Allende baart zich autobio Vader dempt geluk vakkundig Oblomov en de hoogste vorm van zorgeloze gelukzaligheid Met een ventilator en vlieg in China Boeken Thrillerauteur Fyfield houdt Britse faam hoog 5 Tweemaal rood is bedrog J. DONDERDAG 2 MAART 1995944 thriller recensie koos post Frances Fyfield, Schuldvraag. Uitgeverij De Arbeiderspers, 34,90. Als je thriller-liefhebbers zou vragen de namen van een aantal vrouwelijke auteurs te noemen, tien tegen één dat enkele Britse schrijfsters hoog op de lijstjes zouden komen te staan. In het misdadige ge nre hebben de Engelse schrij vende dames altijd hun man netje gestaan. Met Agatha Christie als de onbetwiste nummer één. Vandaag de dag - bijna twintig jaar na haar dood - worden haar boeken nog altijd grif verkocht. Maar ook Ruth Rendell - door haar uitgever hardnek kig als de beste thrillerschrijf ster van Engeland geëtaleerd - heeft een grote bijdrage ge leverd aan de gevestigde faam van de Britse misdaadroman schrijfsters. Haar vaak wat complexe, maar meestal erg menselijke en gevoelige ver halen hebben vele spannende en intrigerende televisiestuk ken opgeleverd, die o.a. de naam van politie-inspecteur Wexford tot gemeengoed bij het grote publiek hebben ge maakt. Maar met die twee ge noemde namen ben je er nog lang niet. Neem P.D. James. Zij maakte de flegmatieke in specteur Dalgliesh tot een overbekende persoonlijkheid. En dan heb je Ellis Peters. Ze had aanvankelijk maar matig succes met detectiveverhalen over de familie Felse. Maar daarna kwam ze op de prop pen met kostelijke middel eeuwse misdaadromans, waarin een amateurspeurder (broeder Cadfaël) tussen het schofffelen van de klooster tuin door moorden ging op lossen. De televisiepresen tatrice Sarah Dunant ontpop te zich ook als een vlotgebek te vertelster van verhalen, waarin zij een kwikzilver-ach- ^ig^joumalist^^^Jioofdro^ liet vertolken. En nog niet zo lang geleden las ik een ge makkelijk geschreven hoék van Linda Davies. Zij liet daarin een knappe jonge vrouw infiltreren in de mafia, die het had gemunt op de banken in het Londense fiJ nanciële centrum. Uiteraard halen (of haal den) niet alle hierboven ge noemde Britse schrijfsters hetzelfde hoge niveau. Er is verschil in kwaliteit. Maar het is en blijft een feit, dat die vrouwelijke Engelse thrille rauteurs met elkaar in de loop van jaren een ijzersterke re putatie hebben opgebouwd. En ze hebben inmiddels ver sterking gekregen van Fran ces Fyfield. Ook een vrouw met een vlijmscherpe pen. Een stralend talent dat waar schijnlijk met Ruth Rendell zal gaan uitmaken wie de nieuwe Engelse koningin van de misdaad zal worden. Haar karakters hebben een grote mate van levensechtheid. Zë overtuigt met een altijd pak kend plot. Dat was het geval in de vièr titels die De Arbeiderspers' in de voortreffelijke Crime de la crime serie-eerder uitbracht. Maar dat was ook al zo in haar debuutroman Schuld vraag, die echter nu pas in het Nederlandsis verschenen. Een ongewoon maar fascine rend verhaal over een outje verbitterde vrouw, die andö- ren tot moord aanzet en zelfs na haar arrestatie vanuit de cel nog moorddadige macht kan uitoefenen. Tegenover haar verzuurde levensvisie zet Frances Fyfield de ontluiken de gevoelens van de jonge of ficier van justitie Helen West en de geharde politieman Ge offrey Bailey. De schrijfster houdt er wel wat ingewikkel de zinsconstructies op na. Derhalve is ze niet altijd even gemakkelijk te volgen. Maar wie er de aandacht bij houdt, kan volop genieten van haar spitvondigheid, spitsheid en kunde. boeken recensie bert kuipers tn« Isabel Allende, Paula. Uitgeverij Wereldbibliotheek, 45, ur I J Je houdt het niet voor mogelijk, maar de vergelijkingen zijn van haarzelf: voor de Chileense bestseller-auteur Isabel Allende is schrijven hetzelfde als borduren, breien of ;e li baren. Je was er al bang voor en na lezing van haar zesde tranentrekker Paula, die - ■00 net zoals dat met Het oneindige plan en Het huis met de geesten het geval is geweest - de 0(1 rest van dit jaar wel op het lijstje van meest i verkochte fictie zal blijven voorkomen, weet [je het zeker; Allende schrijft niet alleen als ■een kip zonder kop, ze weet daarenboven niet eens 'hoe en waarom' ze schrijft, lees: j breit, borduurt of baart. 00 Haar boeken ontstaan niet in haar hoofd, nee - godbetert - ze groeien in haar buik. r i Het zijn grillige schepsels rnet een eigen le ven, nooit te beroerd om haar 'een loer te draaien'. Ze beslist zelf ook niet over het onderwerp; o nee, het onderwerp kiest haar uit. En dan kan het gebeuren dat ze zich he lemaal autobio baart met als resultaat het 450 bladzijden durende mongooltje Paula Tja, wat wil je ook als de conceptie van een boek een soort onbevlekte ontvangenis is, althans zo lees je, als je het ten minste tot blz. 381 van deze draak hebt kunnen vol houden. Schrijven acht Allende daar een openba ring zelfs, die haar deelachtig wordt tijdens een spiritistische seance, waarbij de muzen gelokt worden door brandende kaarsen, bloemen op de schrijftafel en 'de complete werken van Pablo Neruda' onder de com puter in de hoop dat die 'door osmose' voor inspiratie zullen zorgen. Met een geheime ceremonie bereidt ze vervolgens haar 'geest en ziel' voor om in trance de eerste zin te ontvangen. Op deze manier gaat er een deur open en wordt zij in staat gesteld 'een blik te werpen op de wazige contouren van het verhaal dat aan de andere kant op haar wacht'. Het voert te ver om de ergste van alle enormiteiten uit dit boek hier te vermelden. Geef mijn portie maar aan Fikkie. De tenen zijn mij intussen toch al krom gegroeid van ergernis om de vermorste tijd die in de le zing van dit aloude gat in de levensliede- renmarkt is gaan zitten. Zei Gerrit Komrij niet dat er een hang is „om alles wat er maar op lijkt literatuur te noemen, ook het knip - en plakwerk van de krukken, het pseudo-kinderlijk gestamel van artistieke- lingen, het hoge toontje van copywriters en kunstgrossiers, het machteloze schrijf- maar-wat-je-te-binnenschiet van school kinderen, huismoeders en arbeiders die - 'omdat creativiteit zoiets moois is' - in kunstzinnige workshops poëzie vervaardi gen, aangezien ze verder de dag toch niets om handen hebben. Voor zulke mensen zijn er kruiswoordraadsels en raffia mand jes. Toch roepen ze een interessante vraag op: is slechte literatuur óók literatuur?" -oej Rasverteller Van der Linden stopt te veel trucjes in roman foto cees zorn boeken recensie wim vegt Gerry van der Linden, Wind. Uitgeverij Nijgh Van Ditmar, 29,90. Gerry van der Linden publi ceert, na enkele dichtbundels, nu haar eerste roman, Wind. Het is het verhaal van Mol, een vrouw die terugblikt op haar jeugd. Die is bedorven door een op macht beluste, alcoholische vader en een machteloze moe der die redt wat er te redden is. Ieder kind in het gezin heeft z'n eigen overlevingsstrategie. In korte episoden worden we geïn formeerd over de pesterijen waarmee de vader op ieder be gin van gezinsgeluk zijn dom per weet te zetten. Pa verziekt de vakantie op de camping, be derft een schoolbal, knipt de snaren van een gitaar door en trapt een door Mol zelf verdien de Solex in elkaar. Gelukkig is hij zakenman dus veel op reis en 'het huis wordt licht en vro lijk als hij er niet is'. Korte scè nes kinderverdriet in een pas sende stijl: korte, rake zinnen met 'mama' en !hij', als in een boeiend kinderboek. Mol heeft wel wat van dat montere van Madelief. Tussen die vertellingen door staan briefachtige dagboekfrag menten, waarin de volwassen Mol terugblikt op het leven met haar gestorven geliefde. Een al weer alcoholische, maar verder fascinerende man, die hoe on grijpbaar ook, haar hevigste hartstocht weet los te woelen. De kennismaking, de wanhopi ge poging een gezinnetje te we zen met een moeilijk kind, zijn dood door verstikking, een overmaat aan rampspoed en overlevingskunst. Een deel van deze gebeurtenissen is weer in andere passages verteld, die 'Weerhaantje' getiteld zijn. Het lijkt me niet prettig als de uitgever op de achterkant van je boek vermeldt 'dat ze het vertel len echt in de vingers heeft'. Toch is dat de kwaliteit van de ze met zichtbare moeite tot stand gekomen 'roman' van 150 bladzijden met veel wit. Dat er, naast alle gelaagdheid, ook ver téld wordt. Waarom, waartoe al die lagen tijd, verteller, tempe rament, al die onderbrekingen met lyrische ontboezemingen, ge'dichten zelfs? Maar waarom, vraagt de lezer, die loyaal heeft doorgezet, alles heeft verdragen. Ontroering wordt toch niet ge wekt door het vertonen van ro mantechnische kunstjes? Van der Linden kan vertellen, in een laconieke, puntige stijl. Dat is haar kracht. Waarbij de zuivere pathetiek vanzelf volgt. Zoals in de slotscène, als haar kind 'Ik hou niet van jou' zegt. 'Ik ook niet van jou!' kaatst ze terug. En zo vreselijk moeten ze lachten. Om zoveel hard, gemeen liegen boven op het overslijtbare kleed van de lief de.' Dat is pas een variant op het 'me too' van de supermarkt. Verdomme, denk je dan, ver tél, mens! OlegTabakov als Oblomov in de gelijknamige film van Nikita Michalkov uit 1980. recensie nico keuning Ivan Gontsjarov, Oblomov. Vertaling: Ar thur Langeveld Uitgeverij Veen, gebon den 65,-. Een slechte jeugd is een goud mijn voor een schrijver, maar voor Ivan Gontsjarov (1812- 1891) vormt zijn mooie zorgelo ze jeugd de bron die hem inspi reerde tot het schrijven van Oblomov. Onlangs verscheen er een nieuwe vertaling van dit mees terwerk van de hand van Arthur Langeveld, die met deze verta ling een knappe prestatie heeft geleverd. Hij weet in de uiteen lopende situaties tussen knech ten, boeren, keukenpersoneel, landheren en aristocratische ge liefden met de juiste woorden de goede toon te treffen. Oblomov wordt algemeen ge zien als de nietsnut, de luiaard die de hele dag in zijn bed ligt en zijn knecht Zachar uit scheldt, eet, wodka drinkt, een meester is in het uitstellen van plannen en voor wie de hoogste graad van dadenkracht bestaat uit het zich in zijn bed op zijn andere zijde draaien. Dit is een vertekend beeld van Gontsjarovs hoofdpersoon Ilja Iljitsj Oblomov, van wie je die per en dieper het boek binnen dringend overigens steeds meer gaat houden. Karei van het Reve heeft al in zijn Geschiedenis van de Russische literatuur opge merkt dat Oblomov aan het be gin van het boek in één ochtend zo'n zes mensen ontvangt. Maar ook Oblomovs jeugd en zijn liefdesgeschiedenissen zijn alles behalve apathisch of let hargisch. Op de eerste bladzijde van het boek wordt Oblomov in een huis in St. Petersburg geïntro duceerd als een man van 'onge veer twee-, drieëndertig jaar oud'. Hij heeft dan een 'norma le' jeugd achter de rug, die via flash backs aan de lezer wordt onthuld. In deze jeugdbeschrij- vingen is veel van het leven van Ivan Gontsjarov terug te vinden. Zeker diens prille jeugd in een stille stad aan de Wolga, waar zijn familie een complex be woonde van huizen, schuren, stallen, eigen paarden, koeien en kippen en een menigte be dienden. Dit paradijs keert in de roman terug als Oblomovka. Oblomov- ka vormt de kern van het leven van 'onze held': de hoogste vorm van zorgeloze gelukzalig heid. Voortdurend wil Oblomov deze staat van geluk ervaren. Al les wat hem in zijn leven geluk kig maakt houdt verband met zijn verleden. Daarom leeft hij in het boek op als hij via zijn jeugdvriend Andrej Stolz in contact komt met Olga. Oblomov wordt ver liefd en zindert van energie. De hartstocht maakt het geluk in hem wakker dat hij ervoer in Oblomovka. De liefde tussen Olga en Oblomov wordt echter in de kiem gesmoord. Olga zal met Stolz trouwen. De hartstocht in deze roman doet denken aan die in Mada me Bovary van Gustave Flau bert. Evenals in Madame Bo vary lopen er in Oblomov aller lei nevengeschiedenissen. Er is sprake van enkele liefdesge schiedenissen, oplichterij en ge doe rond Oblomovs landgoed buiten Petersburg. Er lopen vele parallellen door het verhaal. Deze lijnen komen samen in het sublieme en ont roerende vierde en laatste deel, waarin het leven van de twee karakterologisch zo tegengestel de vrienden (Oblomov en Stolz), beiden getrouwd, aan el kaar worden getoetst. Het ver haal eindigt op klassieke wijze. Stolz loopt met een 'schrijver' door Petersburg. De schrijver vraagt zich af hoe iemand bede laar wordt. Zij spreken er een aan... Zachar! Na de dood van Oblomov is hij aan lager wal ge raakt. De laatste zin: 'En hij ver telde hem wat hier geschreven staat.' Dat moet u lezen! ;ahte Leidse uitgever op Internet leiden Informatie over de boeken van Menken Kasander Wig- man is voortaan te vinden op Internet. Het Leidse bedrijf is daarmee één van de eerste uitgeverijen die gebruik maakt van deze internationale databank voor computerbezitters. Via de homepages van XS4ALL onder het kopje 'menken' is informatie 154, te vinden over alle uitgaven, nieuwe titels die op stapel staan en Q 2bij voorbeeld auteurs uit het fonds van Menken Kasander I Wigman. Ook is het mogelijk om via Internet een paar pagina's nie( uit een boek te lezen. De nog jonge uitgeverij is-gespecialiseerd in moderne uit het Spaans vertaalde literatuur en vertalingen van de 19de eeuwse Engelse literatuur. Speciale Bijenkorf-uitgave van Reve ag. boeken ie recensie. hans warren Gerard Reve, Op zoek. Exclusieve Bijen korf-uitgave, 5j. De Bijenkorf houdt in maart traditiegetrouw een Literaire Boekenmaand en daarbij hoort j ook de uitgave van een novelle van een bekende schrijver. Dit- maal wist het warenhuis Gerard Reve te strikken. Op zoek is ty- ;l°" pisch Reve. Die plechtstatige, oubollige stijl, talloze malen het woord 'zoude', 'weder' - nie- I mand schrijft heden ten dage nog zo, hoogstens iehiand die Reve zou willen persifleren. Maar verder gebiedt eerlijkheid te zeggen dat Op Zoek wel erg saai en zouteloos is met een verward plot en een hoogst on- bevredigende afloop. Het doet eerder denken aan een opzet tot iets groots dat Reve nooit vol- 30j tooide dan aan een zelfstandige, 1 afgeronde vertelling. Arthur Huisman, aardrijks kundeleraar, 32 jaar, is op weg naar een lezing over paranor male verschijnselen in zijn woonplaats. Alleen, want zijn vrouw heeft geen belangstelling voor occulte zaken. De lezing blijkt niet door te gaan, de spre- ker heeft op het laatste moment afgezegd. Maar Huisman ont moet in het zaaltje een aantrek- I kelijke jongeman die hem in een soort trance toebrabbelt: „U wordt bedrogen. .Het is er nog niet, maar het komt. Het is 5, al onderweg. Rood. Het is met rood. Als rood, twee maal. Het 30, komt naar u toe. Het is al on- derweg". Op de terugweg pas- ggert een rode auto hem met bestuurder stopt bij Huismans woning, stapt uit en wordt zon der bellen binnen gelaten. Tot zover intrigeert het verhaal nog wel een beetje. De schrijver heeft zich namelijk in zo'n moeilijk parket gebracht dat je je afvraagt: hoe redt hij zich hieruit, dit wordt een tour de force, spannend. Niets daarvan. Reve redt zich er niet uit. Zijn hoofdpersoon maakt zelfs nauwelijks toespe lingen op de merkwaardige be zoeker van zijn vrouw. Dan volgt er nog een vaag, kennelijk 'helder en mysterieus' bedoeld hoofdstuk over de eerste ont moeting tussen Arthur en Mag- da. Zo banaal en irrelevant dat je je verbaast: had Reve zelf niet in de gaten dat dit beneden de maat is, zeker in vergelijking met zijn eigen beste werk? Andere speciale Bijenkorf boekenmaand-uitgaven zijn 'f Gonst waarin Ileen Montijn de geschiedenis van het 125 jaar oude warenhuis uit de doeken doet 39,50). Maria Heiden stelde De schrij versmarkt, of een schrijver is ook maar een mens samen, een bundel cartoons en verhalen van schrijvers in hun strijd om de dagelijkse boter ham 15,=). Ook verscheen Eene wandeling door den Bijen korf, een fascimile heruitgave uit 1970 met afdrukken van ou de Bijenkorf-advertenties uit de periode 1914-1930. In de Am sterdamse vestiging is op zater dag 25 maart een schrijvers- markt van 14.00 uur tot 17.00 uur met als gasten auteurs als Midas Dekkers, Yvonne Kroonenberg, Marcel Möring, Gerry van der Linden: verdomme mens, vertel. Bettine Vriesekoop schrijft 'memoiresover haar trainingsstages in Peking boeken recensie letty stam Bettine Vriesekoop, Heimwee naar Peking. Nederlandse Sportbibliotheek, uitgeverij Thomas Rap. 20,=. Nee. Niet doen. Niet van genieten. Streng en geluidloos spreekt Bettine Vriesekoop zichzelf toe. Het is 1980 en ze staat bovenop de Chinese muur. Dat was toen vrij uitzon derlijk voor een westerling maar Vriesekoop mag van zichzelf alleen maar denken adn tafeltennis. Ze vertelt dit in Heimwee naar Peking een uitgave van de Nederlandse sportbibliotheek. Het is vast niet de bedoe ling van uitgevers Thomas en Lotte Rap maar dit deel bevestigt me weer in mijn vooroordeel dat sport niet gezond is voor de mens. Vriesekoops nieuwsgierigheid over die muur wint het overigens van bal en bat. Het is wel Pfn duidelijk voorbeeld hoe sport ongesteld is geweest. En dan de manier waarop de topsportster zich afbeult. En laat afbeulen. Vriesekoop schrijft over Gerard Bakker die haar vanaf haar dertiende traint en ontkent dat ze talent heeft. Op zich al merkwaardig om zo'n iemand los te laten op een kind. En Vriesekoop blijkt niet zijn enige slachtoffer. Over haar trainings maatjes van toen schrijft ze: „De een was in wanhoop gestopt met tafeltennis, een twee de was de zelfmoord nabij geraakt. Nie mand had volhard, Bakker had een ravage achtergelaten. Zonder het zelf te beseffen." Vriesekoop heeft het nog vaker over Bak ker maar Heimwee naarPekingis vooral het verhaal over twee perioden die ze in die stad doorbracht om te trainen. In 1980 was China nog zo gesloten als wat. Elf jaar later merkt Vriesekoop met spijt dat het land al aardig is verwesterd. Ping pang quo, zoals de Chinezen tafeltennis noemen, is in 1991 niet langer volkssport nummer één. Basket- verdrongen. En studenten noemen zich Mi chael en Joyce. Bij alles wat Vriesekoop be schrijft, de verschillen die ze noemt, zie je de 'plaatjes'. Het leven aan de top is eenzaam. Vriese koop is wel heel eenzaam in China. Als 18- jarige zit ze in een zelfbetaald, kaal, klein hotelkamertje met als enig gezelschap een vlieg en ventilator. Haar Chinese trainer is nog meedogenlozer dan Bakker. De andere tafeltennissters spreken nauwelijks Engels. Elf jaar later gaat het stukken beter met de talenkennis van de Chinezen en heeft Vries ekoop een nieuwe sponsor die haar verwent met Chablis, garnalen, een luxe hotelsuite en vooral, aandacht en warmte. Ze is veran derd van een naïef kind van 18 jaar tot een vrouw die snapt dat er meer is dan tafelten nis in dit leven. Heimwee naar Peking is een onopgesmukt verslag van binnenuit over topsport, een land en een mens in verande- Vriesekoop als jonge hond. foto archief Een oudere en wijzere Vriesekoop in 1991archieffoto anp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 13