HERINNERINGEN AAN DE BEVRIJDING ZATERDAG 29 APRIL 1995 'Ik zie me nóg na de bevrijding in de rij staan voor een glas melk. Dét was nog eens feest...'; een terugblik op die vreugdevolle da gen van begin mei 1945. Het is een van de vele herinneringen bij de 'bevrijdings'foto's die lezers beschikbaar stelden uit hun al bum en 'oude doos'. Onze oproep leidde tot een overweldigend aantal inzendingen, met in grote variatie een indruk van 'de be vrijding' in Leiden en omgeving. Door die hoeveelheid kon het niet anders of er moest een selectie worden gemaakt. Wij zijn alle inzenders erkentelijk voor hun genomen moeite. Driehonderd gulden verdienden de bewoners van de Leidse Herensteeg vlak na de oorlog. Het was de eerste pnjs in een wedstrijd 'straatversieren' die in de binnenstad was uitgeschreven. Met het geld werd 's avonds de kermis op het Pieterskerkplein afgehuurd. De bewoners konden gratis gebruik maken van de attracties. Alle bewoners gingen op de foto, ook beroepsmilitair (van de luchtmacht) Coddijn die in zijn huis in de Herensteeg ondergedoken had gezeten nadat hij uit krijgsgevangenschap in Polen was teruggekeerd. Zijn vrouw, meisjesnaam Diemei, raakte in de oorlog een broer kwijt. ,,Hij zat bij de ondergrondse en moest een overval uitvoeren", vertelt de Leidse, die evenals haar man 80 jaar is. „Daarna hebben we hem nooit meer teruggezien. De Diemeistraat achter de Boshuizerkade is later nog naar hem genoemd D'Oranjeboom bloeide na de bevrijding ook weer in Rijnsburg en de plaatselijke meisjesvereniging wilde dat graag benadrukken in de bevrijdingsoptocht. Wijlen Nel van Tilburg, presidente van de club, zit op de bok. Ter weerszijden van de wagen lopen de leden. Plaats van handeling is de Oegstgeesterweg. Een omroepwagen had het bericht op maandagavond 7 mei verspreid: 'Morgen intocht van de Canadezen'. En daar stonden de Leidenaars dan, op dinsdag 8 mei, bij de watertoren, en de Wilhelminabrug aan de Hoge Rijndijk. Om de bevrijders feestelijk binnen te halen, hadden ze oranje stropdassen gekocht bij herenmodezaak Nolet op de Botermarkt en zelf oranje mutsen en rood-wit-blauwe vlaggen gemaakt. De beelden van het einde van de oorlog staan nog op het netvlies van Johannes Need geplakt. „Alles wat zich ervoor leende, was ervoor gebruikt. Rode jurken waren in lappen gescheurd, verbandgaas was oranje geverfd - het maakte niet uit Bespuwd, beschimpt, uitgelachen Vermeende collaborateurs moesten na de bevrijding spfcr v vrouw opgebracht door een lid van de BS, dwars door een mensenmenigte heen. Plaats valisii Korevaarstraat en Breestraat in Leiden. Fotograaf: F.C. de Hosson, van oorsprong een Haaf Ir in de Frederik Hendriklaan in Den Haag verlaten, omdat de straat in zogenaamd 'Sperr-gefcse Gangetje in Leiden, waar hij tot 1968 het herenmodemagazijn Windsor bestierde Speciaal voor de bevrijding had De Hosson, die in de jaren vijftig in de Leidse gemeenteraatje overleed in 1991Zijn zoon stuurde de foto's in. Zaterdag 5 mei 1945. De Voorschotense verzetsstrijder Bertus van Aken wordt in de Voorstraat hartelijk onthaald door de plaatselijke bevolking. Van Aken werd op 3 september 1944 in de gang van zijn woning aan de Voorstraat door twee Nederlandse SS-ers neergeschoten, maar was hersteld van zijn zware verwondingen. „Anders had ik hier nu niet gezeten", zegt zijn zoon Bertus van Aken ovedeed in 1982, een half jaar nadat hij het Verzetsherdenkingskruis had gekregen. In Voorschoten is een laan genoemd naar de schilderspatroon die samen met Cor van Osnabruggen de initiatiefnemer was van het verzet in het dorp. „Mijn vader was geen man van geweld, maar nam wel grote risico's. Hoewel hij negen kinderen had, fungeerde ons huis aan de Voorstraat 7 als toevluchtsoord voor mensen die hulp nodig hadden. Als het ging om bonkaarten, voedsel en onderduikers stond mijn vader altijd klaar, maartegen liquidaties had hij ernstige bedenkingen." De poging om hem te liquideren mislukte op 3 september 1943. Twee Nederlandse SS-ers schoten hem 's morgens om half acht vier kogels in het lijf, maar Van Aken overleefde de aanslag Nadien dook hij onder in Leidschendam en bij terugkomst in Voorschoten werd hij ingehaald als een held. „Later heeft hij nog maar heel weinig over de ooriog gesproken", zegt zijn zoon. „Hij werd jaarlijks alleen wat stiller en onrustiger als de meidagen naderden. We hoefden het op 4 mei. met dodenherdenking, als kinderen ook niet te flikken om de deur uit te gaan Wat is er mooier dan als geboren en getogen Zoeterwoudenaar als eerste bevrijder Zoeterwoude binnen te rijden? Niets natuurlijk, zegt Jan van Velzen. „Het hele dorp liep uit toen ik er aankwam. Ik was even de held", zo verwijst hij naar de foto waarop hij zelf staat naast zijn latere vrouw, zijn vaderen zijn moeder, twee broers, twee zussen en 'mensen uit het dorp'. Lokatie: de nog zeer landelijke Zuidbuurtseweg. Met de Prinses Irene brigade op doortocht van Wageningen naar Den Haag was Van Velzen er op 8 mei in z'n eentje vanaf de Hoge Rijndijk heengereden. „Naar mijn ouders die ik vijf jaar niet had gezien." Tijdens zijn bliksembezoek deelde hij etenswaren, chocola en sigaretten uit waarna hij terugreed en zich bij het Haagsche Schouw weer bij de colonne voegde voor de feestelijke intocht in Den Haag. Eerder in Breda had Van Velzen tussen het publiek 'zomaar' zijn vriendin zien staan die vijfjaar op hem had gewacht, dus het was een gedenkwaardig ritje met de Prinses Irene brigade die deel uitmaakte van een hele stoet geallieerden. De Irene brigade was opgericht in Engeland, voor Nederiandse militairen die de overkant hadden gehaald. Van Velzen, in 1938 onder nummer in dienst gekomen bij de motordienst in Ripperda was in Brest overgestoken, 'samen met andere Hollandse militairen die zich terugtrokken'. Na de oorlog kon hij wel in dienst blijven, „maar mijn moeder wilde daar niet van weten." Inplaats daarvan werd Van Velzen - die 8 mei in ere hield en een jaar later op die datum trouwde - particulier chauffeur op het Huis Ter Wadding in Voorschoten. Later werkte hij nog in de algemene dienst in twee restaurants (Haagsche Schouw en Allemansgeest). Nu is hij alweer tien jaar met pensioen. Hij is tevreden. „Anderen die in het leger zijn gebleven hebben een dijk van een pensioen. Ik heb acht gezonde kinderen." --IÉT'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 32