CDA buitenspel bij euthanasie
'Slachtoffer heeft meer baat bij goede opvang'
Feiten &Meningen
Bedelend bestaan
DINSDAG 14 FEBRUAR11995
-fi
NIEUWSANALYSE
Groot-Brittannië
is bang voor
immigratiegolf
Opnieuw heeft de verdeeldheid over Euro
pa de Britse regering van premier Major
een fikse tegenslag bezorgd. Dit maal was
niet de politieke of monetaire eenwording
de oorzaak, maar de opheffing van de EU-
binnengrenzen, voor velen van de regeren
de Conservatieven een obsessie.
Onderminister van handel, Charles
Wardle, maakte in het weekeinde zijn aftre
den bekend. Hij voert een kruistocht tegen
het 'lakse' beleid van de Europese Unie je
gens immigratie. Hij vindt ook dat de Britse
regering zich daar onvoldoende tegen ver
zet. Wardle zei dat zijn ontslag geen uiting
van protest is, maar het gevolg van een per
soonlijke wens 'in het parlement, binnen de
Conservatieve partij, in het land te vechten'
tegen het opheffen van de douanecontrole
'als de regering dit niet voldoende doet'.
Wardle, die eerder als onderminister van
binnenlandse zaken was belast met immi
gratie, wordt beschouwd als een gematigd
Conservatief. Hij staat bekend als pro-Euro
pa. Euro-rebellen als Bill Cash en Christop
her Gill grepen de gelegenheid aan om
Wardle's standpunt 'volledig terecht' te
noemen. De verdeelheid binnen de Conser
vatieven over Europa wordt er verder door
vergroot en de douanekwestie biedt de Eu
ro-sceptici nieuwe munitie in hun strijd te
gen het Europese beleid van de eigen rege
ring.
Wardle waarschuwde premier Major zon
dag voor 'grote teleurstelling' bij het electo
raat als de regering zich niet krachtig verzet
tegen de Europese richtlijnen over immi
gratie. De regering moet vooral voet bij stuk
houden tijdens de intergouvernementele
conferentie van de Europese Unie in 1996.
Dan worden de samenwerking binnen de
EU en de vorm van diverse Europese instel
lingen op nieuwe leest geschoeid.
Het probleem zit 'm volgens Wardle in
het afschaffen van de douanecontrole van
niet-Europese immigranten die vanuit een
ander EU-land in Groot-Brittannië arrive
ren. Groot-Brittannië bedong in 1985 een
uitzonderingspositie inzake het Verdrag van
Schengen over het vrije verkeer van perso
nen, maar de garanties van de Europese
Unie zijn volgens de onderminister onvol
doende. „Die bieden ons in het geheel geen
bescherming."
In een pleidooi voor een strikte controle
op immigratie, zei hij te menen dat de Brit
ten 'niet de deur willen openzetten voor
een ongecontroleerde toestroom van immi
granten'. „Dit zou onze sociale zekerheid
en huisvesting onder onaanvaardbare druk
zetten, op kosten van de belastingbetaler.
Daardoor zou raciale spanning veroorzaakt
kunnen worden onder etnische minderhe
den die hier al lang en legaal verblijven, en
vreedzaam bijdragen aan het Britse leven",
aldus Wardle.
In een reactie beschuldigt een belangen
groep voor immigranten, de 'Joint Council
for the Welfare of immigrants', de Conser
vatieven ervan een 'gevaarlijke mix' van Eu
ropa, nationalisme en immigratie te brou
wen „die groepen van zwarte en andere et
nische minderheden ernstig zorgen baart."
Immigratie is een gevoelig onderwerp in
het Verenigd Koninkrijk, toch een landWaar
altijd veel inwoners van voormalige kolo
nies heen trokken. Uit een enquête van de
Europese Commissie blijkt dat veel Britten
nu al vinden dat er te veel immigranten
zijn. Volgens officiële cijfers verbleven er in
1993 55.600 immigranten.
Een afgevaardigde van de rechtervleugel
van de Conservatieve partij. Winston Chur
chill (kleinzoon van), beschuldigde de rege
ring er vorige week van de ware cijfers ach
ter te houden. Volgens hem komen er jaar
lijks 100.000 tot 150.000 mensen via legale
en illegale weg Groot-Brittannië binnen en
meer dan een miljoen per tien jaar. Dit
dreigt te leiden tot een „onaanvaardbare ra
ciale spanning", aldus Churchill.
HQ CHI MINHSTAD
Twee Vietnamese
straatkinderen wach
ten op aalmoezen in
een straat in de Viet
namese hoofdstad
Ho Chi Minhstad. Er
leven naar schatting
minstens vijftigdui
zend kinderen op
straat. Ze proberen
elke dag weer te
overleven door voed-
selkruimelsen geld
bij elkaar te bedelen.
FOTO REUTER CLARO
CORTES
Paars beslist en dat is een gruwel voor bet ooit almachtige CDA
Als er één onderwerp is waarin de regeringspartners PvdA, D66 en WD
nader tot elkaar staan dan tot het CDA, dan is het wel euthanasie. Voor
het eerst in de parlementaire geschiedenis plukken zij daar morgen in de
Tweede Kamer ook de vruchten van.
De notitie van de D66-ministers Sorgdrager en Borst, waar
in zij een versoepeling van het vervolgingsbeleid van artsen
aankondigen, wordt door de paarse partners bijkans de he
mel ingeprezen. Het CDA daarentegen constateert boos
maar machteloos dat dit kabinet de grenzen heeft verlegd.
Het is even wennen voor het CDA. Gezeten in het centrum
van de macht kon het decennia lang doeltreffend op de
rem staan wanneer de niet-confessionelen versoepeling
van de regelgeving voorstonden. Ook het CDA zag wel in
dat er iets geregeld moest worden, maar zij stelde de voor
waarden.
Onder aanvoering van CDA-minister Hirsch Ballin en
PvdA-staatssecretaris Simons werd door het vorige kabinet
een ingenieus compromis bedacht. Tot grote onvrede van
D66 en WD, die het onder voorwaarden uit de strafbare
sfeer wilden halen, bleef euthanasie strafbaar.
Tegenover deze handreiking van de PvdA aan het CDA,
stond de afspraak dat artsen die zorgvuldig zijn, niet wor
den vervolgd. Zo kon het CDA vasthouden aan haar princi
pes, terwijl de PvdA zei dat euthanasie in de praktijk was
toegestaan.
Onder druk van het CDA verbood het kabinet bovendien
euthanasie of hulp bij zelfdoding als de patiënt zich niet in
de stervensfase bevindt. Impliciet sprak het CDA hiermee
uit dat ook hulp bij zelfdoding van iemand die psychisch
lijdt, is uitgesloten. Immers, iemand die louter of vooral
WIM STEVENHAGEN
psychisch lijdt, verkeert niet in een stervensfase.
Minister Hirsch Ballin baseerde zich bij het hanteren van
de stervensfase als een beslissend criterium, op een uit
spraak van de Hoge Raad uit 1988. D66 en de WD vochten
deze uiüeg aan. Zij vonden dat de 'uitzichtloosheid en de
ondraaglijkheid van het lijden' centraal moesten staan. Het
criterium van de stervensfase was één van de mee te wegen
factoren, maar niet per se de beslissende. Hoewel de PvdA
het eigenlijk met D66 en de WD eens was, accepteerden de
sociaal-deniocraten uit coalitieoverwegingen de CDA-uit-
leg.
Zodoende werd in 1993 vervolging ingezet tegen elf artsen
die euthanasie hadden toegepast op patiënten die welis
waar zeer ernstig lichamelijk leden, maar.niet in de ster
vensfase verkeerden.
En toen, juni vorig jaar, tijdens de formatie van het paarse
kabinet, stak de Hoge Raad opeens een stok tussen de spa
ken van dit CDA-wiel. Het betrof het arrest in de strafzaak
tegen de Haarlemse psychiater Chabot, die hulp bij zelfdo
ding had verleend aan een vrouw die psychisch leed.
De Hoge Raad sprak voorzichtig uit dat euthanasie 'niet
zonder meer' mag worden uitgesloten als het lijden een
psychische oorzaak heeft en er geen sprake is van een ster
vensfase. Op grond van deze en andere zinsneden uit het
arrest concludeerden de ministers Sorgdrager en Borst dat
de stervensfase als zelfstandig en medebeslissend criterium
voor de geoorloofdheid van euthansie niet gehandhaafd
kan blijven. „Uitgangspunt moet zijn het uitzichtloos en
ondraaglijk lijden van de patiënt", aldus de ministers.
Beide bewindslieden tekenen echter aan dat naarmate het
leed meer psychisch is, de ondraaglijkheid van het lijden
moeilijker is vast te stellen. „Uitzonderlijk grote behoed
zaamheid" van de artsen is geboden. Temeer omdat ook
vastgesteld moet worden of iemand die psychisch lijdt bij
zijn volle verstand tot de doodswens kwam.
Vastgesteld is ook dat hulp bij zelfdoding nimmer kan als
de artsen nog behandeling mogelijk achten. De conclusie
van de ministers is dan ook dat hulp bij zelfdoding van een
patiënt met een psychische stoornis 'slechts in zeer uitzon
derlijke situaties' denkbaar is.
Dat neemt niet allemaal weg dat Borst en Sorgdrager het
intreden van de stervensfase als zelfstandig criterium voor
euthanasie hebben geschrapt. Onmiddellijk is eind vorig
jaar dan ook de vervolging gestaakt van de artsen die eu
thanasie hadden toegepast in de elf gevallen dat patiënten
niet in de stervensfase verkeerden.
Het CDA is daar woest over en rept van een 'politieke be
slissing' van het kabinet. Volgens CDA-woordvoerder Van
den Burg staat het arrest van de Hoge Raad in de zaak-Cha-
bot op zichzelf, en mag er niet uit worden geconcludeerd
dat het zelfstandige criterium van de stervensfase nu over
boord gegooid moet worden. „Er wordt een ontwikkeling in
gang gezet waarbij de uitzondering de regel dreigt te ver
slinden, en telkenmale grensverlegging optreedt."
Maar het CDA staat machteloos tegen een paarse over
macht. En paars is lovend over de conclusies van Sorgdra
ger en Borst. „De ministers hebben het arrest van de Hoge
Raad buitengewoon genuanceerd en gevoelvol verwerkt.
Echt heel goed", jubelt WD-woordvoerder Dees.
Kan er nu een punt achter het euthanasiedebat worden ge
zet? Nog lang niet. Het wachten is op uitspraken van de
Hoge Raad in zaken waarin sprake is van levensbeëindiging
zonder uitdrukkelijk verzoek van de patiënt, bijvoorbeeld
van zeer ernstig gehandicapte baby's, zoals onlangs in een
ziekenhuis in Purmerend is gebeurd.
Ook bestaat de kans dat paars na een evaluatie van het be
leid alsnog besluit euthanasie onder voorwaarden uit de
strafbare sfeer te halen; een vurige wens van vooral WD en
D66. „Ik sluit inderdaad niet uit dat we daar op termijn nog
op terugkomen", roept D66-woordvoerder Van Boxtel al
vast. Het moet het eens almachtige CDA, een gruwel zijn.
DEN HAAG WILFRED SCHOLTEN
BELASTING BELICHT Rubriek
fiscale kw»
door Dennis Wy(
Nieuwe fiscale
regeling inzake
aftrek kinderopvang
Doordat steeds meer vrouwen werken,
komt het steeds vaker voor dat beide ouW
ders overdag van huis zijn. Probleem wol
dan de opvang van de kinderen. Soms 1q|N
nen kleintjes nog wel eens een dagje bij p
opa en oma worden gestald, maar vijf dap
gen in de week van die kleine aandachtvfrt
gers wordt voor de meeste grootouders jus
toch vaak wat te veel van het goede. Kin- oc
deropvang wordt dan noodzakelijk. ei'
Kinderopvang is echter kostbaar. Men is 'if
snel enkele duizenden guldens per jaar
kwijt aan de opvang bij crèche of gastou- "F
der. Tot vier jaar geleden waren deze kos1
ten niet aftrekbaar. Totdat de Hoge RaadUg
december 1990 enkele dagen na Sinterkl e
de helpende hand uitstak. Als een soort ell
verlaat Sinterklaascadeautje oordeelde d er
ze hoogste rechter dat als iemand de kos rg
ten voor kinderopvang niet van zijn baas ar,
vergoed krijgt, hij op grond van het gelijk
heidsbeginsel die kosten mag aftrekken. er
heeft te maken met het feit, dat als menl ia
wel vergoed zou krijgen de vergoeding oi ci-
belast zou zijn.
Naar aanleiding van deze beslissing van
Hoge Raad en ongetwijfeld gezien het fei tl
dat in de ons omringende landen kinder
opvang fors wordt gestimuleerd, werd de -
aftrekbaarheid van kinderopvang door di
regering in een zogenoemde niet-wetteli
regeling geregeld. Omdat aan zo'n regeliie
de nodige bezwaren kleven, is per 1 janu re
van dit jaar de fiscale regeling voor kinde 0!
opvang in de belastingwet vastgelegd. 0
Daarbij werden meteen de nodige wijzigje'
gen en verfijningen aangebracht.
Zo is de regeling aan de ene kant uitgebn j
omdat, in tegenstelling tot voorheen, nu
ook zelfstandigen van de regeling gebruil el
mogen maken. Aan de andere kant is de
geling beperkt. De (drempel) bedragen di v
niet mogen worden afgetrokken, zijn ver ei
hoogd. u
Wil men gebruik maken van de regeling, :o
dan moeten beide partners buitenhuis wi
ken of moet sprake zijn van een buitenhi
werkende alleenstaande ouder. Uitgegaa
wordt in zo'n geval van een belastbaar in
knmpn van fpn minQtp fi 074 cmlHpn Mpt -
schikbaar is om de opvang zelf te verrich
ten.
Daarnaast moet sprake zijn van beroeps
matige opvang. Hierdoor wordt voorkomi
dat de kosten van huishoudelijke hulp en
van internaten in aftrek worden gebracht.
Onder beroepsmatige opvang wordt ver
staan 'kinderopvang buiten het verband
van scholing of ziekte, verricht door een ii
stelling of een natuurlijk persoon die tege
betaling vier of meer kinderen opvangt di
jonger dan 12 jaar zijn'. Op aandringen va 1
Eerste en Tweede Kamer is op de valreep
het wetsvoorstel nog gewijzigd, zodat ook
de kosten van 'gastouders' kunnen worde
afgetrokken. Deze vielen namelijk buiten
de boot, omdat je hier vaak niet kan spre
ken van beroepsmatige opvang. Nu zijn
kosten hiervan ook aftrekbaar onder de
voorwaarde dat men beschikt over een ge
meentelijke vergunning of over een verlda
ring van de gemeente dat aan kwaliteits
normen is voldaan.
De aftrek vindt vanaf dit jaar plaats als buis
tengewone last en niet zoals in de jaren er
voor als beroepskosten. Voor de duidelijk
heid: de nieuwe regeling geldt nog niet
voor de aangiftebiljetten die op dit momei
worden verstuurd. Die zijn bedoeld voor c
aangifte over 1994. Toen was de nieuwe re j
geling nog geen wet.
De kosten zijn aftrekbaar voor zover ze bo
ven een bepaalde drempel uitkomen. Er
blijft dus altijd een bedrag, dat geheel vooi
eigen rekening moet worden genomen. Di
bedrag is afhankelijk van inkomen, aantal
dagen opvang en aantal opgevangen kindi
ren. Deze bedragen zijn opgenomen in ee
tabel en loopt per jaar van 744 gulden per
kind bij halve-dagopvang en een laag inko
men, tot 12.300 gulden per kind bij
hele-dagopvang en een hoog inkomen.
De nieuwe regeling regelt ook welk deel bi j
lastbaar loon is als men een vergoeding va
zijn baas krijgt of wanneer de kinderopvar
door de werkgever wordt geregeld. Hier
voor geldt een gunstiger tabel dan welke
geldt wanneer men de kosten aftrekt. Het
blijkt voordeliger om de kosten vergoed te
krijgen van de baas dan dat men ze zelf
Onderzoekster De Savornin Lobman houdt Zedenwet tegen het licht
Een verkracht meisje, dat tussen de klagers over buren-
overlast en fietsdiefstal geen aangifte durft te doen aan
de balie. Politie-agenten, die bij zo'n aangifte ten on
rechte eisen dat ook één van de ouders een handteke
ning zet. Met de opvang en begeleiding van slachtoffers
van seksueel misbruik is nog heel wat mis.
„De zedelijkheidswet is prima", zegt Jacqueline de Sa
vornin Lohman, die het onderzoek leidde naar de wer
king van de herziene wet uit 1991. „Maar de uitvoering
moet beter."
Zodra ernstige zedenmisdrijven breed worden uitge
meten in de media, klinkt al snel de roep om een harde
bestraffing van de daders. Rechters hebben daar wel
begrip voor, maar beseffen tegelijkertijd dat een zware
straf niet kan voorkomen dat een incestpleger in herha
ling valt. De rechterlijke macht probeert normen en
waarden te handhaven, maar Justitie kan niet zonder
de intensieve medewerking van hulpverleners.
Vandaar dat het Verwey-Jonker Instituut, dat in op
dracht van Justitie de werking van de zedelijkheidswet
onderzocht, niet pleit voor weer een nieuwe wet, maar
voor meer samenwerking tussen politie en Justitie en
hulpverleners.
De nieuwe zedelijkheidswet vormt het resultaat van ja
renlange discussies over de bestrijding van seksueel
misbruik. De oude wet was dringend aan bijstelling toe,
want het denken over seksualiteit is de laatste tientallen
jaren ingrijpend veranderd. Eerst werden burgers voor
al behoed voor onzedelijke uitwassen als prostitutie en
pornografie. Nu gaat het om ernstige misdrijven als in
cest.
Potenrammen, waarbij homo's in elkaar worden gesla
gen vanwege hun seksuele geaardheid, heeft aange
toond dat ook mannen slachtoffer kunnen zijn. Het
grote aantal variaties op het thema 'seksueel misbruik'
heeft bovendien de beperkte omschrijving van een ver
krachting volkomen achterhaald. Voor de bestraffing
van een zedenmisdrijf maakt het in de nieuwe wet bij
voorbeeld niet meer uit of de 'binnendringing' met het
mannelijke geslachtsorgaan gebeurt of een ander voor
werp. Ook is sinds 1991 verkrachting binnen het huwe
lijk strafbaar.
Al na twee jaar wilde het ministerie van justitie weten of
de nieuwe wet voldeed. Dat is zo, maar er gaat ook veel
mis. Hulpverleners en mensen in het strafvervolgings
circuit zijn vaak sterk betrokken bij de bestrijding van
zedenmisdrijven, constateert de onderzoekster. Daar
om is het extra treurig dat ze elkaar niet weten te vin
den.
De betrokkenen zelf spreken van 'twee totaal verschil
lende werelden', waar vooroordelen hoogtij vieren.
Hulpverleners zitten in 'praatcircuits' en politiemensen
zijn 'houterig' en 'ongeïnteresseerd'. Het slachtoffer dat
aangifte doet, wordt soms bot behandeld. „Een balie
medewerker bij de politie schreeuwde door de hal van
het bureau: Dit vrouwtje is van Blijf van m'n Lijf en ze
wil aangifte doen. Dat vertelde een hulpverlener mij",
aldus De Savornin Lohman.
Opvallend is ook dat veel direct betrokkenen bij Justitie
en de hulpverlening helemaal niet op de hoogte zijn
van de wetswijzigingen. Het duidelijkst blijkt dat bij de
nieuwe paragraaf 'klachtvereiste'. Dat onderdeel regelt
dat jongeren van 12 tot 16 jaar bij misbruik zelf een
klacht indienen bij de politie. Ook hun ouders of de
Raad voor de Kinderbescherming kunnen dat doen.
Soms vraagt een politie-agent aan een misbruikte jon
gere om een handtekening van haar of zijn ouders, ter
wijl dat helemaal niet hoeft. Zeker bij incest wordt zo
een forse drempel opgeworpen.
Een aantal hulpverleners wil daarom de klachtvereiste
schrappen, maar dat vindt De Savornin Lohman, zelf
senator voor D66, geen goed plan. „Dat betekent dat
seks met kinderen van 12 tot 16 jaar weer een misdrijf
is. Dan zijn we terug bij af."
Bij de uitvoering van de wet zijn nog meer dingen fout
gelopen. Bij de regionalisering van de politie hebben
veel korpsen de aparte afdeling jeugd- en zedenzaken
afgeschaft, waardoor veel gespecialiseerde kennis niet
meer op een duidelijk herkenbaar punt zit. Daar komt
een onderzoek naar. Dat slechts een deel van de zeden
misdrijven bij de politie komt, ligt aan de Nederlandse
traditie om zoveel mogelijk zaken via de hulpverlening
op te lossen, aldus De Savornin Lohman.
Ze vindt dat het slachtoffer zelf meer heeft aan goede
hulpverlening dan aan het strafrecht. De samenleving
zou zich los moeten maken van het idee dat bij zeden
misdrijven 'Barbertje altijd moet hangen'. „Voor het
slachtoffer is het allerbelangrijkste dat ze haar verhaal
kwijt kan. Als je zorgt voor deskundige aandacht, ben je
al voor tachtig procent klaar."
DEN HAAG SIGRID VAN IERSEL