Vermeend 'zit ook altijd te
knoeien met die formulieren'
'Het is een bijzonder kind'
Feiten &Meningen
Pakistan lijk®
onrustbarencF
op Algerije
LAURA
WOENSDAG 15 MAART 1995
NIEUWSANALYSE
Heerma staat bij CDA
op wankel schild
Zelden zal een politiek leider zo krachteloos
op het schild zijn geheven als Enneüs Heer-
ma de afgelopen dagen bij het CDA. In gro
te verwarring sloeg het Binnenhof sinds
donderdag de ontwikkelingen gade. En zelfs
nu het sinds de vergadering van het partij
bestuur van maandagavond voor iedereen
duidelijk moet zijn dat Heerma voortaan
'de knopen doorhakt', is nog steeds niet
duidelijk welke dat wel en niet zijn.
Het begon allemaal tijdens de statencam-
pagne. Met de tamelijk zure herinnering
aan de 'mannetjesmakerij' rond Heerma's
voorganger Brinkman nog vers in gedach
ten, koos het CDA ervoor de landelijke kop
stukken in die campagne zich zoveel moge
lijk naast elkaar te laten profileren. Naast
Heerma als voorzitter van de Tweede-Ka
merfractie zouden ook partijvoorzitter Hel-
gers, de voorzitter van de Eerste-Kamerfrac-
tie Van Leeuwen en de voorzitter van de
fractie in het Europees Parlement Maij-
Weggen moeten bijdragen aan de wederop
standing van het CDA. Veel CDA'ers spra
ken zelfs liefdevol van een collectief leider
schap als teken van de saamhorigheid die
de partij na het echec van vorig jaar pro
beert uit te dragen.
Het ging een paar weken goed. Toen
kwamen de interventies van Maij die WD-
leider Bolkestein met de extreemrechtse
politicus Filip Dewinter vergeleek en haar
fractiegenoot Oostlander die Bolkestein in
een adem noemde met Janmaat. Heerma
noch Helgers waren vooraf op de hoogte
gesteld.
Dat was vooral voor Heerma een pijnlijke
zaak. Hij werd immers in de laatste week
van de campagne het belangrijkste slacht
offer van de woede van Bolkestein, die waar
hij maar kon, op hoge toon excuses van
Heerma eiste.
De evaluatie van de campagne door de
CDA-fractie in de Kamer, daags na de voor
de partij teleurstellende verkiezingsuitslag,
leidde binnen die fractie tot een reeks felle
aanvallen op het collectieve leiderschap.
Heerma had Maij tijdig de mond moeten
snoeren maar bleek daartoe door die leider
structuur niet bij machte. De fractie gaf
hem daarom unaniem het advies zich
voortaan meer als politiek leider van het
CDA te manifesteren en een eind te maken
aan het collectief leiderschap waarin met
name Maij zo'n deraillerende rol had ge
speeld.
Heerma deed dat per kerende post en liet
de verzamelde pers donderdag weten dat
hij vanaf nu de politiek leider van de partij
was. Over Maij liet Heerma zich daarbij niet
uit, maar andere leden van de CDA-fractie
lieten er weinig twijfel over bestaan dat
haar rol in de leiding van de partij zo goed
als uitgespeeld was. Op die basis berichtte
de pers vrijdag dan ook vrijwel unaniem dat
Heerma het CDA-leiderschap naar zich had
toegetrokken, terwijl Maij aan de kant was
gezet.
Dat nu ging een groot aantal CDA-kop-
stukken buiten de Tweede-Kamerfractie net
iets te ver. Nadat hij de strekking van de
ochtendkranten tot zich door had laten
dringen, zocht partijvoorzitter Helgers de
publiciteit. Erop uit te groot gezichtsverlies
voor Maij (en met haar voor de overige le
den van het collectief leiderschap) te voor
komen, lichtte hij nog eens toe waaruit
Heerma's leiderschap nu precies bestond
en welke rol er voor hem nog in de leiding
van de partij was weggelegd.
Heerma had 'het primaat in de actuele
politiek', terwijl hij, Helgers, ging over 'de
politieke ontwikkelingen op de (middel)lan-
ge termijn.' Het was een formulering die
formeel niet veel verschilt van de taakver
delingen binnen de leiding van andere gro
te partijen, maar die door de nadruk die
Helgers er dankzij zijn media-optreden aan
gaf, onmiddellijk rijp bleek voor de nodige
misverstanden. Menige krant vroeg zich za
terdag dan ook af of Heerma nu wel of niet
als politiek leider van het CDA moest wor
den beschouwd.
Zelfs maandagavond, toen Heerma na
een urenlange vergadering met het partij
bestuur naar buiten kwam met de medede
ling dat hij voortaan 'de knopen zou door
hakken' en dat 'het collectief leiderschap
voorzover daar al sprake van was geweest,
had opgehouden te bestaan', bleef Helgers
zijn vrijdagse bezweringen herhalen. Het
zou volgens hem slechts om 'een herbeves
tiging van al langer bestaande afspraken in
de CDA-top gaan'. Pas toen Heerma de al
huiswaarts kerende Helgers nog één keer
liet terugkomen bij de hardnekkig doorvra
gende journalisten, gaf de partijvoorzitter
toe dat er geen licht zat tussen Heerma's
opvattingen over het CDA-leiderschap en
die van hemzelf.
Hoewel Heerma zich sinds maandag
avond daarom met recht en reden politiek
leider van het CDA mag noemen, blijft het
bij deze moeizame geschiedenis toch de
vraag hoever dat leiderschap reikt. Opval
lend is dat ook Heerma zelf vergelijkingen
met Kok en Bolkestein niet voor zijn reke
ning durft te nemen. Zowel de PvdA- als de
WD-leider zijn binnen hun partijen op dit
moment de gedoodverfde lijsttrekkers als er
op enig moment weer verkiezingen nodig
zijn. Wat Heerma betreft is dat allerminst
zeker.
In tegendeel, veel CDA-kamerleden gaan
er juist van uit dat hij van de mogelijke lijst
trekkerskandidaten de enige is die nu al ze
ker weet dat hij het niet wordt. Zij zetten
hun geld liever op mensen als Europees
commissaris Van den Broek of Lodders,
Helgers' voorganger. Zij is inmiddels vice-
voorzitter en maakt ook deel uit van de
'zware' strategische beraadsgroep onder lei
ding van Andriessen, die over niet al te lan
ge tijd over de politieke toekomst van het
CDA rapporteert. Pas daarna, in het zicht
van de volgende verkiezingen, worden bin
nen het CDA de kaarten écht geschud.
DEN HAAG TOOF BRADER
Staatssecretaris wil snel simpeler regels
Natuurlijk, hij kent de sterke verhalen over het ontduiken van de belasting. ,,Ik kom ook op verjaardagen", zegt
staatssecretaris Willem Vermeend (46) van financiën, de politieke baas van de fiscus. „Maar als je even doorvraagt,
dan blijft er vaak niet veel over. Zo betaalt op verjaardagen ook altijd iedereen het toptarief van 60 procent, terwijl
die groep in werkelijkheid maar vier procent van de belastingbetalers uitmaakt. Waar belasting geheven wordt, heb
je sterke verhalen. Maar de Nederlander betaalt in overgrote meerderheid keurig zijn belasting".
Deze dagen buigt gans Nederland zich weer
over de biljetten om voor 1 april de staat te
verwittigen van de inkomsten en uitgaven
over vorig jaar. Dat is niet leuk, vindt ook
Vermeend. „De gemiddelde Nederlander
heeft een hekel aan formulieren en ik ook.
Ik zit ook altijd op de laatste dag nog te
knoeien. En ik vind.belasting betalen ook
niet leuk. Daar is niets aan te doen. Wat we
wél kunnen doen, is zorgen dat de regels
duidelijk en rechtvaardig zijn. Irritaties die
bij de burger leven of regels die als onrecht
vaardig worden ervaren, moeten weggeno
men worden".
Die irritaties zijn er nu nog volop, erkent de
PvdA'er opgewekt. „De regels zijn niet hel
der. Wat zijn aftrekbare onkosten en wat
niet? Welke buitengewone lasten mag je af
trekken? Hoe duidelijker en eerlijker de re
gels, hoe groter het draagvlak bij de burger"
Leuker kan de staatssecretaris het niet ma
ken, makkelijker wel. Al volgend jaar wil
Vermeend, als de Kamer een beetje mee
werkt, de eerste vereenvoudigingen hebben
doorgevoerd. Extra geld voor leuke voor
deeltjes is er niet. „De vereenvoudiging zal
de ene keer voordelig uitpakken voor de
burger, de andere keer nadelig", schat Ver
meend in.
Als het woord 'vereenvoudiging' in Haagse
fiscale kringen valt, slaat menig deskundige
de schrik om het hart. De operatie-Oort,
ook bedoeld als vereenvoudiging, zorgde
immers nadat de Tweede Kamer het één en
ander aangepast had, voor een wirwar aan
onduidelijkheden en reparaties door belas
tingrechters. Is Oort mislukt?
Vermeend nipt eens van zijn karnemelk en
steekt weer opgewekt van wal. „Nee, dat
gaat te ver. We hebben nu bijvoorbeeld drie
belastingschijven, tegen een veelvoud daar
van vroeger. Maar achteraf, en dat is altijd
makkelijk praten, kun je zeggen dat 'Oort'
onvoldoende resultaat heeft gehad. Of de
komende vereenvoudiging ook zo ingewik
keld wordt? Nee, dat denk ik niet. Er zitten
mensen uit de praktijk in de werkgroep die
met voorstellen moet komen. Het wordt
niet allemaal achter een bureau verzon-
Vermeend lijkt zich als een vis in het water
te voelen op Financiën. Samen met zijn ook
al zo slimme minister Gerrit Zalm gaat het
duo in de Haagse wandelgangen door voor
de 'Smarties'. Als kamerlid bestookte Ver
meend zijn voorgangers al met initiatief
wetsvoorstellen. Eén daarvan was het
spaarloon, dat met inmiddels twee miljoen
deelnemers zo succesvol is dat Vermeend
als staatssecretaris zijn eigen voorstel moest
inperken. „Eindelijk een populaire fiscale
maatregel", grapt hij.
Ooit opperdé Vermeend in een boek van
Vermeend: „We betalen in vergelijking met het buitenland niet te veel belasting, eerder minder".
zijn hand het idee op de achterkant van het
belastingformulier precies aan te geven wat
de Staat van welke belasting allemaal be
taalt. Het bleek niet uitvoerbaar. Maar niet
getreurd: Vermeend nam voortvarend het
dubieus rentenieren op de Antillen ter hand
en het Maas-, Rijn- en Waalwater was nog
niet boven NAP of hij schreef 'zijn' belas
tingdienst al voor soepel om te springen
met de aangiftes van de wateroverlast-
slachtoffers. Ook werd ongewoon snel vast
gesteld dat de aanschaf van een pitbull niet
onder beroepskosten valt, ook niet voor een
crimineel.
De staatssecretaris gelooft in zijn 'missie' en
is dan ook graag bereid enige hardnekkige
misverstanden omtrent de grijpgrage fiscus
uit de wereld te helpen. „We betalen in ver
gelijking met het buitenland niet te veel be
lasting, eerder minder. We betalen wél
meer sociale premies, daar zit het misver
stand ook. Maar daar hebben we dan ook
een beter sociaal stelsel voor dan de meeste
buitenlanden. Daar hangt een prijskaartje
aan, maar ik hoor nooit dat burgers daar
van afwillen".
Ander misverstand: Nederland 'straft' zijn
meer welvarende burgers met een nivelle
rend belastingstelsel. „76 Procent van de
Nederlandse belastingbetalers valt binnen
de eerste schijf en betaalt dus maar 7,1 pro
cent inkomstenbelasting: de andere 30 pro
cent die moet worden betaald zijn voor so
ciale premies. Twintig procent van de Ne
derlanders, met een belastbaar inkomen
van meer dan grofweg 50.000 gulden, komt
met een deel van het inkomen in de tweede
schijf en betaalt dan deels 50 procent belas
ting. En dan heb je nog vier procent van de
belastingplichtigen die het toptarief van 60
procent betaalt. Die 60 procent is inderdaad
in vergelijking met het buitenland het
hoogst. Maar er is geen enkele politieke
partij, ook de WD niet, die in zijn program
ma geld heeft uitgetrokken voor het verla
gen van dat toptarief'.
„Het misverstand is vaak dat mensen den
ken dat je 60 procent over het héle inkomen
FOTO CPD ROLAND DE BRUIN
betaalt. Maar het gaat maar om de laatste
guldens die uitkomen boven de grens van
zo'n 95.000 gulden belastbaar inkomen. Bo
vendien wordt vaak vergeten dat juist die
hoge inkomens de meeste aftrekposten
hebben. De hypotheekrente bijvoorbeeld.
Die aftrek bedraagt in totaal 18 miljard gul
den per jaar; eenvijfde daarvan gaat naar
mensen die het toptarief betalen".
Als gedreven sociaal-democraat heeft Ver
meend op Financiën een uitgelezen moge
lijkheid omzijn idealen te verwezenlijken.
Belasting heffen is immers bij uitstek te ge
bruiken als prikkel om gedrag te stimuleren
of te ontmoedigen. Het 'groen beleggen'
bijvoorbeeld, waardoor de burger nu zijn
rente en dividend op milieuvriendelijke in
vesteringen belastingvrij mag houden. Is de
samenleving dan toch eén beetje maak
baar? Vermeend: „Maakbaar vind ik een
vervelend woord. Maar we kunnen hier wel
voorwaarden scheppen
DEN HAAG W1LCO DEKKER
W
BÉU!
Wordt Pakistan een tweede Algerije? £jaj
lijkt niet ondenkbaar. Onlangs werden tre
Amerikanen in Karachi vermoord, soenret
sche en sji'itische moslim-extremisten i
gen over en weer bloedige moordaanslag]
en twee Pakistaanse christenen moester
lijfsbehoud naar Duitsland vluchten, fcjiEL
wel het Pakistaanse Hooggerechtshofp.ee
doodstraf wegens godslastering nietig jker
verklaard. jde I
Met zijn ingewikkelde etnische en woi
gieuze opbouw lijkt Pakistan regelrecht jsne
stevenen op een burgeroorlog die nog (k'la
otischer en verbetener kan worden dan|
conflict in Algerije. Pakistan moedigt ejf*/i
mistische moslims in buurlanden zoalsP-™
ghanisatan aan. Daardoor is de regioLEN
instabiliteit aanzienlijk toegenomen]^
heeft het land zich ontwikkeld tot een o)aI
trum van wapen- en drugsmokkel. Dat j^p
mitische kruitvat kan zo exploderen.
In Karachi zijn de problemen het duj~ai
lijkst. Religieus, etnisch en crimineel geq
heeft daar dit jaar al 300 mensen het lej
gekost. Ook de economische gevolgen B<
de onrusten laten zich al voelen. Een:
langrijk verschil tussen Pakistan en Algq^
is dat de fundamentalistische islamitisj?11
partijen in Pakistan nooit meer dan r11
fractie van de stemmen hebben gewonre
in landelijke verkiezingen, die in Paki<ps
beduidend vaker zijn gehouden dan inPe
gerije. Maar de moslim-extremistentei
Pakistan blijken toch in staat de zittende
gering in het nauw te drijven. PakistajV
het enige land ter wereld dat speciaal vj
moslims in het leven is geroepen (alslAU
scheiding van India) en juist daarom sjau
de regering voortdurend onder druk oriAl
bewijzen dat ze op een islamitische maija;
regeert. .de
Wijlen president Zia ul Haq introduce
de islamitische wetgeving. Nawaz Shilai
die in 1990 wel via de stembus aan,Sc
macht kwam, voerde de doodstraf in vi
godslastering, maar liet de burgelijke reóp
banken de macht om uitspraken van iX
gieuze rechtbanken ongedaan maljLE
Dankzij dit systeem worden de talloze ij~
gieuze veroordelingen zoals dood door
hanging of steniging maar zelden uita
merd. Premier Benazir Bhutto belooft h
op te treden, maar ze wordt gehinderd dj.
het feit dat ze een vrouw is en dus oiL]
schikt om te regeren. Bovendien is ze sy
bool van de oude orde, de oude klasse f~
feodale grootgrondbezitters.
De lering die uit de situatie in Algerije 1
worden getrokken, is dat de opstand d
het gevolg is van tientallen jaren
stuurlijke corruptie en onverschilligheidi
opzichte van het volk. Wat dit betreft zija
omstandigheden in Pakistan vergelijkb?
Als de onderliggende oorzaken van de
rust niet worden aangepakt, zal onderdr
king van de fundamentalisten de prol
men alleen maar verergeren.
LONDEN THE INDEPENDENT
LEVEN
METEEN
GEHANDICAPT
KIND
Op verzoek van deze krant schreef
freelance journalist Danielle Kraft de
geschiedenis van haar dochter Laura
op. Laura is drievoudig gehandicapt.
Deze diagnose werd pas onlangs
gesteld. Laura is vijfenhalfjaar.
Deze serie staat niet model voor hoe
het gaat als je een niet zichtbaar
geestelijk gehandicapt kind krijgt. Elk
kind, elk gezin heeft zijn eigen verhaal.
Dit is zo'n verhaal. Het verhaal van
een moeder.
Als Laura ruim anderhalf jaar is,
melden we ons aan bij een in kin
deren gespecialiseerde logopedis
te. Bij haar krijg ik voor het eerst respons. Er
kenning. Iemand die mijn ongerustheid seri
eus neemt en die ook voorzichtig, dat wel
bevestigt. Laura is te klein voor directe
logopedische therapie, ze heeft nog geen
goede 'werkhouding', zoals dat heet. Hoewel
de logopediste niet zonder meer een oorzaak
kan aanwijzen voor het feit dat Laura (nog)
niet tot spreken komt, zijn er mogelijk 'in
standhoudende factoren', zoals het hoge
spreektempo en hoge taalniveau in Laura's
directe spreekomgeving. Thuis dus. Ze advi
seert en instrueert vooral mij, omdat ik (te)
snel praat. Ik zit op een snelheid van 7 tot 10
lettergrepen per seconde, zo blijkt uit de ban
dopname. Tegen Laura moet ik leren lang
zaam te praten, in korte, eenvoudige zinnen,
zonder al te veel verkleinwoorden. Dus niet:
'Laura, lieverd, wil je even je jasje gaan halen?
Maar: 'Laura, pak je jas'. Dat klinkt mis
schien al te kortaf, maar het is wel duidelijk,
zo vertelt de logopediste.
Ze constateert verder bij Laura weinig oog
contact en weinig initiatief tot communice
ren, 'tenzij ze iets gedaan wil krijgen'. Vol
gens de logopediste lijken de mondmotoriek
en het gehoor goed, maar dit laatste zou na
der onderzocht moeten worden om er zeker
heid over te krijgen. Ze adviseert ook verder
onderzoek naar een mogelijke
'ontwikkelingsstoornis'. De impact van dat
begrip ontwikkelingsstoornis ontgaat
ons op dat moment nog volledig.
In een toelichting laat de logopediste ons we
ten, dat het haar opvalt dat Laura weinig be
hoefte toont haar horizon te verbreden, haar
wereld te vergroten. In deze fase, Laura is in
middels twee jaar geworden, lees ik een arti
kel over autisme. Dit gaat over Laura, is mijn
eerste gedachte. Het grijpt me vreselijk aan.
Autisme, daar had ik nog helemaal niet aan
gedacht. De logopediste wimpelt dit echter
af. Of Laura sterk reageert op veranderingen,
bijvoorbeeld als ik het meubilair in huis ver
ander? Nee, daar heeft ze geen last van. Ze
vraagt nog wat 'dingetjes', maar Laura lijkt
niet aan de autisme-normen te voldoen, zegt
de logopediste.
Toch duikt dit maanden later weer op, nota
bene als suggestie van dezelfde logopediste,
die is gebeld door het ziekenhuis waar we
dan inmiddels zijn beland. 'Autistiform?', lees
ik in Laura's dossier. Autistiform met een
vraagteken dus. Ik voel me wat belazerd. Ze
zei eerder toch tegen mij dat dat niet aan de
orde was!
We besluiten Laura verder te laten onder
zoeken in het VU-ziekenhuis in Amster
dam. De eerste met wie we te maken krijgen,
is de kinderarts. Na een hele rits vragen,
wordt ze globaal lichamelijk onderzocht.
Laura verzet zich, is bang. De arts uil een zo
genoemd BERA-onderzoek (Brainstem Evo
ked Response Audiometry) laten doen, met
elektroden op d'r hoofd en onder lichte nar-
cosè, gezien haar paniek en protest. Wij voe
len er niets voor; veel te belastend voor Lau-
Behalve dat hij ons in de gordijnen jaagt
met zijn enge voorstelling van dit onderzoek,
slaat hij ook het gewone, gebruikelijke audio-
logisch gehooronderzoek over. Een BERA-
test is een vervolgonderzoek, waarmee kan
worden aangetoond of geluidsprikkels goed
aan de hersenen worden doorgegeven. Zo'n
Laura, tweeënhalf jaar. Opgenomen in het VU-ziekenhuis
operatie.
onderzoek is gebruikelijk als het 'gewone' au-
diologische gehooronderzoek onvoldoende
informatie oplevert. Maar op het moment dat
dit allemaal speelt, weten wij dat nog niet.
Als Laura bijna tweeënhalf is en nog steeds
niks zegt, zitten we bij de kinderneurolo
ge. Ze praat met ons, terwijl de kinderarts
dezelfde als een paar maanden terug met
Laura speelt. Ze maakt zich geen zorgen, ze
spreekt van een goede interactie. Ze weet ook
niet goed wat ze zou kunnen doen, 'want ik
kan toch maar niet zo haar hoofdje open ma
ken. Het is maar zeer de vraag öf ik dan iets
zou ontdekken. En of u er wat mee zou kun
nen doen'.
De kinderneurologe observeert Laura niet.
Letterlijk zegt ze: 'Uit mijn ooghoeken zie ik
dat er met dit kind niets aan de hand is. U
moet haar beschouwen als een bijzonder
kind, dat bijzondere aandacht nodig heeft'.
Als we toch al met logopedie bezig waren,
prima! Vooral mee doorgaan! En een audio-
logisch (hoor)onderzoek? U heeft daar zelf al
stappen toe ondernomen? Heel goed, zeker
doen!
We gaan weg, blij. opgelucht. Onze Laura,
niks mee aan de hand. Een bijzonder kind!
Maar het gesprek bezinkt. En 's avonds belt
mijn broer. Audioloog. Hij is des duivels.
'Wat zei die neurologe? Uit mijn ooghoeken?
Ze moet niet uit d'r ooghoeken Idjken, ze
moet göed kijken, ze moet onderzoek doen!
Hoe kan ze zo stellig beweren dat er niks aan
de hand is, als ze alleen maar uit d'r 'oog
hoeken' kijkt?'
We beseffen dat het fout zit met die neuro
loge. Goed fout. Flet is idioot. Onze opluch
ting en blijdschap maken plaats voor woede.
En ook desillusie. We zijn weer terug bij af.
In deze tijd wordt Laura's gehoor voor het
eerst goed onderzocht, op de afdeling au-
diologie van het VU-ziekenhuis. Ze blijkt heel
veel vocht in d'r oren te hebben. Ze hoort al
les van ver weg. Maar het is geen verklaring
voor het uitblijven van actieve taal. De logo
pediste adviseert een tweesporenbeleid: de
KNO-arts voor verdere behandeling van de
oren en een psychologische test die duide
lijkheid moet geven over haar ontwikkeling.
Ze wordt al na twee dagen geopereérd door
de KNO-specialist. Ze krijgt 'buisjes' in hi
oren om het vocht af te voeren en haar nt
samandel, die enorm vergroot blijkt, wo[
verwijderd. We blijven een nachtje in het i
kenhuis; ik slaap bij Laura op de kamer. I
verpleging trekt zich weinig van ons aan. i
zijn maar 'buisjes-klanten'.
We gaan regelmatig voor na-controle tei
naar de KNO-arts en telkens weer moet
vertellen dat Laura niet kan praten, datj
meer met haar aan de hand is. Van enige i
stemming met 'audiologie' is geen sprake)
wordt geen gewone gehoortest gedaan i
het hooreffect van de buisjes te controlert
In plaats daarvan wil de KNO-arts een BEIj
onderzoek. Nu dan toch die test met de elf
troden, die moet uitwijzen of de priktó
goed naar de hersenen geleiden. Laura bl{-
aan de ene kant een gehoorverlies van 50i
aan de andere kant van 60 decibel te hebbI
Dat is fors. Maar 'technisch' is er gq
mankement, de gehoorgang is goed. Ik vir
grote bewondering en ontroering voor Latr
die Joost mag weten hoe lang al zo slei
hoort. Wat moet het haar al die tijd een en*
gie hebben gekost. Wat houdt ze zich gd
staande.
Parallel aan de KNO-onderzoeken looptL
het onderzoek bij audiologie. Eerst een fora
ter, die ook het technisch onderdeel van f)
niet kunnen praten onderzoekt. Weer m<
ik het hele verhaal vertellen, weer diezelf
vragen die me al zo vaak zijn gesteld. Is1
dan geen dossier? Ze kijkt in Laura's moi
Aansluitend volgt een taalbegripstest. Lai
moet dingen aanwijzen, waarvan de woord
op elkaar lijken. Bal, bad, sok, blok. Als
score wordt nagekeken, blijkt ze een jaar a<
ter te lopen. Wat frustreert: haar taalbegrij
naar onze ervaring veel groter, en dat komt'
bij de test niet goed uit. In latere onderzi
ken evenmin. Maakt niet uit, zeggen deskt
digen, dat is allemaal 'ingebouwd' in de s<
re. Maar pas nu, op Laura's school, krijg
we daar enige erkenning voor: daar zien
ook hoe verbazend veel Laura begrijpt. N
alleen concrete woorden, maar ook abstra
begrippen als nu en straks, morgen, groot
klein en 'even wachten'.
MORGEN: Hard om te horen: ontwiklj
lingsachterstand.
Vorige afleveringen van deze serie werd
gepubliceerd op: 11,13 en 14 maart.