Nederland eens met
trend van 'aid' naar 'trade'
Banken niet blij met witwassen op verzoek
Feiten &Meningen
Moet of moed,
lef of laf
Klikken en
verklikt worden
VRIJDAG 27 JANUAR11995
De vijf jaar die ik voor deze krant mocht
werken als correspondent in Moskou
brachten met een zekere regelmaat con
frontatie met dood en geweld. In Armenië,
Letland, Moldavië, Georgië en Moskou was
het prijs. Uiteraard waren de omstandighe
den en de mate van gevaar op elk van deze
'hot spots' anders. Maar meestal kon de
doodsangst, die onvermijdelijk gepaard
gaat met het ter plekke aanwezig willen
en/of moeten zijn, worden weggedrukt op
een relatief veilige plaats bij de frontlinie
van één van de strijdende partijen.
Zo niet in de kleine Kaukasus-republiek
Tsjetsjenië, waar de totale oorlog woedt.
Daar maken inzet van massa-vernietigings
wapens en de aanwezigheid van gewapen
de strijders in dorpen en woonwijken bur
ger én militair tot een potentieel slachtoffer.
Vuistregel nummer één uit het handboek
van de traditionele oorlogscorrespondent
(mijdt het gebied tussen de strijdende par
tijen) is er niet van toepassing.
Wie vanuit een veilige buurrepubliek de
Tsjetsjeense grens passeert, zet hoe dan ook
zijn leven op het spel. De afweging is niet of
er risico is, maar slechts hoeveel. Zelfs op
afstand van de bommenregen op de hoofd
stad Grozny loop je altijd nog de kans op
een onverhoedse aanval van gevechtsheli
kopters.
Ie kunt in een ogenschijnlijk rustig dorp
in een vuurgevecht of bombardement ver
zeild raken. Of bedreigd worden door dood
nerveuze, de grens van het incasseringsver
mogen naderende, de pers hatende en dus
zeer agressieve, Russische wachtposten. En
in plaats van de heldendood kan er ook het
roemloze einde in een greppel zijn, resul
taat van een fatale slip op de gevaarlijke,
spekgladde wegen.
Geen wonder dat er de afgelopen weken
onder journalisten heel wat is afgepraat
over zin en motieven om daar te zijn waar
het geweld is. In de gewapende gelederen
zijn die motieven duidelijk. Ze hebben
stomweg bevel gekregen of ze vechten,
zoals de Tsjetsjenen, met onbegrijpelijke
doodsverachting voor hun zaak.
Ook bij hulpverleners als artsen en ver
plegers is het zonneklaar: zij stellen hun le
ven in de waagschaal om dat van anderen
te redden. Zelfs bij de Ingoesjetische chauf
feurs die me iedere dag een paar honderd
kilometer door Tsjetsjenië reden is het dui
delijk: nooit eerder hadden zij de kans per
dag honderden dollars te verdienen.
Maar bij journalisten ligt het een stuk va
ger. In gesprekken met collega's of gewoon
met jezelf raak je verstrikt in een onontwar
bare kluwen argumenten. Ambitie, het ver
haal willen hebben, angst voor de concur
rentie bij eigen of andere media, kicken op
gevaar, alles speelt mee. Kortom, een com
binatie van 'moet' en 'moed'.
Dus mag men achteraf best trots zijn op
de vaderlandse pers, die gewapend met
slaapzak, camera of mini-computer en met
één kogelvrij vest per vijf verslaggevers ver
schillende malen ten oorlog ging.. En enig
misprijzen over het buitenlandse media-ge
weld dat met bepantserde vervoermidde
len, microwaves en miniscule satelliettele
foons ten strijde trok, maar vaak (Russi
sche) freelancers naar de gevaarlijkste plek
ken stuurde. Plus veel compassie met de
Russische collega's van Ostankino-TV. Ik
trof hen bijna huilend aan bij hun kapotte,
gammele Lada, omdat ze een uit de hel van
Grozny weggesleepte TV-reportage aan
westerse concurrenten hadden geschonken.
De bazen in Moskou wilden het materiaal
niet uitzenden.
Floe ver is dit alles af van het bed van HP-
/De Tijd-redactrice Pauline Bax. Zij meende
te moeten constateren dat buitenlandse
collega's in Tsjetsjenië wel hun levens wa
gen en de Nederlanders niet. Op dit journa
listieke 'misbaxel' reageren de Moskouse
correspondenten deze week met een woe
dende brief. Ongetwijfeld staat daar een in
stamcafé Van Puffelen na veel beraad en
borrels vervaardigd trendy HP-commentaar
onder.
Het had anders, directer gekund. De
VARA vroeg me om met Bax voor de radio
over haar stuk te discussiëren. Bax weiger
de. Ze had, zei ze onder meer, geen zin om
'afgemaakt' te worden. Alsof Nederland
Tsjetsjenië is. De luxe van de Amsterdamse
grachtengordel dwingt echter niet tot
'moet' en 'moed'. De simpele keuze daar,
mevrouw Bax, is die tussen lef en laf.
MOSKOU HANS GELEUNSE
CORRESPONDENT
Nut en noodzaak van ontwikkelingshulp aan India
De manier waarop ontwikkelingssamenwerking vorm moet krijgen, staat ter discussie. Het Leidse
D66-kamerlid Hoekema ging met enkele collega's zelf kijken in India en trekt onderstaand zijn
conclusies.
Rechts schittert de azuurblauwe Arabi
sche Zee en ligt een verleidelijk, ongerept
strand: links bevindt zich een armoedig
vissersdorpje bestaande uit schamele
hutten. Er is iets bijzonders aan de hut
ten: erachter staan propere latrines, mo
del Unicef dubbel-pit, compleet met af
voer, bakje met water en zeep en ont
roerend detail een WC-borstel. De la
trines zijn gefinancierd met Nederlands
ontwikkelingsgeld ten behoeve van de
staat Kerala, in het uiterste zuiden van
India, waar een groot aantal projecten
voor watervoorziening en -zuivering
door Nederland worden gefinancierd.
De kamercommissie buitenlandse za-
ken/ontwikkelingssamenwerkingtoert
door India. Twaalf dagen achtereen wor
den, in hoog tempo, een groot aantal ge
sprekken gevoerd en projecten bekeken.
Doel is vooral te bekijken of de Neder
landse ontwikkelingshulp van 130 mil
joen gulden jaarlijks voor het India-pro-
gramma goed wordt besteed.
Is er immers niet veel kritiek over ineffi
ciënt gebruik van de hulp: projecten, die
eerder een bodemloze put dan een effec
tiefinstrument voor armoedebestrijding
blijken te zijn?
Schreef de inspectie Ontwikkelingssa
menwerking te velde niet een vernieti
gend rapport over de besteding van de
Nederlandse hulp over de laatste tien
jaar aan Tanzania, Mali en India eer
lijkheidshalve met de aantekening dat de
hulp aan India er veruit het beste af
komt?
Bijna twee weken India levert natuurlijk
geen simpele antwoorden voor deze
moeilijke vragen op. Wel het besef dat
gezien de gigantische omvang van dit
land met deelstaten die tien keer zo
groot zijn als Nederland, ontwikkelings
samenwerking macro-economisch ge
zien niet meer dan een druppel op een
gloeiende plaat kan zijn.
Discussie is er over het feit of wij als do
noren niet het risico lopen met de nieuw
ingezette politiek van economische libe
ralisering en opening van de markt voor
buitenlandse investeringen door de In
diase regering te worden beschouwd als
een 'gratis' sociaal vangnet om de gigan
tische nood van de armsten der armen te
lenigen.
Minister van financiën Singh, de archi
tect van de liberalisering, zegt dat India
op eigen benen wil staan, maar dat hulp
gevers welkom zijn bij armoedebestrij
ding. Met 400 miljoen van de 900 mil
joen inwoners onder de armoedegrens
(200 gulden per jaar) is dat een Hercules-
werk, zelfs voor alle donoren en interna
tionale financiële instellingen te zamen.
India, zo is ook onze boodschap en
die van de Nederlandse regeringzal
dan ook zelf een combinatie van econo
mische groei en oriëntatie op de wereld
markt moeten combineren met een toe
reikend sociaal beleid, waarbij de miljoe
nen kastelozen en onaanraakbaren,
maar ook de vele slachtoffers van kinder
arbeid een eerlijke kans op een recht
vaardig bestaan krijgen.
De vooruitzichten daarop zijn gemengd:
enerzijds boekt de regering-Rao succes
sen, anderzijds zijn de politieke situatie
en de religieus-sociale verhoudingen be
paald niet stabiel. India als eenheidsstaat
staat onder druk: een onderwijzer wordt
doodgeschoten door een radicale sepa
ratist, omdat hij met schoolkinderen oe
fent voor de nationale dag in plaats van
de dag waarop de vorming van de deel
staat wordt gevierd.
De religieuze spanningen tussen de hin
doe-meerderheid en de moslim-minder
heid nemen snel toe. Mahatma Ghandi's
wandspreuk op het vliegveld van Cochin
'Gij zult uw religie belijden, maar de een
heid van India gaat voor' verliest aan be-
Belasting Belicht kwesties door Dennis Wetlll1
Uit;
S Vc
part
fct.
India is een land van contrasten, waar rijk en arm samengaan. Kan en wil Nederland daar nog wat? foto reuter sunil malhorta
misch-culturele spin-offdaarvan niet uit
de weg te gaan. En wat het dilemma van
keuze voor de armen en/of steun aan
kansrijke marktsectoren bij de liberalisa
tie betreft, rijst de vraag of armoedebe
strijding en economische verzelfstandi
ging niet twee gelijkwaardige poten in de
ontwikkelingshulp zijn?
India, land van contrasten. Een open
deur, maar een juiste. Op het dakterras
van consul-generaal Hassehnan in Bom
bay is het 's avonds goed toeven bij 25
graden Celsius. Een deel van de aanwezi
ge Nederlandse zakengemeenschap ven
tileert opvattingen die nog wat rechtser
dan die van een bekend ochtendblad lig
gen. Dit is de wereld van ABN AMRO,
Chase Manhattan en Peter Stuyvesant.
Aan de overkant schittert de torenhoge
skyline in het avondlicht. Op de straten,
zo blijkt de volgende ochtend, liggen tal
loze mensen en wordt gebedeld. De
schamele hutten van de krottenwijken
rukken op tot vlak bij de haven.
Dit is India, een economische gigant met
bewezen groeimogelijkheden in hoog
waardige technologie zoals computers.
Een land vol kansarmen anderzijds, met
een verstikkende bureaucratie en een in
frastructuur die nog overwegend uit de
Britse tijd stamt. Kan en wil Nederland
daar nog wat? Met alle verschillen van
opvatting over streefcijfers voor hulp en
herijking van het buitenlands beleid vin
den de leden van de commissie van wel.
Resteert de vraag van een druppel op de
gloeiende plaat of het leggen van wezen
lijke accenten. Drie eeuwen na het door
de Verenigde Oostindische Compagnie
open leggen van India voor de handel
de forten en andere Hollandse gebou
wen in Cochin aan de uiterste zuidkust
van India getuigen ervan komt het
perspectief van intensievere handel weer
op. Van 'aid'naar 'trade', dat lijkt de
trend voor de komende decennia. Ne
derland zal dat willen meemaken, daar
voor is onze band met India te sterk.
Jan Hoekema.
tekenis. Voeg daarbij de wijdverbreide
corruptie in ambtenarij en politiek en de
ingrediënten voor een explosieve situatie
zijn daar.
Geen wonder dat bij de lunch in de resi
dentie van Harer Majesteits ambassa
deur Jeurissen op de eerste maandag de
vraag opkomt: 'Hoe lang gaan we nog
door met ontwikkelingshulp?' Dit mede
in het licht van de Deense beslissing om
in 1998 met die hulp te stoppen. De en
thousiaste en deskundige presentaties
van de ambassadeur, zijn sectordeskun
digen en andere (ontwikkelings)experts
maken duidelijk dat wat hen betreft er
nog veel werk aan de winkel is.
Reizend en trekkend door het land is dat
ook mijn conclusie, die in de hand wordt
gewerkt door de hartverwarmende ont
vangst in sommige dorpen en steden.
Water en sanitatiecoördinator Peter Flik
vertelt hoe belangrijk het vervolg is van
een project in zijn sector, waar jaarlijks
25 miljoen gulden doorgaat.
Deze essentiële vorm van ontwikkelings
samenwerkingschoon water, riolering
en dergelijke zijn letterlijk van levensbe
lang is een van de speerpunten van
foto dijkstra
het Nederlandse programma, maar na
het vertrek van buitenlandse experts
moeten de programma's doordraaien.
Vandaar' de grote aandacht voor de
dorpsgemeenschap en andere kaders,
waarbinnen projecten plaatsvinden. In
rond Nederlands: het Vrouwenbeheers
comité staat trots met een Engelse sleu
tel klaar bij de pompen en houdt zorg
vuldig de administratie bij. Daarnaast
zijn vaak gezondheidszorg- en werkgele
genheidsprojecten verbonden aan het
'watergebeuren'.
De andere kant van de medaille is Bom
bay. Nederland financiert daar projecten
in de oude en nieuwe haven. Mogelijk
heden voor investeringen in de haven-
ontwikkeling doen zich wellicht voor het
Nederlandse bedrijfsleven voor. Mag
daar de hulprelatie een rol bij spelen?
Gaan handel en hulp dan echt (al) sa
men?
Op deze vragen zijn nog geen pasklare
antwoorden. Voorlopig houden we het er
als commissie op dat het geen kwaad
kan de Nederlandse hulp ook te richten
op sectoren, waarin Nederland goed is
(baggeren, havenaanleg) en een econo
Lid Tweede Kamer vi
De meeste belasting
fraudes komen niet aan
het licht bij normale be
lastingcontroles. Het
zijn vooral de anonieme
tips of klikbrieven van
burgers, die de inspec
tie veel informatie ver
schaffen. Dit schrijft de
Limburgse fiscaal advo
caat mr. J. Römkens in
het laatste nummer van
Belastingmagazine.
Klikkers zijn er genoeg
in Nederland. De ja
loerse buurman, de
concurrent, de ex-echt-
geno(o)t(e), de ontsla
gen werknemer en de
ex-zakenpartner, ze
doen soms maar al te
graag een boekje open
over belastingfraudeurs.
De Belastingdienst
maakt daar vervolgens
even zo graag gebruik
van.
Het is niet zo dat de Be
lastingdienst de klikkers
openlijk aanmoedigt.
Het instellen van een
gratis 06-kliklijn is vol
gens directeur-generaal
der Belastingen mr. Van
Lunteren dan ook niet
aan de orde. Daar wil
men bij de Belasting
dienst niets van weten
en klikken wordt zeker
niet betaald.
De anonieme klikker
wordt dan wel niet be
loond, hij wordt wel
goed beschermd. Nie
mand zal ooit weten dat
hij de klikker was. Naar
aanleiding van de ver
kregen informatie zal
de fiscus namelijk een
controle instellen. Krijgt
de fiscus hieruit genoeg
materiaal om de fraude
te bewijzen, dan wordt
op grond hiervan de
fraudeur vervolgd.
Dat de reden voor het
onderzoek bijvoorbeeld
een klikbrief was, zal de
verklikte riooit weten.
Daarnaast heeft de in
specteur een geheim
houdingsplicht en hij
riskeert strafrechtelijke
aansprakelijkheid als hij
deze schendt. De in
specteur zal zich dus
wel twee keer bedenken
voordat hij de identiteit
van de klikker door
geeft.
De positie van de ver
klikte is daarentegen
een stuk minder roos
kleurig. Dit komt vooral
tot uiting in gevallen
wanneer de belasting
inspecteur de verklikte
vertelt dat er een klik
brief is. Bijvoorbeeld
wanneer de inspecteur
zegt: ,,Ach meneer, u
hoeft niet te ontkennen.
Ik heb een klikbrief van
iemand.uit de buurt."
Volgens Römkens is het
noemen van de klik
brief een zwaktebod. In
dit soort gevallen zal de
inspecteur namelijk
vaak niet genoeg (over
tuigend) bewijs hebben
om de fraude te bewij
zen. Het noemen van
de klikbrief dient dan
om de belastingbetaler
onder druk te zetten en
zo tot een bekentenis te
komen, meent hij.
Het is gevaarlijk wan
neer de inspecteur zich
alleen baseert op de
klikbrief. Het zet de be- Ja
lastingbetaler op een
onbehoorlijke wijze on--r^
der druk, want wie ga- -
randeert dat een brief j
met een dergelijke in-
houd bestaat? Daar- Qj
naast is het duidelijk
dat veel mensen uit
persoonlijke wrok een
boekje open doen over 1
de verklikte.
De vraag rijst uiteraard |*a
of en hoe een verklikte
zich kan verdedigen te-itl^
gen vermeende onjuist jar:
heden als hij de inhoudcht
van de klikbrief niet ro
kent. Wanneer het tot jd,
een rechtszaak komt, '-pi
lijkt een anonieme klik-bre
brief van beperkte n h
waarde. Tenminste
wanneer er geen ander r
bewijs is. In het geval
dat de inspecteur een uw
fiscale boete oplegt,
moet de inspecteur na-L^
melijk de rechten van
een verdachte in acht
nemen zoals die zijn
neergelegd in mensen- lcjj
rechtenverdragen.
In een zaak voor het
Europese Hof voor de el
Rechten van de Mens is
onlangs uitgemaakt datlüS.
het in strijd is met de fd
mensenrechten als het fte
bewijs voor een veroor-l
deling bijna helemaal
uit anonieme bronnen 0I]
komt. Met andere p1
woorden: anonieme
klikbrieven mogen niet/ij
als het enige bewijs
worden gebruikt bij verpr
meende fraude. De in- j <j
specteur zal altijd nog ^aï
met ander bewijsmate-»t c
riaal voor de dag moe- re<
ten komen. kei
Op zich is dat logisch, -n
Als de verklikte name
lijk niet weet wie de
verklikker is, dan is hij
ook niet in staat om aan
te tonen dat de verklik-|
ker bevooroordeeld, vij
andig of bijvoorbeeld
onbetrouwbaar is. De
verklikker kan zich dus ja;
niet goed tegen de op
gelegde fiscale boete |de
verdedigen, en dat is inde
strijd met de mensen- b
rechten. iw
Feit is dat veel belas- di
tingbetalers er niet vangd
op de hoogte zijn dat zig
zulke rechten hebben, ra
De Nederlandse fiscale tut
wet geeft namelijk een ggi
dergelijke bescherming z
niet en dus zullen be- ist
trokkenen voor de rechi
ter een beroep op interlse
nationale mensen-
rechtenverdragen moe-hti
ten doen. !ge
Misschien dat hier danjal
ook een schone taak ligide
voor de onlangs door I c
staatssecretaris Ver- rvi
meend (financiën) in- j n
gestelde commissie dielre
met concrete voorstel- ek
len moet komen om den
rechtsbescherming vanm
de belastingbetaler te ng
verbeteren. Het lijkt do
geen overbodige luxe ee
als de leden van de F
commissie ook hun (1
licht laten schijnen oveni
de rechtsbescherming DC
die de verklikte toekomta
in het kader van eerderjh
genoemde Europese r
uitspraak. lei
Aan meewerken met Justitie kleven veel risico 's
TOM JANSSEN
Nederlandse banken zijn niet echt gelukkig met verzoe
ken van Justitie om in het belang van de goede zaak
mee te werken aan criminele transacties. Niet alle kan
ten van dergelijke onderonsjes zijn even duidelijk en af
doende geregeld. En publicitair kunnen de banken
zichzelf behoorlijk beschadigen.
Banken worden bij 'witwas-deals' wel gevrijwaard voor
strafrechtelijke vervolging, maar hoe zit het met de ci
vielrechtelijke kant? Het op verzoek van Justitie ophou
den van bepaalde transacties kan de bank een hoop
geld kosten. Als achteraf blijkt dat een klant crimineel
is, is dat niet zo'n probleem. ,,Maar wat als de cliënt
bonafide blijkt?", vraagt de directeur van de Nederland
se Vereniging van Banken (NVB), mr. L. Overmars, zich
af. ,,Ik ken geen gevallen waarin dat is geregeld."
De RABO-bank noemt een bijkomend probleem: wat te
doen als Justitie vraagt om bij een interne bankfraude,
transacties gewoon uit te blijven voeren en als de be
trokken medewerker een ton wil laten overmaken naar
een Zwitserse bank? „Wij zijn die ton dan kwijt", aldus
de woordvoerder. „Wie betaalt? De wetgever heeft dat
onvoldoende geregeld", zegt hij. NVB-directeur Over
mars: „Er staat bij mijn weten geen pot met geld bij
Justitie. Die moet er eigenlijk wel zijn."
Het komt steeds vaker voor dat Justitie banken verzoekt
mee te werken aan fraude en het witwassen van crimi
neel geld, aldus Overmars. Ook de banken zelf bevesti
gen dit. Zo bleek onlangs dat ABN-AMRO tussen 1989
en 1993 heeft meegewerkt aan het witwassen van drug
gelden voor een Surinaams drugkartel in vier jaar ze
ker negentig miljoen gulden en speelde enkele
maanden terug nog de affaire bij de RABO-bank
Utrecht. Dat lokale kantoor werkte op verzoek van Jus
titie mee aan het witwassen van geld voor een Rotter
damse bende. „Tien dagen geleden kwam er nog een
kleine bank bij ons voor advies", zegt Overmars.
Banken zeggen niet automatisch 'ja' tegen een verzoek
van Justitie. De RABO-bank koppelt een positieve reac
tie aan de vraag in hoeverre de veiligheid van het per
soneel en de klanten in het geding kan komen, en kijkt
ook of het om een zaak van enig kaliber en niet om
een kruimeldiefgaat.
Credit Lyonnais Bank Nederland vindt dat het verzoek
van hogerhand moet komen en niet van een lokaal po
litiekorps. ING Bank voegt daaraan toe dat meewerken
aan zulke justitiële initiatieven de onderlinge verhou
dingen binnen een kantoor of binnen de bank kan
schaden. Een personeelslid meldt bij voorbeeld gere
geld dat er iets verdachts gebeurt en de bedrijfsleiding
doet daar ogenschijnlijk niets mee. De NVB adviseert
banken de strafrechtelijke vrijwaring altijd zwart op wit
te laten zetten.
De principiële vraag of banken moeten meewerken aan
het bewust schenden van de rechtsorde wil de NVB
graag aan anderen overlaten. Mag je iemand strafbare
feiten laten verrichten? „Daarover gaan wij niet mee
denken. Laten de autoriteiten daar maar naar kijken.
Ach, en zo verschrikkelijk wordt die rechtsorde nu ook
weer niet geschonden. Het is een wat theoretische
zaak. Het gebeurt tenslotte op verzoek van de overheid
en de boef mag er slechts even mee doorgaan", zegt
Overmars.
Publicitair lopen de banken ook risico's. Geregeld komt
de bank in eerste instantie in het nieuws als crimineel.
Illustratief is de recente zaak rond ABN-AMRO. De
bank bekende twee weken terug betrokken te zijn ge
weest bij de witwaspraktijken voor het Surinaamse
drugkartel. Overmars: „Pas twee weken later blijkt dat
de bank op verzoek van Justitie heeft gehandeld." ABN-
AMRO-topman P. Kalff laakte medio januari tijdens een
informeel onderhoud met de pers de wijze waarop deze
zaak in de kranten was terechtgekomen.
Ook de RABO-bank kent dit probleem. De bank kreeg
naar aanleiding van de affaire in Utrecht een telefoon
tje van een journalist, maar kon, staande het onder
zoek, niet reageren. „Dat is soms bijzonder frustre
rend", aldus de RABO-woordvoerder.
AMSTERDAM HANS VERBRAEKEN