>chuiteman aan de slag bij Feyenoord Fo m spo stad Scylla wilde maar één ding: winnen' Üi Leiden Sport Bettine Vriesekoop top-fit naar Top 12 chterlijn [ERDAG 28 JANUARI 1995 CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-356464, PLV.-CHEF ROB ONDERWATER, 071-356463 I Veluwe trots op blonde bakkerszoon uit Garderen eger, maar wat is vroeger in het leven van Bernard uiteman, stond hij 's morgens om vier uur op en rol- lij voor zijn vader het deeg in de bakkerij. Nu slaapt pjit, hoeft hij zich pas om half elf op het trainingsveld [nelden en verdient hij een ministersalaris. Maar de arige international van Jong Oranje en nieuwe cen- (nverdediger van Feyenoord is zijn zware jaren nog vergeten. ERDAM MARCEL VAN DER KRAAN VERSLAGGEVER prijs me gelukkig dat ik in bakkerij heb geleerd wat h een is," zegt Bernard Schui- 2in. „Als alles je komt aan dien in het leven mis je een je karakter. Je moet weten knokken is. Waar ik vroeger te beroerd was om mijn ïwen op te stropen, ben ik nu ook niet. Ik heb een :m doorzettingsvermogen egen. Als anderen kapot zit- kan ik nog even verder." ider Schuiteman heeft de cerij inmiddels verkocht, r de mensen in het dorp leren, aan de rand van de we, blijft hij niettemin de ide bakkerszoon. Zijn status irofvoetballer bij Feyenoord spijt. „Ja, ze vinden het htig hoor. Dat ik destijds op i houtje naar FC Twente en op m'n zeventiende al een avontuur in de Bun- iga koos. Maar in het dorp t je geen praatjes hebben, vonen net 2000 mensen, kent ons', weet je wel? Ik er ook nog graag. Bij m'n club, Veluwse Boys en bij vrienden." mard Schuiteman doet zijn aal in de Brasserie van het we Maasgebouw. Aan zijn i zit Nadine, een vrolijke :enrijkse die hij in Duitsland t leren kennen. Van de taal ijpt ze nog weinig, maar zal gauw verandering in en. Ze verhuist met haar mee naar de omgeving Rotterdam. Net als de ste nieuwkomers zal Schui- Hotelwerk „Het is nu nog een beetje het bekende hotelwerk. Je zit op je kamer, moet een hoop zaken regelen en zorgen dat alles bui ten het voetbal in orde komt. Ik hoop dat dat snel voorbij is, omdat ik me dan helemaal op het voetbal kan concentreren. Ik heb Feyenoord aardig wat cen ten gekost, dus ik neem aan dat ze me toch snel een kans zullen geven. Die moet ik dan meteen grijpen." Een woordvoerder van zijn oude club Bayer Leverkusen verklaarde vorige week dat Ber nard Schuiteman 1,7 miljoen gulden had opgeleverd. Volgens de speler is het minder. „Niet veel, maar toch wel wat. De he ren vonden het zeker interes sant om een hoger bedrag op te geven. Dat komt natuurlijk goed over in Duitsland, vooral als het om een speler gaat die de club niets heeft gekost." In de kleedkamer bij Lever kusen, waar hij de haakjes aan de muur deelde met sterren 'als Rudi Voller, Bernd Schuster en de Roemeen loan Lupescu, werd aanvankelijk gelachen om het feit dat een buitenlandse club zoveel geld over had voor een jonge verdediger. „Ja, som mige jongens lagen dubbel. Aan de andere kant beschouwde ik mijzelf niet zomaar als een wil lekeurige jongeling in die groep. Ik heb meegespeeld in de Euro pa Cup," ik kon me moeiteloos handhaven in de Bundesliga en werd door de belangrijke men sen voldoende gewaardeerd. Bovendien sta ik sinds enige tijd als centrale verdediger in Jong Oranje. Er is nooit een moment geweest dat ik vreesde niet te zullen slagen in het Duitse prof voetbal." Slechts de aanwezigheid van een half dozijn buitenlanders bij zijn vorige werkgever deed hem besluiten terug te keren naar Nederland. Op het mo ment dat Feyenoord interesse in hem toonde, had hij zichzelf al uitgemaakt dat hij de stap zou maken. „Het maakte me eigenlijk niet zoveel uit wat voor aanbieding ik zou krijgen. Als het een normaal contract is, had ik vóór mijzelf al bepaald, zou ik meteen tekenen." Rapport Bernard Schuiteman zegt geen harde bewijzen te hebben, maar hij sluit niet uit dat Rinus Israel - coach van Jong Oranje - hem een goed rapport heeft meege geven. De Amsterdammer stond zelf jaren geleden in het hart van de defensie, keerde als hoofdtrainer terug in de Kuip en weet als geen ander welke eisen er aan spelers in Rotterdam- Zuid worden gesteld. „Ik weet echt niet of hij een goed woord je voor me heeft gedaan. Maar ik vermoed het wel. Na mijn eerste optreden in Jong Oranje, hoorde ik later van anderen, vertelde hij dat mijn spel hem wel was bevallen. Ik was niet bang, ging lekker stevig de duels aan en was kopsterk." „Of die beoordeling klopte? Ik denk het wel. Ik ben een speler die goed in de dekking kan spe len. Ik zie mij in de eerste sei zoenen ook eerder als mandek ker dan als libero spelen. Mis schien dat ik later kan groeien naar een andere rol." Met Israel, die van Guus Hid- dink de coaching van Jong Oranje binnenkort moet opge ven, kon Schuiteman goed overweg. De samenwerking met trainers, die zelf hun sporen in Bernard Schuiteman zoekt na een training de warme douche op. „Ik heb Feyenoord een hoop geld gekost. Dus ik neem aan dat ze me snel een kans geven." foto ap het betaalde voetbal hebben waar ik als jonge speler 'U' te- verdiend, vindt hij geweldig, gen zeg. De naam Van Hane- „Daarom hoop ik bij Feyenoord gem viel ook als eerste bij de nog een poosje met Van Hane- spelers van Leverkusen, toen ze gem te kunnen trainen. Dat is hoorde dat ik naar Feyenoord voor mij toch een trainer en ging. Echt iedereen kent hem in speler met een staat van dienst, Duitsland. Dat heeft meer met het WK van '74 te maken dan met de prestatie van Feyenoord in Bremen. Al werden die gas ten daar in november ook best stil van." HUISDUINEN ANP Met haar zestiende deelname aan het Europese Top-12-ta- feltennistoernooi, volgend weekeinde in Dijon, evenaart Bettine Vriesekoop het record van de Fransman Jacques Se cretin. „Ik sta ook zestien op de wereldranglijst. Dat is dus sinds kort mijn geluksgetal", lacht de Amsterdamse in haar trainingskamp in het uiterste puntje van Noord-Holland. In Huisduinen is er tijd voor grappen en grollen, sinds kort voor Vriesekoop de ideale voorbereiding om straks te genstanders te dollen. Ontspannen leeft Vriese koop naar de Top 12 in Frank rijk toe. En dat is wel eens heel anders geweest. „De afgelopen jaren waren er steeds ruzies met de bond waardoor ik enorm onder druk stond. De lol was weg. Vorig jaar bijvoor beeld, in Arezzo, speelde ik goed, maar ging ik met een rotgevoel naar huis. Dat is on gezond en mag niet meer ge beuren." Sterk Vriesekoop begon 1995 sterk, met een overwinning in de Open Engelse. Vervolgens ver stoorde een griepje de voorbe reiding. „Het één was het ge volg van het ander. Eigenlijk paste het toernooi in Engeland niet in mijn schema. Ik zou eerst ook niet gaan, maar van de ene op de andere dag had ik het gevoel dat ik een serieu ze krachtmeting nodig had. Ik had te lang geen serieuze wed strijd gespeeld. Daarom ben ik wel gegaan. En omdat je in topvorm bent, weet je dat je als je gaat reizen vatbaar bent." De gedwongen pauze heeft volgens Vriesekoop misschien wel een gunstige uitwerking gehad. „Het was eigenlijk wel even lekker, een paar dagjes rustig aan." De nummer drie van de plaatsingslijst in Dijon trainde vervolgens een paar dagen bij haar voormalige pri- vé-coach Jan Vlieg in België. „Omdat het er daar heerlijk ontspannen aan toe gaat." Sinds maandag is Vriese koop aan het werk in Huisdui nen, waar bondscoach Peter Engel enkele sparring-partners liet opdraven. „Het is hier echt lachen. Ik heb het idee dat m'n voorbereiding veel beter is dan de afgelopen keren. Vo rig jaar was ik bij Milan Sten zei in Grenzau. Hij putte me in drie trainingen per dag hele maal uit. Dat was ook niet zo slim van me, hij staat allang bekend als trainingsbeest." Ervaring Ze was het zelf ook, een trai ningsbeest. In 1978, bij haar Top-12-debuut in Praag en in 1985 in Barcelona, toen ze het toernooi voor de tweede en laatste keer won. Tegenwoor dig leunt ze meer op haar er varing. De zeventiende, volgend jaar, zou een record beteke nen. „In principe sta ik er dan weer. Behalve als ze in juli be sluiten het 'lijmen' af te schaf fen. Als dat gebeurt, wordt het tafeltennis tien jaar terugge worpen. Dan is het geen ge zicht meer. Ik denk niet dat ik er dan nog zin in heb, dat kan ik mentaal denk ik niet aan." De ellenlange rally's zouden dan terugkeren. Ze was er vroeger de beste in. „Maar toen was ik fitter", bekent ze. Nu lacht ze meer. Ze geldt desondanks, samen met de Duitse Schöpp, als favoriete voor de titel. „Ik ben be nieuwd. Als ik maar goed speel...", mompelt ze, vastbe sloten op 5 februari in Dijon ook als laatste te lachen. I door: Gert-Jan Onvlee Ik kon het eigenlijk niet ge loven. Maar het stond er toch, in de krant van woensdag. De strekking van het in kaart brengen van Lei als top-sportstad neemt nwoordig niet veel tijd r in beslag. Met de rugby- Tlniging DIOK is zo'n beetje nige club genoemd die na- aal een rol van betekenis lt. In andere sporten heeft Sleutelstad de aansluiting j,de Nederlandse top volle- s verloren. Elf jaar geleden tjigde Leiden nog eens als e sportstad van Nederland Te jaarlijkse verkiezing van IVRO. Maar ook dat gaf al .j vertekend beeld. Het was )iiers in de jaren zestig en ^ntig dat Leidse verenigin- in tal van sporten wel seri- j neededen. den om deze weken in delen terug te blikken op ^)jd dat Leidse clubs zich op an sportieve fronten lieten ,sen. Waarna in deel negen 1; aantal betrokkenen dis- ieert over 'de toekomst Leiden als topsportstad'. >Tlaag in aflevering 6: de ta- s nnisverenigingScylla. A A GERT-JAN ONVLEE van Zoelen, op dat moment zitter van de Leidse tafel- isvereniging, bracht het la-gevoel' in 1969 schitte- onder woorden. „Ik ben", 3ret de preases weten, „trots de ziekte van Scylla. Die ise heet mentaliteit. Het is ;|I die besmettelijk is. leder- bij Scylla krijgt er direct 13 te maken." it waren de hoogtijdagen Scylla. De vrouwen hadden ^)63 al de nationale titel naar een gesleept (Ria Bakker, El- Kort en Truus Ham - later tc aalden Sandra de Kruijff, hine van Gennip en So'phia 'burg dat kunststukje), de d grossierde in nationale ti en de mannen waren net de tweede keer Nederlands pioen geworden. elirard (op dat moment nog "Gé rondstappend) Bakker d toen al als 'kampioenen- er' te boek. Want Bakker in die tijd niet alleen speler e Scylla één, ook fungeerde "als speler/coach van dat team en als (jeugd)trainer van de vereniging. Een trainer èn een vereniging die hun tijd ver vooruit waren. In trainingsuren, bijvoorbeeld. Bakker: „Als het maar even kon, werd er ge traind. Dat er geen fatsoenlijke accommodatie was om in te trainen, maakte helemaal niet uit. We vonden altijd wel een kippenhok waar we een tafel in kwijt konden. En op zondag trainden we ook. Soms zonder licht. Omdat we dan in gebou wen waren, waar we helemaal niet in mochten zijn." Maar ook de manier van trai ning maakte Scylla tot een apar te club: „Wat we toen deden was uniek voor Nederland. We trainden met zandzakjes om het middel, we werkten met lichts ignalen om de reactiesnelheid op te voeren. Dat soort dingen." Zaken die in Nederland niet bekend, maar in het buitenland gesneden koek waren. Bakker: „We bedachten die dingen ook niet zelf, we namen ze over. Dat ging vaak via Bert van der Helm. Als die weer eens in het buitenland was geweest, kwam hij vaak met wat nieuws terug. Een nieuwe slag, of zo. Bert en ik gingen die slag dan samen trainen en gaven die dan ook weer door. Zo zakte zo'n slag vanzelf de hele vereniging in." Met Bert van der Helm noemt Bakker direct de topper die Scylla in de jaren zestig mede groot aanzien gaf in' tafeltennis- land. Van der Helm, tot dit jaar met 25 nationale titels record houder van Nederland, debu teerde in het seizoen '63-'64 als 15-jarige al in Scylla één. Met eveneens jeugdige Dick Sprin ger nam hij de plaats in van Verkerk en Van Zoelen. Hoe groot het talent Van der Helm was bleek al snel. Van der Helm scoorde uitstekend in de erek lasse-competitie en werd nog in 1963, een jaar na Bakker, in de nationale ploeg opgenomen. Desondanks duurde het tot zaterdagavond 1 april 1967 voordat Scylla de jarenlange he gemonie van de Amsterdamse tafeltennisclubs (AMVJ, Ned- Lloyd) doorbrak. NedLloyd was Zes spelers die op zaterdag 22 maart 1969 voor wellicht de mooiste dag van Scylla zorgden. Het eerste team (staand, v.l.n.r: Ed van der Berg, Bert van der Helm en Gerard Bakker) werd kampioen van Nederland door een 6-4 winst op NedLloyd, terwijl het tweede (v.l.n.r: Peter van Schie, Anton Will van Zoelen en Ed Fallaux) diezelfde dag de promotie naar de ereklasse veilig stelde. de tegenstander waarvan Scylla in de afsluitende wedstrijd niet mocht verliezen. Wim Schoone- meijer, Frans en Bert Schoofs de sterke opponenten achter de ta fel. De 'onbegrijpelijk sterk spe lende' Bakker en Van der Helm klaarden het karwei met z'n tweetjes. Derde man Chiel Kui per behoefde geen partij te pak ken om de 'winnende' 5-5 eind stand op het bord te krijgen. Scylla was toen al de laatste op amateuristische leest ge schoeide tafeltennisclub in de top van Nederland. En dat was twee jaar later nog steeds zo toen Scylla op zaterdag 22 maart 1969 misschien wel de mooiste dag van haar bestaan meemaakte. Op dezelfde dag dat het keurkorps (Bakker, Van der Helm en Ed van der Berg) de tweede nationale titel ver overde, stelde het tweede (Ed Fallaux, Peter van Schie en An ton Will van Zoelen) promotie naar de ereklasse veilig. Het tafeltennisbolwerk Scylla dat in eigen land als een huis stond, deed internationaal ove rigens nauwelijks mee. In de strijd om de Jaarbeursbeker werd weliswaar eens de derde ronde gehaald, maar Europa Cup wedstrijden als tegen het Zweedse Sölvesborg BTK of het Duitse VFL Osnabrück werden met maximale cijfers verloren. Bakker: „Op het moment dat we tegen de echte topteams kwamen, waren we kansloos. Niet zo gek. In Zweden speelde ik toen nog eens een trainings partijtje tegen een jongen van zestien jaar. Die had net een flatje gekregen van de sponsor van die club, kon hele dagen trainen en stond toch nog maar reserve. Dat verschil viel zelfs door een fanatieke club als Scyl la niet weg te werken." Het succes van Scylla werkte het wegvallen van de Leidse club als titelkandidaat vreemd genoeg nadrukkelijk in de hand. Immers: de spelers van Scylla moesten het in die tijd stellen met een kleine 'schadevergoe ding' via Blaupunkt. Terwijl in Amsterdam eind jaren zestig, begin zeventig door de gespon sorde ploegen al wel met grote geldbedragen werd gewerkt. Twee jaar al had Hunter '25 tevergeefs bij Van der Helm aangeklopt, toen de oorspron kelijk van het Zoeterwoudse Pit '54 afkomstige speler in 1970 wel toehapte. Gerard Bakker: „Later kon ik daar beter mee omgaan. Maar ik heb dat Bert in die tijd heel erg kwalijk geno men. Het kón er bij mij niet in dat iemand voor geld weg zou gaan bij Scylla. Mij zijn in die tijd ook echt grote bedragen ge boden. Maar dat deed je ge woon toch niet." Scylla handhaafde zich de ja ren erna, onder andere met de Joegoslaaf Milan Stencel, nog wel in de ereklasse, maar de ti tel was volledig onbereikbaar foto pr geworden. In december 1974 degradeerden de mannen van Scylla na de meest succesvolle periode uit het bestaan uit de ereklasse. Om daar trouwens heel snel weer in terug te keren. Er waren indertijd mensen die het niet zo erg vonden dat in de vaak afgeladen Leidse mili taire sportzaal in de Mors even niet meer op het hoogste niveau werd gespeeld. Veelal waren dat personen die te maken hadden met de.Nederlandse Tafeltennis Bond. Want de verhouding tus sen Scylla en de NTTB was nu niet direct heel erg goed. De Leidse vereniging werd door de bondsbestuurderen maar een heel lastige club gevonden. Bak ker begrijpt dat wel: „Het is de botsing die je wel vaker ziet als één partij moeite doet om zo professioneel mogelijk bezig te zijn en de andere kant puur amateuristisch denkt en han delt. Bij Scylla wilden we maar één ding: zo goed mogelijk ta feltennissen en zo veel mogelijk winnen. En als je op die manier bezig bent, moet je bij de ande re kant wel op onbegrip stui- (Eerder verschenen in deze rubriek: de wielrenners van Swift Leiden, de gewichthef- fers van LKV/ De Spartaan, de waterpoloërs van De Zijl LGB, korfbalvereniging De Danaïden en de schakers van Philidor Leiden) Leuk. Beter gezegd, vermakelijk toch die gang van zaken rond de traditionele wedstrijd die het Leids korfbalteam afwerkt tegen het echte Oranje. Dat je het achttal uit de Sleutelstad enigszins versterkt wil laten aantreden, daar kan ik me iets bij voorstellen. De inbreng van één of twee toppers van buiten af kan er voor zorgen dat de jaarlijkse ontmoeting iets meer strijd en in elk geval beter korf bal te zien geeft. Je kan er tegen zijn, maar een dergelijke selec tieprocedure is verdedigbaar- te genover de Leidse korfbalclubs èn de toeschouwers die naar de 5 Meihal komen om 'hun' jon gens en meiden aan te moedi gen. Die toeschouwers nu, laten het de laatste jaren echter al in groten getale afweten als die wedstrijd ter sprake komt. En als de voortekenen niet bedrie gen zal het op 1 februari nog weer een stukje rustiger zijn. Tenminste, waar het het aantal Leidse bezoekers betreft. Want de kans bestaat natuurlijk dat die lege plaatsen zullen worden opgevuld door korfballiefheb bers uit andere gemeenten. Delft, Den Haag en Nieuw Ven nep zijn immers goed vertegen woordigd in het 'Leidse' achttal dat na het afzeggen van Jan Wil lem Meijer en Diana Beij zelfs geen enkele Leidse inbreng meer kent. Het tweetal had geen zin om 'uitsluitend met vreemden' te gaan ballen en coach Ruud van der Horst van het Sassenheimse TOP had geen zin om meer spe lers en speelsters uit Leiden te selecteren. Het niveau in Leiden ligt te laag, vindt-ie. Alsof dat er iets mee te maken heeft. Ik hoor het de coach van het Leids voet balelftal al zeggen als, ik zeg maar wat, de KNVB Afdeling Leiden er in is geslaagd het Ne derlands elftal naar Leiden te halen voor een oefenduel. „Leuk dat Oranje komt, maar we zijn in Leiden iets te zwak voor die ploeg van Hiddink. Daarom heb ik het eerste elftal van FC Den Haag maar ge vraagd om Leiden in die wed strijd te vertegenwoordigen. Dat zou toch op z'n minst ook uiterst vermakelijk zijn? verhaaltje: het werd tijd dat Go Ahead Eagles (weer) gaat pres teren. Om dat bereiken was trainer Henk ten Cate een ul timatum gesteld. De inderdaad dit seizoen niet bijster succes volle oefenmeester had nog twee weken de tijd gekregen om het tij te keren. Een periode die pas zou ingaan als als Alphons Arts en Noordwijker Cees Mar- bus (ze waren lange tijd gebles seerd) weer door Ten Cate zou den kunnen worden ingezet. Niet de inhoud van het be richt, verbaasde me. Ik ben deze variant van het spelletje 'schop je-trainer-er-uit' weliswaar niet zo vaak tegengekomen, maar de boodschap kan op tal van ma nieren worden verpakt. Nee, wat mij zeer verraste was dat vice-voorzitter Henk Aa van Go Ahead Eagles degene was geweest die deze bood schap telefonisch aan Ten Cate had verstrekt. Uitgerekend de bestuurder die na de relletjes rondom en na het treffen tussen Go Ahead en Volendam had verklaard zelf te zullen vertrek ken als Ten Cate de laan zou worden uitgestuurd, had de trainer nu de wacht aangezegd. Niet zo vreemd dus dat ik even bang was dat Aa deze week weer was teruggekeerd op aarde. Dat hij z'n plek tussen de gewone bestuursleden van de gewone BVO's weer had inge nomen. Maar nee, niets ervan. Twee daagen eerder nog dan zijn collega-bestuursleden de trainer konden ontslaan, is Henk Aa woensdagmiddag zelf uit het bestuur gestapt. Om zijn onvrede te uiten over de toen nog onzekere positie van in middels voor Ab Fafié ingeruil de Ten Cate. Hulde, een stand beeld voor die man. Maar ook direct een groot verlies voor het voetbal in het algemeen en het betaald voetbal in het bijzon der. Hadden die anderen niet be ter kunnen opstappen? Nederland is een clown rijker. Jacco Eltingh is zijn naam. Hij komt uit Heerde, ten niste in een niet eens zo grijs verleden ook nog eventjes bij het Leidse Unicum en speelde dat spelletje de afgelopen we ken in Melbourne. Daar, tijdens dat voor hem zo succesvol verlopen 'Australian Open' werd Eltingh bevorderd tot de rijen der Popovs. Thomas Muster was de man die de ge bruikelijke persconferentie na afloop benutte om de speler die jarenlang met Rijnsburger Jan Siemerink (vaak achterin de au to van Jan senior) het land doortrok van een rode neus te voorzien. Eltingh deed volgens Muster niet veel meer dan een bal slaan, naar voren rennen en als een clown heen en weer springen aan het net. Het is al jaren bekend dat Muster niet direct de beste ver liezer op de tennisbaan is. Maar als ik het de Oostenrijker niet zelf had horen zeggen, had ik het echt nooit geloofd. 'Dat was geen tennis'. Het zijn opmerkingen die je nor maal gesproken slechts hoort als de ene D-dertigplusser van een andere D-dertigplusser heeft verloren. En zelfs dan ge beurt het nog met grote regel maat dat die een, zeg na het derde biertje, op die stelling te rugkomt. „Als ik echt beter was geweest, had ik wel gewonnen." En zo is het maar net.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 23