'Er mogen geen legenden ontstaan'
Buitenland
3NDERDAG 4 MEI 1995
Duitse justitie nog steeds in de weer met nazi-misdaden
jftig jaar geleden kwam
einde aan de Tweede
ireldoorlog en kon een
in worden gemaakt
t de berechting van na-
misdadigers. Het had
snelle klus moeten
jn, maar het ging an-
irs. Anno 1995 lopen
ig steeds zaken. Justitie
Duitsland heeft het
fs weer druk gekregen:
Stasi-dossiers uit de
legere DDR leveren tal
nieuwe gegevens op.
in gesprek met dr. Alfred
jreim, als hoofdofficier
n justitie belast met de
sporing en vervolging
n Duitse oorlogsmisda-
WVIGSBURG ARTHUR MAANDAG
lies loopt nu natuurlijk terug,
mensen worden steeds ou-
r. Het is vreselijk een zaak
1st te hebben uitgezocht om
n aan het einde vast te stellen
de verdachte dood is. En het
jbleem speelt niet alleen bij
dachten, maar ook bij getui-
i. Ze zijn oud of overleden,
ze oud zijn, heeft dat in-
led op het herinneringsver-
>gen. U kunt zich voorstellen
it advocaten van verdachten
itzo'nman doen...."
Joch hebben we nog een
ite klus onder handen. Toen
Berlijnse Muur viel, kregen
de beschikking over de
)R-archieven. Intussen zijn
hard bezig dat allemaal uit
zoeken. Ik heb inmiddels
fs een tweede onderzoeks-
>ep gekregen en verwacht er
inen een jaar doorheen te
Want anders heeft het echt
:n zin meer: het is werkelijk
gek van te worden."
)e Duitse hoofdofficier van
titie Alfred Streim heeft de
ling over zo'n dertig ambte-
;en, die zich allemaal met de
d-misdrijven bezighouden,
ntrale Stelle der Landesjusti-
irwaltungen zur Aufklarung
aNS-Gewaltverbrechen' is de
iciële naam van de instelling,
vestigd in een wat verscholen
nd aan de rand van de bin-
nstad van Ludwigsburg, een
iats ten noorden van Stuttg-
hoge muur onttrekt het
30uw goeddeels aan de waar-
ming. Wie naar binnen wil,
iet eerst door een met een
afgesloten poort en belandt
volgens voor een stevige sta-
deur. „Een vroegere vrou-
ngevangenis", verklaart
eim. „Niet meer nodig toen
immheim gereed kwam en
or ons uit veiligheidsoverwe
gen uitermate geschikt.
:ht kilometer
ineenstorting van de DDR
:ekehde dat justitie in Lud-
'sburg de beschikking kreeg
?r een hoeveelheid dossiers
!t een lengte van acht kilome-
Aangelegd door de Oost-
itse staatsveiligheidsdienst,
Stasi. „De DDR was het eni-
land dat zich bezig hield met
zi-misdrijven, maai" nooit iets
:t ons van doen wilde heb-
h", zegt Streim. „We hebben
ieven geschreven, rechtshulp-
rzoeken gedaan en dat nu al-
naal teruggevonden, er is
oit iets mee gedaan."
,De Stasi was belast met de
derzoeken naar nazi-misdrij-
n, maar ze gebruikten hun ar-
ief vooral voor propagan-
doeleinden. Ze trokken iede-
Westduitse politicus, iedere
indeswehr-officier na. Dat ge
urde zelfs met ons, als er
iuwe mensen kwamen. Wat
n hele opgave was, omdat de
ïesten van ons van na de oor
zijn."
n totaal ontdekte het parket
Ludwigsburg in de Stasi-
Ikken de namen van 1.500
't eerder vervolgde nazi's,
eel processen zullen er na-
irlijk niet meer komen",
;ldt Streim. „Maar we hebben
1 paar gevallen waarvan vast-
lat dat een aanklacht volgt,
rvolgens is dan wel de waag
het proces doorgaat. Iemand
3 voortijdig overlijden, of er
t vanwege iemands ouder-
m niets meer aan een zaak te
ginnen."
.Dat frustreert natuurlijk,
intallen jaren heeft dat mate-
al daar bij de Stasi gelegen en
is niets mee gedaan. Ze heb-
n wel steeds richting Bonds-
)ubliek geschreeuwd en ge-
jd: daar loopt er nog één,
iar zelf deden ze niets, hoe-
1 ze zich zeer anti-fascistisch
ordeden. Ik vergelijk het altijd
?t de woorden van Göring na
Reichskristallnacht. Die zei:
Wie jood is, bepaal ik. En zij zei
den: wie fascist is, bepalen wij."
„We hebben nu zelfs vastge
steld dat ze hele lijsten hadden
klaarliggen. Als wij dan een zaak
vervolgden, hadden ze plotse
ling een vergelijkbaar geval.
Dan konden ze met propagan
da tonen dat als hier bijvoor
beeld zes jaar cel werd opge
legd, er daar in het begin nog de
doodstraf öf levenslang volgde."
„De DDR was dus helemaal
niet zo anti-fascistisch. In hun
statistieken wordt altijd gespro
ken over dertienduizend ver
oordelingen. Maar nu blijkt dat
ze in het begin ook allerlei zui
veringsmaatregelen als veroor
deling hebben meegeteld. Ais
wij die ook meetellen, kom je
hier op ongeveer 130.000 stuks.
Dat maakt nogal wat uit."
„Waarbij nog komt dat ze ook
3.200 zogeheten Waldheim-
processen hebben meegere
kend. De Russen hadden na de
oorlog een groot aantal Duit
sers, zo'n vijfduizend, geïnter
neerd in vroegere concentratie
kampen zoals Buchenwald en
Sachsenhausen. Daar zaten ze
in 1950 mee in hun maag, en
toen hebben ze ze simpelweg
ter bestraffing aan de DDR-au-
toriteiten overgedragen. Die za
ten toen met het probleem, ze
moesten ze van de Russen be
rechten."
„Toen heeft men partijge
trouwe burgers snel tot rechters
en officieren van justitie omge
schoold. En vervolgens is een
soort snelrecht toegepast met
processen die tussen de tien
minuten en een half uur duur
den. Daarbij vielen zelfs dood
vonnissen."
Mensen sidderen
„Overigens zie je dat de zaken
daar, net als bij ons, in de jaren
vijftig snel terugliepen. Niet
omdat ze er niet waren, maar
omdat men er niets meer mee
van doen wilde hebben. Het
liep daar nog sneller terug dan
hier."
„Pas na onze oprichting is het
aantal processen wegens oor-
logs- en nazimisdrijven in de
DDR weer gestegen: je moet
dan natuurlijk laten zien dat je
wel iets doet, nietwaar. Ze had
den zelfs bij het ministerie voor
staatsveiligheid afdelingen ge
vormd, die net zo waren opge
zet als wij. Alleen hadden ze
veel meer personeel en veel
meer mogelijkheden. Ze kon
den dus wel wat: als de Stasi
komt, sidderen de mensen, net
als vroeger bij de Gestapo. Als
wij net zoveel mensen hadden
gehad als zij, zou het er heel an
ders hebben uitgezien."
Maar waarom hebben ze dan
niets gedaan?
„Waarschijnlijk om dezelfde
reden als bij ons. Bondskanse
lier Adenauer heeft ook gepro
beerd op te houden met de ver
volging van nazi-misdaden, om
die periode af te sluiten. En van
hem kan je toch echt niet zeg
gen dat hij nazi was, hij was
zelfs vervolgd en zat onderge
doken. Maar hij wilde rust in
het volk hebben voor de weder
opbouw. Adenauer zei: rust. En
in de DDR zeiden ze om dezelf
de reden ook: rust."
In Nederland is eigenlijk het
zelfde gebeurd.
„Begrijp me vooral goed: ik wil
niet zeggen dat wij de beteren
zijn bij het oplossen van nazi
wandaden. Absoluut niet. Er
zijn hier heel veel dingen ge
beurd die niet zijn goed te pra
ten en er is ook minder opgelost
dan we zouden hebben gewild.
Ik wil alleen maar duidelijk ma
ken dat juist die staat die be
weerde het wel doen, in feite
niets heeft gedaan."
Geallieerden
Streim benadrukt dat de Bonds
republiek na de oorlog zelf niet
mocht optreden. „Zelfs als wij
meteen na 8 mei 1945 een Zen-
trale Stelle hadden gehad, dan
hadden we toch niet alles syste
matisch kunnen aanpakken. Op
grond van de geallieerde wetten
mochten de Duitse strafrechte
lijke autoriteiten geen misdaden
vervolgen die Duitsers ten na
dele van de geallieerden of on-
Vijf vonnissen
wegens delicten
in Nederland
Na de oprichting van de Zentra-
Ie Stelle hebben zich in West-
Duitsland twee processen voor
gedaan waarbij veroordelingen
vielen wegens in Nederland ge
pleegde delicten.
Begin 1967 had in München
het proces plaats tegen drie
mensen die waren betrokken bij
de deportatie van 83.000 Neder
landse joden. Dr. Wilhelm
Harster, de vroegere chef van
Sicherheitsdienst (SD) in Ne
derland, kreeg vijftien jaar cel,
Wilhelm Zöpf negen jaar en
Gertrud Slottke vijf jaar. Harster
kwam overigens tot woede van
Nederlandse en Duitse slachtof
fers van het nazi-regime al in
juli 1968 op vrije voeten.
De tweede zaak diende in fe
bruari 1980 bij de rechtbank in
Hagen. Daar werden August
Neuhauser en Siert Bruins ver
oordeeld wegens het dood
schieten van twee joodse
broers, op 25 april 1945 in Delf
zijl. Neuhauser kreeg acht jaar
gevangenisstraf, Bruins zeven
jaar.
Volgens hoofdofficier van jus
titie Streim zijn tot op heden in
de Stasi-dossiers nog geen nieu
we zaken gevonden die een re
latie hebben met Nederland.
Wilhelm Zöpf (links) en Wilhelm
Harster (rechts) hoorden op 24 fe
bruari 1967 de vonnissen van de
rechtbank in München aan.
archieffoto
derdanen van geallieerde lan
den hadden bedreven.
„En daar vielen de zwaarste
misdrijven onder, zoals bijvoor
beeld de jodendeportatie van
Frankrijk naar Auschwitz of de
moordpartijen door Einsatz-
gruppen. Pas aan het begin van
de jaren vijftig is dat opgeheven,
pas toen konden we wat."
Maar er gebeurde niets.
„Men is er toen in de Bonds
republiek van uit gegaan dat de
nazi-misdaden waren afgedaan.
Er was een einde gekomen aan
de Entnazijïezirung de ontsla
gen ambtenaren werden weer
aangesteld. De vervolgingen lie
pen terug, al kon je daarvan niet
zeggen dat men er mee klaar
was."
„Verder hebben de geallieer
den van hun kant de zwaarste
misdadigers die nog in hun ge
vangenissen zaten, die door hen
waren veroordeeld, uit humani
taire overwegingen in vrijheid
gesteld. En ook dat had tot ge
volg dat men dacht dat alles
achter de rug was, al was dat
natuurlijk helemaal niet het ge
val/'
Einsatzgruppe
„Toen kwam het in 1957 toeval
lig in Ulm, hier in Baden-Würt-
temberg, tot een proces tegen
de vroegere leider van een
Einsatzgruppe. Deze groep had
bij het begin van de veldtocht
tegen Rusland in het Duits-Li
touwse grensgebied op massale
wijze joden doodgeschoten.
Toen die zaak werd uitgezocht,
stelde men vast dat nog niet al
les achter de rug was, dat er nog
zware misdadigers rondliepen
die niet waren veroordeeld."
En vervolgens bleek er een
groot probleem. De Westduitse
openbaar ministeries zaten met
bevoegdheidsvragen. „Het was
dus nodig dat er een instelling
kwam die de zaken oppakte en
uitzocht tot duidelijk was welk
parket bevoegd was."
De ministers van justitie en
senatoren van de deelstaten be
sloten daarop in november
1958 tot de oprichting van de
Zentrale Stelle der Landesjusti-
zverwaltung. „Met als opdracht
al het mogelijke te doen, al het
beschikbare materiaal te verza
melen, te ordenen en zaken uit
te werken. Verder moesten we
zaken coördineren. Het moet
natuurlijk niet zo zijn dat een
zaak tegelijk bij het openbaar
ministerie in München en in
Hamburg loopt."
Aan nieuwe problemen was
geen gebrek. „Het verzamelen
van bewijsmateriaal is altijd het
grootste probleem geweest. In
de Bondsrepubliek bevonden
zich maar weinig documenten
over het nazi-verleden. Plet me
rendeel van het materiaal was
bij de bezetting door de gealli
eerden als buit aangemerkt en
naar hun eigen landen overge
bracht. Wat er in het Westen
was, konden we vervolgens in
zien."
„Maar in de landen waar de
meeste en de belangrijkste do
cumenten waren, namelijk in
de bezette oostelijke gebieden,
daar kwamen we eerst niet in.
Aanvankelijk waren er nog geen
diplomatieke betrekkingen,
maar aan de andere kant was de
Bondsregering er ook niet erg
happig op."
„Bij ons werk waren we dus
in eerste instantie aangewezen
op het weinige materiaal dat
zich in onze archieven bevond.
En op literatuur. Buitenlandse
literatuur wel te verstaan, want
de historici hier hadden ook
nog niets gedaan, dat waren
nog de ouderen die er in het
Derde Rijk al zaten. Het was
voor hen iets te onaangenaam
om hiermee aan de slag te
gaan."
„Daarbij kwam in 1960 ook
de verjaring voor doodslag. De
Bondsdag heeft toen een ver
lenging afgewezen, dat is zeker
een klap voor ons geweest."
Nu is alleen nog ueruolging
mogelijk wegens Mord. En daar
begrijpt in Nederland vrijwel
niemand iets van, want aan
Mord wórden veel zwaardere ei
sen gesteld dan aan wat bij ons
moord heet.
„Wie een mens doodt, pleegt
doodslag. Als echter aan de
doodslag lage, gemene bewee
gredenen ten grondslag liggen,
iets subjectiefs als bijvoorbeeld
rassenhaat of politieke gronden,
dan is het Mord. Daarnaast kan
ook sprake zijn van Mord op
grond van objectieve beweegre
denen zoals geniepigheid of
gruwelijkheid."
Mord zou aanvankelijk op 28
mei 1965 zijn verjaard. „En toen
kwam er natuurlijk weer een
groot debat: moet het wel of
niet verjaren? Toen heeft de
Bondsdag eerst besloten de ver
jaring van Mord nog naar 1969
te verschuiven. Volstrekte flau
wekul natuurlijk. We waren nog
steeds niet in het Oosten ge
weest en konden er van uit gaan
dat daar nog zeer veel docu
menten te vinden waren. En als
we dat wel konden, hadden we
dat niet in zo'n korte tijd kun
nen verwerken." Uiteindelijk
werd besloten dat Mord niet
verjaart.
„Bondsregering en Bondsdag
hebben toen alle staten in de
wereld opgeroepen al hun ma
teriaal aan ons ter beschikking
te stellen en tegelijk gaven ze
ons het groene licht voor de
verwerking van de documenten
in de vroegere oostelijke bezette
gebieden. We zijn toen direct
naar Polen afgereisd, we waren
in Tsjecho-Slowakije, in de Sov
jetunie."
„We kregen toen ook de op
dracht deze misdaden systema
tisch te vervolgen, door gewoon
bovenaan te beginnen bij de
hoogste regeringsinstellingen,
bij de rijksfunctionarissen, de
SS-afdelingen, de concentratie-
en vernietigingskampen,
Einsatzgruppen, Gestapodien-
sten. In 1964 zaten hier toen elf
officieren van justitie, uit elke
deelstaat één. We zijn toen uit
gebreid tot vijftig officieren en
rechters die als officier optre
den."
Niet geslaagd
„Het heeft tot processen geleid,
maar in die systematische ver
volging zijn we niet helemaal
geslaagd. Zoals überhaupt de
hele vervolging van de nazi
misdaden niet volledig is ge
slaagd. Het is een poging van
Justitie geweest met haar mid
delen een bijdrage te leveren.
Maar bij de poging is het geble
ven."
„Het was te laat, ja zeker,
maar vergeet niet dat Justitie de
enige maatschappelijke instel
ling in de Bondsrepubliek was
die zich überhaupt met de nazi-
misdrijven bezig hield. De an
deren hebben helemaal niks ge
daan tot in de jaren zestig. Toen
begonnen de studenten-onrus
ten, kwam de Dutschke-genera-
tie. Die hebben zich er om be
kommerd, toen is de zaak in de
openbaarheid gekomen.
„Het is, ik herhaal het nog
maar eens, bij een poging ge
bleven. Maar deze poging heeft
in ons gehele volk wel impulsen
gegeven om zich met het verle
den bezig te gaan houden. Zo
wel positief als negatief gezien.
De ouderen zijn altijd tegen ons
werk geweest. Die vergoelijkten
het Derde Rijk, zeiden dat het
niet zo erg was geweest."
Onderscheid
Streim, begonnen als officier
tvan justitie in Hamburg, zit
sinds 1963 bij de Zentrale Stelle
en heeft sinds 1984 de leiding.
Hij benadrukt dat het noodza
kelijk is onderscheid te maken
tussen oorlogs- en nazi-misda
den. „Zaken als de jodendepor
taties, de vernietingskampen,
Auschwitz, hebben op zich niets
met oorlog van doen. In het
buitenland gooit men alles vaak
over de boeg van oorlogsmis
drijven, maar dat is niet te
recht."
„Zo las ik eens een uitspraak
van een Canadese rechter die in
een zaak vaststelde dat de feiten
op zich wel waren bewezen,
maar vervolgens vaststelde dat
er in een oorlog altijd wel wat
gebeurt en iemand vrijuit liet
gaan. Volstrekte onzin, natuur
lijk. Veel misdrijven die de na
zi's begingen, hebben met oor
log niets van doen. En dat
maakt het alleen maar erger."
Hoewel er door de Stasi-dos
siers nu extra drukte is, heeft de
Zentrale Stelle zijn langste tijd
gehad. „Het komt er ook voor
ons natuurlijk van dat we wor
den opgeheven, daar wordt al
over gesproken. Ik bekommer
me er nu dan ook om dat niet
alles ergens in een of ander ar
chief verdwijnt, want dan raakt
het voor de wetenschap verlo
ren. Dan zal het tientallen jaren
duren voordat het materiaal
ontsloten is."
„Volgens mij dient deze in
stelling in een wetenschappelijk
instituut te worden veranderd.
Zodat de historici hier verder
kunnen gaan. Want ook het
werk van historici is een vorm
van preventie, het geldt niet al
leen voor juristen. Alles moet
worden opgehelderd, er mogen
geen legenden gaan ontstaan.
Dit mag nooit meer gebeuren."
de vernietigingskampen, Auschwitz, dat heeft op zich
foto arthur maandag
De ingang van Dachau, het eerste Duitse concentratiekamp. Streim: „We maken altijd onderscheid tussen oorlogs- en nazi-misdrijven. Zaken als de jodendeportaties,
niets met oorlog van doen."
Hoofdofficier van justitie Alfred Streim: „Er zijn hier veel dingen gebeurd die niet goed te praten zijn en er is
ook minder opgelost dan we zouden hebben gewild". foto arthur maandag