Cultuur Kunst
Dubbeljubileum met
i Eciuse en De Nijs 'jk doe de dingen op mijn manier'
Weer nieuwe boekenprijs
Foto's Koeten zeggen weinig
Exposanten zoeken naar de bron
■^ftondering
DONDERDAG 19 JANUAR11995
BOEKEN
A Alleen de duizendpoten onder popmuzikanten
I Z schoppen het zo ver dat ze regelmatig voor pu
bliek optreden of een CD uitbrengen. En dan nog is suc
ces ver weg zo blijkt uit het handboek dat de Katwijkse
zanger/gitanst Jan van der Plas voor aankomende pop
muzikanten schreef.
Psycholoog Mario van Duimen speelt de nieuwe Raoul in musical Phantom
Gezien 18/1. Schouwburg. Leiden
Bij Rob de Nijs tikt de regen nog
steeds tegen het zolderraam.
Dat doet het nu al zo'n dertig
jaar, iedere keer weer met zeer
veel succes. Nu wil het toeval
dat ook precies dertig jaar gele
den een man zijn carrière start
te, in de Leidse Schouwburg.
Wie kent deze „garderobe
rechts, parkeermunten aan de
balie" hoofdsuppoost niet. De
jubilerende portier, Willem l'E-
cluse, mocht zelf de artiest uit
zoeken, voor het feestje, waarbij
hij als eregast in de zaal kon
plaatsnemen. Zonder nadenken
koos hij voor Rob de Nijs. Een
meer dan uitverkochte Schouw
burg waardeerde zijn voorkeur
en vierde het feest uitbundig
mee.
Het is tegenwoordig een
trend bij Nederlandstalige ar
tiesten om met een geluids
bandje het podium op te stap
pen. De cassetterecorder zorgt
vervolgens voor strak maatwerk.
De zanger of zangeres zingt de
partijtjes en de klus is geklaard.
Rob de Nijs neemt zijn vak seri
eus. Voor zijn optredens krijgt
hij or idersteuning van een flit
sende vijfmans-formatie met
twee vokalistes als toegevoegde
waarde.
Oud en nieuw werk passeren
de revue. Wanneer je dertig jaar
in het vak zit kun je putten uit
een omvangrijk repertoire. De
altijd nog jongensachtige zan
ger kan bovendien terugkijken
op een rijk hitverleden. Overi
gens maakt het voor het, over
wegend vrouwelijke, publiek
niet uit. Zowel oud als recent
werk wordt meegezongen, van
voor naar achter, woord voor
woord. Twee tonen van de band
en het publiek galmt de rest van
het lied zonder enig nadenken
de zaal in.
De karakteristieke stem van
de Nederlands-talige zanger
staat garant voor kwaliteit. Het
geboren podiuindier neemt het
publiek moeiteloos mee op zijn
vleugels. Iedereen vindt het
prachtig. Het publiek droomt
weg bij 'de kaars voor het raam
vannacht', plengt een traantje
bij het melancholieke 'zonder
jou' en springt vervolgens bo
venop het pluche bij de inzet
van 'Malle Babbe'. Rob de Nijs
maakt, samen met zijn Spring-
band, een dubbel feest van dit
optreden. Feest voor het pu
bliek en feest voor de portier.
brussel anpdaard Boekhandel en HUMO,
in samenwerking met BRTN.
Uitgevers zonden in totaal
570 boeken in die meedingen
naar een prijs in één van de ca
tegorieën. Drie jury's selecteer
den elk 25 werken. Juryleden
zijn onder meer Aad Nuis, de
staatssecretaris van cultuur (fic
tie), Martin van Amerongen,
hoofdredacteur van De Groene
Amsterdammer (non-fictie) en
VARA-voorzitter Marcel van
Dam (non-fictie). Op 13 februa
ri maakt de jury per onderdeel
vijf nominaties bekend.
Het Nederlands taalgebied kent
een nieuwe prijs; de Gouden
Uil, bedoeld voor het beste boek
in de categorieën fictie, non-fic
tie en kinder- en jeugdboeken.
Het is met in totaal 120.000 gul
den de grootste boekenprijs van
het Nederlands taalgebied, zo
meldt de Stichting Behoud de
Begeerte uit Antwerpen. De
AKO Literatuur Prijs (fictie en
non-fictie) en de Libris Litera
tuur Prijs (fictie) loven elk
100.000 gulden uit. De Gouden
Uil is een initiatief van Stan-
Gemengde gevoelens voor Mario van Duimen. Als vaste
understudy voor Peter de Smet voor de rol van Raoul in
The Phantom of the Opera wist de zanger dat hij elk mo
ment moet kunnen invallen. Toch was het vorige week
donderdag even schrikken. De Smet brak in de pauze
van de musical op drie plaatsen een enkel. De Vlaamse
zanger wilde alleen maar even een sprong oefenen, die
hij wegens een gebroken knie lange tijd niet had uitge
voerd. „Het geeft een dubbel gevoel", zegt Van Duimen.
„Natuurlijk hoop je niet dat iemand een ongeluk krijgt.
Maar ik ben toch blij dat ik de rol van Raoul, de hoofdrol
die Peter de Smet speelt, nu mag overnemen."
nauwde me opeens. De hang
naar het theater was te sterk. Ik
deed auditie bij Van den Ende
voor de musical 'Sweeney Todd'
van Sondheim en werd aange
nomen. Na de eerste maand re
peteren wist ik het zeker: Dit wil
ik. Alles vond ik leuk en ik werd
er nog voor betaald ook. Einde
lijk had ik ook iets waarin ik
mijn ambities ontdekte. Een vak
waarin ik zo ver mogelijk wilde
komen."
Zijn vroegere medestudenten
komt hij nog wel eens tegen. Ze
bellen soms verrast op als ze
hem in de voorstelling hebben
zien spelen. Van Duimen vindt
dat leuk. Nooit bekruipt hem
dan een gevoel van spijt. „Stel
nou dat ik die baan had aange
nomen... Zou ik dan niet jaren
lang het knagende gevoel heb
ben gehad toch de verkeerde
weg te zijn ingeslagen? In het
theater heb ik verder weinig aan
mijn kennis als psycholoog. Ik
heb het verband nog niet kun
nen ontdekken."
In 'The Phantom of the Ope
ra' beheerst Mario drie rollen.
Behalve die positie als invaller
voor Raoul, heeft hij een rol in
ensemble en speelt hij heel in
het begin de vertrekkende
operadirecteur. „Toen de tour
nee met 'Sweeney Todd' was af
gelopen ben ik me op deze mu
sical gaan voorbereiden. De he
le zomer werk je aan drie rollen
en dat is soms verwarrend."
amsterdam hans visser
Van Duimen speelde al eerder
de minnaar van Christine toen
de Vlaming met zijn gebroken
knie zat. „Hoewel ik die rol al
honderd keer had gespeeld is
het toch moeilijk je te concen
treren. Je vraagt je onwillekeurig
al spelend af hoe het met Peter
gaat, terwijl je op dat moment
extra je best moet doen om in
die rol te komen. Je hebt bij
voorbeeld voor de pauze niet de
tijd gehad om op Christine ver
liefd te worden."
De zanger is van zijn vak psy
choloog. „Ik wilde naar de to
neelschool. maar na een half
jaar werd ik al van de vooroplei
ding afgestuurd. Ik was 23 en
wat moest ik? Ik besloot toen
psychologie te gaan studeren
maar vraag me niet waarom.
Dat weet ik niet meer. Daar
naast nam ik zanglessen en
speelde ik in amateurprodukties
van een musicalwerkgroep met
Jos Brink en Frank Sanders.
Leuk, want je werkte met vak
mensen en leerde wat de moge
lijkheden zijn met professionele
belichting en aankleding van
een voorstelling.
Na de universtiteit brak er
een tijd aan van vele ambach
ten, vooral in de horeca. Het
aanbod voor een betrekking als
psycholoog bij de GG en GD
leek toekomst te bieden. „Maar
het starre van zo'n baan be-
i brekebeen De Smet. met op de achtergrond enkele
Rijtjeshuis
Al jong had Mario belangstel
ling voor het theater. Als het
even kon reisde hij naar Lon
den, het Europese musical-
Mekka', om nieuwe voorstellin
gen te zien. Waar die gedreven
heid vandaan komt? „Maar in
een rijtjeshuis in Hoorn doe je
daar niet zo veel mee. Je zag
niet vaak dal iemand van zin
gen zijn beroep maakte. Kr hing
meer zo'n sfeer van: doe maar
gewoon, dan doe je gek genoeg.
Misschien dat mijn aanloop
daarom zo lang is geweest."
wj
hij zijn
h'! nog lang met
cal. Maar mijn interes
se gaat meer uit naar opera. ID-
tv wil het komend seizoen een
musical op basis van de opera
'Carmen' produceren. Ik ben
gevraagd om Don José te zin
gen, de mannelijke hoofdrol Ik
zal dus moeten kiezen: 'Car
men' of doorgaan n
Phantom', i en Uns, m
ge positie. Maar die
neid maakt het ook spa
■HtSUHtMi
s dat
open
r mij Werther in die
Maai fe
Ma
end.'
voor mi| aan
trekkelijk omdat het een nieuw»
produktie is. Anders dan bi
The Phantom' moet de helt
voorstelling nog worden ont
wikkeld. Titus Hel Groenestegi
heeft de regie en met hem zot
Ik graag samenwerken."
„In de mooiste rol... Vroege
genwoordig denk ik meer aan
net werk van Wagner. Het is
moeilijk om dat hoge niveau te
bereiken. Toch voel ik me nog
niet te oud. Ach, ik doe de din
gen op mijn manier. Ik ben nu
32, dus waarom zou ik niet op
mijn veertigste mijn operatie
buut kunnen maken? Ik sluit
In deze rubriek komen al of
niet bekende
streekgenoten aan het
woord die, hetzij direct,
hetzij zijdelings met kunst
en cultuur te maken
hebben. Ze praten over een
kunstvoorwerp, een
kunstuiting waaraan ze
bijzondere waarde
hechten. Van de snuifdoos
van oma tot het
grijsgedraaide muziekstuk
en alles wat daar tussen zit.
Vandaag spreekt Jan
Hendrik Peters, directeur
van Medipark bv,
voormalig directeur van
het Academisch
Ziekenhuis Leiden en in
die hoedanigheid de grote
animator achter de
kunststichting van het
ziekenhuis, zijn
bewondering uit voor
gebrandschilderde glas-in-
lood-ramen.Als de zon
opkomt zie je de
voorstelling in het glas in
alle uitbundigheid
losbarsten om vervolgens,
aan het eind van de dag,
weer langzaam te doven."
Ik ben aangestoken
door een vriend van
mij die zijn hele
leven al veêl
belangstelling heeft
voorglas-in-lood-ramen. Hij
heeft mij meegenomen naar
Italië waar ik voor het eerst
werd geconfronteerd met
prachtig gebrandschilderd glas
uit de Romaanse periode.
Later ben ik in Frankrijk, de
bakermat van het
gebrandschilderde raam.
kathedralen wezen bekijken. In
de meeste was ik eerder
geweest. Ik had al belangstelling
voor de architectuur, maar door
die vriend ben ik steeds meer
geïnteresseerd geraakt in het
gebrandschilderd glas. Dan kijk
je er de tweede keer op een heel
andere manier naar.
Wat mij boeit in die ramen is
het fascinerende samenspel van
glas. lood, verf. en het licht dat
van buiten komt. Vooral dat
licht is heel intrigerend. Als de
zon opkomt zie je de
voorstelling in het glas in alle
uitbundigheid losbarsten om
vervolgens aan het eind van de
recensie roos van put
Foto-expositie Theo Koeten Te /len t/m
27/1, do, li. zo 13 30-16 30 uur, do
19 30-21 30 uur, Artopa. Grevelmgen-
Artopa is de naam van een ge
bouw op een bedrijventerrein in
Lisse. l iet is een centrum waar
amateur- en beroepskunste
naars, musici en schilders,
beeldhouwers en overige kun
stenaars, de gelegenheid heb
ben om te repeteren, op te tre
den of om te exposeren. De filo
sofie erachter is dat niet ieder
een die beschikt over vrije tijd
de mogelijkheden heeft om in
deze tijd zijn hobby, die wellicht
uitgroeit naar een beroep, in tie
juiste ruimte te beoefenen. Wie
van de ruimtes van Artopa ge
bruik wil maken, kan dit gratis
doen.
De fotograaf Theo Koeten ex
poseert nu in Artopa vrij werk;
portretten van bekende en on
bekende Nederlanders en een
selectie van werk met als thema
'Kitsch en fotografie'.
Bij portretfotografie is het
vaak de kunst om de personen
te 'vangen' op een moment dat
ile karaktereigenschappen van
het indidividu zich openbaren,
liet gaat dan niet zozeer om de
uiterlijke kenmerken van een
persoon, maar juist om de in
nerlijke die door een houding,
een gebaar of een blik naar vu
ren komen. De moeilijkheid bij
deze wijze van fotograferen is
dal de geportretteerde vaak de
neiging heeft om te poseren,
waardoor het natuurlijke ele-
mem wegvalt
Bij de personen die Theo
Koeten fotografeert valt onmid
dellijk het statische element op.
De personen poseren duidelijk
voor een fotograaf en zij probe
ren zo gunstig mogelijk voor de
camera te verschijnen. De wijze
zoals zij in de camera kijken is
nogal onnatuurlijk. De blikken
die zij de fotograaf toewerpen
lijken ingestudeerd te zijn Zoals
de foto van Danielle. Het is een
jong meisje met lang blond
haar. Zij kijkt richting fotograaf,
ZO bevallig mogelijk blikt zij in
de lens. Dit portret zegt niets
over het wezen van de genor
t ret teerde. Het is geen lelijke
dame, maar daar is in feite alles
mee gezegd. Veel sprekender is
het portret van Sandra. Door de
blik in de ogen, door de hou
ding van het hoofd waar niets
gekunstelds aan Is te ontdek
ken, laat dit portret zich lezen.
Hier wordt daadwerkelijk een
individu geportretteerd.
De overige foto's met als the
ma 'kitsch en fotografie' hebben
veelal een religieus onderwerp,
te zien is bijvoorbeeld een inte
rieur van een kerk met een Ma
riabeeld. Vanuit een scheve
hoek en een laag of hoog stand
punt, neemt Koelen de foto en
dia kleun hij hta en dan 1
Zoals bijvoorbeeld de vlamme
tjes op 'ii iaaraen Wadii in oi
er een kitscherig element aan
toe te voegen. Maar ook hier
geldt dat je niet meer ziet dan er
is gefotografeerd, de foto's zeg
gen niets ovm <ie msie van de
fotograaf zelf. noch iets speci
fieks over het afgebeelde.
0 13-18 uur T/m 29/1
Sinds het einde van de 19e eeuw hebben schilders
en beeldhouwers gezocht naar de meest zuivere
vormen van verbeelding. Keer op keer probeerden
kunstenaars zich te ontdoen van de ballast van
hun opvoeding en terug te keren naar de oerbron
nen van de creativiteit is stilaan het zoeken
naar dé pure beeldkracht voor een belangrijk deel
het gezicht van de hedendaagse kunst produktie
gaan bepalen. Zelfs is het een min of meer geïnsti
tutionaliseerde stijlvorm geworden; weinig men
sen kijken dan ook nog verbaasd op wanneer ze
vandaag de dag in een spierwit geverfde ruimte
oplopen tegen een vreemd gestapelde hoop tak
ken of een berg roestig ijzer Dan weten ze: ah.
moderne kunst, mooi, ofwel: lelijk, en lopen door.
Wat gemaakt is vanuit de behoefte iets wezenlijks
te vertellen, wordt veelal louter gewaardeerd op
grond van esthetische, dan wel decoratieve kwali-
De expositie van Sylvia ten Klcy. Petra Schut en
Sonja Bijleveld in 'Kunstcentrum Haagweg 4' wekt
in eerste instantie een indruk van typische mo
derne kunsterigheid: te zien is een verzameling
vreemde, primitieve objecten en tekeningen.
hout, ijzer, lood, dierenbotten - raadselachtige
beelden samen, die verwant zijn aan de totems
van natuurvolken. De beelden van Petra Schut
ontstaan op een soortgelijke manier, maar zijn
meer architectonisch, ruimte omhullend van ka
rakter, waardoor ze associaties wekken met een
voudige heiligdommen. Sylvia ten Kley toont et
sen en tekeningen, waarin ze met intuïtief en on
bewust geplaatste krasjes en stipjes atmosferische
effecten bereikt.
Is het voldoende dat alles te bekijken vanuit de
vraag of het mooi is? Bij het bekijken van de opgr
stelde en opgehangen werken overvalt je een
merkwaardig gevoel van niet-op-zijn-plaats zijn.
Het primitivisme van deze drie dames is zo dicht
bij de bron geraakt, dat de conventionele witte g.i
lerieruimte eromheen begint te detoneren. De ex
posantes maken gebruik van een mengeling van
eenvoud, kinderlijkheid en dromerigheid. Alledrie
beschikken ze over een zeer verfijnd materiaalge
voel. waarmee ze een merkwaardig soort mythi
sche, magische stemming realiseren.
Hoewel de tentoonstelling fraai is samenge
steld. zou het interessant zijn, wanneer Schut. Bij
lemans en Ten Kley bij een volgende gelegenheid
eens zouden uitproberen of hun werk ook buiten
de witte galerieruimte functioneert Zou de zeg
gingskraent van hun primitief-religieuze vormge
ving ook overeind blijven buiten de context van
de westerse kunstwereld? Zou die zeggingskracht
er nog bij winnen of zou hij verzwakt worden?
Voor deze dames moet het mogelijk zijn nóg een
stap dichter bij de bron te komen.
en andere periodes.
Ik voel mijzelf ook best
aangetrokken tot moderne
stijlperiodes, de Jugendstil of
Art Deco, maar dan gaat het
toch meer om de esthetiek. De
gebrandschilderde kerkramen
zijn een meer geladen
kunstuiting waartoe je je niet
aangetrokken voelt aJs je je niet
kunt verplaatsen in de
geloofswereld.
Ik hoop dat de stichting er in
slaagt mensen zich te laten
realiseren van welke zeldzame
schoonheid die oude
gebrandschilderde ramen zijn.
Het zijn prachtige
voorstellingen die barsten van
de emotie. Eén van de oudste
stukken uit de
Romaanse periode is
een aangezicht van
Christus. Als je
daarnaar kijkt in een
donkere ruimte kun je
niet anders dan er
diep van onder de ^B^B
indruk raken.
dag weer langzaam te doven.
Ik heb in de loop der jaren met
name de Romaanse periode
bestudeerd. Als je je daarin
verdiept zie je dat het
gebrandschilderde glas in lood
een heel belangrijke functie had
in de kerk. Men had toentertijd,
zo in de periode 1000 tot 1150.
te maken met mensen die niet
konden lezen of schrijven. De
gelovigen werden dus gewezen
op de afbeeldingen in het
gebrandschilderde glas. Het was
een uitstekend middel om
mensen hun geloof intens te
laten beleven. Ie zou het
kunnen vergelijken met een
lezing met lichtbeelden.
Ik ben op een gegeven moment
zelf ramen gaan fotograferen en
heb een stichting in het leven
geroepen met het doel het
gebrandschilderde raam meer
onder de aandacht van de
mensen te brengen. De
bedoeling van de stichting is
óór de zomer een boek te laten
verschijnen over glas-in-lood-
ramen uit de Romaanse
periode, voornamelijk in
Frankrijk, en een
tentoonstelling te organiseren.
In de toekomst hopen we
daaraan een vervolg te geven
i met uitgaven over de Gotische