Scheepvaart enthousiast over scheepsschroef met vleugels 'Grenzeloos bomen' thema Nationale Boomfeestdag Milieu Turbo-ogen kameleons draaien rond Ruigpootbuizerd op aas Wetenschap Taalkundigen verontrust over verdwijnen van talen m Met eitje en pilsje op elektronische snelweg Koperwiek DONDERDAG 2 MAART 1995 '1502*- LONDEN Rtr Oogspecialisten menen te weten waardoor kameleons uitermate trefzeker op vlie gen en ander bewegend klein voedsel jagen: ze hebben ogen die werken als telelen- Volgens Matthias Ott en Frank Schaffel van de oogkli niek van het academisch zie kenhuis in het Duitse Tübin- gen blijkt uit proeven dat de ogen van de hagedisachtige bijna net zo werken als te lelenzen op camera's. Ze hebben een positieve en een negatieve lens. Voorzover wij weten is een lens met negatief vermogen bij gewervelde dieren niet eerder beschreven", zo schrijven ze in het weten schapsblad Nature. Alle andere bekende dieren hebben zogenaamde positie ve lenzen, die bol zijn. Nega tieve lenzen hebben een bocht naar binnen, met het dunste deel in het midden. „DitIs verbazingwekkend en, der dieren", meent Michael Land, deskundige op visueel gebied aan de universiteit van Sussex in Zuid-Engeland. „Je krijgt op die manier een lens die een klein oppervlak heel erg vergroot. Dat is heel efficiënt. Zo'n lens vergroot meer dan je zou denken. Maar de kameleons, die ook als afwijkende eigenschap hebben dat hun ogen onaf hankelijk van elkaar kunnen bewegen, moeten wel een prijs betalen voor hun turbo ogen. „De meeste dieren en ook wij mensen, willen een systeem waarbij het beeld niet ronddraait als je het oog draait. Kameleons zijn erop ingesteld dat ze een rond draaiend beeld zien als ze hun ogen bewegen", aldus Land. „Het is echt een ande re filosofie." NATUURLIJK zuid-flevoland» Een ruigpootbuizerd hoe deze vogel aan zijn naam komt is op de foto duidelijk te zien is neergestreken op aas, gevonden in de vlaktes van Flevoland. De ruigpootbuizerd is forser dan de gewone buizerd en heeft een witte staart met donkere eindband. Hij woont bij voorkeur op uitgestrekte vlaktes met ver ruigde vegetaties. Hij jaagt op konijnen en andere kleine zoogdieren, maar versmaadt een overreden hapje ook niet. De ruigpootbuizerd broedt in Scandinavië en zo'n vijfhonderd exemplaren overwinteren in ons land. foto martijn de jonge Ontbossing in Australië gaat verontrustend snel sydney robert milliken een Australië kapt zijn bossen verontrustend tempo; alleen in Brazilië schrijdt de ontbossing sneller voort. Bovendien heeft Australië zijn doelstellingen voor het terugdringen van de uitstoot van giftige broeikasgas sen in het jaar 2.000 laten varen, In 1992 was de uitstoot van broeikasgassen in Australië naai verhouding twee keer zo groot als in de Verenigde Staten en Canada, die tot de meest ver vuilende economieën worden gerekend. En de Australische uitstoot wordt alleen maar gro- Economische groei en bevol kingstoename zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor de ver hoogde uitstoot, maar de hoof doorzaak is de genadeloze land- ontginning ten behoeve van landbouw, bosbouw en de ont wikkeling van de kustgebieden. Volgens de Australische milieu- beweging wordt er jaarlijks tus- i6 sen de 660.000 en 1 miljoen hectare inheemse vegetatie ge- rooid. l De kaalslag heeft niet alleen ge- Jr volgen voor de dieren- en plan- b tenwereld, maar ook voor het je klimaat. Levende vegetatie ab- sorbeert kooldioxide, terwijl bij het verbranden van planten h kooldioxide vrijkomt. Wanneer in gekapte vegetatie op het land >r blijft rotten, ontstaat methaan, een nog giftiger (broeikas)gas j'( dan kooldioxide. In een poging om de ontbossingk teniet te doen, heeft de Australi-0 sche regering de jaren negentig JJ uitgeroepen tot het 'decennium j] sietzo pukhuizen. gpd Bomen zijn mooi. Dat vindt (bijna) iedereen. En wanneer er ergens in stad of dorp een boom ge veld moet worden en de gierende motorzagen hun werk hebben hebben gedaan, vindt (bijna) iedereen dat erg, jammer, vreselijk. Plantsoenendiensten en boswachters krijgen al tijd veel vragen en soms verwijten als er weer er gens bomen zijn gevallen. Bomen zijn mooi. En belangrijk. Het zijn zuurstofleveranciers en lucht reinigers, zij vormen de leefwereld voor veel in- sekten en vogels en stofferen onze steden, lanen, wegen, landschappen. Wat zou de wereld saai zijn zonder bomen...! Veel mensen hebben een bijzondere band met bomen. De boom voor het huis, de bomen van het plein, de Julianaboom in het park. En sommigen maken een diepgaande studie van bomen. Bomen vroeger en nu, bomen in de sym boliek, vreemde bomen, bedevaartsbomen... En een groot aantal mensen heeft een speciale rela tie met één boom. Die is ooit door haar of hem eigenhandig geplant. Op Boomplantdag. Zulke mensen kunnen zeggen: 'Dat is mijn boom... Die heb ik, twintig (of dertig) jaar geleden nog ge plant'. Boomplantdag is een begrip in Nederland. Al bij na veertig jaar nu worden overal in het land fees telijke evenementen op touw gezet rond de boom. Tegenwoordig heet dat 'Boomfeestdag', omdat het niet overal meer mogelijk is (veel) bo men te planten, onder meer door gebrek aan ge schikte lokaties. Toch blijft het erg belangrijk vooral schoolkinderen en via hen de ouders het belang van bomen, groen in de woonomge ving. bij te brengen en via die onderwerpen: het milieu. Omdat het niet zo eenvoudig meer blijkt op een goede manier een Boomfeestdag te organiseren is er een boek gemaakt door Piet Steltman en An toinette van Heek onder de titel 'Bomenfeest. Gids voor de organisatie van Boomfeestdagen'. Het is uitgegeven door de Stichting Nationale Boomfeestdag. 'Het boek is een unieke bundeling van meer dan dertig jaar ervaring met boomfeestvieringen en biedt mogelijkheden om de komende jaren in houdelijk een goede boomfeestdag te organiseren voor de in totaal 100.000 kinderen die elk jaar in Nederland aan de activiteiten meedoen', aldus de stichting. Honderdduizend kinderen. Kinderen die op school een tijdlang bezig zijn met het onderwerp: boom. Sinds de eerste Boomplantdag, in 1956, moeten er dus een miljoen of twee, drie, Neder landers zijn die meer weten van bomen of ten minste een boom(pje) met zorg hebben gekoes terd. In het leerproces van schoolkinderen kan de vor ming van milieubesef een belangrijke bijdrage zijn aan een betere wereld. Een bomenfeest geeft daaraan een bijzonder accent. Bij de presentatie van het boek Bomenfeest werd- meegedeeld, dat de 39ste Nationale Boomfeest dag gevierd zal worden op woensdag 22 maart 1995. Het thema luidt 'Grenzeloos bomen', waar mee de Stichting Nationale Boomfeestdag aan sluit op het Europese Natuurbeschermingsjaar 1995. Niet alleen een leestafel, nu ook computerschermen in de kroeg. ervaren 'berijders' van de elek tronische snelweg(en), zitten achter deze bijzondere combi natie: café-Internet, oftewel'Cy- beria'. Beiden staan door de week van 's middags drie uur tot 's nachts na middernacht klaar om beginners bij te staan bij hun eerste, schuchtere schreden op de elektronische snelweg. Er worden ook cursus sen georganiseerd om geïnte resseerden vertrouwd te maken 'Cvberia' heet het pas geopende café in het hartje van Londen. Bijzonderheid: onder het genot van een pilsje of een kop koffie met een uitsmijter kun je je be geven op het razendsnelle pad van de elektronische snelweg. In het café staan namelijk zes computerterminals die via snel le modems verbonden zijn met 'Inter voor ontwikkelde software 'Ea- synet') en met de mogelijkhe den van 'Electronic mail' (E- mail). Waarom in een café? Wel, om de toegankelijkheid van Inter net een socialer, mensvriende lijker aanzien te geven. Daar schort het blijkbaar aan. En wat is er nu mensvriendelijker dan een café? 'Cyberia', Whitfïeldstraat 39, Volgens taalkundigen zal 95 procent van de zesduizend talen in de wereld tegen het eind van de volgende eeuw bijna of hele maal zijn uitgestorven. Michael Krauss, taalonderzoeker aan de Universiteit van Alaska, waarschuwt dat het verdwijnen van inheemse talen onherstelbare schade aan richt aan de menselijke beschaving. de bevolkingsgroei. Op dit moment wordt tussen de 20 en 50 procent van alle talen al niet meer door kinderen geleerd. Het uitsterven van talen is het gevolg van territoriumverlies van inheemse volkeren, massale migratie en de wens om de domi nante wereldtalen te leren, met name En gels. Zelfs overlevende talen verliezen hun verscheidenheid doordat dialecten het af- leggen. Met het verdwijnen van talen verliest de ren, bijvoorbeeld v bepaalde geneeskrachtige planten kent, maar die kennis niet meer kan doorgeven omdat de woorden hiervoor ontbreken. Zonder kennis van de Zuidamerikaanse In diaanse talen zouden planten zoals curare en kinine nooit zo'n prominente plaats hebben kunnen innemen. Met name in Amerika is het verlies van in heemse talen verontrustend. De scheepsschroef met 'vleugels' kost een paar centen meer, maar de in vestering is gauw terugver diend. Niet alleen vanwege de reductie van brandstof verbruik met vijf procent, maar ook vanwege de gro tere trekkracht. Een ander belangrijk punt voor de scheepvaart is dat met de nieuwe schroef de trillin gen en het geluid drastisch verminderen. De scheeps schroef met eindplaten, een vinding van het bedrijf Groningen Propeller Tech nology, is nu al een succes. Wereldwijd is er veel belangstel ling voor de schroef met vleu gels. Daarom heeft Groningen Propeller Technology (GPT) BV in diverse landen patent op vin ding gevraagd én gekregen. Niet alleen in Europese landen maar ook andere landen waar belang rijke scheepswerven zijn geves tigd, zoals Japan en de Verenig de Staten. Naast het Zweedse KaMeWa maken op dit moment nóg drie fabrikanten de Groninger Karei de Jong met de door hem ontwikkelde vleugelschroef: meer trek kracht, minder geluid. foto gpd scheepsschroef onder licentie van GPT. Dat zijn het Japanse Kamome Propeller Co. Ltd. in Yokohama, Van Voorden Giete rij BV in Zaltbommel en - een van de meest prominente scheepsschroeffabrikanten ter wereld - Lips BV in Drunen. De eerste praktijkproeven zijn succesvol. Een proefvaart met een sleepboot op het Zweedse Vanermeer bevestigde de ge dachte dat de schroef met vleu gels een aanzienlijke trillingsre ductie tot gevolg kan hebben; het trillingsniveau is 50 procent minder dan van nele schroef. Schepen hebben bovendien veel minder last van geluid. Het terugbrengen van het geluidsni veau is niet alleen van belang voor defensiedoeleinden, maar kan ook zeer nuttig voor de ci viele vaart zijn, aldus directeur dr. ir. Karei de Jong van GPT BV. De wettelijke bepalingen stellen namelijk grenzen aan het ge luidsniveau. Vooral bij de zwaarder belaste schroeven komt het voordeel van de eind- platen tot zijn recht. De Groningse schroef biedt 1 meer voordelen, zoals de tien c procent meer trekkracht. Ook t het manoeuvreergedrag van het i; schip is verbeterd. Bij de Tech- nische Universiteit Delft en op het Maritime Research Institute (MARIN) in Wageningen zijn t proefprogramma's op model- schaal uitgevoerd. De Rijksuni- 1 versiteit Groningen en de Stich- tingTechnische Wetenschap- J pen (STW) in Utrecht werkten i samen om het ontwerp verder j te verfijnen. De ideale geome- j trie van de nieuwe schroef wordt berekend met behulp van j software. Ten opzichte van de normale scheepsschroeven snijdt de i nieuwe schroef als een mes door het water. De eindplaten zorgen ervoor dat de wervels aan het einde van de schroef- j bladen zo gunstig mogelijk wor den verdeeld. Daardoor wordt het verlies van bewegingsener gie in het water, het zogeheten kinetische energieverlies, tot j een minimum beperkt. Serieproduktie van de nieuwe J schroef is niet mogelijk. Voor elk nieuw schip moet altijd een eigen schroef worden ontwik keld. Ook al gaat het om sche- pen in seriebouw, dan nog krijgtj elke schroef zijn eigen specifica- In de grote groep van lijsters ge nieten de zanglijster en de me rel algemene herkenning. Daar entegen worden koperwiek en kramsvogel, eveneens tot de lijsters behorend, vaak niet her kend of kortweg maar lijster ge noemd. De oorzaak van die on bekendheid zou wel eens kun nen liggen in het feit, dat die twee hun broedgebied in het hoge noorden hebben en ons land als doortrek- en fouragege- bied gebruiken. De koperwiek heeft het formaat van een klein uitgevallen merel. Schuw zijn koperwieken niet, zodat op gepaste afstand hun bruin-rode verenkleed goed te zien is. Ze hebben een lichte wenkbrauwstreep, die bij de zanglijster ontbreekt. Vindt de koperwiek het veilig- heidswege maar beter afstand te nemen, dan worden al bij de eerste vleugelheffing de rode okselvlekken, hèt grote ken merk, zichtbaar. En daarmee wordt zijn Nederlandse naam duidelijk: onder de wieken roodkoperkleurig. Ook het Fries geeft aan dat kenmerk de klem toon: readwjok, reade lyster, reade klyster. Zelfs van de Griekse filosoof Aristoteles (384- 322 voor Christus) kreeg hij de naam 'rosse lijster'. Ja, over die naamgeving is nog al eens geredetwist. Sommige vogelaars noemen hem Turdus musicus. Turdus is een syno niem van sylva, dat bos bete kent. De toevoeging musicus heeft hij gekregen van diegenen die hem in zijn broedgebied ge hoord hebben. De thans alge meen gebruikte wetenschappe lijke naam van de koperwiek is Turdus iliacus. Daarmee wordt aangenomen dat hij eigenlijk in Mein-Azië thuis hoort. Iliacus komt van Ili um, een ander woord voor het Griekse Troje. Maar, is Klein- Azië werkelijk het woongebied van de koperwiek? Aan u het antwoord, na lezing van het vol gende. Als echte trekvogel heeft de ko- broedgebied dat het jaar ver toeft. Het broed gebied van de ko perwiek ligt in hèt" noorden van Euro- Azië. Ik heb een paar keer ge probeerd nader kennis te ma ken met hun broedgewoonten, zowel in Finland als in de Sibe rische taiga. Duidelijk is, dat de koperwiek niet een uitgesproken bosvogel is; wel maken ze graag gebruik van beschutting en veiligheid die bomen en struiken kunnen bieden. In Finland, waar ruime berkebossen rond de langste dag ook 's nachts licht zijn. is de koperwiek een algemeen voor komende vogel. Ook in de lage struikbegroeiing van de taiga, in Siberië, vindt de koperwiek voedsel en nestgelegenheid. Zodoende weten we niet zeker of de talrijke vluchten koper wieken, die van september tot december ons land passeren, ook uit het Aziatisch gebied ko men. Wel weet ik zeker dat ze ook naar zuid-oost Azië trekken. In Pakistan zag ik veel koper wieken in hun winterverblijf bij het grote Haleighi-meer. Hun toevlucht voor de winterse kou vinden ze in Europa in ons land en zuidelijk tot en met Spanje. Niet duidelijk is, waarom som mige koperwieken zich van de grote zwerm afscheiden en dan op eigen gelegenheid een win- terplekje zoeken. In hartje win ter dwalen nog enkele groepjes koperwieken in onze streken rond. We zien ze dan, net als spreeuwen, op de grasmat van parken en bolwerken, hippend (niet lopend) op zoek naar re genwormen en kevers. Zijn die niet meer te vinden, dan komen ze naar de rand van het park tot bij onze woonhui zen, om zich te voeden met de bessen van de hulst en de vruchtjes van de meidoorn, als die er nog zijn! De grote groe pen koperwieken zijn dan veel zuidelijker, tot aan het Middel- landse-Zeegebied toe. Zodra de winter plaats maakt voor lenteweer, keren ze terug. Alvorens hun broedgebied op te zoeken, versterken ze hun krachten in onze voedselrijke gebieden, om dan eind april, begin mei, in hun broedgebied in de noordelijke delen van Eu ropa en Azië voor nieuw leven te zorgen. In het najaar daarna zijn ook de jonge koperwieken in staat de vlucht zuidwaarts te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 14