Wet houdt asielzoekers buiten de deuf
Onderzoek
excessen
Indië zeer
problematisch
Feiten &Meningen
Ode aan Holland
ZATERDAG 11 FEBRUAR11995
!RDA<
Hoe men ze verder ook wenst te
beoordelen, de opmerkingen
die kolonel b.d. J. van Neden
donderdagavond in NOVA
maakte over het Nederlandse
militaire optreden in Indonesië
waren in ieder geval verfrissend.
Verfrissend, omdat dit bestuurs
lid van het Veteranen Platform
dingen zei die met die stellig
heid en duidelijkheid nog niet
eerder zijn gezegd door een be
stuurder van een veteranenor-
ganisatie. Verstandig waren Van
Nedens opmerkingen ook, al
zitten er wel de nodige haken
en ogen aan.
Nederlandse militairen zijn
tussen 1945 en 1950 in Indone
sië op veel grotere schaal hun
boekje te buiten gegaan dan tot
nu toe bekend is. Zegt Van Ne
den. Als hij bedoelt dat Neder
landse militairen zich aan veel
meer excessen hebben bezon
digd dan tot nu toe uit archief
onderzoek is gebleken, dan
heeft hij ongetwijfeld gelijk.
Evenzeer juist is zijn opmerking
dat niet alleen het Korps Spe
ciale Troepen van kapitein Wes
terling en het Koninklijk Neder
lands-Indisch Leger (KNIL) ex
cessen hebben gepleegd. Na
tuurlijk is ook het blazoen van
mariniers en eenheden van de
Koninklijke Landmacht niet
smetteloos. Al deze onderdelen
en eenheden opereerden in de
zelfde oorlog en oorlog iede
re oorlog leidt nu eenmaal
tot smerige uitwassen.
Problematischer is Van Ne
dens suggestie om nieuw on
derzoek te doen naar de (om
vang van de) gepleegde exces
sen. Op zichzelf is er natuurlijk
niets tegen onderzoek naar iets
waarvan de volle omvang niet
bekend is. De vraag is echter of
een onderzoeker die zich buigt
over Nederlandse oorlogsmis
daden in Indonesië kans heeft
zijn onderneming met succes af
te ronden.
Het meest voor de hand ligt
bij zo'n onderzoek om nog eens
uitvoerig de archieven door te
spitten. In het kader van de in
1969 gemaakte Excessennota is
dat echter al uitvoerig gedaan.
Natuurlijk is het mogelijk dat de
onderzoekscommissie destijds
zaken heeft laten liggen, maar
vermoedelijk zal het resultaat
van al dat geploeter in oude pa
pieren toch niet overweldigend
zijn.
De waarheid waarmee een
onderzoeker te kampen krijgt, is
dat tal van excessen nooit op
papier zijn beland. Iedereen die
bekend is met de omstandighe
den van destijds weet dat en J.
Hollander, veteraan en voorzit
ter van de Stichting Maatschap
pij en Krijgsmacht, bracht het
voor de NOVA-camera nog eens
onder woorden: „Je meldde
nooit in je rapport: we hebben
boeren of vrouwen neergescho
ten".
Iemand die met gezag kan
oordelen over de kansen van
een nieuw onderzoek naar de
excessen is Petra M. Groen.
Veelvuldig heeft zij zich als me
dewerkster van de Sectie Mili
taire Geschiedenis van de Land
machtstaf beziggehouden met
het Nederlandse optreden in
Indonesië. Sinds kort is ze bo
vendien als bijzonder hoogle
raar militaire geschiedenis ver
bonden aan de Rijkuniversiteit
Leiden. Nauw aansluitend bij
de bovengenoemde woorden
van Hollander verklaarde Groen
onlangs tegenover het Histo
risch Nieuwsblad: „Oorlogsmis
daden zullen het archief zelden
hebben bereikt. Dus je zult met
mondelinge bronnen moeten
werken. En dat schept een me
thodologisch probleem van de
eerste orde. De mensen die je
interviewt, moeten een dwars
doorsnede vormen van de wer
kelijkheid van '45-'50. Je kunt je
niet tevreden stellen met alleen
degenen die er iets over willen
zeggen".
Zo is het. De conclusie is
daarmee ook duidelijk. Her
nieuwd onderzoek naar de om
vang van Nederlandse vergrij
pen in Indonesië kan in princi
pe wel worden gedaan, maar
het is een ongelooflijk omvang
rijke klus. Alleen al om die re
den zal het er wel niet van ko
men. De vraag is echter of dat
een ramp is. Iedereen die de ge
beurtenissen van destijds met
enige zin voor realiteit beziet,
weet immers al lang dat er veel
meer is misgegaan dan uit de
archieven is opgediept of zelfs
maar kan worden opgediept.
RONALD FRISART
Het woord 'Hol
land' riep bij
Engelsen altijd
het beeld op van
een seksueel
losgeslagen land
waar marihuna-
na per kilo werd verkocht.
Vanuit Londen begon vorig jaar
om de twee weken een bus naar
Amsterdam te rijden voor En
gelsen die ook wel eens hasj-
cake wilden nuttigen in de sti
mulerende ambiance van een
bordeel. De Britse touroperator
Wicket Travel (Slecht Reizen),
doopte zijn bus Can-A-Bus
(cannabis is Engels voor hasj).
Dit beeld van onze Lage Landen
was, vanzelf, een lichte genera
lisering. Maar gelukkig is het de
afgelopen weken onder invloed
van de gezwollen Rijn en Maas
wat bijgesteld.
Zelden is Holland tijdens mijn
vijfjarige verblijf op de Britse ei
landen in een gunstiger daglicht
geplaatst dan tijdens de 'waters
nood'. Toen ik nietsvermoe
dend met een kanariegele See-
Buy-Fly-tas van Schiphol een
winkel binnenging, betuigde de
eigenaar spontaan zijn sympa
thie met mijn onfortuinlijke
landgenoten. Op de middelbare
school van mijn oudste dochter
werd op een bijeenkomst van
alle 800 leerlingen gebeden voor
de Lage Landen. Buren infor
meerden vol medeleven of onze
ouders nog droge voeten had
den.
Dezelfde kranten die Nederland
altijd hadden beschreven in ter
men van hasj en seks, ontdek
ten tussen de junks en de pros-
tituées een heldhaftig volk. The
Times herinnerde eraan hoe tij
dens het beleg van Leiden
Spaanse grondtroepen zich
plotseling door een Hollandse
vloot aangevallen zagen, nadat
eerst de dijken waren doorge
stoken en het land onderwater
gezet. De kalmte waarmee Ne
derland een kwart miljoen men
sen had geëvacueerd, zo meen
de dezelfde Times-schrijver,
stond in schril contrast met de
paniek na de aardbeving in Ko
be (Japan) enkele weken eerder.
The Independent on Sunday
bracht een ode aan Nederland
die zelfs de Nederlandse am
bassadeur in Londen niet over
zijn lippen had kunnen krijgen.
„We slaan weinig acht op de
Nederlanders, en dat is raar",
noteerde de krant in een hoofd
redactioneel commentaar.
„Drie eeuwen geleden was het
het land waarmee de Engelsen
zich het meest verbonden voel
den. Het Parlement dat Charles
I versloeg, overwoog een federa
tie met Nederland aan te gaan.
Dertig jaar later werd een Hol
lander, prins Willem van Oran
je, naar Londen gebracht om
daar tot koning gekroond te
worden. Maar in de twintigste
eeuw is er een ramp voor nodig
voordat de Engelsen naar de
overkant van de Noordzee kij
ken. De Nederlanders mogen
adembenemend vloeiend En
gels spreken (veelal als derde of
vierde taal), Engelse boeken
zen, naar de Engelse televisie
kijken, het grootste deel van
Shell bezitten en de helft var
Unilever, maar de Engelsen
gaan vrijmoedig aan hen voo i
bij".
Dit, zo vervolgde de krant, is
volstrekt fout. „Laten we eve
niet hun economische presti
ties met die van ons vergelijk
maar uitsluitend de gebeurte
nissen van de afgelopen wee
bezien. Een kwart miljoen n*
sen werd uit hun huizen geë\'
cueerd. Dit was de grootste e
cuatie sinds de Tweede Were
oorlog, en het is onmogelijk
zich zelfs maar te verbeeldenj
dat iets dergelijks hier zou k
nen worden gedaan".
En de krant besloot: „We zou
den er verstandig aan doen w
meer nota te nemen van dit
land".
CEES VAN ZWEEDEN CORRESPOND!
TOM JANSSEN
Nieuwe wetgeving deugt van geen kant, maar kan toch werken
am.
fen
jchil
Als het aan het kabinet ligt, daalt het aantal asielaanvragen dit jaar met minimaal dertig procent. Het tovermiddel: de wet 'veilige derde landen'. Buitenlan- ,on
ders die bijvoorbeeld vanuit België en Duitsland naar Nederland komen, kunnen hier in principe geen asiel aanvragen. Rechters, advocaten en hulpverleners
noemen het voorstel moreel onaanvaardbaar en praktisch onuitvoerbaar. Bovendien is het in strijd met het Verdrag van Schengen, zegt prof. mr. Ben
Vermeulen.
Jonge asielzoekers in het opvangcentrum in Den Bosch.
De professor wil het even duidelijk ge
steld hebben. Hij beweert niet dat het al
lemaal wel meevalt. Nee, de aantallen
zijn wel degelijk een serieus probleem,
zegt mr. Ben Vermeulen, hoogleraar aan
de juridische faculteiten in Nijmegen en
Tilburg en lid van de jurische commissie
van Vluchtelingenwerk. „Binnen de Eu
ropese Unie krijgt Nederland relatief de
meeste asielverzoeken. Bovendien nam
het aantal aanvragen hier vorig jaar flink
toe, terwijl het in de ons omringende lan
den daalde. Begrijpelijk dat politici dan
gaan zoeken naar maatregelen die de in
stroom afremmen. Al slaan ze wel een
heel eind door".
Sinds een half jaar zijn er stappen gezet.
In oktober gingen in Zevenaar en Rijsber-
gen twee aanmeldcentra open, waar bin
nen 24 uur wordt bepaald in hoeverre
een asielverzoek kans van slagen heeft.
De 'kansrijken' kunnen naar een van de
opvangcentra in het land; de 'kanslozen'
krijgen een aanzegging Nederland te ver
laten. Ze worden beschouwd als illegalen.
Inmiddels lijken de centra een succes.
Het totaal aantal asielzoekers is sinds ok
tober met elf procent gedaald. In de cen
tra zelf werd zestien procent van de aan
vragen afgewezen, zes procent meer dan
verwacht. Waar deze mensen zijn geble
ven, is overigens onbekend. Mogelijk is
een deel van hen ondergedoken.
Tweede maatregel die binnenkort van
kracht wordt, is de zogeheten wet 'veilige
landen van oorsprong'. Die bepaalt dat
de inwoners van sommige landen, in
Oost-Europa bijvoorbeeld, in Nededand
geen asiel meer kunnen aanvragen om
dat hun landen als veilig zijn. In de regel
wordt hun asielverzoek dan ook direct af
gewezen. Getalsmatig zet deze wet niet
zoveel zoden aan de dijk. De meeste
asielzoekers komen immers niet uit veili
ge landen, maar uit gebieden waar bur
geroorlogen woeden en/of de mensen
rechten worden geschonden: ex-Joego-
slavië, Sudan en Iran.
Anders ligt het met het jongste kabinets
voorstel: de 'wet veilige derde landen'.
Die moet het aantal asielzoekers met ten
minste dertig procent terugdringen. Uit
gaande van de 55.000 asielverzoeken vo
rig jaar, zou dat een vermindering van
15.000 zijn. Het principe is simpel: iedere
buitenlander die in een ander veilig land
asiel had kunnen vragen, mag dat hier
niet meer doen. Zijn verzoek wordt niet
eens in behandeling genomen. Hij is ille
gaal en krijgt een 'aanzegging' om te ver
trekken. Hulp, onderdak en zakgeld kan
hij vergeten.
Op papier kunnen zo inderdaad grote
aantallen buitenlanders uit de procedu
res worden gehouden. Verreweg de
meeste asielzoekers komen Nederland
immers over land binnen, dat wil zeggen:
via de 'veilige derde landen' Duitsland en
België. In de praktijk ligt het evenwel
moeilijker. Want een transit door een vei
lig derde land is geen reden tot afwijzing,
zo heeft het ministerie van justitie al la
ten weten. De buitenlander moet er mi
nimaal een paar dagen zijn geweest. An
ders is hij niet in de gelegenheid geweest
om ter plaatse asiel aan te vragen.
En daar beginnen de problemen, zegt
Vermeulen in zijn kamer op de Nijmeeg
se universiteit. „De Nederlandse staat zal
aannemelijk moeten maken dat iemand
bijvoorbeeld al een tijd in Duitsland is ge
weest. Geen probleem natuurlijk als daar
twee weken geleden vingerafdrukken zijn
genomen. Maar wat doe je als er geen be
wijzen zijn? Veel asielzoekers komen hier
zonder papieren."
In de huidige aanmeldcentra mogen ad
vocaten met een asielzoeker overleggen
voordat deze door ambtenaren van de
Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
worden gehoord. Bij de nieuwe asielwet
is dat niet langer het geval. Advocaten
zien hun cliënt pas als er een besluit is
genomen over het al dan niet doorsturen
naar een opvangcentrum.
Heel dom, vindt Vermeulen. „De advo
caat wordt erbuiten gehouden. Met als
gevolg dat hem maar twee opties resten:
zich neerleggen bij de negatieve beschik
king of naar de rechter. Een beetje advo
caat kiest voor het laatste, zeker als de
bewijzen voor een verblijf in een ander
veilig land mager zijn. En dat is meestal
het geval."
Nu al kampt de Vreemdelingenkamer
van de Haagse rechtbank met een enor
me achterstand. Zeker 10.000 zaken
wachten nog op behandeling. Mocht de
wet worden aangenomen, dan zal dat
aantal verveelvoudigen, verwachten de
Orde van Advocaten en de vereniging
Vluchtelingenwerk. Ze vrezen het ergste
voor de werkdruk en de wachttijd.
Vermeulen voorziet dat de rechtbank de
beschikkingen van Justitie negen van de
tien keer zal vernietigen. „Het verblijf in
een veilig derde land is niet aannemelijk
gemaakt; de toegang tot het veilige derde
land is niet gewaarborgd; de toegang tot
de procedure is niet gewaarborgd; er be
staat geen zekerheid over de veiligheid
van betrokkene in het derde land etcetera
etcetera: rechters kunnen daar een
prachtig betoog van maken. Ik hoor het
ze al zeggen."
Wat het ministerie van justitie betreft,
kan de asielzoeker in dat geval terug naar
het aanmeldcentrum. Maar advocaten en
hulpverleners voelen daar niets voor. Een
asielzoeker die door de rechter in het ge
lijk is gesteld, moet wat hen betreft door
naar een opvangcentrum. Zo niet, dan
trekken zij zich terug uit de aanmeldcen
tra.
Maar waar de procedure ook wordt
voortgezet, alle partijen zijn terug bij af.
Vermeulen: „Er zal alsnog een asielver
zoek moeten worden ingediend, alsnog
een nader gehoor moeten plaatsvinden
en alsnog een beoordeling van het ver
zoek. Dé hele wet levert niet meer op dan
tijdverlies en verspilde energie."
Voorstanders van de nieuwe asielwet wij
zen graag naar Duitsland. 'Bonn' heeft al
eerder een wet 'veilige derde landen' aan
genomen en zie: het aantal asielzoekers
daalt met sprongen. Wat ze vergeten, zegt
Vermeulen, is dat Duitsland asielaanvra
gen alleen afwijst als er zekerheid is dat
het 'veilige derde land' de buitenlander
wel toelaat tot de procedure. Is dat niet
het geval, dan mag de asielzoeker in
Duitsland blijven. Gevolg is dat er van de
ruim 30.000 asielzoekers per maand, niét
meer dan tweehonderd op basis van de
wet worden uitgezet.
Nederland is niet van plan met de buur
landen te overleggen. Wie in België of
Duitsland asiel had kunnen aanvragen,
mag dat hier niet doen. Punt uit. Onbe
grijpelijk, vindt Vermeulen. „Het Verdrag
van Schengen, dat Nederland heeft on
dertekend en dat op 26 maart in werking
treedt, bepaalt nu juist dat de lidstaten
met elkaar moeten overleggen waar een
vluchteling asiel mag aanvragen. Dat is
om te voorkomen dat staten met mensen
gaan 'pingpongen'. Precies dat dreigt nu
te gebeuren. Uiterst merkwaardig."
Praktisch mag de wet onuitvoèrbaar zijn,
juridisch 'een wangedrocht, een mon
strum'; Vermeulen geeft toe dat-ie deson
danks kan werken. Puur vanwege de af
schrikking. „Een asielzoeker mag bij de
rechter in beroep gaan tegen een negatie
ve beschikking. Maar hij krijgt geen geld,
geen bed en geen eten. De kans is groot
dat velen daardoor zo ontmoedigd raken,
dat ze niet eens meer een procedure be
ginnen of op de zitting verschijnen."
Bovendien kan de nieuwe wet Nederland
in het buitenland een 'hard' imago geven.
„Als bekend wordt dat je hier moeilijk
asiel kunt krijgen, dan zullen vluchtelin
gen uitwijken naar andere landen. Zo
werkt het. Binnen de kortste keren is dat
nieuws over de hele wereld bekend."
Of dat de ware bedoeling van het kabinet
is? Vermeulen weet het niet. „Maar", zegt
hij, „als het waar is, is het duivels. Ten tij
de van burgeroorlogen en hongersnoden
is een dergelijke vorm van noodwetge
ving geoorloofd. Van die omstandighe
den is nu absoluut geen sprake."
NUMEGEN ERIK VAN DER STRUUS