Vechten met de Rijn Het stroomgebied van Maas en Rijn Twee extreme uitbarstingen van Rijn en Maas. Zwakke dijken, ondergelopen huizen en honderdduizenden evacués. De overvloedige regenval van december 1993 en januari dit jaar sloeg paniek en bezorgdheid los, en mobiliseerde bestuurders in Rijn- en Maasoeverstaten. 'Maas-ministers'praten overeen grensoverschrijdende aanpak van wateroverlast. Ambtenaren uit beide stroomgebieden maken afspraken vooreen internationaal alarmeringssysteem. En in maart praat de wereld in Berlijn over het veranderende klimaat. Zullen we steeds vaker op de vlucht moeten voor water? In een tweetal artikelen belichten wij de stroomgebieden van de gewraakte rivieren. Terug naar de bron. Als eerste aflevering: onderneming de Rijn. I I II I III I'll III III M ZATERDAG 25 FEBRUAR119 S3 ZWITSERLAND Tschamut< EEB3BB'- GP0-c«phte R s Bron; Rijkswatere»11 De bron van de Rijn bij Tschamut. In een donsbed v een beekje zijn weg naar beneden. Daar waar de weg ophoudt, gaat het linksaf omhoog. De sneeuw in. Vanuit het laatste huis schudt een vrouw afkeurend het hoofd. Laag- landers in de Zwitserse bergen. Op zoek naar de bron van de Rijn. Meters sneeuw, lawine gevaar, geen mens te bekennen. Boven, op 2345 meter hoogte, ontspringt de Vorderr- hein in het Tomameer. In een donsbed van sneeuw zoekt een beekje zijn weg naar bene den. Een bergmassief oostelijker, huppelt de Hinterrhein de hellingen af. Stroompjes kab belend water, een sprong breed, op weg naar de Noordzee, 1320 ldlometer verder. De Müllers hebben bijna elke kilometer ge zien. Ze wonen in het eerste huis aan de Rijn, in het gehucht Tschamut. Nieuwsgierig naar het verloop van het beekje in de 'voortuin' besloten ze bijna dertig jaar geleden tot een reis naar de monding van de Rijn bij Hoek van Holland. Tot Basel ging de tocht met de auto, daarna met de boot. „Vier dagen heen, en vijf dagen terug", herinnert mevrouw Müller zich. 'Traumhaft', was het geweest. Maar voor 'de mooi' kunnen we beter blij ven, bij haar, in hotel Rheinquelle. „Hier is de Rijn op z'n mooist, schoon en klein." Enkele kilometers verderop al bepalen ste nen oevers de route van de Vorderrhein. Au to's en elektriciteitscentrales overstemmen het eenzame geluid van kabbelend water. Het beekje wordt beek en zwelt aan tot rivier op het punt waar Vorder- en Hinterrhein sa menkomen. Achter de slotdeur in Reichenau buldert een stem. Het is de slotheer zelf die open doet, herr Tscharner. De tijd van bedienden is lang voorbij. Tscharner moet alle zeilen bij zetten om het ruim driehonderd jaar oude slot te onderhouden. Konden zijn voorvade ren eenvoudigweg leven van de tol die moest worden betaald om de Rijnbruggen over te gaan, Tscharner verdient de kost met wijn. „Die erste Wein am Rhein." De mouwen op gestroopt, de buik rond en de broek op hoog water verhaalt hij over zijn rivier. „We heb ben hier wat overstromingen gehad. Comple te bruggen zijn door het water weggerukt." Hij wijst naar beneden, waar de Rijn kalm en diep onder de bruggen door stroomt. „Wij hebben alleen kans op hoog water in de zo mermaanden, als de sneeuw gaat smelten en het water in stromen van de bergen gutst. Als het dan ook nog lang en veel regent, worden bomen ontworteld en door de stroom mee gevoerd. Vroeger, toen de rivier nog over het dal uitwaaierde, was dat niet zo'n probleem. Maar nu de Rijn in een kanaal geperst is om dat mensen zonodig in het dal moesten wo nen, betekent veel water schade: kapot gesla gen oevers, aangetaste parketvloeren en keu kens. Niet de natuur, maar wij zelf hebben dit alles aangericht. Ik vind het heel verve lend voor die mensen in Nederland hoor, maar wie gaat er nu beneden de zeespiegel bouwen?! Hier in de bergen heb je lawines. Niemand die het in zijn hoofd haalt om daar te gaan wonen. Wie ruimte neemt van de na tuur, moet vroeg of laat daarvoor de tol beta len. Het klinkt wreed, maar het is eigenlijk goed dat zulke rampen gebeuren. Dan beseft de mens weer eens dat hij niet alles beslist en hoe nietig hij is." In oplossingen gelooft Tscharner niet, want de mens keert nooit op zijn schreden terug. Plannen Zeven kilometer stroomafwaarts ontvouwt ambtenaar Oesch van de gemeente Felsberg met trots de plannen om overstromingen te gen te gaan: plannen om fouten te herstellen. De Rijn langs Felsberg is net een kanaal. Sinds de bouw van een stuwdam voert het water ook geen grind meer mee. Bij hoogwa ter gaat de dam open om te voorkomen dat hij bezwijkt. Alles wat is tegengehouden komt dan met dubbele kracht naar beneden. Modder, bomen en stenen slaan beddingen en oevers kapot. Alleen de reparatie van de kades kost al twee miljoen gulden. De ge meenten Felsberg en Chur zien geen andere oplossing dan land terug te geven aan de ri vier. Een stukje althans. In plaats van vijftig, wordt de Rijn over enkele kilometers hon derd meter breed. Nevengeulen, eilandjes en bomen, moeten de stroomsnelheid van het water in de rivier vertragen. Daardoor zullen de kades bij hoog water niet meer wegspoe strofe i: De waterval bij Schaffhausen. Het is het eerste Rijnwater FOTO'S OPD HENRIETTE GUEST 'Wie ruimte neemt van de natuur moet daarvoor de tol betalen' len. „Volgend jaar zomer is het projekt klaar. Het is een voorbeeld voor heel Europa", meent Oesch. Als grens met Liechtenstein stroomt de Rijn door naar het immense Bodenmeer tus sen Duitsland en Zwitserland. Ook hier heb ben ze deze winter geen hoog water gehad. De peilstok naast de pier van Konstanz staat op laag. Pas als de sneeuw in de Alpen gaat smelten stijgt het water in het meer. Maar vluchten voor het water hebben de bewoners van de op palen gebouwde stad nooit ge moeten. Een Duitse hoogleraar meent dat voor Konstanz de schone taak is weggelegd Duitse steden voor wateroverlast te behoe den. Een grote dam zou het water in het Bo denmeer tijdelijk moeten tegenhouden. Maar geen autoriteit in Konstanz die het plan seri eus neemt. „De Bodensee vertraagt de water afvoer al. Meer vertraging heeft geen zin. Het vele water in Duitsland en Nederland in de winter komt niet van de Rijn, maar van zijri vieren in Duitsland", weet R. Bachle van de scheepvaartdienst. Het Bodenmeer blijft zoals-ie is. Althans voorlopig. „Het meer zal op termijn niet meer bestaan omdat de Rijn drek, hout en stenen meevoert die het Bo denmeer doen dichtslibben. Maar het is 260 meter diep, dus het kan nog wel even. Veer tienduizend jaar om precies te zijn." Even na de Bodensee bij Schaffhausen, dendert de Rijn met veel kabaal over 150 me ter breedte 23 meter naar beneden. Het is het eerste Rijnwater waarvoor mensen betalen om het te zien. Een bulk water draait om rond geslepen rotsen, valt, kolkt en zwiept op in kleine druppeltjes die bij zonnig weer voor een permanente regenboog zorgen. Na veer tig jaar souvenirshop vindt Frau Linder de oude waterval nog altijd even indrukwek kend. „Zolang ik hier werk zijn de kijkterras- sen en balkons nog nooit gesloten geweest. Ook niet in 1965 toen er 1250 kubieke meter water per seconde naar beneden stortte; nu is dat 375. Je wordt gewoon wat natter." Op weg naar Basel hebben we nog geen dijk gezien. Het zijn niet meer dan stenen ka des die de Rijn in bedwang houden. De rouwranden tegen die kades zijn verdwenen. De Rijn is niet langer het riool van Europa. Er was een ramp nodig om het tij te keren. Na de brand in '86 bij het chemische bedrijf San- doz in Basel, dreven vissen in Zwitserland en Duitsland dood op de rivier. Honderden kilo meters verderop, in Nederland, legden water vlooien het loodje. De vijf rijnoeverlanden besloten tot actie en nog geen tien jaar later is de waterverontreinig met meer dan de helft, tot soms zelfs negentig procent, terug gebracht. In de rivier groeien weer planten en er leven diertjes die twintig jaar zijn wegge weest. Als ook de beloofde visluiken in dam men en stuwen zijn gebouwd, spartelt over enkele jaren weer zalm stroomopwaarts. Tussen Basel en Worms wordt de zalm nu nog gestopt door vijftien stuwdammen. Het is het lelijkste traject in het hele stroomge bied van de Rijn. Rechte wegen langs kaars rechte waterwegen. Geen rivier, maar een 280 kilometer lange keten van stuwmeren. Technisch een hoogstandje, maar een ramp voor de natuur. Vorige eeuw nog waaierde de Rijn hier vier kilometer breed uit. Scheep vaart was nauwelijks mogelijk. Het stroomge bied boven Basel was één groot moeras met insectenplagen en dodelijke ziektes als tyfus en malaria. De hoofdstroom van de rivier werd als grens tussen Frankrijk en Duitsland beschouwd. Omdat de stroom steeds een an dere route nam door het dal, lagen dorpen het ene jaar in Duitsland en dan weer in Frankrijk. De Duitse ingenieur Tulla kreeg de opdracht de natuur te ordenen. In 1880 was het stroomgebied van de Rijn teruggebracht van 1400 naar 850 vierkante kilometer. Langs het rivierbed werden dijken gebouwd en vanuit de bergen trokken mensen naar het dal. Na de eerste wereldoorlog werd de Rijn nog eens 130 vierkante kilometer stroomge bied ontnomen toen de Fransen voor scheepvaart en energiewinning een kanaal groeven, parallel aan de Rijn. Het Rijnwater is nu in zo'n smal keurslijf geperst, dat het dubbel zo snel (in dertig uur) Karlsruhe haalt. Volgens het Duitse instituut voor waterkunde veroorzaakt dit traject tien procent meer hoog water. De verstedelijking van Zwitserland en Duitsland zou goed zijn voor nog eens tien procent. Grond met daar in bomen houdt het water nu eenmaal langer vast dan grote plakkaten asfalt. Zelfs de trot toirs in Zwitserland en Duitsland zijn geasfal teerd. De invloed van deze verstedelijking en kanalisatie is niet grenzeloos. Eenmaal in Ne derland zijn de effecten voor een belangrijk deel verwaterd. Door menselijk toedoen wordt sinds 1955 3,8 procent meer water bij Lobith aangevoerd. Nieuw recept De ogen van Karl Frick en Reinhard Winter spuwen vuur. Ze hebben Shell uit de uiter waarden kunnen weren, BASF en Hoechst. Ze hebben gedemonstreerd tegen de komst van een sneltrein en een kerncentrale. En nu zouden ze 15 vierkante kilometer uiterwaard moeten afstaan aan de Rijn? Land waar sinds 1423 geen water is geweest, waar enkele hon derden mensen wonen en rusten op het kerkhof? Het dorpje Trebur in de deelstaat Hessen ligt op de tekentafel en de bevolking is razend. Nu moeten ze vijftien minuten lo pen om de Rijn te zien. Als de papieren plan nen doorgaan, staat het Rijnwater straks aan de voordeur, omzoomd door een meters ho ge dijk. 'Fliesspolder' heet het nieuwe recept tegen wateroverlast en Trebur is proefkonijn. Het idee is simpel: geef een stuk land (met oer bos) terug aan de rivier. Bouw er dijken om heen, maar laat de 'deur' met de rivier open zodat het water blijft stromen en de natuur niet verdrinkt. Op die manier willen Duits land en Frankrijk het een beetje goed maken met de Rijn. Zoals twintig jaar geleden met de inmiddels ouderwetse 'Taschenpolders', waar weinig van terecht is gekomen. In 1975 al hebben Duitsland en Frankrijk beloofd een vijftiental waterbekkens aan te leggen die sa men 226 miljoen kuub water kunnen bevat ten. Frankrijk heeft bijna aan zijn verplichtin gen voldaan. Maar in Duitsland wil het maar niet vlotten. De deelstaat Baden-Württem- berg heeft nog niet de helft van het beloofde volume gebouwd, en de deelstaat Rheinland Pfalz is in twintig jaar tot helemaal niets ge komen. Zelf hebben de deelstaten geen last van overstromingen, benedenstrooms is de nood hoog. Nog voordat oude afspraken zijn nageko men worden nieuwe gemaakt. Trebur is vol gens het WNF een uitgelezen plek voor een fliesspolder. „Trebur kan Koblenz en Keulen ontlasten. Bij hoog water kan dat dertig tot zestig centimeter schelen", aldus Rüdiger Braun van het WNF. Nederland doet er vol gens hem verstandig aan mee te betalen aan de investeringen in Duitsland „omdat u er baat bij heeft en zelf te dichtbevolkt bent om grote vlaktes onder water te kunnen zetten." De tienduizend inwoners van Trebur vrezen dat de polder hen hoog grondwater bezorgt en natte kelders. Maar eerst en vooral zijn ze niet aan de beurt. „De Rijn is een onderne- be ming. Baden Württemberg heeft een greepf^ de kas gedaan en moet eerst haar schuld lossen. Als je boven in de beek spuwt, dan je beneden toch ook niet drinken?" En K blenz en Keulen kunnen verdrinken? „Keu! wil aan de oever bouwen en ons waterbt kens aan laten leggen. Het moet eens afge pen zijn met die huizen aan de rivier!" Bra haalt de schouders op. „Ach, dat zwartgalli dorp in Hessen. De mensen reageren er leen nog emotioneel." Vanaf Mainz, waar de gelijknamige riv de Main samenstroomt met de Rijn, kom de eerste klachten van wateroverlast, klaagzang zwelt aan in Koblenz als ook overvolle Moezel aanhaakt. De gigantisc waterstroom van de zijrivieren maakt de rr jarden kostende waterbekkens in de Bove rijn bespottelijk. Te meer omdat het sluit en openen van de bekkens heel nam tert. „Als men de bekkens wil inzetten mensen benedenstrooms te beschermt dan zijn voorspellingen nodig voor vijf, dagen. Nu kunnen we nog slechts 36 u vooruit kijken. Alle kleine beetjes helpen tuurlijk, maar tegen hoog water als dit kun eigenlijk niets uitrichten. Ons gedrag tege over de rivieren moet veranderen. De c< iet het hoge water, maar het feit liet weg kunnen", aldus hydrolo Engel van het Duitse instituut voor i kunde, waar sinds 1930 2,6 procent neerslag is gemeten. Tussen Bingen en Koblenz is geen pl; meer voor waterbekkens en polders. Tei den van het Taurusgebergte is ruimte romantiek. Kastelen op rotsen, pastelkleurii huizen aan de oevers. Hier wordt de Rijn vt kocht met bootreisjes, honderden s Rijnwijn en natuurlijk de Lorelei. Voorzicht manoeuvreren rijnaken om de vervaarlijl rots, die tientallen schepen in het verledt heeft doen vergaan. „Ich weiss nicht, es bedeuten dass ich so traurig bin", dicht Heinrich Heine de verleiding toe. 'Een langs de Rijn', brult de hedendaagse t heel wat liederlijker. In Koblenz en Keulen staan de hoogste terstanden als een attraktie op mure fés en restaurants gekalkt. Verder herinnen alleen nog zandzakken aan de wateroverlas „Metershoog stond het in die Altstad. Ko| maar op met die Hollandse dijken." Flinke sporen Kort na Lobith iaat de Rijn zich vangen dichten en schilderingen. 'Waar trage ren door een oneindig laagland gaan', v de rivier zich in Waal, IJssel en Nederrijj /Lek. In het natuurgebied Millingerwaard ren Rijnaken en containerschepen vc aan Schotse runderen, Poolse paarden e berische ganzen. Het enige beestenspul rivierendelta dat niet is geëvacueerd. De te pen en rivierduinen hielden de hoev< droog. En opnieuw heeft de rivier duinen v zand achtergelaten. „Met zo'n overstromi schudt de boer zijn hoofd en wrijven wij onze handen. Voor hem is slib een schad post, voor ons een dikke bult vol plantezaa In de zomer bloeien hier vierhonderd plant soorten en kruipen natuurfanaten op knieën door het land", zegt Johan Bekhu p beheerder van de Millingerwaard, 1 Rijn haar land heeft teruggekregen. Stroomafwaarts langs de Waal liggen betere prentbriefkaarten voor het oprape n Varik, Heesselt, Neerijnen. Hollandse dijke in Hollands landschap, ruw onderbroke door Brakel dat in de jaren zeventig op de t kentafel ging en sindsdien aan zee lijkt te lij gen. En dan, vlak voor de zoute golven het z Rijnwater verzwelgen, 'waar Maas en Waal zamen spoelt en Gorkum rijst van i rijst slot Loevestein. Omringd door v gesloten van de wereld. Hier bleef slotb<a; heerder Alberts ook de afgelopen tijd op zij post, zag het water komen en hield de voete droog. Hier komt al eeuwen al het water bi^ een en houden wallen al even lang het kn droog. „In 1861 overstroomde de hele Bon melerwaard. De geschiedenis verhaalt ovi a rampspoed, maar geen letter over Loeve n tein." Volgende week: De Maas, een bijzondere r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 32