Het leven in Mongolië wordt eindelijk beter 'Echte problemen worden niet opgelost' Buitenland Nederlandse zendingswerkers uitstervend ras in Indonesië ..ZATERDAG 11 MAART 1995 Ingeklemd tussen China en Rusland proberen Mongoliërs eigen weg te vinden l Puntsagiin Jasrai was deze week de eerste Mongolische premier die een bezoek heeft gebracht in Nederland. Jas- rai (62) probeert meer steun te krijgen voor de opbouw zijn land, waar in 1990 na bijna zeventig jaar v een einde kwam aan de communistische heerschappij. De Mongolische minister-president heeft Nederland on- der meer gevraagd om hulp bij het aanpassen van het rechtssysteem en het toepassen van moderne manage mentpraktijken. Begin dit jaar bezocht Independent-ver- slaggever Terasa Poole Mongolië. Bijgaand haar indruk - ken. trekt. Zo verhult de duisternis de verouderde, door de Sovjetu nie gebouwde krachtcentrales die elk moment de geest kun nen geven om Ulaanbaatar in een onbewoonbare, bevroren wildernis te veranderen. In de duisternis lijken de kam pen van traditionele ronde ten ten aan de rand van de stad niet langer op armetierige sloppen wijken, maar roepen ze de ro mantiek op van het Mongoli sche nomadenleven. En laat op de avond hebben de naar schat ting 4.000 zwerfkinderen die in avond geeft Ulaanbaatar een Kprookjesachtig uiterlijk. On- ftrafiks temperaturen van 30 gra- I den onder nul houden zich bij II standbeeld van de nationale I héld Sukhbaatar mensen op die zijn in de traditionele jassen en laarzen van schaapsvacht. Dronkelap- waggelen huiswaarts over plein, terwijl de nacht de le- •lolijke kanten van de Mongolische ^hoofdstad aan het zicht ont- de vrieskou moeten zien te overleven, zich teruggetrokken in de relatieve warmte van be schutte nissen en ondergrondse pijpleidingen. Satelliet Het is precies vijf jaar geleden dat aan de voet van Sukhbaat- ars standbeeld werd gedemon streerd voor meer democratie, waarmee de val van het com munistische regime van Mong olië werd ingeluid. Bijna 70 jaar lang was Mongolië een satelliet staat van de Sovjetunie, en kreeg daarbij alle gruwelen van het totalitaire bestuur te verdu ren. Sinds de massa-demon straties van 1990 is de politieke overgang naar democratie vreedzaam verlopen, maar op economisch gebied is de breuk met de Sovjetunie traumatisch geweest. In 1989-90 staakte de Sovjetu nie abrupt haar financiële hulp, die ongeveer eenderde van het Mongolische bruto nationaal produkt bedroeg. Vanuit hun eigen economische nood eisten MONGOLIË Hoofdstad: Ulaanbaator Aantal inwoners: 2.156.000 Oppervlakte: 1.565.000 km2 (Nederland 41.785 km2) Bevolkingsdichtheid: 1 (Nederland 397) Talen: Mongools, Kazachs de Russen voor geleverde brandstof en goederen voortaan betaling in harde valuta in plaats van wol, schapevlees en koper. Hiertegen was de eenzijdige Mongolische economie niet op gewassen. Het land, waar 2,2 miljoen mensen en maar liefst 26 miljoen stuks vee rondlopen, bleef zitten met een overvloed aan wollen truien, leren laarzen en jassen. Vier jaar lang schrompelde de economie in een. Door gebrek aan onderde len en machines uit de Sovjetu nie kwam de industrie stil te lig In 1990 konden de inwoners van Mongolië voor het eerst naar de stembus voor vrije verkiezingen. Mongolische nomaden nemen de stembus mee naar hun kamp. foto afp c. henrietje gen en liep de in- en uitvoer drastisch terug. In januari 1993 bereikte de inflatie een record hoogte van 420 procent. In maart 1994 leefde een kwart van de bevolking onder de offi ciële armoedegrens van een maandinkomen van 15 gulden per persoon. Werkloosheid De maatschappelijke prijs van de onafhankelijkheid is hoog, zowel in de steden als op de steppen. Het werkloosheidscij fer is omhoog geschoten, terwijl het oude socialistische vangnet is verdwenen. Eén op de acht kinderen gaat niet meer naar school omdat ouders het on langs ingestelde schoolgeld niet kunnen betalen. De sluiting van gezondheidscentra op het plat teland heeft geleid tot tweerkeer zoveel sterfte onder kraamvrou wen. Misschien is de teruggang van Mongolië nog het duidelijkst zichtbaar in het inmiddels nor male beeld van dronken man nen en vrouwen die in een toe stand van wodka-verdoving op ieder uur van de dag door de straten wankelen. Alcoholisme en het daarmee gepaard gaande criminele gedrag vormen een groot maatschappelijk pro bleem. Veel inwoners van Ulaanbaatar wagen zich na het donker niet meer buiten. Na de ineenstorting van de Sov jetunie waren veranderingen in Mongolië onvermijdelijk. Toch staan veel Mongoliërs ambiva lent tegenover de ingrijpende gevolgen van de democratise ring. Op de overdekte voedsel- markt weegt de 49-jarige staats- veehouder van de steppen, Norst (Mongoliërs gebruiken in het algemeen maar één naam), de voors en tegens tegen elkaar af: „Ik heb een voorkeur voor het oude systeem. Economisch gezien was dat beter. Maar ik houd ook van de vrijheid, de vrijheid om te praten, vrije me dia." Een werkloze constructie werkermeent: „De democratie was onvermijdelijk. Maar mijn eigen levensstandaard was vroeger beter, omdat ik altijd werk had." Democratie Hoewel de democratie nog in de kinderschoenen staat, wordt er openlijk over de tekortko mingen van het kiesstelsel ge debatteerd. Na twee parlemen taire verkiezingen zitten de voormalige communisten, die zich nog steeds de Revolutio naire Volkspartij noemen, stevig in het zadel. In 1992 kreeg de -V* De maatschappelijke prijs van de onafhankelijkheid is hoog, zowel in de steden als op de steppen. Voor veel Mongoliërs is er geen werk. foto afp c. henrietje Volkspartij 56 procent van de stemmen, maar 71 van de 76 zetels in de Grote Hural, het Mongolische parlement. Mo menteel telt Mongolië in totaal negentien politieke partijen. Er is een soort pluralisme ont staan, dat echter nog niet is ver taald in een meer evenredige vertegenwoordiging in het par lement. „Formeel gesproken is Mongo lië een democratie. Het meer- partijenstelsel is een goed insti tuut. Maar als in de praktijk slechts één partij regeert, wordt het cjemocratische systeem als nog ondemocratisch", zegt Gonchigdorj, parlementslid en voorzitter van de Sociaaldemo cratische Partij. De Volkspartij heeft inmiddels veranderingen van het kiesstelsel beloofd voor de verkiezingen van 1996. Geen ervaring De Mongoliërs hebben nauwe lijks bestuurlijke ervaring. Als satellietstaat van de Sovjetunie heeft de regering in Ulaanbaat ar nooit echt geregeerd. Alle be slissingen werden door Moskou genomen, terwijl de Mongoli sche Volkspartij als administra teur fungeerde. En voordat Mongolië in 1921 een Sovjet kolonie werd, stond het drie honderd jaar lang onder Chi nees bestuur. Het land heeft ook nooit finan cieel levensvatbaar geleken. Voorheen was Mongolië afhan kelijk van Sovjet-subsidies, nu is het afhankelijk van internatio nale hulpverleners, die het afge lopen jaar een recordbedrag van 210 miljoen dollar hebben verstrekt. Tachtig procent van de nationale begroting is af komstig van leningen en dona ties. Buitenlandse hulpverleners staan vaak versteld over het on deskundige amateurisme van de Mongolische overheid. Zo eindigden de eerste onafhanke lijke stappen van jonge beurs handelaren in 1991 in een ramp. Ze dachten voor hun armlastige overheid geld te kun nen verdienen met speculaties op de internationale valuta markten, maar gingen voor honderd miljoen dollar de totale nationale reserve in het schip. Schoktherapie Geconfronteerd met de plotse linge terugtrekking van de Sov jetunie, koos Mongolië voor een economische schoktherapie. Voortvarend zwoer het land haast van de ene op de andere dag het socialisme en de plan economie af. In 1991 kreegiedere burger coupons waarmee staatsbezit- tingen kunnen worden gekocht. Rode coupons konden worden ingeruild voor landbouwgoede- ren, vee, kleine bedrijven en winkels. Met blauwe coupons konden aandelen worden ge kocht in grote staatsbedrijven, hoewel de staat daar in veel ge vallen een (meerderheids)aan- deel in bleef houden. Dit voorjaar moet in een omge bouwde bioscoop aan het grote plein van Ulaanbaatar de eerste aandelenbeurs van Mongolië van start gaan. Hier zullen de blauwe coupons worden ver handeld. De Mongolische over heid heeft vierhonderd beurs handelaars opgeleid, die staan te trappelen om in actie te ko men. Maar het ontbreken van nauw keurige financiële informatie over Mongolische bedrijven maakt een florerende aandelen markt vooralsnog onmogelijk. Bovendien is de bedrijfsvoering sinds de privatisering nauwe lijks veranderd en lijden de meeste bedrijven in het land nog steeds verlies. Toch zijn er aanwijzingen dat het leven eindelijk beter wordt. Vergeleken met twee jaar gele den liggen de winkels en mark ten vol eten en gebruiksartike len, hoewel praktisch alles is ge ïmporteerd uit China of hel voormalige Oostblok. De inflatie is eind vorig jaar tot 70 procent gedaald en uit de voorlopige cij fers blijkt dat de economie vorig jaar iets is gegroeid. Langza merhand worden nieuwe be drijven gestart. Ruim eenderde van de winkels in Ulaanbaatar is in het afgelopen jaar ge opend. Einde aan aanwezigheid sinds zeventiende eeuw JAKARTA BERT VAN DER KRUK f Nederlandse zendingswer kers in Indonesië vormen een snel uitstervend ras. Doordat de Indonesische regering nauwelijks visa meer ver- strekt en de kerken ter plekke de Nederlandse deskundig heid steeds beter kunnen missen, loopt het eeuwenou de Nederlandse zendingster- reinleeg. Twintig jaar geleden waren er namens de Hervormde Kerk en de Gereformeerde "Kerken in Nederland nog zo'n zestig zendingsarbeiders werkzaam in Indonesië. Hun aantal is inmiddels teruggelo- pen tot zestien. De drie wer kers in Jakarta zullen geen van allen in zendingsdienst het eind van dit jaar halen. Ds. H. van Dop (59), docent liturgie aan de Theologische Hogeschool, heeft onlangs te y horen gekregen dat 'zijn vi sum niet zal worden ver lengd. Hij werkt al ruim 28 jaar aan de opleiding, maar moet van het ministerie van godsdienstzaken in het kader van de 'nationalisering' plaatsmaken voor een Indo- nesiër. Hij zal met tegenzin vertrekken. Zijn collega's dr. C. De Jon ge (42), docent kerkgeschie denis, en dr. A. de Kuiper (64), coördinator van een ver taalproject, mogen evenmin blijven. Maar zij waren om andere redenen toch al van plan te vertrekken. Verleden jaar werd zonder nadere mo tivering twee zendingswer kers voor Irian Jaya een vi sum geweigerd. De Neder landse kerken stellen zich .-sindsdien 'zeer terughou dend' op metuitzendingen naar Indonesië. „Een voor een verdwijnen de Mohikanen", zegt Van Dop. „Op zich is dat geen ramp. Het beleid van de zen ding is erop gericht zichzelf niet onmisbaar te maken. En theologie moet natuurlijk door de Indonesiërs zelf ge geven worden." Maar met het uitsterven van zijn ras ver dwijnen ook belangrijke con tacten tussen de kerken over en weer. „Onze aanwezigheid hier is ook van oecumenisch belang.". In die zin betreurt ook De Kuiper het vertrek van de Hollanders, die sinds het be gin van de 17ste èeuw aanwe zig zijn geweest. Alleen tij dens de Japanse bezetting en de crisis rond Nieuw Guinea (eind jaren '50) waren ze tij delijk afwezig. Over niet al te lange tijd verdwijnen ze ech ter om niet meer terug te ke ren. En daarmee gaat volgens De Kuiper ook 'een teken van verbondenheid' teloor. De zendingswerkers waar schuwen ervoor achter het strengere visumbeleid van de Indonesische regering meteen de hand van de steeds invloedrijkere islam te zien. „Het is niet helemaal onwaar", zegt De Kuiper. „De islam is zich wel steeds dui delijker aan het profileren, maar is zeker niet de grootste boosdoener". Ook op tal van andere ter reinen neemt de invloed van Nederland op de voormalige kolonie immers af, maar in de protestantse kerken blij ven de eeuwen Nederlands zendingswerk nog zichtbaar. Zeker is dat het geval in de Immanuëlkerk, de vroegere Willemskerk waar sinds 1839 alle voorgangers uit Neder land werden bevestigd. De Indonesiërs zitten er net zo bij als hun geloofsgenoten in Leeuwarden, zingen dezelfde melodieën en volgen dezelfde liturgie. Alleen de taal is an ders. Boven de preekstoel hangt een spandoek waarop staat dat de Protestantse Kerk van Indonesië (GPIB) 390 jaar oud is. Dat wil zeggen dat dit kerkgenootschap 1605, het jaar waar in de Hollanders de Portugezen van Ambon ver dreven, als geboortejaar heeft gekozen. Vorige week is spe ciaal een predikant van dit ei land overgekomen om dit ju bileum mee te vieren. Achterin de kerk hangen borden met de namen van de negenhonderd predikanten die gedurende twee eeuwen door de Verenigde Oostindi- sche Compagnie (VOC) wer den uitgezonden. Bovenaan staat ds. A. Hulsebosch, in 1619 de eerste predikant van Batavia, het huidige Jakarta. In de periode tussen zijn aan komst en het vertrek van zijn twintigste-eeuwse collega's veranderde zending van het bekeren van heidenen in we derzijdse assistentie tussen kerken. Tot troost van de zendings arbeiders in Jakarta blijven de Indonesische kerken ook na het vertrek gebruik maken van hun diensten. Zo heeft Van Dop een liedbundel op zijn naam staan waaruit de kerkgangers wekelijks zingen en is De Kuiper verantwoor delijk voor de bijbelvertaling die gebruikt wordt. Ze kun nen met een gerust hart terug naar Nederland. Verzorgingsstaat Costa Rica onder druk SAN JOSE»TJABEL DALING „De politieke partijen in Costa Rica verkeren in een crisis. De mensen hier hebben niet meer het gevoel dat die zoals vroeger een oplossing kunnen beden ken voor de problemen." Com mentator John Mc Phaul van de Engelstalige Tico Times ver woordt wat veel Ticos, zoals de Costaricanen zichzelf noemen, ervaren. Het 'gouden tijdperk' van de jaren zestig en zeventig is definitief voorbij. Toen was het in Costa Rica voor velen nog goed toeven. Veel Costaricanen verlangen te rug naar die goede oude tijd. Ze wijzen op de hoge inflatie (20 procent). De hoge belastingen en de extreem hoge rente van circa 30 procent zijn hun een doorn in het oog. Ze zien de groeiende criminaliteit met lede ogen aan en ergeren zich aan de slechte staat van de openbare wegen. Het gouden kalf, het (eco)toerisme, brengt dit jaar minder in het laa>je dan ver wacht. „Tientallen jaren zijn er in Cos ta Rica geen epidemieën ge weest", zegt Ivén Molina Jimé- nez, als historicus en geograaf verbonden aan de San Pedro- universiteit van San José. „Malaria en mazelen zijn weer terug. De kwaliteit van de ge zondheidszorg en het onderwijs neemt zienderogen af. Voor de rijken is dat niet zo erg. Zij heb ben hun eigen privé-scholen en -klinieken." Medici, koffieboeren en andere beroepsgroepen legden de afge lopen weken herhaaldelijk het werk neer. Costa Rica is in de ban van sociale conflicten. Het Middenamerikaanse land is sinds mensenheugenis een symbool voor democratie in de regio en een oase van politieke rust. Waar in buurlanden doodseskaders, guerrillabewe gingen en dictators floreerden, overheerste in Costa Rica de politieke eensgezindheid. Een land dat in 1948 het leger COSTA RICA Krotten aan de rand van de Costaricaanse hoofdstad San Jose. afschafte, een land zonder poli tieke onderdrukking, met een voorde regio zeer vooruitstre vende sociale wetgeving. Een land waar 90 procent van de be volking kan lezen en schrijven. Een staat die investeerde in on derwijzers in plaats van in sol daten. „We hebben een leger van 50.000 onderwijzers", riep de voormalige president Daniel Oduber eens trots uit op de na tionale televisie. In de jaren tachtig ging het alle maal mis. Costa Rica ging ge bukt onder een zeer zware schuldencrisis en werd gere geerd door het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Vanaf toen moest de regering zeer sterk bezuinigen op de over heidsuitgaven om nog in aan merking te komen voor nieuwe internationale leningen. De armsten werden de dupe. On danks de relatieve welvaart, ver geleken met de buurlanden, leeft nu een derde deel van de circa 3,5 miljoen inwoners on der de armoedegrens. „Costa Rica is die crisis nooit te boven gekomen", meent Mc Phaul. Het land heeft nog steeds een grote buitenlandse schuld, maar het nijpendste probleem is het grote financieringstekort van 8,3 procent: het hoogste van geheel Latijns-Amerika. „Nu de inkom sten van het toerisme tegenval len, wordt dat probleem steeds urgenter", aldus Molina Jimé- nez. De sociaal-democratische presi dent José Maria Figueres pro beert de problemen op te lossen door een forse verhoging van de belastingen. Een vervelende maatregel, maar altijd nog beter dan mensen ontslaan. Dat kost alleen maar stemmen, rede neert Figueres. Hij probeert de kool en de geit te sparen, zeg gen zijn critici. De enige remedie is volgens hen het overheidsapparaat en de bureaucratie sterk te beper- foto prensa latina ken en staatsondernemingen te verkopen. Ondertussen pro beert Figueres de aandacht af te leiden door te wijzen op het fa lende beleid van vorige regerin gen. „Problemen wijten aan fouten van voorgangers is een traditie in Costa Rica", reageren waarnemers. „Waarom gaat de overheid eerst niet eens in haar eigen uitgaven snijden?", roe pen de werkgevers in koor. Mc Phaul: „In Costa Rica be staat een zekere consensus over de rol van de staat en de publie ke sector. Iedereen is het er over eens dat er een sociaal vangnet moet zijn. Maar er is geen geld meer voor." Het land ziet zich ook gecon fronteerd met andere proble men. Massale fraude bij één van de grootste banken van het land en corruptie en machtsmisbruik bij de nationale politie vulden wekenlang de voorpagina's van de nationale kranten. Het 'Zwit serland van Midden-Amerika' is Hoofdstad: San Jose Aantal inwoners: 3.088.000 Oppervlakte: 51100 km2 (Nederland 41.785 km2) Bevolkingsdichtheid: 57 (Nederland 397) Taal: Spaans een doorvoerhaven van Colom biaanse drugs en er bestaat een enorm tekort aan woningen. De werkloosheid is er relatief laag, zo'n 4 procent, maar vooral on geschoolden verdienen slechts een habbekrats. Costaricanen willen geen zwaar, vuil en slecht betaald werk doen, zo beamen ze zelf. In de ze generaliserende opmerking zit zeker een kern van waarheid. De koffie- en bananenplantages puilen uit van de Nicaraguanen, die graag bereid zijn het werk voor een schijntje op te knap pen. En de werkgevers zijn blij met hun goedkope arbeids krachten. Het buurland werkt als een magneet op de Nicaraguanen. Zo'n 400.000 zijn er inmiddels, meer dan 10 procent van de to tale bevolking. Bijna 300.000 il- legalen. De enorme migratie stroom leidde de afgelopen maanden tot grote spanningen tussen beide landen. Managua beschuldigde San José van slechte behandeling van de ille galen en uitbuiting door de Costaricaanse werkgevers. Des ondanks lijkt de tolerantie tus sen beide bevolkingsgroepen groot te zijn. „We hebben ze nodig, dat weet iedereen", ver klaart Molina Jiménez. Echte problemen worden vol gens hem niet snel opgelost. „De eerste twee jaar vaardigt de regering enkele impopulaire maatregelen uit. De laatste twee jaar van haar ambtsperiode ko men de populistische maatre gelen. Want dan begint de ver kiezingscampagne alweer."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 7