DE BESTE DEAL Leiden sorteert het afval goed De geschiedenis van de Rotogravure Schrijvende Lezers OMBUDSMAN Soms dekt de kop het artikel in het geheel niet Maak de Ommedijkseweg weer begaanbaar Stilstaan bij eigen sulligheid Audi A4 i.6 Itr. 101 pk j\/OENSDAG 17 MEI 1995 CHEF ADRIAAN BRANDENBURG.071 -356484, LEIDSCH DAGBLAD (Vis Marco een bal aanraakt, loopt hij drie dagen mank, stond er op 10 mei als kop bo ven een verslag waarin een ver slaggever in Milaan tevergeefs probeerde er achter te komen toe het nu gesteld was met de ilessure van stervoetballer Mar io van Basten. De toch interessante tekst van de kop is nergens in het verslag terug te vinden. Menige lezer eal het hebben verwonderd. Joe is zoiets mogelijk? Een dag later deed zich het- telfde euvel voor in het artikel Jenninga hoopt op dat ene laatste tikje. Het betrof een in- erview met oud-international ^rina Benninga, trainster van de dameshockeyploeg van het fiderdorpse Alecto. 'Dat ene aatste tikje' staat alleen in de i; uit het verslag valt mis- ehien met de nodige moeite iog op te maken wat er mee vordt bedoeld, maar daar is lan ook alles mee gezegd. Het loet weer vreemd aan. De re- lact.ie zet de lezer zo voor puz- :els en dat moet natuurlijk niet. Wat is er in deze gevallen nu jebeurd? De lezer krijgt dagelijks pagi- la's onder ogen waarop kop- >en, teksten en foto's keurig in iet gelid staan. Maar voor het o ver is, moet er heel wat ge- leuren. Voor elke pagina levert ten deelrubriek, in dit geval de portredactie, een aantal artike- en (met suggesties voor de ;oppen) bij de eindredacteur en Ie opmaakredactie in. Die stuk en vormen niet mooi afgerond :en pagina. Meestal moet er log heel wat aan gedokterd vorden voordat het geheel slui- end is. Teksten dienen dan te vorden ingekort, koppen ver poot, verkleind of veranderd, bto's idem dito. Als een eindredacteur tekst chrapt, moet hij er natuurlijk vel op letten dat de kop de la ling blijft dekken. Haalt hij de ekst weg waarop de kop in- peelt dan moet hij het boven- chrift wijzigen. Wil hij de kop landhaven dan moet hij zorgen at hij een ander deel van de :kst weghaalt. In 98 van de londerd gevallen gaat dat ook oed, maar als er haastig moet /orden gewerkt omdat de slui- ingstijd van de desbetreffende tagina nadert dan gaat er wel ens iets fout. Dan wordt het stukje tekst wegge haald waarop nu juist de kop betrek king had zonder dat deze laatste wordt gewijzigd. Dat was hier dus twee keer het geval. 'Legerdebielen' Een oud-militair is verbolgen over de manier waarop de krant heeft geschre ven over de wanda den die door Ne derlandse blauw helmen in het voor malige Joegoslavië zouden zijn bedreven. „In de krant van za terdag viel te lezen dat een on derzoek ter plaatse niets heeft opgeleverd. Van al die beschul digingen, van verkrachtingen van vrouwen en het mijnenveld insturen van kinderen met snoep is helemaal niks overge bleven. Kletspraatjes dus, je reinste laster. Maar intussen is het kwaad al geschied en de naam van het leger besmeurd. Een paar dagen eerder liet u een hulpverlener anoniem aan het woord die het over 'legerdebie- len' had en net deed of alles al vaststond. Nederlandse VN-sol- daten hebben al heel lang vre selijke dingen gedaan, zei hij letterlijk, ook tegenover kinde ren. Waar blijft zo'n man dan eigenlijk? En hoe zit het met de krant die de kletspraatjes af drukt van iemand die kennelijk niet de moed heeft om zijn naam te noemen? Is dat nu ver antwoorde journalistiek? Ik vind het weerzinwekkend, zoals het is gegaan. Vroeger wachtte men tot een onderzoek was voltooid en schreef er dan over. Dan werd je tenminste niet met kletspraat opgezadeld, maar met de feiten". Ik kan de woede van deze oud-militair wel begrijpen, wat niet betekent dat ik het verwijt aan de krant deel. De geruch ten/beschuldigingen, uit welke bron dan ook, werden door mi- De ombudsman van het Leidsch Dagblad is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar van 9.30-11.30 uur onder telefoonnummer (071)-356215. Brieven kan men richten aan het adres: Ombudsman Leidsch Dagblad, Postbus 54,2300 AB Leiden. Het werk van de ombudsman valt buiten de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie. Voor klachten over de bezorging gelieve men te bellen (071) - 128030. nister Voorhoeve zo ernstig bevonden dat hij een officieel onderzoek gelastte. Men kan dan niet verwachten dat de krant dat negeert. De lezer kan wel vinden dat de krant maar eerst het on derzoek moet af wachten, zoals dat vroeger misschien gebruikelijk was, maar de tijden ver anderen en anders de journalistiek wel. Zo gaat dat niet meer. De krant heeft de zaak op de voet gevolgd en ook royaal de resultaten van het onderzoek weergegeven. Ik acht dat een correcte gang van zaken. De lezer ergert zich aan de anonimiteit van de hulpverlener die de geciteerde beschuldigin gen uitte. Gebrek aan moed, vindt hij dat. Dat hoeft het niet te zijn. Kranten werken vaker met anonieme bronnen. Amb tenaren wijzen journalisten wel eens op bepaalde toestanden onder voorwaarde dat hun naam niet wordt genoemd. Zij hebben namelijk geheimhou dingsplicht en als zij als zegs man traceerbaar zijn dan kan hun dat hun baan kosten. De journalist zal hun die bescher ming vrijwel altijd bieden. Waar hij zich wel op de een of andere manier van moet overtuigen is dat zijn bron betrouwbaar is en dat hij mag afgaan op de infor matie die hem wordt geboden. De geloofwaardigheid van de krant hangt hier immers ook nauw mee samen. Of de hier aangehaalde ano nieme hulpverlener betrouw baar was, weet ik niet, evenmin of hij enig bewijs voor zijn uitla tingen in handen had. Het lijkt er niet op. Ik verbaas mij er in elk geval over dat hij beweert dat een aantal militairen al is te ruggestuurd door de leiding in Bosnië omdat ze zich misdroe gen, ook tegenover kinderen, dat ze al heel lang vreselijke dingen hebben gedaan en dat het onderzoek niets van dit alles vermeldt. Een zeer onbevredi gende situatie. Het is nu een wel heel schimmige zaak ge worden. Waren het allemaal maar in dianenverhalen (en uit wiens koker kwamen ze dan?) of was het onderzoek in Bosnië niet grondig genoeg? Onderscheid Een aardig zaakje kreeg de Haagse rechtbank vorig week voorgelegd. Door middel van een kort geding poogde de KRO voor de rubriek Brandpunt toe stemming af te dwingen om de tot vijf jaar veroordeelde drugs baas Charles Zwolsman te inter viewen. Zwolsman zelf was al akkoord gegaan, maar de ge vangenisdirecteur weigerde met als argument dat Zwolsman daarmee 'wel een heel breed fo rum krijgt om zijn mening te etaleren'. Eerder had hij wel HP/De Tijd, Vrij Nederland, Nieuwe Revu en NRC/Handels- blad toestemming gegeven om met de crimineel te praten. De televisie ging de gevangenisdi recteur dus te ver. De zitting leverde een kijkcij fers-gevecht op. De KRO meen de dat de oplage van de tijd schriften al hoger was dan de gemiddelde uitzending van Brandpunt. Bovendien lag er de klemmende vraag: mag er on derscheid gemaakt worden tus sen de audiovisuele media en de schrijvende pers? Een wonderlijke zaak. Ik meende dat je als gedetineerde aan het maatschappelijk ver keer werd onttrokken en dus geen gelegenheid zou krijgen een hele serie interviews af te werken. Blijkbaar een heel naïe ve gedachte van mij. Een gevangenisdirecteur zal ongetwijfeld grote bevoegdhe den hebben om dingen toe te staan of af te wijzen, maar daar moet natuurlijk wel een zekere lijn in terug te vinden zijn. Die lijkt mij nu te ontbreken. Om na alles wat hij al heeft toegelaten plotseling bevreesd te zijn dat Zwolsman 'een wel heel breed forum' krijgt, doet in elk geval nogal zonderling aan. Ik ben heel benieuwd naar het oordeel van de rechter. )e Ommedijkseweg is nog nauwelijks begaanbaar vanwege de grote betonnen palen die in het wegdek zijn geplaatst. FOTO HOLVAST/MARK LAMt Enige tijd geleden heeft de gemeente Zoe- terwoude de Ommedijkseweg tamelijk drastisch afgesloten: er ligt nu een aantal blokken beton waar alleen tweewielers tus sendoor passen. Deze afsluiting ging ge paard met aardig wat protesten: handteke ningenacties, brieven en bezwaarschriften. Ook ondergetekenden gingen een briefwis seling aan met de gemeente. Helaas be stonden de antwoorden van 'de gemeente steeds uit standaardbrieven, men ging niet in op onze argumenten. Afgelopen donderdag 11 mei brak er een schoorsteenbrandje uit in een pand aan de Nassaulaan (LD van vrijdag 12 mei: Brand je in Zoeterwoude zorgt voor veel overlast Doordat de brandweer de Nassaulaan blokkeerde, was het gedeelte van de wijk tussen de brand en de Ommedijkseweg ge durende een uur niet bereikbaar. De blok kade op de Ommedijkseweg zorgde dus voor aardig wat overlast. Het cynische is nu dat wij in onze brief wisseling met de gemeente steeds op dit ri sico hebben gewezen. Tevens was het dit argument, waarop we van de gemeente maar geen reactie kregen. In een gemeentelijke raadscommissie donderdagavond werd er gelijk over het voorval vergaderd: volgens het kranteartikel werd er geopperd een wegversmalling bij de Pancratiusstraat weg te halen en wet houder Ringersma stelde gerust dat bij ech te calamiteiten het paaltje uit de Omme dijkseweg kan worden weggehaald. Over welk paaltje zou dit gaan? Er liggen alleen vier loodzware blokken beton waar met geen auto langs te komen valt. Verder heeft de wegversmalling bij de Pancratiusstraat niets met dit voorval te maken, de brand vond namelijk ergens anders in de wijk plaats. Wel hebben wij deze wegversmalling Beledigend voor inwoners Leiden In uw krant stond laatst een stukje van Theo Bakker, Maag delijk China genaamd. Als hij aan Leiden denkt, haat hij elke Leidenaar, hij heeft het over de volgevreten koppen, ontevre denheid, hangende mondhoe ken. Nee, in China zijn de men sen goed, lief, want volgens ge noemd artikel kijkt hij die vol liefde aan. Dat u dergelijke on zin, beledigend voor de inwo ners van Leiden, plaatst, is voor mij antireclame voor uw blad. Weet u ook hoe hoog men daar bouwt om negen miljoen men sen te laten leven op een stukje grond, iets groter dan Leiden. Mijn opinie voor dit stukje is in één woord samen te vatten: minderwaardig ook voor uw blad. Indien u reageert op een artikel in deze krant, wilt u dan in uw ingezonden brief de datum vermelden waar op het betreffende artikel werd gepubliceerd? Brieven worden in het algemeen in deze krant onderte kend met naam en woonplaats. Plaatsing van ingezonden brieven betekent niet dat de redactie net eens is met de inhoud ervan. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven in te korten en plaatsing van brieven te weige ren. In uw blad van 3 mei jl. heeft de heer Pim Fortuyn uitgerekend vlak voor de vierde en vijfde mei, geschreven, dat wij eens per jaar stil zouden moeten staan bij onze eigen sulligheid. Een regelrechte belediging voor de gevallen verzetsmensen en een grofheid voor de nabe- weinig goede smaak, om juist staanden. Gelukkig heeft Ne- nu, terwijl duizenden veteranen derland overtuigend blijk gege- ons land bezoeken en wij de ven een geheel andere en betere 25.000 gevallenen van ons ko- mening te.hebben. Het getuigt ninkrijk gedenken, zulke war- op z'n zachtst uitgedrukt, van taal uit te slaan. Het gebeuren in de Ridderzaal, Wageningen en Carré geeft een beter beeld van onze gevoelens, dan de heer Fortuyn ons probeert aan te praten. Smakeloos! Het voormalige Rotogravuregebouw. FOTO ARCHIEF Met belangstelling en met ge voelens van nostalgie heb ik uw bijdrage gelezen over de ge schiedenis van de Nederlandse Rotogravure Maatschappij, die ook een beetje meetelt in de ge schiedenis van Leiden. Ter aan vulling van hetgeen u schreef diene het volgende: De Rotogravure was sinds de Tweede Wereldoorlog een ge mengd bedrijf, zowel drukkerij als uitgeverij. Aanvankelijk was die laatste activiteit opgezet om de lege uren van de drukpersen te vullen, maar gaandeweg de jaren 50 werd uitgeven, met na me van het vrouwenblad Eva, ook een commercieel aantrek kelijke bezigheid. Toen ik in fe bruari 1960 bij de Roto kwam als chef redactie trof ik een pak ket van drie bladen aan: Eva, Vi zier en het kinderblad Fix en Foxi. Eva deed het erg aardig op de markt, Vizier krabbelde rond het nulpunt en het kinderblad diende als aanvulling voor het bezorgapparaat om het hele ge zin te kunnen bedienen. In de loop van dat jaar 1960 slaagden we er in de oplage van Vizier op te krikken tot zo'n 60.000 exem plaren! Die zomer was het Weekblad TV in moeilijkheden gekomen en verscheen het nog slechts met een noodeditie. Overleg met de toenmalige groep uitgevers die deze nood- uitgave financierden leidde ten slotte tot de overname van titel, adressen en redactie door de Roto. Per 8 oktober 1960 ver schenen de samengevoegde bladen onder de titel TeleVizier, aanvankelijk in een oplage van 80.000, die in enkele jaren tot 600.000 zou oplopen. TeleVizier was dus een uitga ve van de Roto en niet zoals u schrijft, van de AVRO. TeleVizier was een onafhankelijk week blad, waarvan ik dertig jaar lang de redactionele en de laatste twintig jaar ook de commerciële leiding mocht hebben. Er moest in de jaren die volg den na de lancering van TeleVi zier veelvuldig geprocedeerd worden over het (pseudo)au- teursrecht op de programmage gevens, dat de omroepen voor zich opeisten. Inmiddels ver scheen de overheid met wetge ving over de omroep, die resul teerde in de Omroepwet van 1967. Behalve de omroep werd daarin ook hel auteursrecht op de programmagegevens 'gere geld'. dat wil zeggen men draai de de bewijslast voor dit (pseu- do)-auteursrecht om, nadat men in de wet had vastgelegd (overigens met grote, maar net niet voldoende, tegenstand in de Kamer), dat de omroepen het (pseudo)auteursrecht op die gegevens hadden. In de praktijk betekende zulks dat je als re dactie moest aangeven hoe en van wie je aan de in vrije niéuwsgaring verzamelde pro gramma-informatie kwam. Ui teraard zou de bron vervolgens opdrogen. Pas toen, we schrijven dan einde 1966, kwam de AVRO in beeld. Er kwam een overeen komst tot stand tussen de aan TeleVizier gelieerde adspirant- omroep RTN en de AVRO over een gezamenlijk programma en tevens werd een overeenkomst gesloten tussen de Rotogravure en de AVRO. Die voorzag erin dat de AVRO formeel uitgeefster werd van TeleVizier en dat bleef voor de Avrobode, de exploita tie geschiedde echter als deel van de joint venture door de Roto. In 1968 zag de VNU in dat de positie van TeleVizier-Avro bode met een gezamenlijke op lage van rond een miljoen exemplaren per week onaan tastbaar was geworden en werd de Roto door VNU gekocht. in onze brieven genoemd, omdat op deze plek hetzelfde kan gebeuren. Alleen is dan een groter gedeelte van de wijk afgesloten. Mits de leant de woorden van de raads commissie goed heeft weergegeven, blijkt dat de betrokken politici geen idee hebben waar ze het over hebben. Op één of andere manier doet ons dit denken aan de manier waarop de afsluiting tot stand kwam. Daarom doen we alsnog (weer) een drin gende oproep aan de Zoeterwoudse politici: voorkom dit soort overlast en maak de Om medijkseweg weer begaanbaar voor alle verkeer. En vooral: wees voortaan niet zo koppig en luister naar wat de bewoners wil len. Zoeterwoude was toch ook een demo cratie? Fam. M. Huisman-van Leeuwen, Zoeterwoude Rijndijk. In het artikel 'Leiden: afval op grote hoop' (Leidsch Dagblad dd 24 april jl) wordt een onge fundeerd oordeel uitgesproken over het afvalscheidingsgedrag van burgers in Leiden en om streken. Naar aanleiding van een door de Gevulei (Gemeen schappelijke regeling vuilver werking Leiden en omstreken) opgesteld overzicht van afval- produktiecijfers heeft de jour naliste in kwestie de cijfers overgenomen in een artikel, zonder een poging te hebben gedaan de Gevulei te vragen om mogelijke verklaringen van de verschillen. Met in de kop van het artikel de tekst 'Leiden: afval op grote hoop' en in de subkop 'Alkemade sorteert keurig' is de toon gezet en heeft de journalis te appels met peren vergeleken. In het artikel wordt ten onrech te de conclusie getrokken dat 'verschillen in afvalproduktiecij- fers betekenen dat de ene bur ger minder braaf zijn afval scheidt dan de ander'. Uit het artikel zou men zelfs kunnen opmaken, dat dit een mening van de Gevulei zou zijn, rrlaar het is louter een vooronderstel ling van de journaliste, die niet op enig inzicht in de praktijk gebaseerd is. Resultaten over scheiding van afval in een middelgrote stad als Leiden en een landelijke ge meente als Alkemade laten zich echter maar moeilijk onderljng vergelijken. Men kan daaruit niet simpeltjes conclusies trek ken over het gedrag van de bur gers. Een oude binnenstad, een universiteit met veel studenten, veel bedrijven en een grote ver scheidenheid aan woningtypen zijn allemaal factoren, die aan het realiseren van afvalschei ding in een stad als Leiden ge heel andere eisen stellen dan in een landelijke gemeente als Alkemade. De bewoners van de Leidse binnenstad kunnen nog niet eens hun GFT van ander huis houdelijk afval scheiden. Dat mogelijk maken is bijzonder moeilijk, zowel door de weinige ruimte die in de binnenstad be- schikbaar is als door het gege ven dat eerst de stroom be drijfsafval onder controle moet worden gebracht. Het zijn pro blemen die in meer oude bin nensteden spelen en dit heeft dus niets te maken met het ge drag van de individuele burger. De gemeente Leiden hoopt hiervoor de komende tijd met oplossingen te komen. Daarnaast vindt men in Alke made hoofdzakelijk laagbouw- woningen. In Leiden zijn ver schillende soorten woningen, waaronder veel hoogbouw. Hoogbouw en laagbouw vragen verschillende inzamelmiddelen en die middelen hebben hun invloed op de mogelijkheden van de bewoners om hun afval te scheiden- Het is algemeen bekend dat scheiden van afval in hoogbouwwoningen bewer kelijker is dan scheiden van af val in een laagbouwwoning. De resultaten van de gescheiden inzameling in Leiden komen dan ook ongeveer overeen met steden met een vergelijkbare verhouding tussen hoog- en laagbouw. Ook lijkt het toch voor de hand liggen dat men in een 'groene' gemeente als Alkemade méér tuinafval produceert dan in Leiden, zodat GFT ook een relatief groter deel van het tota le afval zal vormen. De opmerking dat 'de Leide naar nauwelijks afval scheidt' is ook in strijd met de resultaten van een in 1994 uitgevoerde sorteerproef van het restafval (dat deel dat overblijft na schei ding van GFT, glas en klein che misch afval). Daaruit bleek na melijk, dat de Leidse burgers de herbruikbare delen van het af val over het algemeen keurig scheiden, hoewel natuurlijk het een en ander altijd beter kan. Ik wil er bovendien op wijzen, dat Leiden bijvoorbeeld met betrek king tot het gescheiden inzame len van glas tot de top-5 van Zuid-Holland behoort. Kortom, uit het door de Gevulei opgestelde overzicht kan men alleen concluderen dat men een landelijke gemeente als Alke made en een verstedelijkte, middelgrote gemeente als Lei- den op dit gebied niet of nau welijks onderling kan vergelij ken. Naschrift redactie: De cijfers over de inzameling van afval in de Gevulei-gemeenten spreken wel degelijk voor zich. Leiden en Alkemade. de twee gemeenten die in het stuk met elkaar wor den vergeleken, produceren elk ongeveer 150 kilo afval per in woner per jaar. In Leiden gaat van dal afval (het exacte jaarcij fer is 462 kilo), ongesorteerd 302 kilo de afvalverwerking in. In Alkemade komt van de 438 kilo slechts 162 kilo 'op de grote hoop' terecht. De conclusie is duidelijk: in Alkemade wordt het afval beter gescheiden. Een foute conclusie, vindt Laurier: Alkemade produceert gewoon meer groenafval en gooit daarom ook meer weg. Hij 'vergeet' dat Voorschoten en Oegstgeest ook twee keer zoveel groenafval gescheiden weggooi en (beide dik 100 kilo tegenover een schamele 50 kilo van de Ix'i- denaars). Leiden scheidt wel goed. zegt Laurier. Immers, de stad heeft veel hoogbouw en een histori sche binnenstad. Da's waar, maar een verklaring voor een verschijnsel geven tast niet de waarheid van dat verschijnsel aan. Nog wat meer cijfers. Gooit een Leidenaar gemiddeld per jaar zo'n 46 kilo papier in de pa pierbak, de inwoner van Alke- inacle brengt ruim anderhalf keer zoveel (74) kilo weg. Ook met glas gaat het niet best. Alke made (24 kg), Oegstgeest (27 kg) en Wassenaar (27 kg) halen meer afzonderlijk op dan de Sleutelstad (20 kg). Kortom: Alkemade sorteert keurig en Leiden gooit afval op een grote hoop is een terechte conclusie. operationele lease, 4 jr/80.000 km. ƒ1.189 per maand excl. BTW

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 19