Gestrikt door een enge sekte
»U
ZATERDAG 25 FEBRUAR11995
)e advertentie in de krant zag
verleidelijk uit. Een vierjarige
lerarenopleiding mèt een
tudietrip naar India, gevolgd
loor een eenjarige aanstelling
als onderwijzer of
ntwikkelingswerker in Afrika.
Banen en studies werden
opgezegd, spaarcentjes
verzameld, ouders vaarwel
gekust. Op naar het Deense
Tvind. Daar kwam aan alle
illusies een einde.
Deense 'lerarenopleiding' lokt jongens in valkuil
vaarlijk systeem. Onze 'op-
J. -M- leiding' bestond uit wer
ken. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat.
Kleding sorteren, gebouwen renoveren, leu
ren met ansichtkaarten. Nooit vakantie. Geen
lessen. Maar urenlange sessies die je afmat
ten en compleet gestresst maakten. Geen al
cohol of drugs, dan lag je er meteen uit. Wèl
controle: onze kamers werden doorzocht en
brieven geopend. De zwakkeren bleven ach
ter en gleden steeds dieper het systeem in.
De slachtoffers zijn robots. Gevoelloos, wil
loos. Overgeleverd aan mensen met vreemde
ideeën."
Ze trekken zich nóg de haren uit-het hoofd
en zijn er, ieder op eigen manier, door be
schadigd. Paul Verbiest uit Vught, Stijn
Ariaens uit Rosmalen, Annette Binns uit Lon
den en Niina Kinnunin uit Helsinki: vier jon
ge mensen die zich zo'n anderhalf jaar gele
den lieten verleiden door kranteadvertenties.
Aangekomen in Tvind werd het verhaal tij
dens het 'kennismakingsweekend' van The
Necessary Teacher Training College (de 'lera
renopleiding') nog veel mooier opgedist.
„Met koffie, chocoladegebak, ontbijt, lunch,
diners... we hebben later nooit meer zo goed
gegeten," herinnert de 21-jarige Paul Ver
biest zich. Vergezeld van al die heerlijkheden
kwam het verhaal over Tvind. Een groep lera
ren die in de jaren zeventig uit 'idealistische
overwegingen' de weg naai' de Derde Wereld
vond en inmiddels een gigantisch concern
heeft opgebouwd. „Natuurlijk werd over de
ware structuren en doelen van Tvind niet ge
praat," vervolgt Paul. „Toen niet, later niet,
nooit niet."
Voorgelogen
De lerarenopleiding voorspelde veel goeds.
Een keur aan vakken. Van internationale po
litiek en economie, Deens, geschiedenis, me
diatechnieken tot pedagogiek, kunst en dra
ma, psychologie of to do what you think is
most right. Geen woord over het feit dat de
opleiding sinds enkele jaren niet meer door
het Deense ministerie van onderwijs wordt
erkend en een 'Tvind-diploma' geen onder
wijsbevoegdheid in Denemarken of daarbui
ten oplevert.-„We werden voorgelogen," zegt
de 27-jarige Niina Kinnunin, die bij haar
moeder een lening afsloot voor het inschrij
ven. „Met dat urenlange gepraat namen ze
alle twijfel weg. Met het diploma konden we
overal aan de slag, bezworen ze ons. En zo
belandde ik in het Tvind-concern: een com
plex van scholen, die niets meer zijn dan
houten, tochtige barakken. In mijn groep za
ten nog zo'n vijftig andere studenten. Bijna
allemaal uit het buitenland. Finland, Zwe
den, Engeland, IJsland, Duitsland en Neder
land."
Geen van allen hadden vooraf naar Tvind
geïnformeerd, geen van allen wisten dat met
het diploma in de toekomst hooguit een
baantje op een andere Tvind-school in het
verschiet lag. Volgens het Centraal Bureau
Fondsenwerving in Amsterdam heeft het
concern naast de volwassenenopleidingen en
-cursussen op The Necessary Teaching Trai
ning College en acht zogenoemde Travelling
Folk High Schools (Denemarken, Noorwegen
en de Verenigde Staten) in eigen land nog
eens zes 'vrije' scholen voor kinderen, negen
middelbare scholen en vier 'universitaire'
scholen voor tieners, vijf huishoudscholen,
een modevakschool en een zeevaartschool.
Verder telt het concern acht opvangscholen
voor moeilijk opvoedbare kinderen, waarvan
er twee in Engeland zijn gevestigd.
Flexibele wet
„Het personeel op die scholen is niet gekwa
lificeerd en komt uit de kweekbak van
Tvind," bevestigt de woordvoerder van het
Deense parlementslid Inge Dahl Sörensen
(Liberale Partij). „Omdat wij een zeer flexibe
le wet op het onderwijs hebben, worden bij
na alle scholen gesubsidieerd." Dat betekent
dat ruim 85 procent van de onderwijskosten
(salarissen, materiaal) op die Tvind-scholen
wordt betaald door de Deense overheid. De
gebouwen zijn eigendom van de Tvind-groep
en zijn ondergebracht in twee stichtingen: de
Stichting Faelleseje en Stichting Estate die via
zeer gecompliceerde constructies ook enor
me landgoederen, plantages, boerderijen, fa
brieken en onroerend goed over de hele we
reld bezitten.
Ook daarover is Tvind zwijgzaam. En
mocht er onder toekomstige studenten nog
twijfel bestaan, dan worden die plooien tij
dens dagenlange bijeenkomsten gladgestre
ken. „Zingen voor the family of man," zegt
Niina. „Van die socialistische strijdliederen,
kameraden onder elkaar. Discussies. Beto
gen. De boodschap kwam er altijd op neer
dat Tvind onze wereld was en de buitenwe
reld tegen ons was. Ik herinner me dat een
Zweedse jongen een keer met kritische kran-
teverhalen aankwam. Daar gaven ze weer
een draai aan: de pers, het leger, de regering,
iedereen was tegen Tvind. Ze vertelden ons
zelfs dat er spionagevliegtuigen over het
kamp vlogen. Paranoia werd je ervan. Wie
toch eigen denkbeelden naar buiten bracht,
werd voor idioot versleten en geïsoleerd. Tij
dens de sessies was altijd wel iemand het pis
paaltje. Het was pure geestelijke marteling."
Anti-Tvind activisten
De Noorse Anna Ellingsen oud-student
van Tvind noemt dat 'typische sekte-ma
niertjes'. Ellingsen maakt deel uit van de
Noorse afdeling van De Beweging Tegen
Tvind die ruim honderd leden (slachtoffers,
ouders en vrienden) telt. In Denemarken
heeft de gelijknamige zusterorganisatie zo'n
zeventig leden, terwijl Finland en Zweden
enkele tientallen anti-Tvind activisten her
bergen.
Ellingsen legt uit hoe indoctrinatie en ma
nipulatie de rode draad bij Tvind vormen.
„Er wordt honderd procent toewijding van
studenten verlangd. Heel langzaam worden
ze ingepalmd. Door mensen te isoleren, kei
hard te laten werken, weinig slaap te gunnen
en slechte voeding voor te schotelen, neemt
hun fysieke en geestelijke weerstand af. Leer
lingen die bij Tvind blijven, onderwerpen
zich na een jaar of twee aan allerlei regels. De
meisjes moeten hun haar kort knippen, ie
dereen draagt dezelfde kleding. Omdat het
instituut al je geld beheert, heb je geen zeg
genschap meer. Tvind koopt alles. Zelfs je
tandenborstel."
Alleen op die manier slikken de slachtof
fers het financiële plaatje. De kosten voor de
lerarenopleiding zijn buitensporig hoog. De
Duitse oud-student Thomas Boggatz vertelt
dat hij als startbedrag ruim 7000 gulden
moest neertellen. „Onder de noemer com
mon economy gooiden de leerkrachten al ons
schoolgeld in één pot. Sommigen hadden al
les in één keer betaald, anderen slechts een
deel. Daardoor kwamen we nog 100.000 gul
den tekort, zeiden ze. We werden aan het
werk gezet om dat geld te verdienen. Uiter
aard bij Tvind-instituten of -bedrijven. Som
migen moesten het Tvind-hotel in Noorwe
gen opknappen, anderen renoveerden
Tvind-scholen in Engeland. Zwaar werk. We
hebben later uitgerekend dat we met z'n al
len in twee weken tijds zeker 200.000 gulden
voor Tvind hebben verdiend."
Geldstromen
De totale kosten voor de opleiding bedragen
70.000 gulden. Om een onduidelijke reden
mogelijk om het traceren van geldstromen te
bemoeilijken konden studenten hun
schoolgeld niet contant betalen, maar alleen
lenen. „Bij DAPP, de overkoepelende organi
satie van de hulporganisaties Humana en
UFF van Tvind," vervolgt Thomas. Terugver
dienen, stond in het contract, gebeurde tij
dens het laatste jaar in Afrika. „Pas later kwa
men we er achter dat we geacht werden om
vier jaar lang dag in dag uit te werken. Zo
verdiende Tvind dubbel aan ons: je leent geld
voor je studie dat je tijdens het Afrika-jaar af
betaalt, en je wordt gedurende de tijd die je
geacht wordt te studeren nog eens aan het
werk gezet."
Niina moest op straat ansichtkaarten ver
kopen, in de grote steden van Duitsland. .Al
tijd landen buiten Denemarken," licht ze toe,
„omdat geen mens daar nog Tvind-kaarten
wil kopen. Acht stuks voor tien Duitse Mar
ken, onder het mom dat de opbrengst be
stemd was voor de hulpprojecten in Afrika.
We kregen instructies om absoluut niet te
zeggen dat dat geld voor onze lening be
stemd was." De Finse verkocht te weinig
kaarten naar de zin van haar Tvind-begelei-
ders „minimaal voor 250 gulden per dag,
anders kreeg je vreselijk op je donder" en
werd gestationeerd bij de kledinginzame-
lingscentra van UFF en Humana, de 'hulpor
ganisatie' van het Tvind-concern, die is ge
vestigd in Nederland (Bunnik), België, Duits
land, Frankrijk, Engeland, Spanje en Scan
dinavië. Ook Paul werd bij Humana aan het
werk gezet. „Ik had nog niet door dat Tvind
alleen uit is op geld verdienen. Dus stond ik
kisten te timmeren; van die houten contai
ners voor de kleding." Stijn diende kleding te
sorteren. „Vijftig, zestig uur per week kreeg je
te verstouwen," herinnert hij zich.
Subsidie
Terug in Denemarken werden de studenten
tot hun stomme verbazing eveneens geacht
de handen uit de mouwen te steken. „Als we
in al die maanden bij elkaar tien uur les heb
ben gehad is het veel," vervolgt Stijn.
Schoonmaken, koken, reparaties, alles kwam
voor rekening van de studenten. En daaruit
blijkt dat Tvind nog eens aan haar slachtof
fers verdient. Bovendien valt te betwijfelen
dat met het schoolgeld salarissen van de leer
krachten worden betaald. Volgens de oud
studenten staan de meeste leerkrachten in
geschreven bij de Travelling Folk High
School-instituten. Die worden wél erkend,
dus gesubsidieerd door de overheid.
Wie daar tijdens de bijeenkomsten over
begon, riep collectieve verontwaardiging over
zich af. „We hebben vaak gevraagd wat Tvind
met al dat geld deed," zegt Anna Binns (24).
„Dan kreeg je meteen te horen dat je wan
trouwig was. En dan lag je dus weer uit de
groep. Voor de sterkeren onder ons was dat
op een bepaald moment geen probleem
meer. Die wisten toch dat ze ermee zouden
stoppen. Maar voor de anderen, mensen die
alles voor Tvind hebben opgegeven, die
werkloos zijn of geflopt zijn met hun studie,
is er geen uitweg meer."
Armoe troef
Paul Verbiest had nog maar één doel voor
ogen: de trip naar India. „Die konden ze me
niet door mijn neus boren." Eind november
1993 reisde het gezelschap af, in vier oude
bussen. Uiteraard verbouwd door de studen
ten zelf. „Met een gangetje van vijftig kilome
ter per uur reisden we via landen als Duits
land, Roemenië, Turkije, Iran en Pakistan
naar India," vertelt Paul. „Ik geloof dat we er
een maand of twee over hebben gedaan. Sla
pen en eten in de bus. Het was armoe troef
en honger lijden als je niet stiekem eigen geld
bij je had. Per week kregen we maar een tien
tje zakgeld. Van ons eigen betaalde school
geld, uiteraard."
Eenmaal aangekomen pakten Paul, Anna
en Stijn hun biezen. Ze trokken op eigen
houtje rond door India, belden hun ouders
om een vliegticket te betalen en zijn sinds
dien nooit meer bij Tvind geweest. „Meer
dan de helft van onze groep is uiteindelijk af
gehaakt," weet Stijn. „Eén Nederlandse jon
gen uit onze groep zit nog steeds bij Tvind.
Hij heeft er een vriendinnetje dat met alle ge
weld wil blijven. Normaal gesproken moedigt
Tvind geen relaties aan, maar in dit geval
kwam het ze uit en werd het getolereerd. De
achterblijvers? Dat zijn veelal dropouts van
de maatschappij. Ze vinden bescherming, fa
milie bij Tvind. Al hun zorgen worden over
genomen, net zolang tot ze zelf geen per
soonlijkheid meer hebben.
Zombie
De Beweging Tegen Tvind kent daar de
meest gruwelijke verhalen over. Zo liet ook
Anna Ellingsen goede vrienden achter. Vele
jaren later zag de Noorse ze nog eens terug.
„Ze waren aan het werk in Noorwegen en
kwamen even op bezoek. Dat was niet zon
der gevaar, want mensen die lang bij Tvind
zijn mogen geen contacten hebben met de
buitenwereld. Ze staan onder controle en als
ze niet op tijd op de dagelijkse bijeenkom
sten komen, worden ze verrot gescholden. En
wie weet wat nog meer.
Een van Anna's vrienden kwam in Marok
ko om het .leven, toen hij de 'geheime' kle
dingfabriek van het Tvind-concern in Casab
lanca bezocht. „Vlak voor zijn dood heb ik
hem nog gezien, een zombie was hij gewor
den," herinnert Anna zich. „Broodmager,
zo'n doffe glans in de ogen. Hij vertelde dat
hij 's nachts hooguit drie tot vier uur sliep. Ze
zeggen dat hij is doodgereden in het verkeer.
Ik houd Tvind daarvoor aansprakelijk: het is
hun schuld dat hij in die conditie verkeerde."
En er zijn meer vreemde ongevallen. Vol
gens Anna kwam een van haar leraressen tij
dens een project in Afrika om het leven. Op
wel heel verdachte manier. De vrouw zou
zijn gevallen en vervolgens verdronken in
een wasbak. „Er zijn ook leerkrachten die
proberen weg te gaan bij Tvind. Zij worden
bedreigd met telefoontjes en brieven. Som
migen zijn door Tvind voor de rechter ge
sleept om hun verplichtingen na te komen.
De leerkrachten tekenen een levenslang con
tract met het concern en staan al hun bezit
tingen af. Voor zover ik weet heeft Tvind deze
processen allemaal verloren. Ze hebben ook
niet gewonnen, toen zij mij voor de recht
bank sleepten en beschuldigden van laster."
Maat vol
Anna staat inmiddels in contact met de Ne
derlandse ambassade in Oslo en wil veront
ruste ouders of weggelopen studenten onder
steunen. „Onlangs nog," besluit ze, „kwam ik
op straat een Nederlandse jongen tegen, met
ansichtkaarten. Wanhopig was hij. Omdat de
groep volgende week naar Mozambique reist
en nog niet genoeg voor Tvind heeft ver
diend. Het is zo ongelooflijk triest. Het gaat
maar door."
Voor een meerderheid in het Deense parle
ment is de maat vol. „Tvind gebruikt de
scholen voor big business," aldus de zegsman
van Dahl-Sörensen. „Wij hebben de minister
van onderwijs opdracht gegeven een finan
cieel onderzoek naar de schoolstructuur in te
stellen. De onderwijzers zijn niet opgeleid, de
lerarenopleiding is niet erkend. Het instituut
hersenspoelt haar leerlingen. Waarom dit al
lemaal zo lang kon voortduren? Dat is Dene
marken, met haar tolerante maatschappij en
flexibele wetten."
Mogelijk brengt het onderzoek meer aan
het ligt. Volgens de woordvoerder heeft de
Deense politie enkele jaren geleden ontdekt
dat Tvind jonge mannen uit Afrikaanse lan
den een paramilitaire training heeft gegeven
tijdens 'uitwisselingsprojecten'. „De politie
constateerde dat bij sommige scholen werd
geschoten, maar kon dat niet bewijzen," zegt
hij.
In Nederland is over de handel en wandel
van de Deense opleidingentak weinig be
kend. Het ministerie van Onderwijs heeft
geen informatie over het instituut. Het Nuf-
fic, een samenwerkingsorgaan voor hoger
onderwijs, in Den Haag meldt dat de leraren
opleidingen niet zijn erkend, maar geeft geen
waardeoordeel over de studie. De afdeling di
plomawaardering van de Informatie Beheer
Groep in Groningen heeft zelfs nooit van de
opleiding en cursussen gehoord.
Oud-studenten in Nederland denken er
hard over daar verandering in te brengen.
Paul: „Ik vind dat iedereen moet weten wat
er aan de hand is. Wat Tvind met je doet.
Hoe het met mij zit? Ach, ik ben nog steeds
mijn weg kwijt. Ik weet niet welke studie ik
moet volgen en doe nu maar zo'n beetje al
les. Werken voor een uitzendbureau, een cur
sus Spaans, snowboarden. Was ik maar op
Tenerife gebleven. Daar had ik een goede
baan. Nu heb ik niets meer."
Drie slachtoffers van 'Tvind'. V.l.n.r.: Annette Binns, Stijn Ariaens en Paul Verbiest: „Het was een pure geestelijke marteling.
FOTO CPD JAAP ROZEMA