, op de manier waar hij zich goed bij voelde. Want dan, weet het gevoels mens als jongen van achttien al, rendeert hij het best. Een dag later debuteert Frank Rijkaard in Oranje. Hij speelt onopvallend en taakbewust, permiteert zich geen frivolitei ten. In de rust wordt hij vervan gen door Ruud Gullit, dat ande re grote talent van het Balboa- plein. De speaker in het Zwit serse stadion ontgaat de wissel volledig. Rijkaard en Gullit, twee bevriende straatschoffies uit Amsterdam-West, debuteren in stilte. Daar staat-ie, 7 november 1984, pal voor de dug-out van Ajax in het krakkemikkige sta dion van Bohemians Praag. Tweede ronde UEFA-Cup, de Amsterdammers proberen zich in de verlenging langs het nieti ge Bohemians te wurmen en Frank Rijkaard staat oog in oog met trainer Aad de Mos. Die hem aankijkt alsof-ie water ziet branden. Ajax is door zijn wis sels heen, verdediger Edo Ophof ploetert voort met een gebroken neus en Rijkaard, hij komt doodleuk aan de zijlijn melden dat zijn strijd gestreden is. Wil weten of-ie het veld uit mag. De Mos stuurt hem verbouwereerd terug en roept na de eliminatie (Ajax verliest na strafschoppen) dat 'met spelers als Rijkaard en Vanenburg de oorlog niet te winnen is'. Die avond zou het voetballeven van Frank Rijkaard een rigoureuze wending ne men. Want in de periode na deze wedstrijd woedt er een storm in zijn hoofd. Rijkaard peinst, pie kert en maalt. Typisch Rijkaard, denken velen. In de media is hij inmiddels neergezet als een dromerige denker, iemand die zich 24 uur per dag over de gro te vragen des levens buigt. Een verlicht filosoof op voetbal schoenen. Grote onzin, weten zijn meest nabije vrienden. Hij hecht aan vriendschap, warmte en respect, denkt daar net als ieder ander wel eens over na en kan dat goed onder woorden brengen. Daarom blijven jour nalisten hardnekkig proberen zijn ziel te ontbloten, door te dringen tot 'de mens achter de voetballer'. Tevergeefs. Het pantser wordt dikker, de mythe vorming daardoor groter. In de wintermaanden van 1984 legt hij de voedingsbodem voor dat imago. Zijn hersens kraken onophoudelijk. In ge dachten draait Rijkaard de film van die zevende november on telbare keren af. En wordt lang zaam maar zeker bevangen door wat hij later zal omschrij ven als Het Besef. De hand gaat in eigen boezem, Rijkaard komt tot Het Besef dat lekker voetbal len alleen niet genoeg is. En dat alles in het leven bij jezelf be gint. Niet vanwege de gewraak te uitspraak van Aad de Mos, daar plaatst hij zichzelf boven. Het opgepookte heilige vuur ontstak hij zelf, niemand an ders. Een winnaar was hij altijd al geweest, ook de liefhebber zou immer blijven leven, maar toch wordt in die periode een nieuwe Frank Rijkaard geboren. Hij wil weerbaarder zijn, meer inzet leveren ook. Dan maar iets minder mooi. En de trainer, die beschouwt hij vanaf dat mo ment als een hulpmiddel, ie mand die de te volgen tactiek aanreikt. Meer niet. Frank Rijk aard wordt min of meer zijn ei gen trainer. 'Dat besef, zal hij later zeggen 'was het grootste omslagpunt in mijn loopbaan'. Daar staat-ie, op het erepodi um in het Praterstadion. Op een mooie lente-avond in Wenen, mei 1990. Met de Europa Cup 1 i.i z'n armen. Zijn Europa C L Want Rijkaard speelt di A "J* avond supérieur en bekroi z'n glansoptreden met een ti fer, de enige. We schrijven 68ste minuut, combinatie r Van Basten, Rijkaard alleen Benfica-doelman Silvino Ogen dicht, buitenkant reel1, ogen open, 1-0. 'Mijn mooi n overwinning', zou Rijkaard ren later zeggen. Met deze goal stapt Rijkat in één klap uit de slagschad van z'n teamgenoten Van B ten en Gullit. Het extrove tweetal, het jaar ervoor gel;ng werd na de exhibitie tej Steaua Boekarest, contra de n getogen eenling. Opeens w P den z'n kwaliteiten onderkei A 'Ik heb een groot probleem n Frank Rijkaard', sprak de toi malige Milan-coach Arrigo S< chi. 'Hij speelt zó goed op wf veel posities dat ik echt n^. weet waar ik 'm op moet st i 1 len.' Dat wist Rijkaard zelf eigen ook niet. Stond hij rechts op 1n will Jode middenveld dan gaf hij aan ver centraal op het middenv te willen spelen. Stond hij een'. maal daar, dan zag hij mogeli heden in het hart van de ver< diging. Maar hij klaagde noi Want het teambelang stond tijd voorop. Dus stond hij v; op de 'verkeerde positie'. Vo seizoen nog, toen Louis v Gaal hem constant rechts het middenveld posteerde, trainer zag het licht pas na zeperd tegen Parma. Nu exc leert Rijkaard al een heel zoen lang in de rol van centr map in het hart van de verde ging. 'Daarvoor ben ik terugjvc komen naar Nederland.' ni' Daar staat-ie, vlak na aflo van AC Milan-Ajax. De toej chingen beginnen in het waar de meegereisde Ajax-si porters staan. Logisch, als helden vlak daarvoor de favor te thuisploeg met 2-0 hebb verslagen. Een paar minuten ter, als de schok enigszins v< werkt is, volgen de eerste Mila fans. Even later stijgt er een d verende ovatie op vanaf de bunes van het Nereo Rocco-st dion van Triëst. Een ovatie vo de tegenstander, zelden v< toond. Het klaterende applaus is b stemd voor één persoon, lichtelijk beduusd en al sr emotioneel de huldeblijken j ontvangst neemt. Op z'n Ita aans, met z'n ene hand op hart; vanaf de andere kushanéj^ jes naar het publiek toeblazenf Minutenlang blijft Rijkaard staan. Andere spelers, het vel de tribunes, alles vervaagt, leen Rijkaard blijft over als sti lend middelpunt van de aart !n i Kippevel. In de kleedkamer komen nnj tranen. Spontaan, want Rijkaa p; kan maar moeilijk z'n emoti verbergen. Een gevoelsmens, a Hij tijd weer. Zo neemt hij ook b >p slissingen, op z'n gevoel. 0 j die in een later stadium, als ratio weer wat tegengas ge> wel eens te betreuren of zelfs te trekken. Dus vragen we in het vliegtu s terug naar huis, als de eers rs emoties verwerkt zijn, of z'n b -t b sluit om te stoppen met betaa ctje voetbal nog steeds definitief De champagne vloeit, de sfeer fantastisch, iedereen kijkt ten op een gedenkwaardige avon een mooi moment om 'tot keer te komen'. Maar Fraiii, Rijkaard zegt, terwijl iederec jtei zingt, drinkt en swingt: 'M'n b jstr sluit staat vast, ik stop.' Geeer twijfel mogelijk, nu is het defin aor tief. Daar staat-ie, op een n og genachtige zaterdagochten we< Gehuld in het shirt van AFC ien Met daaronder z'n eigen Ui oir derjeans. De ondergoedlijn oi dergebracht in Rijkaards eig< BV, heel toepasselijk 'Het zwa te gat' genoemd. Een gat waar ij deze ex-topsporter nooit zal va len. Want hij voetbalde altijd^., voor z'n plezier. Dus ook 1 AFC 4. )EN II

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 24