Waar blijft de biografie?
Faber vertelt wonderlijk verhaal
rechttoe rechtaan in debuutroman
Ik zie, ik zie: driedimensionaal kunst kijken
Boeken
Een tekenmonnik met een gezin
Mafia intimideert onbevangen jurylid
DONDERDAG 9 FEBRUAR11995
Studie De Vries houdt mythes over Van Oorschot in stand
boeken
recensie nico keuning
rt Jan de Vries. Ik heb geen verstand
i poézie G A van Oorschot als uitge-
van poézie Uitgeverij G A van Oor
schot. 49.90
Over de uitgever G.A. (Geert)
van Oorschot, schreef Jeroen
Brouwers zijn haat-liefde ver
houding met deze zeer eigen
zinnige vorst onder de uitgevers
in Het tuurtouw. Brouwers ka
rakteriseert hem 'Tere huid,
hartje van bladerdeeg. Senti
menteel en pathetisch.
Bromtol van smeltend fondant.
Gietijzeren knuffelrinoceros, die
als je hem op z'n rug legt mama
zegt en als je hem rechtop zet
godverdomme.'
Gert Jan de Vries schetst een
'geestelijk profiel' van de uitge
ver Van Oorschot en dan vooral
van de uitgever van poëzie.
Hierbij komen de karaktertrek
ken die Brouwers in zijn herin
neringen toedicht aan Van oor
schot slechts ter sprake wan
neer het de uitgeverij betreft. Of
zoals De Vries in zijn conclusie
schrijft: Het ging om zijn uitge
verij en ten opzichte daarvan
speelt zijn leven in deze studie
slechts een dienende rol.'
Dit uitgangspunt is enerzijds
te betreuren, omdat er over Van
Oorschot talloze mythische ver
halen bestaan waar de letteren
nog steeds van knetteren. Over
van Oorschot als schrijver R.J.
Peskens komen we nauwelijks
iets te weten. Anderzijds zou je
kunnen beweren dat de mythe
van de man vol tegenstellingen
op deze wijze in stand wordt
gehouden. Toch is dit portret
een ontmyhthologisering. Dat
komt misschien juist door de
beperking van dit boek dat zich
richt op de poëzie waarvan, zo
zegt de titel en zo blijkt na le
zing, Van Oorschot geen ver
stand blijkt te hebben (gehad).
Vijftig jaar geleden, 13 sep
tember 1945, begon Van Oor
schot aanvankelijk in samen
werking met medevennoot J.
Bloemsma een uitgeverij. Al na
acht maanden werd de uitgeve
rij een eenmanszaak en dat zou
het tot de uittreding van Van
Oorschot midden jaren tachtig
blijven. Zoon Wouter en Gem
ma Nefkens namen de zaak
over.
Die 'eenmanszaak' is type
rend voor Van Oorschot. Hij
kon moeilijk samenwerken, iets
aan anderen overlaten. Dit blijkt
ook uit zijn bemoeienis met de
redacties van de tijdschriften
(De Baanbreker, Libertinage en
Tirade) die hij uitgaf.
Deze studie van een uitgever
bevat talloze wederwaardighe
den over de mens en de uitge
ver. Zijn zuinigheid en soms
schaamteloze krenterigheid te
genover een buitenproportione
le gulheid. Zijn handigheid in
het verwerven van subsidies en
particulier kapitaal. Zijn rol van
arme uitgever die hij ondanks
zijn dure auto serieus bleef spe
len. Zijn gevreesde verkoop
technieken a la Elsschots Boor
man. Zijn betweterigheid en af
hankelijkheid van de poëticale
kennis van anderen. Zijn Verza-
Henk van Gelder schreef biografie van illustrator Jo Spier
recensie letty stam
Henk van Gelder. De tekenaar Jo Spier
Uitgeverij Nijgh Van Ditmar, 34.90.
,,Op zijn veertigste was Jo Spier
een man van aanzien gewor
den, die door bijkans het hele
Nederlandse volk werd bewon
derd en geëerd. Er kon hem, zo
te zien, niets meer gebeuren,"
zo schrijft Henk van Gelder op
pagina 59 van zijn uiterst lees
bare biografie over deze teke
naar (1900-1978). Om de vol
gende 60 bladzijden te vertellen
wat de man allemaal wél ge
beurde: de Tweede Wereldoor
log breekt uit en Spier is joods.
Jo, geboren in Zutphen,
neemt na zijn gymnasium les
op kunstacademies in Amster
dam en Parijs. In 1924 stuurt
Spier een spotprent naar De Te
legraaf en blijft vervolgens 15
jaar bij de krant werken. Hij
maakte spotprenten, getekende
commentaren, idyllische land
schapjes en illustreerde ook de
nieuwsreportages want foto's
maken was in het begin van de
jaren twintig nog een moeizaam
karwei. Spier maakte al snel
furore met zijn manier van te
kenen. Hij had een scherp oog
voor details en wist in enkele lij
nen iemands persoonlijkheid te
vangen.
In oktober 1940 moest de
joodse Spier op last
Duitsers de pen
voor de Telegraaf. Ook de
kunstacademie stelde niet lan
ger prijs op zijn lessen. Volgens
zijn vriend Guus Hiltermann
(inderdaad: mr. G.B.J.) moet 'Jo
dat heel zwaar zijn gevallen'.
Spier was hervormd en had
niets met het joods-zijn. Van
een beroemd, geliefd en rijk
man, werd hij plots terug gesto
ten tot de joodse kring waar hij
geen enkele binding mee had.
Spier bleek één machtige be
wonderaar te hebben: Anton
^GG.GvOTvAOET^, ELR, S~T/V\T [N DE KJ^/KISTT"
O/KT- U ~Z-0 VEEL VQOR^ DEL TÖEKOM$"p
BEloofT.'!
Mussert. De leider van de NSB
voorkwam transport van de te
kenaar naar Polen. Het gezin
Spier werd afgevoerd naar Wes-
terbork en in 1943 naar het mo
del-concentratiekamp The-
resienstadt. Jo, Tineke en de
'Zelfportret' van Spier.
drie kinderen brachten het er
levend af. En dat werd hen na
de oorlog kwalijk genomen.
Via Hiltermann krijgt Spier
een baan bij Elsevier waar hij
samen met Piet Bakker de bui
tenlandreportages maakt. De
journalist schreef later over zijn
tekende compaan: „Ieder uur
van niets-doen acht hij een ver
lies, dat hij niet kan verant
woorden tegenover zijn vrouw
en kinderen. Een teken-monnik
met een gezin. Met dat monni-
kengeduld werkt hij aan iedere
tekening of zijn hemelse zalig
heid op het spel staat.(...) 't Is
maar dat u niet denkt dat zo'n
tekening even uit de mouw ge
schud is. Alles is een produkt
van middeleeuwse moeizaam
heid.'
Uit Van Gelders biografie
blijkt dat Bakker zijn collega
raak typeerde. Spier was een
een verwoed tekenaar maar wel
eentje met een gezin. En
het behoud van zijn familie wei
gerde hij zich in de oorlog te ge
dragen als held en hield Spier
zich gedeisd. Deze 'zonde' werd
hem nog zo lang nagedragen
dat hij in 1951 met zijn gezin
naar Amerika emigreerde. Bij
zijn dood in 1978 was de eens
zo beroemde Spier in zijn va
derland als tekenaar allang ver
geten.
verij Meulenhoff, 39.90
George Dawes Green heeft met
Het jurylid een beklemmende
bijdrage geleverd aan de van
daag de dag zo gewilde recht
bankthrillers. Zijn verhaal draait
om Annie Laird, een leuke
spontane jonge vrouw. Een al
leenstaande moeder. Voor kran
ten lezen of nieuws bekijken
heeft zij nooit tijd. Een ideale
onbevangen figuur dus om zit
ting te nemen in een jury, die
moet bepalen of een mafiabaas
wel of niet schuldig is aan
moord.
Maar vanaf het eerste begin
wordt zij achtervolgd, geïntimi
deerd, bedreigd en geterrori
seerd door een man uit de ma-
fiakringen, die bekend staat als'
de professor. Hij eist van haar
dat zij haar mede-juryleden -
allen al min of meer overtuigd
van de schuld van de verdachte
- er toe overhaalt toch het on
schuldig uit te spreken. Geen
middel blijkt te grof om haar
onder druk te zetten. Ze dreigen
ook haar jonge zoon niet onge
moeid te laten.
Deze Amerikaanse toestan
den komen voor ons niet alle
maal even logisch over. Maar
Dawes Green weet de aandacht
wel vast te houden. In zijn bijna
bijtende stijl van schrijven ver
telt hij een geraffineerd gecom
poneerd verhaal. Het spannen
de duel in vindingrijkheid tus
sen een jonge vrouw in de greep
van de angst en een volmaakt
van mededogen gespeende cri
mineel laat je geen moment los.
De zeer eigenzinnige vorst onder uitgevers staat bij uitzondering nu eens lachend op de foto met Linda van Dyck. De actrice speelde een rol in
Twee vorstinnen en een vorst, een film gebaseerd op de boeken die Van Oorschot schreef onder het pseudoniem RJ. Peskens. archieffoto gpd
melde Werken van vooral 'dooie
schrijvers' (W.F. Hermans). Zijn
werklust en bemoeizucht. Ru
zies, meningsverschillen. Zijn
De Vries behandelt het alle
maal, in dienst van de uitgever
en op wetenschappelijke wijze.
Dat geeft dit boek iets stroefs,
ook door de structuur die nogal
herhalend en (dus) overlappend
is. Maar goed, het is geen gerin
ge verdienste om alle ins en lijk profiel'van Van Oorschot is
outs van een uitgeverij (het on- dit boek een belangrijke bron
derzoeksobject loopt van 1945 voor literair-historisch onder
tot 1979) zo minutieus en kri- zoek. Brouwers moet de biogra
fisch te beschrijven. En vooral fie maar schrijven,
door de context van het 'geeste-
spectief. En niet zomaar een r
/enj Meulenhoff, 37.90.
Basha Faber studeerde Spaans
en sociologie van Latijns-Ame-
rika. Dat vermeldt de achterflap
van haar debuutroman De
MaagdemnanteL Ik ben geneigd
te denken dat dat zinvolle infor
matie is, van node voor de ge
kozen invalshoek.
Nu, wat doet een socioloog?
Die beschrijft maatschappelijke
groepen en de relaties daartus-
En wat doet Faber, volgéns de
flap? Die schrijft een 'roman
over de sociale verhoudingen
en bewegingen in een maat
schappij'. In Zuid-Amerika.
Conclusio: Faber schrijft een
roman vanuit sociologisch per
man, sterker nog, 'een uiterst
geëngageerde roman'. Dat is
mooi, dat verlokt tot lezen (be
trokkenheid, straatrumoer, het
gaat allemaal weer modern
worden, dus daar wil ik bij zijn).
Welaan, op welk land dan zou
Faber haar kritisch oog hebben
laten vallen? Op geen enkel! Of
op allemaal. Ik bedoel: ze heeft
er één verzonnen. Ze beschrijft
een fictief land, Antilia. Waar
om? Wel gestudeerd maar de
studie niet afgemaakt en dus te
weinig achtergrondkennis?
Staat Antilia wellicht voor ge
heel Zuid-Amerika en wil ze het
complete continent in haar
geëngageerde armen vatten?
Ik weet het niet. Sociologisch
gezien is herieen zwaktebod
Ik heb evenmin kunnen ont
dekken wat er nu zo uiterst
geëngageerd is aan haar ver
haal. Natuurlijk, er komen in
dianen in voor, verdrukt en wel,
en er wordt met zoveel woorden
gezegd dat ze een miserabel le
ven leiden.
De Telegraaf bevat ook wel
eens een artikel van die strek
king, met groter beeldend ver
mogen geschreven zelfs. Als dat
die krant geëngageerd maakt,
ja, dan is De Maagdenmantel
het ook.
Genoeg hierover. Laten we
aannemen dat de flap een ver
gissing is en ons beperken tot
het verhaal dat Faber heeft op
gedist. Dat is de geschiedenis
van een Spaanse koloniale fa
milie, grootgrondbezitters. De
dochter des huizes wordt aan
gereden,-doodverklaard en-weer
tot leven gewekt. Door een
zwakzinnige indiaan met necro-
fiele neigingen, naar het schijnt.
Die indiaan belandt in het ge
vang, zijn stamgenoten vinden
daarin aanleiding tot gemor. Na
wat grillige ontwikkelingen leidt
dat uiteindelijk tot militarise
ring van het gebied.
Een meeslepend debuut?
Blinkt het uit door stilistische
vaardigheden? Doet het de lip
pen krullen, het hart bonzen?
Bevat het tot nadenken stem
mende observaties? Saillante
uitspraken? Overtuigende ka
rakters? Is het pulp? Nee. Het is
een rechttoe rechtaan verteld
verhaal, zonder literaire preten
ties (althans, dat mag ik hopen),
onwaarschijnlijk soms maar
niet zo dat het erg stoort, ge
schikt om staande in de tram te
lezen als je geen krant bij je
hebt.
Beatrijs. Een middeleeu j
Maria-mirakel waarin de nu
Beatrijs het klooster verlaat c
met haar geliefde de wereld
te gaan. Na zeven jaar keert
terug en dan blijkt dat Man
haar al die tijd heeft vervangt t
Vertaling Willem Wilmink, inlu
ding Theo Meder. Deel VI
reeks Klassieken van de Nedt
landse letterkunde. Uitgevt
Prometheus/Bert Bakker,
24,90, gebonden 45,=.
Peter Hoefnagels, De onbi
kende bevrijding. Roman o\
een kind dat opgroeit tijdens
oorlog en bij de bevrijding zi
thuis ontgroeid is. Hoefnage
bekend hoogleraar crimino'
gie, is geboren in 1927. Uitge
rij L.J. Veen. 29,90.
Wiel Goossens en Els C<
prie-Weenink, Als betaalde at
beid wegvalt. Handleiding v
55-plussers om zichzelf en I
omgeving voor te bereiden
een tijd zonder betaald wei i
Uitgeverij Kok Voorhoeve,
16,50.
Multatuli, Volledige Werke I1
Alles wat Eduard Douwes De o
ker heeft geschreven, van i\
Havelaar en de 1200 Ideeën
en met het kleinste briefje of
meest persoonlijke aantekenii
in 25 delen. Uitgeverij Van Oo
schot. Prijs compleet 1.100,
Delen 8 t/m 24 (alleen brieve i
en documenten) 900,=. Los
exemplaren 55,=.
Charles Baudelaire, De blo'
men van het kwaad. Comple
Nederlandse vertaling
commentaar van het beroem
ste boek van de dichter (1821
1867) van Peter Verstegen. UI
geverij Van Oorschot,
(gebonden), 59,= (ingen;
f' 73.
naaidfw
n der Knaap Uitgeverij Het Spectrum,
Driedimensionele afbeeldingen zijn he
lemaal in. Op een poster, briefkaart of in
boekvorm. In alle vormen en maten
kunnen ze bekeken worden. De discus
sie is al gaande of 3D, zoals het in vakter
men luidt, een kunstvorm is. Het Ma
gisch Museum vormt kunst tot 3D. Zo
wordt het vanzelf tot kunst verheven.
In het boek komen alle bekende schil
ders aan bod, zoals Van Gogh, Cézanne,
Degas, Rubens, Manet en Gauguin. In
totaal worden 25 schilderijen onder de
loep genomen en vervormd tot een 3D-
afbeelding. Als je de kunst van het 3D-
kijken te pakken hebt, kun je de vraag
onder de afbeelding met betrekking tot
de schilder beantwoorden.
Een voorbeeld met 'Zelfportret met
Saskia' van Rembrandt van Rijn. De
vraag onder het 3D-plaatje luidt: Ontdek
de naam van zijn zoon. Staar nu voor je
uit en schuif langzaam het boek v
neus. De één heeft het meteen te pak
ken, een ander moet even oefenen. Als
het goed is, verschijnt in het 3D-plaatje
de oplossing. Deze is achter in het boek
te lezen, samen met een korte biografie
van de schilder. Het schilderij staat tus
sen de 3D-afbeelding, wat wel hindert in
het bekijken van de derde dimensie.
De echte kunstkenner zal niet eens in
het 3D-plaatje te hoeven staren want die
weet het antwoord gelijk al. De opgaven
zijn over het algemeen erg makkelijk.
Bovendien is de inhoud van
fiën is summier. Daarom rijst de waag of
dit boek niet voor kinderen bedoeld i
Het boek geeft antwoord in het
woord: „Kunst komt door het driedi
mensionale kijken tot leven. Het maakt
zowel kinderen als volwassenen
nog aantrekkelijker zich in kunst te ver-
r
diepen en haar te ontdekken." Voor ij*
dereen dus.
Maar meer voor de leek in kunst en (jr
leek in het 3D-kijken. Want het 3D-effer
in Het Magisch Museum is weinig spel'
taculair. Wie de kunst van het 3D kijkq1
beheerst, ontwaart normaal i
beelding een hele andere wereld. Ml
perspectief en diepte ziet hij bijvoof
beeld een dolfijn uit het water springe]
terwijl een ander alleen chaos op papid.
Het schilderij 'Helene Fourment in bruidsjurk'. Uit de 3D-afbeelding moet af te leiden zijn op welke leeftijd de schilder met deze dame z
foto uit het besproken boe