Kunst
'Dantons Dood wekt
Siauwelijks beroering
\C. Hooft-prijs 1995 voor A. Alberts
ewondering
- Kooien Van der Ploeg als
symbool van vrijheid
Oude tijden herleven met
Syd Lawrence Orchestra
E
Suver Nuver
mikt op gêne
941
Joseph Heller
yi De Amerikaanse schrijver Joseph Heller (van
I J Catch 22), deed zes jaar over zijn nieuwste ro
man 'Sluitingstijd', een roman vol inktzwarte humor en
zuur bijtend sarcasme: ,,lk heb niet de geringste illusie
dat mijn schrijfsels een spat verandering in de wereldor
de tot stand kunnen brengen."
De advocaat Danton (Aus Greidanus) is verzot op de vrouwtjes. Bijna alle hoeren van Parijs lopen hem ach
terna. In het bijzonder Julie (Carline Brouwer) houdt zoveel van hem, dat ze later er voor kiest met hem te
sterven. foto pan sok
slachtoffers, de spelers op deze
plaats te groeperen. Het is even
zeer een tikkeltje clichématig
om Dalton zijn vertwijfeling in
het bijzijn van Julie (Carline
Brouwer) te laten uitspreken
dicht bij die mistroostige ach
terwand op het verlaten toneel.
De dramatische scène in de do
dencel aan de vooravond van
de terechtstelling van Danton
en zijn geestverwanten doet
denken aan een Amerikaanse
oorlogsfilm uit de jaren vijftig.
Het is niet dat er beneden de
maat geacteerd wordt door bij
voorbeeld Lou Landré als Hé-
rault, door René van Zinnicq
Bergmann in de rol van LacroLx
en door Freerk Bos als Camille,
maar het blijft allemaal louter il
lustratief en te ver van de kern
waar het inhoudelijk om gaat.
Het gevolg is dat noch de perso
nages noch het gegeven je als
toeschouwer veel doen.
Voor de voorstelling op 19
april in het Appeltheater zijn
bij het Uit-bureau van K&O,
Oude Vest 45, tot 31 maart
kaarten verkrijgbaar. Ook is
het mogelijk via K&O te reser
veren voor het diner vooraf
gaand aan de voorstelling.
THEATER
RECENSIE MAX SMITH
KStelling: 'Dantons Dood' van George
Vertaling/bewerking/regie: Antoi-
Uitdehaag. Decor en kostuums: Tom
enk. Muziek: Het Paleis van Boem. Licht
^Caboort. Vertolkers: Aus Greidanus, Lou
Pdré, Carline Brouwer, Robert Prager,
trk Bos, Hubert Fermin, Tania Poppe,
(k Votel en René van Zinnicq Bergmann.
elschap: De Appel. Première: Appelthea-
3en Haag, za 18/3. Uitsluitend daar te
zien.
advocaat Danton is verzot
de vrouwtjes. Bijna alle hoe
van Parijs lopen hem ach-
la. In het bijzonder Julie
idt zoveel van hem, dat ze
;r er voor kiest met- hem te
rven. Dantons sensualiteit
rdt treffend en opwindend
jergegeven tijdens hun wel-
tige copulatie boven op de
gadertafel, waarbij Danton
tr hele lichaam dronken van
1 nelijkheid besprenkelt met
n uit twee flessen. Een felle,
ichte belichting veroorzaakt
de slagschaduwen van hun
ïlkaar kronkelende lijven op
Wand.
gevatte de voorstelling 'Dan-
s Dood' van Büchner bij De
>el maar meer van dergelijke
werkelijk gepassioneerde en be
tekenisvolle momenten. Dan
zou de interpretatie van regis
seur Antoine Uitdehaag veel
meeslepender zijn. Dan zou het
gewiekst goedpraten van ter
reur, in welke vorm dan ook,
minder academisch en dus ge
vaarlijker hebben geklonken en
zouden de waarschuwingen
daartegen tussen de regels door
tot een doordringender alarme
ring hebben geleid.
Aus Greidanus pakt gigan
tisch uit om Danton, een van de
leiders van de Franse Revolutie,
in tal van nuances te tonen. Hij
is moe en zat van de (ideologi
sche) strijd en van het vele
bloedvergieten en streeft daar
om een wat gematigder koers
na. Maar de vertolking reikt niet
verder dan de buitenkant. Je
ziet een verslonsde Danton, die
getekend door de gewelddadig
heden en het slopende van de
revolutie begint door te krijgen,
dat hij zelf slachtoffer wordt en
daar afwisselend deels verbeten,
deels vol innerlijke twijfel weer
stand tegen biedt. Desondanks
voel je geen compassie met
hem. Misschien omdat zijn spel
te scherp op uiterlijke tragiek en
effect is gefocust.
Van Robert Prager in de hoe
danigheid van Robespierre
word je wel bang. Je onderkent
in zijn niets en niemand ont
ziende fanatisme en zijn kille
dogmatisme zoveel andere en
met name hedendaagse politie
ke leiders die zogenaamd tot
heil van het onderdrukte volk
tot barbarisme en uitroeiing in
staat zijn. Gekleed in een zwart
maoïstisch pak slaat hij de
rechtszitting gade van Danton
en gelijkgezinden die op zijn
bevel ter dood worden veroor
deeld.
Chaos en destructie die met
elke gewelddadige revolutie ge
paard gaan, worden te nadruk
kelijk gevisualiseerd in het to
neelbeeld. Het achterste gedeel
te van de grote zaal van het Ap
peltheater is herschapen in een
ruïne. Aan de voorzijde zijn ver
nielde restanten van een vorste
lijk gebouw. Daarachter ligt als
een vuilnisbelt een berg zand
met allerlei kapotte troep. Een
open schacht in de vloer, deels
volgestouwd met in onbruik ge
raakte gebruiksartikelen, roept
de gedachte op aan zowel een
massagraf als een dumpplaats
voor consumptie-artikelen.
Geen summum van creativi
teit is het om, wanneer er ge
sproken wordt over dood en
Hooft-prijs 1995 voor verhalend
iza gaat naar A. Alberts (1911). Dat
;ft de Stichting P.C. Hooft-prijs voor
.terkunde bekendgemaakt. Alberts
;reef korte verhalen, novellen, ro-
jis, historische romans en memoires,
a 1975 werd hij onderscheiden met
Constantijn Huygensprijs voor zijn
letterkundige oeuvre. Eerder dit
j t kreeg hij een eremedaille van de
iversiteit van Utrecht voor zijn ver
tasten op het terrein van de Neder-
idse letterkunde.
)e' P.C. Hooft-prijs bestaat uit een
hbedrag van 75.000 gulden en een
jkonde. De prijswinnaar krijgt boven-
n 50.000 gulden voor een specifiek li
terair doel dat verband houdt met het
bekroonde oeuvre. Aan de prijs is ook
een bronzen replica van het beeld van
P.C. Hooft verbonden. De prijsuitreiking
vindt in juni in het Letterkundig Muse
um in Den Haag plaats.
De jury van de prijs, die bestaat uit
Nelleke Noordervliet, Graa Boomsma,
Vonne van der Meer, Cyrille Offermans
en Rudi van der Paardt, vindt dat het
werk van Alberts zich kenmerkt door
„een grote continuïteit". „Het vertoont
een evenwicht tussen pretentie en wer
king, is schijnbaar eenvoudig en laco
niek, en wordt gekenmerkt door een on
derkoeld gevoel voor humor. A. Alberts
heeft een geheel eigen stijl, sober en im
pliciet."
Alberts, geboren in Haarlem, studeer
de Indologie aan de Rijksuniversiteit
Utrecht, waar hij in 1938 promoveerde
tot doctor in de letteren en wijsbegeerte.
Na zijn promotie, over Baud en Thor-
becke, was hij ambtenaar op het minis
terie van koloniën in Parijs en bij het
binnenlands bestuur van Nederlands In-
dië. Na zijn internering door de Japan
ners keerde hij in 1946 voorgoed terug
naar Nederland. Van 1953 tot 1965 was
hij redacteur bij De Groene Amsterdam
mer.
Zijn herinneringen aan Indië verwerk
te hij in de verhalenbundel De eilanden,
die in 1952 verscheen. Daarna publi
ceerde hij de roman De bomen (1954)
en twee verhalenbundels De Franse slag
(1962) en Namen noemen (1961). Beide
bundels werden in 1975 herdrukt onder
de nieuwe respectievelijke titels Aan
Frankrijk uitgeleverd en In en uit het pa
radijs getild.
Veel aandacht trok de korte roman De
vergaderzaal (1974), die twee jaar later
voor televisie werd verfilmd. In 1975, het
jaar dat Alberts de Constantijn Huygens
prijs kreeg, verscheen de verhalenbun
del Haast hebben in september. Het
werk heeft een historische of autobio
grafische achtergrond. Andere titels zijn
De Hollanders komen ons vermoorden
(1975), Een koning die van geen nee wil
horen (1976), De honden jagen niet
meer (1977), Maar geel en glanzend blijft
het goud (1981), Het zand voor de kunst
van Aveiro (1982), De Utrechtse herin
neringen van A. Alberts (1983) en De zil
veren kogel (1984).
RECENSIE ROOS VAN PUT
Expositie Jan van der Ploeg en Bob
Gramsma. Te zien t/m 2/4, do. t/m zo.
14-17 uur, Stelling Gallery. Kruisstraat 1b,
Leiden.
Ieder mens kijkt dagelijks voor-
'dat hij de deur uitgaat nog even
in de spiegel. Zit het haar goed?
Geen vlekken op de kleding?
Een zekere ijdelheid heeft ieder
een. Wanneer deze ijdelheid te
extreem wordt opgevat wordt,
als die overgaat in een ziekelijke
liefde voor jezelf, is er sprake
van narcisme. Het dier dat veel
al geassocieerd wordt met deze
eigenschap is de pauw. Dit
beest laat zich graag bekijken,
om indruk te maken spreidt hij
de prachtige veren van zijn
staart.
In de schilderijen van Jan van
der Ploeg heeft (het silhouet
van) de pauw als metafoor voor
dit gegeven in zijn vroegere
werk een rol gespeeld. Daar
naast was een ontstaansprin-
cipe het 'opgesloten zitten en
tegelijkertijd jezelf exposeren'.
De metafoor die hij voor deze
tegenstelling koos in zijn schil
derijen was de (vorm en de af
beelding) van een vogelkooi. In
trendy discotheken in New York
staan -decadente- mensen in de
rij om zich in een kooi te laten
opsluiten. Deze kooi wordt ver
volgens naar het plafond gehe
sen. Eenmaal hoog boven de
dansende en zwetende men
senmassa mag zo'n persoon in
de kooi doen wat hij wil, ero
tisch dansen of een striptease
houden. Alles mag en alles kan.
Van der Ploeg noemde deze se
rie werken dan ook cage-dan-
cing. Hij benadrukte in zijn
werk hiermee een contrast;
enerzijds het opgesloten zitten
(gevangen en dus van de vrij
heid beroofd) en anderzijds de
vrijheid om te doen en laten
wat je wilt terwijl een mensen
massa je bekijkt. Bovendien
heeft de kooi in de kunstge
schiedenis ook een symbolische
betekenis. Een tafereel in de ze
ventiende eeuw waarop een
schone, jonge dame is geschil
derd met in hetzelfde vertrek
een lege kooi, betekent als het
ware een uitnodiging om die
vrouw te beminnen.
In het oeuvre van Van der
Ploeg keren enkele gegevens
zoals erotiek, uitdaging en de
esthetische beleving van sex
(het niet kunnen aanraken en
tegelijkertijd het wel kunnen
beminnen door het kijken) een
rol. In zijn recente schilderijen
abstraheert hij deze uitgangs
punten tot in het uiterste. Niet
alleen vloeien de beeldelemen
ten esthetisch in elkaar over,
ook de kleurkeuze is welbewust
gemaakt om visueel genot te
verschaffen.
Zijn recente werk is wat de
voorstelling betreft nadrukkelijk
grafisch van aard, de vorm van
een kooi komt echter terug in
het formaat van het schilderij.
De bovenzijde is halfrond. Cij
fers en letters bepalen libt
beeld. Frappant is het werk
waarop het cijfer twee te zien is.
Enerzijds kan je het opvatten als
een heldere, abstracte composi
tie van onderdelen. Inhoudelijk
staat dit cijfer voor niet meer
dan twee. Anderzijds, als je dit
werk in de lijn van het oeuvre
plaatst, kun je het zien als een
verwijzing naar het beminnen,
dat doe je altijd met z'n tweeën.
Het recente werk van Van der
Ploeg bevat duidelijke tekens,
die vergelijkbaar met een bord
langs een snelweg, meer vertel
len/onthullen dan er daadwer
kelijk te zien/te lezen is.
Van Bob Gramsma zijn ruim
telijke objecten te zien. Zoals
een holle deur met daarnaast
een dia van een paar prachtige
vrouwenbillen. Wanneer je door
het sleutelgat kijkt, zou je wel
licht die dame kunnen zien
staan. In het werk van
Gramsma wordt de menselijke
aanwezigheid wel gesuggereerd,
fnaar een persoon is nooit aan
wezig. Wanneer je de objecten
bekijkt en deze aanraakt, ne
men je gedachten de vrije loop.
Zoals hij zelf zegt is zijn werk te
zien als een kruispunt van ge
dachten en ervaring.
Het recente werk van Van der Ploeg bevat dui
delijke tekens, die vergelijkbaar met een bord
langs een snelweg, meer vertellen/onthullen
dan er daadwerkelijk te zien/te lezen is.
foto pr
RECENSIE» DICK HERMSEN
Concert: The Syd Lawrence Orchestra
o.l.v. Bryan Pendleton; vocalisten: Tony
Jacobs en Sarah Gilbert; close harmony
vocal group: The Serenaders. Gastzange-
res: Greetje Kauffeld. Gezien: 22/3, Stads
gehoorzaal. Leiden. Nog te zien: van
avond, Theater't Spant, Bussum
'Band die verboden had moeten worden'
muziek neerzetten. De big band
behoort tot de absolute top van
.wat er op dit gebied te zien en
horen valt. De muziek staat als
een huis. De klank van hel or
kest glimt als het koper op de
eerste rij. De dynamiek is ver:
zorgd tot in het kleinste detail:
soms hard schetterend, dan
weer fluweelzacht.
Opvallend is de enorme vaart
die het orkest aan de dag legt.
De laatste tonen van een num
mer zijn nog niet uitgeklonken
of het volgende stuk wordt al
weer afgeteld. Er Zit veel afwis
seling in het programma. De
band werkt met zowel een zan
ger als een zangeres. Een close
harmony vocal group roept de
nostalgische sfeer van de An
drew Sisters op. Virtuoze im
provisaties volgen elkaar in
hoog tempo op met als climax
een spectulaire drumsolo. Onze
eigen 'Lady of Swing' Greetje
Kauffeld neemt het publiek nog
eens mee op A sentimental
Journey bijvoorbeeld naar The
sunny side of the street. Nog al
tijd zingt ze met een prachtig
stemgeluid en een warm gevoel.
Haar stem sluit feilloos aan bij
het geluid van de big band.
Kortom, een geslaagd concert
om met gesloten ogen en open
oren de beelden van de feest
vreugde van de bevrijding nog
eens aan de geest voorbij te la-,
ten trekken.
Alhoewel ons land 50 jaar gele
den nog volop in oorlog was,
viert Nederland alvast maar
weer haar eerste jubileum-be
vrijdingsfeesten. Terugkijken
naar de enerverende jaren veer
tig. Terugdenken aan het grijze
verleden met de zwarte vlekken.
Maar vooral ook terugluisteren
naar de nostalgische klanken.
Nog eens genieten van de mu
ziek zoals die ooit klonk van het
orkest met de legendarische lei
der Major Glenn Miller. Ieder
een die herinneringen heeft aan
die tijd slikt toch weer even bij
het horen van In the Mood,
Moonlight Serenade of Chattan
ooga Choo Choo.
Count Basie zei eens over The
Syd Lawrence Orchestra 'deze
band is zö goed dat hij eigenlijk
verboden zou moeten worden'.
Gisteravond konden belangstel
lenden in de Stadsgehoorzaal
beluisteren of de band dit com
pliment nog altijd verdient. Ie
dereen die erbij was kon slechts
beamen dat de muzikanten in
derdaad een formidabel stuk
deze rubriek komen al of
niet bekende
Streekgenoten aan het
voord die, hetzij direct,
jtzij zijdelings met kunst
en cultuur te maken
bben. Ze praten over een
i kunstvoorwerp, een
unstuiting waaraan ze
bijzondere waarde
chten. Van de snuifdoos
van oma tot het
jsgedraaide muziekstuk
jalles wat daar tussen zit.
pdaag spreekt de Leidse
istenaar Kees Buurman
n bewondering uit voor
iet landschap: „Het is
Itijd in mij aanwezig."
Je zou het over je
graf mee moeten
kunnen tillen. Dat
geldt voor materiële
èn immateriële
;en. Het landschap blijkt
'inm'n werk te zitten, al is
log zo abstract. Ik gebruik
im mij in te spiegelen. De
lur, maar het kan ook een
:edelijkt landschap zijn.
Is de vogel zijn nest bouwt,
:t de mens een hut, een
derij, een huis voor
zelf. Het is een spiegel van
de dingen eigenlijk zitten,
rom ben ik er graag in, het
tijd in mij aanwezig,
fis vooral het landschap van
chelling waar ik helemaal
van word. Daar voel ik me
s, daar herken ik mezelf en
fere dingen in, daar moet ik -
d heen. Terschelling biedt
prachtige integratie van
?r, hoe het beweegt, van
ten, heide en bos, van
trtjes en cranberries die er
laar zijn aangewaaid en er
/eelderig groeien. Het is een
iplete, eenvoudige structuur
et wereldgebeuren in een
Idop.
is misschien een filosofisch
aal wat ik te vertellen heb.
ir het gaat mij toch om de
4oud, de leegte, de ruimte,
ïanier waarop die ruimte
aan elkaar schakelt. Zodat
mee verbonden bent. Dat
5jk vastgelegd in een serie
hingen, elementaire
schappen. Daarin beweeg
Ikens anders in het
THEATER
RECENSIE SUSANNE LAMMERS
Voorstelling: Risk door Suver Nuver. Re
gie: Moniek Merkx. Spel Henk Zwart,
Dette Glashouwer, Peer van den Berg.
Gezien- 22/3, LAK-theater, Leiden. Nog te
zien: 23/3, aldaar
Als je alles al hebt geprobeerd
waarmee je kunt choqueren,
bejaarden, gehandicapten en
negers in je voorstellingen, wat
kun je dan nog verzinnen? Dan
rest alleen nog maar elkaar en
het publiek pesten.
In hun laatste voorstelling
worden de Suver Nuveraars
weer kind. Het lijkt een spelle
tje. De lijn wordt gedicteerd
door opdrachten die beschre
ven staan op kaartjes die in gro
te eenvormige papieren bood
schappentassen zijn gestopt.
Meteen na opkomst verwisselen
de spelers verbeten een aantal
van die zakken, alsof die ook
maar enige invloed op de volg
orde van de sketchjes hebben.
Suver Nuver doet er alles aan
om eerlijkheid te suggereren en
die suggestie ook meteen weer
te ontkrachten. Men leest de
opdracht, voert die met volle
overgave uit totdat iemand het
teken 'genoeg' geeft. Meteen
weer over naar hetvolgende
kaartje. Het akelige is alleen dat
die opdrachten niet veel om het
lijf hebben. Het zijn nietige me-
dedelinkjes, te zware make-up
op een muizig gezichtje. Kin
derlijk getreiter, testen hoe ver
je kan gaan. Kan Peer van den
Berg (37) naar het publiek toe
gewend in een plastic afwasteil
tje plassen? Ja, dat kan hij. Kan
Dette Glashouwer (34) met al
leen een panty en een bloesje
aan over een gênante vrijpartij
vertellen? Ja, dat kan ze en ze
kan er zelfs nog ironisch de
handleiding voor het leven mee
vervlechten, die ze eerder in de
voorstelling nog in volle ernst
debiteerde. Kijk ons eens ons
zelf helemaal niet serieus ne
men! Kijk ons eens de wijs
heidheid helemaal niet in pacht
hebben.
Voor de sufferds in het pu
bliek die niet hebben opgelet,
wordt een en ander nog eens
extra aangezet: de opgetogen
vriendschapsbetuiging wordt
bijvoorbeeld herhaald. Twee
keer te vaak. Ze spelen de kin
derlijke onschuld, waar ze zelf
ook aan lijken te twijfelen.
Compleet met soldaatje spelen,
vieze spelletjes en het experi
menteren met macht en verne
deringen.
Suver Nuver mikt op gêne.
Die wordt echter niet veroor
zaakt door de extreme situaties
die zich op het toneel voordoen,
maar door het angstwekkend
gebrek aan een onderwerp dat
er ook maar enigszins toe doet.
Gouden Notekrakers
AMSTERDAM GPD
De Gouden Notekraker 1995
gaat naar musical-ster Joke de
Kruijf en de groep The Houdi-
ni's. De prijs wordt 4 april uitge
reikt.
landschap, ikzelf èn het publiek
dat ernaar kijkt. Er is geen vast
punt.
Al heel vroeg had ik een enorme
binding met het landschap.
Later is dat in mijn tekeningen
duidelijk geworden. M'n hele
vroege tekeningen zijn uiterst
figuratief, landschappelijk.
Zoals hier, dit duinlandschap
dat ik in 1963 tekende. Het is in
Noordwijkerhout. En natuurlijk,
dat is minder dan Terschelling.
Hoewel het tamelijk figuratief
is, kun je de latere abstractie al
zien. Ik ben veel abstracter gaan
tekenen en schilderen, maar nu
beginnen figuratieve elementen
weer terug te komen. Dat zie ik
bij meer kunstenaars. Er mogen
weer betekenissen aan zitten.
Het is een grote cirkelbeweging.
De uiterste abstractie hebben
we zo langzamerhand wel
gehad. Dingen gebeuren, zoals
ze moeten gebeuren. De logica
erin? Ik zou er geen zinnig
woord over kunnen zeggen.
Maar het is een beweging, het
heeft niets met plagiaat, met
elkaar naapen te maken.
Mijn binding met het landschap
heeft ook te maken met wat ik
voel. De meeste mensen staan
tegenover het landschap, zijn
subject tegenover het object.
Dat is een schijnverdeling, vooj*
het gemak. Ik ben er een deel
van, de binnen- en
buitenwereld vormen één
geheel. Zo voel ik me als ik een
wandeling maak. In een stad is
dat toch moeilijker te beleven,
omdat het een produkt is van
jezelf. Zoals een mierenhoop.
Dat verschil hebben
wij mensen
aangebracht, om het
te rationaliseren.
Het gaat niet om
mooi of lelijk, maar
om of het iets voor je
betekent, helder
wordt.