'Je krijgt de indruk dat niemand iets weet'
Natuurverf met terpentijn
ook milieuvriendelijk
Wetenschap
Dnderzoek accu
elektrische auto
V v
Milieu
Seks, nieuw wapen aardappelschimmel
ONDERDAG 9 FEBRUARI 1995
962
13
jluperstormen oorzaak
Ondergang dinosauriërs
INDEN DPA
rtiperstormen over de hele wereld hebben
gjjezenlijk bijgedragen aan de ondergang
J an de dinosauriërs. Klimatoloog Kerry
ïnanuel van het Massachusetts Institute of
^chnology heeft berekend dat de ver
leende inslag van een komeet op aarde 65
liljoen jaar geleden windsnelheden tot 300
jeter per seconde heeft kunnen veroorza-
en. Dit meldt het Britse tijdschrift New
Drcrjentist in zijn jongste uitgave,
n dergelijke stormen zijn heden onvoorstel-
diaar: een orkaan met windkracht twaalf be-
brpkt maar ongeveer 33 meter per seconde,
'ijananuel onderzocht met computermodel-
it \fc hoe tropische orkanen zich ontwikkelen
pven zeeën. Een superstorm, „hypercane"
edoopt (naar hurricane), kan binnen een
jag ontstaan als de lucht begint te roteren
eupven een relatief klein wateroppervlak dat
njarmer is dan 50 graden,
opn dergelijke storm kan volgens de weten -
•ld phapper jarenlang stabiel blijven en het le-
.'rt en op de hele aarde beïnvloeden. Er wor-
daiEn enonne hoeveelheden stof en as in de
Tgacht gestuwd, waardoor zich grote klimaat-
inlsranderingen voordoen. Nog belangrijker
in [het zout in het opgezogen zeewater, dat
vorm van chloor de beschermende
kan hebben vernield. Hierdoor
[rwoest de gevaarlijke ultraviolette straling
e voedselketen op aarde, te beginnen met
jicro-organismen, aldus de wetenschap-
nber.
o\J
IEUWARDEN HERMAN DAMVELD
e Duitse overheid betaalt een onderzoek
i accu voor een elektrische auto's,
e studie duurt vier jaar en kost 16 miljoen
lilden. Producenten van batterijen zoals
i de auto-fabrikant Daimler-Benz
lieren het onderzoek uit.
e huidige accu is zwaar en snel leeg. Het is
(e bedoeling een lithium-accu ontwikkelen.
accu hoopt de overheid een aantal
joelen te bereiken: verbeteringing van de
jvensduur, meer elektriciteit en minder ge
dicht. Het duurt nu enkele uren om een ac-
u op te laden. Bovendien verliezen de hui--
[|ge typen accu een deel van hun spanning,
1 staat de auto stil. Ten slotte wil de
e overheid toepassing van milieu-
Jiendelijker materialen.
,ja de onderzoeksfase moet er vier jaar
jraktijkervaring worden opgedaan in een
[agenpark. Pas daarna kan de i
iü serie worden gemaakt.
Is de Japanse geest vertrouwd met aardbevingen
Wie mocht denken dat miljoenen Ja
panners na de recente aardschok
angstig binnen- en buitenshuis rond
lopen in het besef dat op afzienbare
termijn een nog veel grotere cata
strofe boven het hoofd hangt, komt
bedrogen uit. Behalve in de gebieden
en steden waar de aardschok van 17
januari schade aanrichtte, verschilt
het aangezicht van de Japanse sa
menleving niet met dat van voor de
beving. Tokyo is nog net zo'n gigan
tische mierenhoop als altijd en geen
enkele Japanner loopt schichtig langs
de gevels.
BEN APELDOORN GPD
Toch moet je er, rondkijkend in die propvol
gebouwde metropool met zijn talloze wol
kenkrabbers en zijn haven waar duizenden
tonnen giftig afval staan opgeslagen, niet
aan derücen wat daar met die vijftien mil
joen mensen zou gebeuren als er een her
haling van 1923 zou optreden, toen 140.000
levens verloren gingen na de beruchte
'Kantonbeving'.
De Japanners denken daar maar liever niet
aan, hoewel ze daar fysiek toch vrijwel da
gelijks aan zouden moeten herinnerd. Want
de grond onder hun voeten trilt gemiddeld
duizend maal per jaar voelbaar.
„Ik bespeur soms een soort verdrongen fa
talisme", zegt de Amerikaanse geoloog Pe
ter Hatfield. Hij heeft uitvoerig onderzocht
of het gevaar van een zware aardbeving
zich in de Japanse geest heeft vastgezet. Het
onderzoek was vrijwel afgerond toen de
grond onder een deel van Japan opnieuw
met verwoestend geweld tot leven kwam.
„Je krijgt de indruk dat niemand iets weet
van bevingen", aldus Hatfield, „maar vraag
je wat verder door dan blijkt dat dat de ver
antwoordelijken zich onttrekken aan hun
taak om er iets aan te doen. Daarom laat
men het gewoon maar over zich heen ko
men en hoopt er het beste van."
Valt er nog wat te hopen bij een herhaling
van 1923? Toen, om 11.58 uur op 1 septem
ber, de aarde onder de steden Tokyo en Yo
kohama minstens tien maal verwoestender
in beweging kwam dan op 17 januari van
dit jaar onder Kobe en Osaka. Vanwege het
middaguur stonden honderdduizenden
brandende komfoortjes even zovele maal
tijden gaar te stomen. Dat was het begin
van nog veel meer ellende. Op duizenden
Kobe na de aardbeving. Volgens geoloog Hatfield laten de Japanners het
hopen er het beste v
FOTO REUTER
plaatsen in de puinhopen braken branden
uit die zich verenigden tot brullende vuur-
Tienduizenden burgers sprongen
iter van de Sumida-rivier, maar de
en zó intens, dat het vuur
het 240 meter brede rivierwater simpelweg
overstak. De mensen verdronken of stikten
door gebrek aan zuurstof dat door de vuur-
stormen aan de omgeving werd onttrokken.
Onder de Japanse eilandengroep, vooral
onder de Baai van Tokyo en onder het
schiereiland Izu, komen drie aardplaten sa
men: de Euraziatische, de Filipijnse en een
uitloper van de reusachtige Pacifische plaat.
De één buigt gedeeltelijk onder de ander
door de diepte in. Dat heet: subductie-zone.
Zware bevingen bij een subductiezone zijn
het meest verwoestend. Dank zij de ruimte
vaarttechnologie, met name de remote sen
sing, heeft men inmiddels een goed beeld
verkregen van de tectonische situatie onder
Japan. Die is niet bemoedigend. Er werd
onder meer aangetoond dat zich tussen de
diverse aardplaten enorme spanningen op
gebouwd hebben. Een deel ervan leidde de
recente beving in, maar er waren al eerder
tekenen van de zich ophopende krachten.
Het plotseling tot leven komen van de Ja
panse vulkaan Unzèn, enkele jaren geleden,
waardoor een aantal middelzware bevingen
is ontstaan, hebben volgens sommige geo
logen, een periode ingeluid die zou kunnen
voeren naar één of meerdere, zeer zware
'Kantonbevingen'.
De stadsbestuurders van Tokyo hebben
echter nog steeds geen goed rampenplan
op papier staan. Al jaren is de negende ver
dieping van het gemeentehuis het domein
van rampenbestrijdingsteams van gemeen
te, leger, luchtmacht, politie, brandweer en
ziekenhuizen. Op de vier hoekpunten van
het gebouw staan weerbestendige, op af
stand bedienbare videocamera's die kun
nen inzoomen op elk gewenst stadsdeel
waar zich calamiteiten voordoen en op het
dak staan twee helikopters klaar met dezelf
de camera's om een getroffen gebied van
nabij in kaart te brengen. Eén wand van de
rampen-étage, dat dooreen buitenlandse
aardbevingsspecialist ooit schamperend
shocking theater werd genoemd, wordt bij
na geheel door reusachtige tv-schermen in
beslag genomen.
Peter Hatfield: „Door de trillingen treedt zo
geheten liquef'actie op; de grond wordt als
het ware drijfzand omdat het water om
hoog komt en de grond erin wegzinkt. Je
kunt je funderingen nog zo vernuftig con
strueren, feit blijft dat alles ophoudt als je
basisfundering het begeeft."
Vrijwel het gehele zakencentrum van Tokyo
is gebouwd op opgespoten materiaal uit de
baai. Honderden miljoenen yens zijn uitge
geven aan speciale verankeringen van de
gebouwen op de funderingen. Hatfield
schiet bijna in de lach: „De enige die hier
beter van zijn geworden zijn de bouwers.
Deze constructies zijn nog nooit blootge
steld aan de werkelijke krachten die bij een
zware aardbeving vrijkomen."
De laatste schattingen van de gevolgen van
een één minuut durende aardbeving van
8,3 op de schaal van Richter luiden, dat er
800 zeer grote branden uit zullen breken.
Gedurende de eerste twee dagen na de
aardschok zal 35 procent van Tokyo, ofte
wel een gebied tweemaal zo groot als de
stad Amsterdam, zijn verbrand. Als de
schok in de ochtend- of avondspits op
treedt, zullen 500.000 tot 600.000 mensen
op slag gedood worden.
Alle gelden die Japan heeft, in binnen- èn
buitenland, zullen moeten worden aange
wend voor de wederopbouw. Wereldwijd
zullen rentepercentages met sprongen om
hoog gaan. Waarschijnlijk zal er een
mondiale beurskrach ontstaan die harder
aan zal komen èn langer na zal dreunen
dan de aardbeving zelf. Vrijwel elke wereld
burger zal die aan den lijve ondervinden.
We weten alleen niet wanneer; komende
nacht of... volgende eeuw.
1N 'T VELD
1 Sneeuwklokje
Toen Adam en Eva voor straf
het paradijs uit werden ge
stuurd was het daar buiten
r j(echt winter. In tegenstelling tot
het door de almachtige tïier-
(jmostaat gestuurde klimaat in
pe(de hof van Eden met zacht mi
ssende boomblaadjes, bloemen
[Jen vlinders was het landschap
J daarbuiten kaal en bedekt met
jyjleen dik pak sneeuw. U kunt
zich voorstellen dat de twee
appelsnoepers met heel veel
heimwee terugdachten aan de
betere tijden en de toekomst
v^Jwat minder zagen zitten.
Op het dieptepunt van hun
neerslachtige stemming ver-,
scheen er echter een engel.
Blijkbaar vond men de straf
maat van hogerhand een
beetje al te gortig. De engel
veranderde wat van de naar
beneden dwarrelende sneeuw
vlokken in kleine, witte bloem
pjes: sneeuwklokjes. Zo kreeg
dit kleine plantje de symboli
sche betekenis van hoop. En
dat heeft bij Adam en Eva aar
dig gewerkt: er lopen op aarde
op dit moment een dikke vier
miljard mensen rond.
Ook nu nog geeft het
sneeuwklokje hoop aan de
mensen. Als allereerste plantje
steekt het sneeuwklokje zijn
twee groene sprietjes uit de
grond. Desnoods door een dik
pak sneeuw heen. Daartoe i$
het sneeuwklokje zelfs speciaal
uitgerust. De bovenkant van de
spitse bladeren zijn verdikt en
hebben een chemische con
structie die de punten keihard
maakt. Als een soort boor kun
nen de bladeren dan ook door
hard bevroren grond en een
laag sneeuw heen breken. Die
chemische structuur maakt de
bladeren trouwens ook onver
teerbaar voor gulzige dieren,
die op dit moment snakken
naar een fris groen blaadje.
Zodra de bladeren de grond
t zijn,
twee zich
staat daar al direct
een complete bloemstengel.
Dat gaat bij de meeste planten
heel wat anders. Die produce
ren eerst veel bladgroen en als
dat genoeg voedsel uit het zon
licht heeft gehaald, komen de
bloemen pas tevoorschijn. Het
sneeuwklokje heeft daar ge
woon geen tijd voor, dat moet
al klaar zijn met bloeien en
zaad maken vóór het groen
aan de bomen en struiken bo
ven hem komt. Want dan is
zijn lot bezegeld en krijgt hij
geen licht genoeg meer.
Er zijn in deze tijd van het
jaar nog niet veel bezoekers
voor het vroege bloempje. Het
sneeuwklokje is bovendien
door zijn klokvormige bloemen
niet toegankelijk voor wel
rondvliegende vliegjes en mug
jes met hun korte tongen. De
nectar zit daarvoor veel te
diep. Maar gelukkig zijn er, als
het een beetje meezit met de
temperatuur, al wat wilde bij
tjes in de lucht die de bloem
pjes kunnen bevruchten. Zo
kun je later in het seizoen toch
de grote groene bessen aan
treffen. Als die rijp zijn, komen
daar zaadjes uit met een klein
wit naveltje.
Mieren zijn dol op dat witte
bolletje, want het bevat allerlei
suikers die in deze winter
maanden verder nogal schaars
zijn. De mieren gaan slepen
met deze zaadjes en dat zorgt
ervoor dat sneeuwklokjes zich
in een paar jaar tijd behoorlijk
kunnen uitbreiden. Maar als er
zelfs geen wilde bijtjes zijn - en
dus geen zaadjes - dan is er
nog niets aan de hand. In dat
geval groeien er aan de bolle
tjes in de bodem, kleine nieu
we bolletjes die het volgend
jaar opnieuw hoop in de har
ten van de mensen brengt.
TON IN 'T VELD
Herman Damveld GPD
De overheid houdt bij het afge
ven van een milieukeur voor
'groene' verven geen rekening
met bijvoorbeeld de uitputting
van grondstoffen, de biolo
gische afbreekbaarheid en de
gebruikte hoeveelheid energie
bij het aanmaken van verf. Dat
zijn voorwaarden die bij het an
dere milieubeleid van de over
heid wel van belang zijn.
Deze kritische opmerkingen
lanceerde Kees Zijderveld, verf-
technicus van de firma Terra
Natuurverven in IJmuiden, tij
dens een studiemiddag van de
Nederlandse Vereniging van
Verftechniek
„Deze voorwaarden spelen een
wezenlijke rol bij de filosofie
achter onze verf. Indien ze vol
waardig meegenomen zouden
worden bij het afgeven van de
milieukeur, zou onze natuurverf
zeer goed uit de bus komen, en
de gangbare verf niet. In wezen
gaan de huidige criteria voor de
milieukeur uit van de omge
keerde wereld."
De natuurverf van Terra heeft
nog geen milieukeur. „We ge
bruiken te veel oplosmiddel. Zit
je boven 250 gram per liter dan
krijg je geen milieukeur. De
overheid let daarbij ten onrech
te niet op het sóórt oplosmiddel
die fabrikanten gebruiken."
In natuurverf zit terpentijn als
oplosmiddel. „Terpentijn is een
natuurlijk produkt", aldus Zij
derveld. „We halen het uit bo
men en verplaatsen het als het
ware naar de verf. Zonder de
verf zou de terpentijn ook in het
milieu terecht zijn gekomen."
Afval
Volgens Zijderveld wordt het
woord 'milieuvriendelijk' te pas
en te onpas gebruikt wordt.
„Ook natuurverven hebben niet
de pretentie om zeer vriendelijk
te zijn voor het milieu. Ze wor
den ontworpen en toegepast
vanuit de gedachte dat door het
gebruik van zo veel mogelijk
natuurlijke grondstoffen het
milieu zo weinig mogelijk wordt
belast."
Veel mensen branden de verf af
voor ze gaan schilderen. Resten
verf liggen op de grond en ver
dwijnen in het milieu. „Deze
resten vormen in feite chemisch
afval", zegt Zijderveld. „Zolang
de gangbare verf in vloeibare
vorm is, valt het onder che
misch afval. Mensen worden
daarom ook opgeroepen hun
restjes verf in te leveren. Ook de
verf die mensen van de kozij
nen branden is eigenlijk che
misch afval. Er zijn echter nog
geen overheidsvoorschriften
voor particulieren om het ook
zo te behandelen."
De gebruikte natuurverfis
waarschijnlijk geen chemisch
afval. De verf bestaat vooral uit
afbreekbare bestanddelen, hoe
wel met toevoegingen van me
talen als ijzer en chroom. Zij
derveld: „Wij laten onderzoek
doen naar de mogelijkheid om
resten en afval van natuurverf te
composteren. De metalen kun
nen daarbij geen probleem vor
men. Een stof als ijzer zit van
nature al in de grond. Door
compostering van onze verf
komt er iets bij. Het gaat om
zo'n kleine hoeveelheid dat het
toelaatbaar lijkt en we compost
krijgen van goede kwaliteit."
Zonzijde
Een technisch probleem van
natuurverf is de duurzaamheid.
De buitenkant van een huis
moet aan de zonzijde elke twee
tot drie jaar overgeschilderd
worden. De gangbare verf gaat
een jaar langer mee. „Wij pro
beren de duurzaamheid van
onze verf te verlengen", stelt
Zijderveld. „We hebben goede
hoop dat het over twee jaar is
gelukt. En dan komt een andere
kwaliteit van de natuurverf be
ter tot zijn recht. De verflaag
wordt langzaam dunner, maar
blijft soepel. Als je opnieuw gaat
schilderen, hoefje de natuur
verf dus niet af te branden.
Schoonmaken en licht schuren
is voldoende. Over een langere
periode bezien heb je aan na
tuurverf dus minder werk.
Een technische probleem van natuurverf is de duurzaamheid.
LONDEN NICHOLAS SCHOON
THE INDEPENDENT
De schimmel die 150 jaar geleden de Ier
se hongersnood veroorzaakte, steekt
weer de-kop op en is gevaarlijker dan
ooit. Deze aardappelziekte, Phytophtho-
ra infestans, heeft een nieuw wapen:
seks. Wetenschappers zijn bang dat de
schimmel hierdoor resistenter wordt te
gen bestrijdingsmiddelen, zich sneller
verspreidt en in staat is aardappelplan
ten eerder in het groeiseizoen aan te
De ziekte kwam in jurti 1845 uit Amerika
in België aan, waar een epidemie uitbrak
die de aardappelteelt zo goed als vernie
tigde. Rond september van datzelfde jaar
bereikten door wind en regen meege
voerde schimmelsporen Ierland, waar de
snel groeiende bevolking in hoge mate
afhankelijk was van de aardappeloogst.
De Ieren verbouwden ook andere land
bouwgewassen, maar die moesten tegen
vastgestelde lage prijzen aan de Britse
landeigenaren worden verkocht. Zo bleef
de aardappel over als belangrijkste voe
dingsmiddel voor de arme Ierse pacht
boeren.
In 1845 ten het daarop volgende jaar ver
nietigde de schimmelziekte de Ierse
aardappeloogst, waardoor ten minste 1,5
miljoen Ieren een vijfde van de totale
bevolking verhongerden of door on
dervoeding ten prooi vielen aan ziekten
zoals typhus.
Sindsdien hebben aardappelboeren in
de hele wereld een gezonde angst voor
de schimmel. Onder warme, vochtige
omstandigheden kunnen weelderige
aardappelvelden in luttele dagen veran
deren in een rottende, stinkende massa.
Door de toepassing van grote hoeveelhe
den bestrijdingsmiddelen en door de
ontwikkeling van resistente aardappel
soorten wordt de schimmelinfectie in
toom gehouden. Het is echter nooit ge
lukt de ziekte uit te rpeien. Tegenwoor
dig vormt de schimmelziekte met name
een bedreiging voor de aardappelteelt in
derde-wereldlanden, waar de bevolking
even snel groeit en even arm is als des
tijds in Ierland.
De Europese schimmelziekte, de Al-
stam uit 1845, ontdekte in 1976 seks als
wapen. Tot dan toe had de ziekteverwek
ker zich alleen met a-seksuele sporen
vermenigvuldigd'. Maar in 1976 arriveer
de een nieuwe stam, de A2, in een aard
appelzending uit Mexico en verspreidde
zich in Europa.
De twee stammen kunnen zich zelfstan
dig voortplanten, maar blijken ook el
kaar te kunnen bevruchten. Na kruisbe-
vruchting produceert de schimmel zoge
naamde oo-sporen (microscopisch klei
ne eieren) die in de aarde kunnen
overwinteren en die in het voorjaar de
nieuwe aanplant aantasten. Bij a-seksue
le voortplanting is dit niet mogelijk. De
a-seksuele sporen kunnen alleen in war
me, vochtige omstandigheden worden
geproduceerd. Hopen afgekeurde aard
appelen vormen vaak een haard van in
fectie.
De opsporing van de oo-sporen in de
aarde is als het zoeken naar een naald in
een hooiberg: de schimmel-eieren heb
ben een doorsnede van drie-honderdste
millimeter. De oo-sporen vergroten niet
alleen de overwinteringskansen van de
schimmel, maar maken het ook mogelijk
dat de verschillende schimmelstammen
onderling genen uitwisselen. Hierdoor
kan de ziekteverwekker sneller muteren
en sneller weerstand opbouwen tegen
bestrijdingsmiddelen.
VERTALING: MARGREET HESLINGA
Vangst verbod
zeekomkommer
LONDEN NICHOLAS SCHOON
THE INDEPENDENT
Op de Galapagos Eilanden
dreigt de onenigheid tussen
ecologische en economische
belangen uit de hand te lopen.
De regering van Ecuador, waar
toe de Galapagos Eilanden be
horen, heeft honderd mariniers
en politieagenten naar de eilan
den gestuurd om zeekomkom
mers te beschermen tegen woe
dende vissers.
In de ondiepe wateren rond de
eilanden, die met hun unieke
dierenwereld Charles Darwin
tot zijn evolutieleer inspireer
den, tieren zeekomkommers
welig. Deze primitieve dierlijke
levensvorm beweegt zich traag
over de zeebodem en voedt zich
met algen en afval.
Een twintig centimeter lange,
roestbruine soort, de Isosti-
chopus fuscus, wordt in China
en Zuidoost-Azië als een delica
tesse beschouwd. Aan het dier
wordt bovendien een medicina
le werking toegeschreven. Maar
door de grote vraag is deze zee
komkommer in grote delen van
de Stille Oceaan weggevist.
Rond de Galapagos Eilanden
komt het dier echter nog in gro
te aantallen voor. Vissers krijgen
zo'n dertig cent per exemplaar.
Een flink kapitaal in een arm
land. Een duiker kan enkele
honderden zeekomkommers
per dag van de zeebodem pluk
ken.
Er ontstond een ware 'goud
koorts' en de zeekomkommer
dreigde te worden uitgeroeid,
met niet te overziene gevolgen
voor het hele milieu, aangezien
de zeekomkommer dicht aan de
basis van de plaatselijke voed
selketen staat.
Ecologen trokken aan de bel en
de Ecuadoraanse regering stel
de een quotum in. In drie
maanden tijd mocht een half
miljoen zeekomkommers wor
den gevangen. Binnen luttele
weken was dit quotum echter al
opgebruikt. De autoriteiten
vaardigden hierop een totaal
vangstverbod uit, tot grote woe
de van de vissers, die tot ge
welddadige acties overgingen.
De autoriteiten huldigen het
standpunt dat plundering van
het natuurlijke milieu uiteinde
lijk zal leiden tot de vernietiging
van de toeristenindustrie, die
als de meest duurzame bron
van inkomsten voor de eilanden
wordt beschouwd.
MARGREET HESUNGA