'Ze is gewoon wat langzamer' LAURA T k ZATERDAG 11 MAART 1995 LEVEN METEEN IGEHANDICAPT KIND Op verzoek van deze krant schreef freelance journalist Danielle Kraft de geschiedenis van haar dochter Laura op. Laura (vijfenhalfjaar) is drievoudig gehandicapt. Deze diagnose werd pas onlangs gesteld. In de serie Laura. Leven met een gehandicapt kind, wordt verslag gedaan van de weg die je dan als ouders met je kind moet afleggen. De geruststellingen, de missers, de hoop tegen beter weten in, de reacties uit de omgeving, de aanvaarding en verwerking, ermee leren omgaan, de invloed op de rest van het gezin, het schuldgevoel, maar ook het geluk bij kleine mijlpalen. Deze serie staat niet model voor hoe het gaat als je een niet zichtbaar geestelijk gehandicapt kind krijgt. Elk kind, elk gezin heeft zijn eigen verhaal. Dit is zo'n verhaal. Het verhaal van een moeder. Laura. Makkelijk en zonnig. Soms ook moeilijk. Ze is drievoudig gehandicapt, volgens het meest recente onderzoek. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER RON PICHEL Leurend langs witte jassen en indrukwekkende apparatuur Ji m Sz aura is vijfenhalf nu. Een mooi meisje, lief gezichtje. Makkelijk en zonnig. Soms ook moeilijk. Ze is Irievoudig gehandicapt, volgens het meest fecente onderzoek. Ze kan niet praten, is ver standelijk gehandicapt en 'aanverwant autis- Ksch' ofwel licht autistisch. Autistiform, zo wordt dat ook wel genoemd. Hoewel mijn %'an Jan en ik ons redelijk in deze diagnose gunnen vinden, doet het er voor ons eigenlijk I iet zo veel meer toe. Na zoveel jaren onder- oeken, geruststellingen, niks aan de hand- aevrouw-meneer. Na zo veel doorverwijzin- i en, intakes en anamneses. Na zoveel mis- ers ook van de professionele hulpverlening, lebben wij iets van: het zal wel. Wij zien Lau- I a zoals ze is, we hebben met haar te maken, net hoe ze is, wat ze kan en niet kan en hoe e doet. En we hebben4onze manier van om- aan met haar aangepast. Met vallen en op- taan, met butsen en blauwe plekken, pet erdriet en onmacht. Met diepe ontroering r "ok, over kleine dingen. Twee armen om jnijn nek van Laura, Laura die troost zoekt, 7_aura die uit d'r dak gaat als ze strand en zee hziet, Laura's genietgezichtje in de speeltuin. ïiOat zijn stuk voor stuk Gebeurtenissen, w igf aura snapt niet alles even goed. De termen s0j die daarvoor worden gebruikt zijn legio en Dijna allemaal even verhullend. Ontwikke lingsachterstand, mentale redardatie, traag, jlöchter, geestelijk danwel verstandelijk gehan- eihcapt, zwakzinnig. Geef het maar een naam. Ie le ziet niks aan haar, in eerste instantie. Je Pflierkt dat ze niet praat, maar verder doet ze iigenlijk vrij 'normaal'. Als je beter oplet, zie k.e dat er veel aan haar voorbij gaat. Dat ze .Aat houterig beweegt. Dat ze soms - zo maar wat mechanisch lacht. Nu is dat allemaal •flog niet zo erg, ze is nog een kleuter. En het fcfe opvallend hoeveel 'verklaringen' vanuit on- te omgeving, door buitenstaanders, leken IJmÜs, worden aangedragen voor haar gedrag. is met iets anders bezig, ze is moe, een •jèetje ziek, het is de fase, ze hoort je niet k toed. Etcetera, etcetera. ,.|aura's wereld is klein. Haar hoofd is gauw jjjrol. Als er te veel tegelijk gebeurt, bij te veel 'iijrukte of als er te veel van haar wordt ver engd, wordt het chaos in haar hoofd. En bij fclhaos raakt ze in paniek. Ze gaat schreeu- Juen, wordt agressief of belandt in lang aan houdend huilen, ontroostbaar. Haar behoefte r.an greep op de dingen om haar heen is [root. Veel groter dan bij 'gewone' kinderen. etreel vaste patronen dus. Ze wil weten waar aan toe is. Als ze thuiskomt van school, löet eerst de rugzak worden uitgepakt. Ook avonds verloopt alles volgens schema: dou- llen, tanden poetsen, plassen, boekje, pille- j e ('niet kauwen!!'), op de rug van papa op je>ed ploffen, knuffel, slapen. Rituelen. Hou- 3, ast. Structuur. Elk kind heeft er behoefte t-.ïan. Maar Laura meer. Veel meer. I et is dat onvermogen om te praten dat 1 Laura en ons als ouders en gezin de i.leeste problemen geeft; het meeste verdriet ok. Haar passieve woordenschat js opval- ?nd groot. Ik sta er telkens weer versteld van oeveel ze begrijpt als ik dat met opdrachtjes ,n.irobeer. Maar woorden vormen, laat staan iinnetjes, dat is voor haar een onmogelijke gave. Ze weet gewoon niet hoe dat moet in d'r mond. Onbeschrijflijk groot is mijn vreug de dan ook, nu ze vorige week met zeven nieuwe woorden kwam. Zo maar, opeens, el ke dag een nieuw woord. Zeven woorden; dat zijn er meer dan in de voorafgaande vijf jaar. Tot haar vijfde verjaardag zei ze alleen papa, mama en ja en nee. Vier woorden, niet meer. Wel nog wat kreten en klanken. 'Ka-ka' voor Aafke, haar zusje, 'i', wat staat voor haar broertje Juri en 'a', zoals ze zich zelf noemt; de a van Laura. En nu zijn daar opeens die zeven woorden bijgekomen: aap, koek, appel, peer, tiktak, auto en poep. En vandaag heb ik haar een paar keer 'mij' horen zeggen, waar mee ze duidelijk 'ik' bedoelde. Er gaat voor haar een wereld open; iedereen blijkt die woorden te begrijpen! Hel niet kunnen praten is jarenlang door 'hulpverleners' afgedaan als iets dat nog wel op gang zou komen. 'Ze begrijpt toch alles?' En wat ze niet begreep, werd toegeschreven aan een wat achterblijvende ontwikkeling. Mogelijk autisme is, ondanks suggesties van onze kant, tot haar vierde jaar weggewuifd. En in al die tijd nooit gericht onderzocht. Een gehooronderzoek werd na de standaardtest bij negen maanden pas weer gedaan, toen ze tweeënhalf was. En toen bleek ze enorm veel vocht in d'r oren te hebben. We hebben wat met haar rondgesleept, langs mensen die het konden weten. We heb- bén met haar lopen leuren langs witte jassen en serieuze deskundologen, voorzien van in drukwekkende apparatuur en even indruk wekkende woorden. Er zijn kleine en grove blunders gemaakt, overbodige onderzoeken gedaan, onderzoeken niét gedaan. En hoewel strikt genomen geen blunder, maar wat ons betreft even verwijtbaar: we hebben ons in de hele medische rondgang vaak, érg vaak in de steek gelaten gevoeld. Daarom ook kan het ons nu, na zoveel jaren niet meer zoveel schelen welk etiket Laura krijgt opgeplakt. Hoewel: het wil naar de buitenwereld wel 's helpen. Als' Laura in het pannekoekenhuis 'raar' gaat doen en wij de irritatie in onze rug voelen prikken 'wat is dat'voor vervelend kind, dat geschreeuw, dat die ouders haar niet aanpakken' dan wil het wel eens ver lichting geven als ik bijvoorbeeld zeg dat ze autistisch is. Overigens is het maar net hoe mijn pet hangt öf ik uiüeg wil geven. Je ziet niks aan Laura. Zeker de eerste jaren zag je niks en nu nog niet, in eerste instan tie. Nu nóg zijn er mensen die blijven bewe ren, dat ze 'alleen maar niet praat'. Laura heeft een mooi gezichtje. Ik vind het fijn om naar haar te kijken. Ik begrijp nu de ouders van bijvoorbeeld 'mongooltjes'. Je hoeft niks uit te leggen, want iedereen kan het zien, zeggen ze. Dat scheelt. In de uitleg, maar ook in de verwerking en acceptatie van 'het heb ben van een geestelijk gehandicapt kind'. Nu is er dan eindelijk een 'complete' dia gnose gesteld. Door de Riagg. Hoewel ik nog met ze in de clinch lig over het onderzoeks rapport kunnen we ons wel vinden in de con clusies, de diagnose op zich. Wat de mogelij ke oorzaken betreft tasten we volledig in het duister. Het zij zo. We hebben het aantal me dische onderzoeken al geruime tijd geleden sterk gereduceerd, omdat het voor Laura, voor ons en voor ons hele gezinsleven veel te belastend werd. Toen ze rond de drieënhalf jaar was en eindelijk de 'officiële' erkenning kwam dat er in elk geval 'iets' mis was, beslo ten wij haar niet binnenste buiten te laten-ke ren om te achterhalen wat dat iets nou pre cies was. Natuurlijk, je wilt graag een ant woord, je wilt een oorzaak, iets aanwijsbaars. Al was het maar omdat het zicht op de toe komst geeft en aanwijzingen voor een goede benadering nu. Maar we hoeven niet koste wat kost te weten wat er nou precies in dat hoofdje niet goed zit. Vooral ook omdat de kans groot is dat je er toch niet achter komt. We weten inmiddels dat er met haar chro mosomen niks mis is. Er is niks erfelijks. Ook de hersen-scan liet geen afwijkingen zien. Van een stofwisselingsziekte is evenmin spra ke. Een draadje los in die wirwar van de her senen, daar houden wij het op. En we gaan 'zo normaal mogelijk' met haar om. Dat wil zeggen dat Laura gewoon meedraait, dat ze zich houdt aan de regels die wij ook aan onze andere kinderen stellen, dat ze niet meer mag dan de anderen. Met begrip voor hoe ze is, wat ze kan, met concessies dus zo nu en dan. Dat is onze keuze. Laura is ons tweede kind, inmiddels is ze de 'middelste'. Ik kreeg mijn kinderen boven m'n dertigste, ik ben dus wat de medici een oude primipari noemen, iemand die volgens de wetenschap op relatief hogere leeftijd haar eerste kind krijgt. Juri is onze oudste. Hij was nog geen an derhalf toen Laura werd geboren. Onze jong ste, Aafke, kwam kort na Laura's derde ver jaardag. Jan en ik werken allebei. Jan vier da gen, ik sprokkel zo'n 25 uur per week bij el kaar, soms meer, soms minder. Eigen zaak, iri zekere zin veel vrijheid dus, zeker waar het de indeling van mijn werktijd betreft. Ideaal met een gezin. Maar voor langere periode af haken betekent ook het einde van mijn be drijf. Drie weken na de geboorte van Laura moest ik weer aan het werk. Rustig aan, dat wel, maar ik voelde een grote druk van het 'moeten'. De zaak had al een tijd stilgelegen en de kosten van een bevalling en kraamtijd zijn hoog. De wijkverpleegkundige vond het maar niks. Ik moest genieten van mijn kind, zei ze beschuldigend. Alsof ik dat niet deed, ondanks mijn werk. Ik ben lange tijd, heel lang, de enige geweest die zich zorgen over Laura maakte. Het wa ren onbestemde, vage gevoelens, die na zo'n zes maanden de kop op staken. Gevoelens van: er is iets niet goed, maar wat? Maar er was niks aantoonbaar mis en dus kon ik geen kant op met die gevoelens. Ik heb me er ont zettend schuldig over gevoeld. Je bent een slechte moeder als je - als enige nota bene - je eigen kind afvalt; een moeder die kennelijk 'zo weinig vertrouwen stelt in haar eigen kind. Ze is zo gemakkelijk? Wat wil je nog meer als moeder? Zegt men. Ze zit nog niet? Ze praat nog niet? Ach, ze is gewoon lui! Dat komt al lemaal vanzelf. Alle kinderen leren immers praten?! Zegt men. Geef dat kind toch de tijd! Als jij je als moeder gespannen gaat gedra gen, heeft dat ook geen goede invloed op je kind. Zegt men. Het was verwarrend; ik ben iemand die zich gauw zorgen maakt en vaak ten onrech te. Zo stelde ik mezelf ook telkens weer ge rust. Maar ik herinner me hoe vaak ik boven haar bedje stond, terwijl ze lag te slapen en dacht: tè er nou iets niet goed? En dan keek ik naar haar mooie, rustige gezichtje en dacht: nee, er is niks, wat is er nou mis? Niks. En dan ging ik verstandelijk gerustgesteld naar bed. Dat eerste jaar was er ook weinig 'hard' te maken. Laura deed alles ietsje later dan 'gemiddelde' kinderen, maar niet extreem laat. Ze rolde op tijd om, ging vrij vroeg over van de fles op een tuitbeker. Wist dus hoe ze dat moest doen. Zitten, daar had ze niet veel zin in, leek het. Maar toen ze het op het con sultatiebureau moest doen, bleef ze tot mijn verbazing keurig zitten. Toen was ze acht maanden. Met lopen wachtte ze tot ze 16 maanden was. Maar toen liep ze ook meteen als een kievit, dus we zeiden tegen elkaar: zie, ze doet de dingen pas als ze ze echt kan. En zo stel je jezelf en elkaar weer voor een tijdje gerust. Dat niet-praten was het eerste concrete waarmee ik naar buiten kon. Maar iedereen, wérkelijk iedereen wuifde het weg. Dat 'le ken' dat doen, daar heb ik begrip voor. Maar ook 'deskundigen' deden mijn bezorgdheid af met allerlei verklaringen, waarvan de meest gehoorde 'ze is gewoon wat langza mer' was. 'Geef dat kind toch de tijd!' Laura was nog geen anderhalf toen ik er terloops met onze toenmalige huisarts over begon. Geen reden voor bezorgdheid, vond ze. Ze vroeg wat informatie over Laura's ver dere ontwikkeling, waarover ik niks echt bij zonders kon melden en adviseerde me er niet zo druk over te maken. Daar had ik nog wel begrip voor, omdat zij onze kinderen niet zo goed kende. Ze had met ze te maken als ze ziek waren en meestal was dat 's avonds of in het weekend, als een waarnemer dienst had. Maar ook op het consultatiebureau kreeg ik geen weerklank. Dat was kwalijker. Ze springen er vaak op tilt als gewicht en lengte niet conform de 'lijn' lopen, maar dit niet- praten werd als moederlijke overbezorgdheid afgedaan. Ze reageerde toch goed of in elk geval niet opvallend nfet? En de Ewing-ge- hoortest, die met 9 maanden wordt afgeno men was toch goed? Met Laura's taalbegrip leek ook niks mis. Ik weet nog goed hoe ik met haar allerhande plaatjesboeken door nam en ze alle woordjes feilloos aanwees. De koe, het paard, de hond, de bloem, de pop. Soms bij 'huis' wees ze de muis aan, die op hetzelfde plaatje stond, maar allé, huis en muis, dat lijkt ook op elkaar. 'Het komt van zelf, zei de consultatiebureau-arts. Dat heb ben ze lang volgehouden. Veel te lang. Op eigen initiatief, tegen het uitdrukkelijk ad vies van de consultatiebureau-arts, ben ik, toen Laura anderhalf was, naar'een logope diste gegaan. Voor het eerst kreeg ik enige er kenning. Er was 'iets', dat vond zij ook. Ze adviseerde nader onderzoek. En zo kwamen we bij een kinderarts. In het VU-ziekenhuis in Amsterdam. Een acade misch ziekenhuis, vol gespecialiseerde kennis en deskundigheid, zo dachten wij; dèèr moesten we zijn! Alle disciplines bij de hand. Achteraf een slechte beslissing. Het VU-zie kenhuis hebben wij ervaren als een ziekenfa- briek. Slechte bejegening, een totaal gebrek aan coördinatie en afstemming tussen de verschillende afdelingen, blunders en geen enkele 'nazorg'. We zijn er na bijna anderhalf jaar naar huis gestuurd met de mededeling ('diagnose') dat sprake was van een ontwik kelingsachterstand 'Goedemiddag meneer, mevrouw'. Ofwel: u zoekt het vanaf nu maar zelf verder uit. Het hoe en waardoor en hoe nu verder deden op die plek niet ter zake. 'Bij ons bent u klaar'. We hebben in het hele traject veel zelf moeten doen, veel zelf moeten beden ken, eigen initiatieven moeten nemen. Er is zo veel hulpverlening in Nederland. Zo ont zettend veel 'categorale' hulpverlening ook. Voor elk ziektebeeld en voor elke aandoening is er behalve een specialist ook wel iemand die je als het ware op weg helpt en 'psychosociale' begeleiding geeft. Maar wij hebben ze niet gezien. VTO-teams, ook zo iets; de zogenoemde 'Vroegtijdige Onderken ning', daar zijn speciale multidisciplinaire teams voor samengesteld. Nog nooit iemand van gezien. Wij zijn keer op keer gerustge steld. En met onze kop tegen de muur gelo pen. Leuke lieve meid, toch, die Laura. Een pracht van een kind ook. Beetje dik en 'lui' misschien, maar is het niet Hollands Welva ren ten voeten uit? 'Wat wilt u nu eigenlijk?' Er zijn periodes geweest dat het thuis zo moeilijk ging met Laura, dat ik me zo wanho pig voelde, zo niet wist wat ik met 'r aan moest, dat ik me vertwijfeld afvroeg waar die hulpverlening nou was. Al die signalen die ik uitzond, die niet werden opgepakt. Die bui tenwereld die Laura alleen maar zag als een lief, wat langzaam kind. Waar was die hulp verlening die mij kon vertellen hoe ik goed met Laura om kon gaan? Ik ben bij de Riagg geweest, voor therapie, omdat ik lange tijd dacht dat er niet zo zeer met Ixiura, maar met mij iets niet goed zat, omdat ik geen raad wist met mijn schuldgevoelens. Ik werd op een wachtlijst geplaatst. „Maar", zei ik, „ik heb haast, het gaat slecht met me, er moet gauw iets gebeuren." Dat was de intake-ster wel duidelijk. Een half jaar daarna had ik nog steeds niets gehoord. Geen briefje, geen tele foontje, niks. Intussen duurde en duurde het allemaal maar met Laura. Maanden gingen voorbij, zonder dat er iets gebeurde. Steeds weer de zelfde vragen, steeds weer hetzelfde verhaal vertellen. Elke deskundoloog met z'n eigen intake... Steeds weer werd Laura onderwor pen aan enge, koude ijzeren instrumenten, aan strenge ogen, witte jassen, onderzoeken. Sinds anderhalf jaar zit Laura op een ZM- LK-school. Een school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen. Laura is daar op haar plaats. Ze krijgt veel aandacht, veel structuur, logopedie en aangepaste leerstof. Ze probe ren haar te leren praten, maar ook bieden ze andere manieren van communiceren aan. Met plaatjes, gebaren. Laura gaat vooruit, is opener, vrolijker, zelfstandiger, aanhankelij ker ook. En nu dus zoveel nieuwe woorden ineens. En bij elk woord leeft de héle school mee. DANIELLE KRAFT Vanaf maandag tot en met zaterdag op pa gina 2 van deze krant de artikelenreeks: Laura. Leven met een gehandicapt kind. Laura, zeven maanden. Ze deed alles ietsje later dan 'gemiddelde' kin deren, maar niet extreem laat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 35