Vermeend 'zit ook altijd te knoeien met die formulieren' 'Het is een bijzonder kind' Feiten &Meningen Pakistan lijk® onrustbarencF op Algerije LAURA WOENSDAG 15 MAART 1995 NIEUWSANALYSE Heerma staat bij CDA op wankel schild Zelden zal een politiek leider zo krachteloos op het schild zijn geheven als Enneüs Heer- ma de afgelopen dagen bij het CDA. In gro te verwarring sloeg het Binnenhof sinds donderdag de ontwikkelingen gade. En zelfs nu het sinds de vergadering van het partij bestuur van maandagavond voor iedereen duidelijk moet zijn dat Heerma voortaan 'de knopen doorhakt', is nog steeds niet duidelijk welke dat wel en niet zijn. Het begon allemaal tijdens de statencam- pagne. Met de tamelijk zure herinnering aan de 'mannetjesmakerij' rond Heerma's voorganger Brinkman nog vers in gedach ten, koos het CDA ervoor de landelijke kop stukken in die campagne zich zoveel moge lijk naast elkaar te laten profileren. Naast Heerma als voorzitter van de Tweede-Ka merfractie zouden ook partijvoorzitter Hel- gers, de voorzitter van de Eerste-Kamerfrac- tie Van Leeuwen en de voorzitter van de fractie in het Europees Parlement Maij- Weggen moeten bijdragen aan de wederop standing van het CDA. Veel CDA'ers spra ken zelfs liefdevol van een collectief leider schap als teken van de saamhorigheid die de partij na het echec van vorig jaar pro beert uit te dragen. Het ging een paar weken goed. Toen kwamen de interventies van Maij die WD- leider Bolkestein met de extreemrechtse politicus Filip Dewinter vergeleek en haar fractiegenoot Oostlander die Bolkestein in een adem noemde met Janmaat. Heerma noch Helgers waren vooraf op de hoogte gesteld. Dat was vooral voor Heerma een pijnlijke zaak. Hij werd immers in de laatste week van de campagne het belangrijkste slacht offer van de woede van Bolkestein, die waar hij maar kon, op hoge toon excuses van Heerma eiste. De evaluatie van de campagne door de CDA-fractie in de Kamer, daags na de voor de partij teleurstellende verkiezingsuitslag, leidde binnen die fractie tot een reeks felle aanvallen op het collectieve leiderschap. Heerma had Maij tijdig de mond moeten snoeren maar bleek daartoe door die leider structuur niet bij machte. De fractie gaf hem daarom unaniem het advies zich voortaan meer als politiek leider van het CDA te manifesteren en een eind te maken aan het collectief leiderschap waarin met name Maij zo'n deraillerende rol had ge speeld. Heerma deed dat per kerende post en liet de verzamelde pers donderdag weten dat hij vanaf nu de politiek leider van de partij was. Over Maij liet Heerma zich daarbij niet uit, maar andere leden van de CDA-fractie lieten er weinig twijfel over bestaan dat haar rol in de leiding van de partij zo goed als uitgespeeld was. Op die basis berichtte de pers vrijdag dan ook vrijwel unaniem dat Heerma het CDA-leiderschap naar zich had toegetrokken, terwijl Maij aan de kant was gezet. Dat nu ging een groot aantal CDA-kop- stukken buiten de Tweede-Kamerfractie net iets te ver. Nadat hij de strekking van de ochtendkranten tot zich door had laten dringen, zocht partijvoorzitter Helgers de publiciteit. Erop uit te groot gezichtsverlies voor Maij (en met haar voor de overige le den van het collectief leiderschap) te voor komen, lichtte hij nog eens toe waaruit Heerma's leiderschap nu precies bestond en welke rol er voor hem nog in de leiding van de partij was weggelegd. Heerma had 'het primaat in de actuele politiek', terwijl hij, Helgers, ging over 'de politieke ontwikkelingen op de (middel)lan- ge termijn.' Het was een formulering die formeel niet veel verschilt van de taakver delingen binnen de leiding van andere gro te partijen, maar die door de nadruk die Helgers er dankzij zijn media-optreden aan gaf, onmiddellijk rijp bleek voor de nodige misverstanden. Menige krant vroeg zich za terdag dan ook af of Heerma nu wel of niet als politiek leider van het CDA moest wor den beschouwd. Zelfs maandagavond, toen Heerma na een urenlange vergadering met het partij bestuur naar buiten kwam met de medede ling dat hij voortaan 'de knopen zou door hakken' en dat 'het collectief leiderschap voorzover daar al sprake van was geweest, had opgehouden te bestaan', bleef Helgers zijn vrijdagse bezweringen herhalen. Het zou volgens hem slechts om 'een herbeves tiging van al langer bestaande afspraken in de CDA-top gaan'. Pas toen Heerma de al huiswaarts kerende Helgers nog één keer liet terugkomen bij de hardnekkig doorvra gende journalisten, gaf de partijvoorzitter toe dat er geen licht zat tussen Heerma's opvattingen over het CDA-leiderschap en die van hemzelf. Hoewel Heerma zich sinds maandag avond daarom met recht en reden politiek leider van het CDA mag noemen, blijft het bij deze moeizame geschiedenis toch de vraag hoever dat leiderschap reikt. Opval lend is dat ook Heerma zelf vergelijkingen met Kok en Bolkestein niet voor zijn reke ning durft te nemen. Zowel de PvdA- als de WD-leider zijn binnen hun partijen op dit moment de gedoodverfde lijsttrekkers als er op enig moment weer verkiezingen nodig zijn. Wat Heerma betreft is dat allerminst zeker. In tegendeel, veel CDA-kamerleden gaan er juist van uit dat hij van de mogelijke lijst trekkerskandidaten de enige is die nu al ze ker weet dat hij het niet wordt. Zij zetten hun geld liever op mensen als Europees commissaris Van den Broek of Lodders, Helgers' voorganger. Zij is inmiddels vice- voorzitter en maakt ook deel uit van de 'zware' strategische beraadsgroep onder lei ding van Andriessen, die over niet al te lan ge tijd over de politieke toekomst van het CDA rapporteert. Pas daarna, in het zicht van de volgende verkiezingen, worden bin nen het CDA de kaarten écht geschud. DEN HAAG TOOF BRADER Staatssecretaris wil snel simpeler regels Natuurlijk, hij kent de sterke verhalen over het ontduiken van de belasting. ,,Ik kom ook op verjaardagen", zegt staatssecretaris Willem Vermeend (46) van financiën, de politieke baas van de fiscus. „Maar als je even doorvraagt, dan blijft er vaak niet veel over. Zo betaalt op verjaardagen ook altijd iedereen het toptarief van 60 procent, terwijl die groep in werkelijkheid maar vier procent van de belastingbetalers uitmaakt. Waar belasting geheven wordt, heb je sterke verhalen. Maar de Nederlander betaalt in overgrote meerderheid keurig zijn belasting". Deze dagen buigt gans Nederland zich weer over de biljetten om voor 1 april de staat te verwittigen van de inkomsten en uitgaven over vorig jaar. Dat is niet leuk, vindt ook Vermeend. „De gemiddelde Nederlander heeft een hekel aan formulieren en ik ook. Ik zit ook altijd op de laatste dag nog te knoeien. En ik vind.belasting betalen ook niet leuk. Daar is niets aan te doen. Wat we wél kunnen doen, is zorgen dat de regels duidelijk en rechtvaardig zijn. Irritaties die bij de burger leven of regels die als onrecht vaardig worden ervaren, moeten weggeno men worden". Die irritaties zijn er nu nog volop, erkent de PvdA'er opgewekt. „De regels zijn niet hel der. Wat zijn aftrekbare onkosten en wat niet? Welke buitengewone lasten mag je af trekken? Hoe duidelijker en eerlijker de re gels, hoe groter het draagvlak bij de burger" Leuker kan de staatssecretaris het niet ma ken, makkelijker wel. Al volgend jaar wil Vermeend, als de Kamer een beetje mee werkt, de eerste vereenvoudigingen hebben doorgevoerd. Extra geld voor leuke voor deeltjes is er niet. „De vereenvoudiging zal de ene keer voordelig uitpakken voor de burger, de andere keer nadelig", schat Ver meend in. Als het woord 'vereenvoudiging' in Haagse fiscale kringen valt, slaat menig deskundige de schrik om het hart. De operatie-Oort, ook bedoeld als vereenvoudiging, zorgde immers nadat de Tweede Kamer het één en ander aangepast had, voor een wirwar aan onduidelijkheden en reparaties door belas tingrechters. Is Oort mislukt? Vermeend nipt eens van zijn karnemelk en steekt weer opgewekt van wal. „Nee, dat gaat te ver. We hebben nu bijvoorbeeld drie belastingschijven, tegen een veelvoud daar van vroeger. Maar achteraf, en dat is altijd makkelijk praten, kun je zeggen dat 'Oort' onvoldoende resultaat heeft gehad. Of de komende vereenvoudiging ook zo ingewik keld wordt? Nee, dat denk ik niet. Er zitten mensen uit de praktijk in de werkgroep die met voorstellen moet komen. Het wordt niet allemaal achter een bureau verzon- Vermeend lijkt zich als een vis in het water te voelen op Financiën. Samen met zijn ook al zo slimme minister Gerrit Zalm gaat het duo in de Haagse wandelgangen door voor de 'Smarties'. Als kamerlid bestookte Ver meend zijn voorgangers al met initiatief wetsvoorstellen. Eén daarvan was het spaarloon, dat met inmiddels twee miljoen deelnemers zo succesvol is dat Vermeend als staatssecretaris zijn eigen voorstel moest inperken. „Eindelijk een populaire fiscale maatregel", grapt hij. Ooit opperdé Vermeend in een boek van Vermeend: „We betalen in vergelijking met het buitenland niet te veel belasting, eerder minder". zijn hand het idee op de achterkant van het belastingformulier precies aan te geven wat de Staat van welke belasting allemaal be taalt. Het bleek niet uitvoerbaar. Maar niet getreurd: Vermeend nam voortvarend het dubieus rentenieren op de Antillen ter hand en het Maas-, Rijn- en Waalwater was nog niet boven NAP of hij schreef 'zijn' belas tingdienst al voor soepel om te springen met de aangiftes van de wateroverlast- slachtoffers. Ook werd ongewoon snel vast gesteld dat de aanschaf van een pitbull niet onder beroepskosten valt, ook niet voor een crimineel. De staatssecretaris gelooft in zijn 'missie' en is dan ook graag bereid enige hardnekkige misverstanden omtrent de grijpgrage fiscus uit de wereld te helpen. „We betalen in ver gelijking met het buitenland niet te veel be lasting, eerder minder. We betalen wél meer sociale premies, daar zit het misver stand ook. Maar daar hebben we dan ook een beter sociaal stelsel voor dan de meeste buitenlanden. Daar hangt een prijskaartje aan, maar ik hoor nooit dat burgers daar van afwillen". Ander misverstand: Nederland 'straft' zijn meer welvarende burgers met een nivelle rend belastingstelsel. „76 Procent van de Nederlandse belastingbetalers valt binnen de eerste schijf en betaalt dus maar 7,1 pro cent inkomstenbelasting: de andere 30 pro cent die moet worden betaald zijn voor so ciale premies. Twintig procent van de Ne derlanders, met een belastbaar inkomen van meer dan grofweg 50.000 gulden, komt met een deel van het inkomen in de tweede schijf en betaalt dan deels 50 procent belas ting. En dan heb je nog vier procent van de belastingplichtigen die het toptarief van 60 procent betaalt. Die 60 procent is inderdaad in vergelijking met het buitenland het hoogst. Maar er is geen enkele politieke partij, ook de WD niet, die in zijn program ma geld heeft uitgetrokken voor het verla gen van dat toptarief'. „Het misverstand is vaak dat mensen den ken dat je 60 procent over het héle inkomen FOTO CPD ROLAND DE BRUIN betaalt. Maar het gaat maar om de laatste guldens die uitkomen boven de grens van zo'n 95.000 gulden belastbaar inkomen. Bo vendien wordt vaak vergeten dat juist die hoge inkomens de meeste aftrekposten hebben. De hypotheekrente bijvoorbeeld. Die aftrek bedraagt in totaal 18 miljard gul den per jaar; eenvijfde daarvan gaat naar mensen die het toptarief betalen". Als gedreven sociaal-democraat heeft Ver meend op Financiën een uitgelezen moge lijkheid omzijn idealen te verwezenlijken. Belasting heffen is immers bij uitstek te ge bruiken als prikkel om gedrag te stimuleren of te ontmoedigen. Het 'groen beleggen' bijvoorbeeld, waardoor de burger nu zijn rente en dividend op milieuvriendelijke in vesteringen belastingvrij mag houden. Is de samenleving dan toch eén beetje maak baar? Vermeend: „Maakbaar vind ik een vervelend woord. Maar we kunnen hier wel voorwaarden scheppen DEN HAAG W1LCO DEKKER W BÉU! Wordt Pakistan een tweede Algerije? £jaj lijkt niet ondenkbaar. Onlangs werden tre Amerikanen in Karachi vermoord, soenret sche en sji'itische moslim-extremisten i gen over en weer bloedige moordaanslag] en twee Pakistaanse christenen moester lijfsbehoud naar Duitsland vluchten, fcjiEL wel het Pakistaanse Hooggerechtshofp.ee doodstraf wegens godslastering nietig jker verklaard. jde I Met zijn ingewikkelde etnische en woi gieuze opbouw lijkt Pakistan regelrecht jsne stevenen op een burgeroorlog die nog (k'la otischer en verbetener kan worden dan| conflict in Algerije. Pakistan moedigt ejf*/i mistische moslims in buurlanden zoalsP-™ ghanisatan aan. Daardoor is de regioLEN instabiliteit aanzienlijk toegenomen]^ heeft het land zich ontwikkeld tot een o)aI trum van wapen- en drugsmokkel. Dat j^p mitische kruitvat kan zo exploderen. In Karachi zijn de problemen het duj~ai lijkst. Religieus, etnisch en crimineel geq heeft daar dit jaar al 300 mensen het lej gekost. Ook de economische gevolgen B< de onrusten laten zich al voelen. Een: langrijk verschil tussen Pakistan en Algq^ is dat de fundamentalistische islamitisj?11 partijen in Pakistan nooit meer dan r11 fractie van de stemmen hebben gewonre in landelijke verkiezingen, die in Paki<ps beduidend vaker zijn gehouden dan inPe gerije. Maar de moslim-extremistentei Pakistan blijken toch in staat de zittende gering in het nauw te drijven. PakistajV het enige land ter wereld dat speciaal vj moslims in het leven is geroepen (alslAU scheiding van India) en juist daarom sjau de regering voortdurend onder druk oriAl bewijzen dat ze op een islamitische maija; regeert. .de Wijlen president Zia ul Haq introduce de islamitische wetgeving. Nawaz Shilai die in 1990 wel via de stembus aan,Sc macht kwam, voerde de doodstraf in vi godslastering, maar liet de burgelijke reóp banken de macht om uitspraken van iX gieuze rechtbanken ongedaan maljLE Dankzij dit systeem worden de talloze ij~ gieuze veroordelingen zoals dood door hanging of steniging maar zelden uita merd. Premier Benazir Bhutto belooft h op te treden, maar ze wordt gehinderd dj. het feit dat ze een vrouw is en dus oiL] schikt om te regeren. Bovendien is ze sy bool van de oude orde, de oude klasse f~ feodale grootgrondbezitters. De lering die uit de situatie in Algerije 1 worden getrokken, is dat de opstand d het gevolg is van tientallen jaren stuurlijke corruptie en onverschilligheidi opzichte van het volk. Wat dit betreft zija omstandigheden in Pakistan vergelijkb? Als de onderliggende oorzaken van de rust niet worden aangepakt, zal onderdr king van de fundamentalisten de prol men alleen maar verergeren. LONDEN THE INDEPENDENT LEVEN METEEN GEHANDICAPT KIND Op verzoek van deze krant schreef freelance journalist Danielle Kraft de geschiedenis van haar dochter Laura op. Laura is drievoudig gehandicapt. Deze diagnose werd pas onlangs gesteld. Laura is vijfenhalfjaar. Deze serie staat niet model voor hoe het gaat als je een niet zichtbaar geestelijk gehandicapt kind krijgt. Elk kind, elk gezin heeft zijn eigen verhaal. Dit is zo'n verhaal. Het verhaal van een moeder. Als Laura ruim anderhalf jaar is, melden we ons aan bij een in kin deren gespecialiseerde logopedis te. Bij haar krijg ik voor het eerst respons. Er kenning. Iemand die mijn ongerustheid seri eus neemt en die ook voorzichtig, dat wel bevestigt. Laura is te klein voor directe logopedische therapie, ze heeft nog geen goede 'werkhouding', zoals dat heet. Hoewel de logopediste niet zonder meer een oorzaak kan aanwijzen voor het feit dat Laura (nog) niet tot spreken komt, zijn er mogelijk 'in standhoudende factoren', zoals het hoge spreektempo en hoge taalniveau in Laura's directe spreekomgeving. Thuis dus. Ze advi seert en instrueert vooral mij, omdat ik (te) snel praat. Ik zit op een snelheid van 7 tot 10 lettergrepen per seconde, zo blijkt uit de ban dopname. Tegen Laura moet ik leren lang zaam te praten, in korte, eenvoudige zinnen, zonder al te veel verkleinwoorden. Dus niet: 'Laura, lieverd, wil je even je jasje gaan halen? Maar: 'Laura, pak je jas'. Dat klinkt mis schien al te kortaf, maar het is wel duidelijk, zo vertelt de logopediste. Ze constateert verder bij Laura weinig oog contact en weinig initiatief tot communice ren, 'tenzij ze iets gedaan wil krijgen'. Vol gens de logopediste lijken de mondmotoriek en het gehoor goed, maar dit laatste zou na der onderzocht moeten worden om er zeker heid over te krijgen. Ze adviseert ook verder onderzoek naar een mogelijke 'ontwikkelingsstoornis'. De impact van dat begrip ontwikkelingsstoornis ontgaat ons op dat moment nog volledig. In een toelichting laat de logopediste ons we ten, dat het haar opvalt dat Laura weinig be hoefte toont haar horizon te verbreden, haar wereld te vergroten. In deze fase, Laura is in middels twee jaar geworden, lees ik een arti kel over autisme. Dit gaat over Laura, is mijn eerste gedachte. Het grijpt me vreselijk aan. Autisme, daar had ik nog helemaal niet aan gedacht. De logopediste wimpelt dit echter af. Of Laura sterk reageert op veranderingen, bijvoorbeeld als ik het meubilair in huis ver ander? Nee, daar heeft ze geen last van. Ze vraagt nog wat 'dingetjes', maar Laura lijkt niet aan de autisme-normen te voldoen, zegt de logopediste. Toch duikt dit maanden later weer op, nota bene als suggestie van dezelfde logopediste, die is gebeld door het ziekenhuis waar we dan inmiddels zijn beland. 'Autistiform?', lees ik in Laura's dossier. Autistiform met een vraagteken dus. Ik voel me wat belazerd. Ze zei eerder toch tegen mij dat dat niet aan de orde was! We besluiten Laura verder te laten onder zoeken in het VU-ziekenhuis in Amster dam. De eerste met wie we te maken krijgen, is de kinderarts. Na een hele rits vragen, wordt ze globaal lichamelijk onderzocht. Laura verzet zich, is bang. De arts uil een zo genoemd BERA-onderzoek (Brainstem Evo ked Response Audiometry) laten doen, met elektroden op d'r hoofd en onder lichte nar- cosè, gezien haar paniek en protest. Wij voe len er niets voor; veel te belastend voor Lau- Behalve dat hij ons in de gordijnen jaagt met zijn enge voorstelling van dit onderzoek, slaat hij ook het gewone, gebruikelijke audio- logisch gehooronderzoek over. Een BERA- test is een vervolgonderzoek, waarmee kan worden aangetoond of geluidsprikkels goed aan de hersenen worden doorgegeven. Zo'n Laura, tweeënhalf jaar. Opgenomen in het VU-ziekenhuis operatie. onderzoek is gebruikelijk als het 'gewone' au- diologische gehooronderzoek onvoldoende informatie oplevert. Maar op het moment dat dit allemaal speelt, weten wij dat nog niet. Als Laura bijna tweeënhalf is en nog steeds niks zegt, zitten we bij de kinderneurolo ge. Ze praat met ons, terwijl de kinderarts dezelfde als een paar maanden terug met Laura speelt. Ze maakt zich geen zorgen, ze spreekt van een goede interactie. Ze weet ook niet goed wat ze zou kunnen doen, 'want ik kan toch maar niet zo haar hoofdje open ma ken. Het is maar zeer de vraag öf ik dan iets zou ontdekken. En of u er wat mee zou kun nen doen'. De kinderneurologe observeert Laura niet. Letterlijk zegt ze: 'Uit mijn ooghoeken zie ik dat er met dit kind niets aan de hand is. U moet haar beschouwen als een bijzonder kind, dat bijzondere aandacht nodig heeft'. Als we toch al met logopedie bezig waren, prima! Vooral mee doorgaan! En een audio- logisch (hoor)onderzoek? U heeft daar zelf al stappen toe ondernomen? Heel goed, zeker doen! We gaan weg, blij. opgelucht. Onze Laura, niks mee aan de hand. Een bijzonder kind! Maar het gesprek bezinkt. En 's avonds belt mijn broer. Audioloog. Hij is des duivels. 'Wat zei die neurologe? Uit mijn ooghoeken? Ze moet niet uit d'r ooghoeken Idjken, ze moet göed kijken, ze moet onderzoek doen! Hoe kan ze zo stellig beweren dat er niks aan de hand is, als ze alleen maar uit d'r 'oog hoeken' kijkt?' We beseffen dat het fout zit met die neuro loge. Goed fout. Flet is idioot. Onze opluch ting en blijdschap maken plaats voor woede. En ook desillusie. We zijn weer terug bij af. In deze tijd wordt Laura's gehoor voor het eerst goed onderzocht, op de afdeling au- diologie van het VU-ziekenhuis. Ze blijkt heel veel vocht in d'r oren te hebben. Ze hoort al les van ver weg. Maar het is geen verklaring voor het uitblijven van actieve taal. De logo pediste adviseert een tweesporenbeleid: de KNO-arts voor verdere behandeling van de oren en een psychologische test die duide lijkheid moet geven over haar ontwikkeling. Ze wordt al na twee dagen geopereérd door de KNO-specialist. Ze krijgt 'buisjes' in hi oren om het vocht af te voeren en haar nt samandel, die enorm vergroot blijkt, wo[ verwijderd. We blijven een nachtje in het i kenhuis; ik slaap bij Laura op de kamer. I verpleging trekt zich weinig van ons aan. i zijn maar 'buisjes-klanten'. We gaan regelmatig voor na-controle tei naar de KNO-arts en telkens weer moet vertellen dat Laura niet kan praten, datj meer met haar aan de hand is. Van enige i stemming met 'audiologie' is geen sprake) wordt geen gewone gehoortest gedaan i het hooreffect van de buisjes te controlert In plaats daarvan wil de KNO-arts een BEIj onderzoek. Nu dan toch die test met de elf troden, die moet uitwijzen of de priktó goed naar de hersenen geleiden. Laura bl{- aan de ene kant een gehoorverlies van 50i aan de andere kant van 60 decibel te hebbI Dat is fors. Maar 'technisch' is er gq mankement, de gehoorgang is goed. Ik vir grote bewondering en ontroering voor Latr die Joost mag weten hoe lang al zo slei hoort. Wat moet het haar al die tijd een en* gie hebben gekost. Wat houdt ze zich gd staande. Parallel aan de KNO-onderzoeken looptL het onderzoek bij audiologie. Eerst een fora ter, die ook het technisch onderdeel van f) niet kunnen praten onderzoekt. Weer m< ik het hele verhaal vertellen, weer diezelf vragen die me al zo vaak zijn gesteld. Is1 dan geen dossier? Ze kijkt in Laura's moi Aansluitend volgt een taalbegripstest. Lai moet dingen aanwijzen, waarvan de woord op elkaar lijken. Bal, bad, sok, blok. Als score wordt nagekeken, blijkt ze een jaar a< ter te lopen. Wat frustreert: haar taalbegrij naar onze ervaring veel groter, en dat komt' bij de test niet goed uit. In latere onderzi ken evenmin. Maakt niet uit, zeggen deskt digen, dat is allemaal 'ingebouwd' in de s< re. Maar pas nu, op Laura's school, krijg we daar enige erkenning voor: daar zien ook hoe verbazend veel Laura begrijpt. N alleen concrete woorden, maar ook abstra begrippen als nu en straks, morgen, groot klein en 'even wachten'. MORGEN: Hard om te horen: ontwiklj lingsachterstand. Vorige afleveringen van deze serie werd gepubliceerd op: 11,13 en 14 maart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2