L
'Ik vind het heerlijk om dit te maken'
Joël (13) spijbelt
zich hitparade in
p
Rtv Show
De snik in de stem en de palingsound
DINSDAG 17 JANUARI 1995
Jan Mühren: „We waren niet zo'n band van twintig minuten spelen en dan een half uur pauze."
Mei zijn dertien
jaar is hij op dit
moment onle-
genzeglijk de jongste artiest in
de hitparade: Joël uit Deventer.
n succesvolle CD-single Fen
doodgewone kat, heeft 'm het
vervelende etiket 'kinderster'
opgeplakt. Joël Japhet Benjamin
Rabbcljee - „Zeg maar J.J.B." -
laat zich echter niet vergelijken
met vroegere smartlapvertol -
kers als Heintje en Danny de
Munk. De meest spijbelende
havo-scholier van Overijssel
houdt niet van tranentrekkers,
maar van folkmuziek èn snoep-
goed.
Ken groepje giechelende mei
den in het (leert Groote College
in Deventer roept het idool na,
als hij een repetitie van de
schoolmusical Het Slot onder
breekt voor het zoveelste vraag
gesprek. „Hé loëL.gaaf!", galmt
net door de gang, een aanmoe
diging die vergezeld gaat van
kushandjes.
Hel dubbelleven van artiest
en scholier gaat de jongste telg
van het artistieke gezin Rabbelj-
ce vooralsnog goed af. Het
kerstrapport vermeldde slechts
één onvoldoende. „Ik heb zeker
zestig lesuren verzuimd. Geluk
kig kon ik alles inhalen en ging
het in goed overleg met conrec
tor Jansen en de leerkrachten,
ledereen werkt geweldig mee."
De tweedejaars havo-pupil
heeft inmiddels al diverse ma
len zijn opwachting gemaakt in
een 'IV-programma: Iwt Jeugd
journaal, Telekids, Deadline
voor Dieren, Vijf Uur Show en
RUR. Joël etaleerde zijn talent,
lef, droge humor en spitsvon
digheid. Van kapsones viel ge
lukkig niets te bespeuren.
Creativiteit
In huize Rabbeljee staat creati
viteit hoger aangeschreven dan
passief amusement. De televisie
staat verstopt in een hoekje van
de kamer. Overal slingeren mu
ziekinstrumenten rond. Benja
min Joël van anderhalve meter
(„In vier jaar slechts drie centi
meter gegroeid") heeft in de gi
laar spelende broers Jesse (20),
Job (18) en zingende zus Linne
(15) goede artistieke metgezel
len.
Op z'n tiende trok de jongste
zoon met gitaar de straat op.
„Omdat ik zingen het leukste
vind wat er is. Bovendien kon ik
zo wat extra zakgeld verdie-
Joël posteerde zich voor het
plaatselijke postkantoor.
„Waarom daar? Kijk, ik ben
niet dom. Op die plek halen
mensen geld of hebben ze wis
selgeld op zak. Om wat zieliger
te lijken trok ik een oude trui
aan. Kregen de mensen toch
Jan Mühren vult het gat dat the Cats achterlieten
Robert ten Brinks ontembare liefde voor 'All you Need'
Al bijna drie jaar presenteert hij All You Need, het televi
sieprogramma waarin doorsnee-mensen voor het oog
van heel kijkend Nederland op zoek zijn naar liefde.
Maar naar wie of wat zoekt hij? Robert ten Brink (39) over
liefde, geluk, zijn vier dochters en zijn werk.
harmant is hij, op en
top professional en
S onderhand de suc-
celvolste TV-persoonlijkheid
van Nederland. En dat allemaal
dankzij All You Need, de kop
pelshow die hij mede bedacht.
All You Need haalt ongehoord
hoge kijkcijfers. Nog steeds. Ten
Brink geeft het programma nog
een jaar of drie, al is dat natte
vingerwerk. Wat hij daarna
moet gaan doen, hij weet het
niet precies. Zeker niet terug
naar de radio, waar hij indertijd
begonnen is. En alleen maar
W-programma's presenteren
zou hem ook geen bevrediging
meer schenken, nu hij eraan ge
wend is geraakt programma
tisch een vinger in de pap te
hebben. Hij ziet wel hoe het
loopt.
Voorlopig vindt hij het nog
spannend. All You Need maken.
Een soort verslaving. ,JWe weten
Robert ten Brink: „Ik ben heel
behoudend hoor."
FOTO GPD ANNETTE VLUG
dinsdags niet wat we volgende
week in het programma zullen
hebben: als je erbij nadenkt is
het belachelijk. Maar we den
ken er niet bij na, we doen maar
wat. En dat is ook de kracht van
het programma. Je moet het
durven loslaten, erop leren ver
trouwen dat het goed zal gaan.
Dat is best moeilijk."
Tweeling
Onlangs is de eerste All You
jVeed-tweeling geboren, vertelt
hij met enige trots. Hij is op
kraambezoek gegaan bij de ge
lukkige ouders. „Want dat is
toch wel heel bijzonder."
Vraag hem naar het type
mens dat zich wendt tot de re
dactie van All You Need om een
potentiële geliefde aan de haak
te slaan c.q. een verloren be
minde terug te winnen en Ten
Brink zal antwoorden: „Jij! Ik!"
Kortom, wij allemaal.
Hoeveel van de door hem ge
lijmde relaties blijvend gelukkig
zijn, weet hij niet exact, maar
volgens hem zijn dat er veel. „Je
moet ook niet vergeten dat die
mensen meteen een geschiede-
nisje hebben samen."
De stellen worden uiterst
zorgvuldig geselecteerd. Af
gaande op de gegevens van PTT
Telecom wordt de redactie van
All You Need iedere uitzend-
avond door zo'n 50.000 hunke
renden gebeld. Ongeveer dui
zend beliefs slagen erin ook
werkelijk contact te krijgen. En
dan komen er nog eens honder
den aanmeldingen per post bin-
Die potentiële kandidaten
worden allemaal ruwweg be
oordeeld, waarna een select
aantal op proef gefilmd wordt:
een interviewtje van tien minu
ten. Deze banden bekijkt Robert
zelf. En dan neemt hij hoogst
persoonlijk het besluit wie in
zijn programma mag komen.
„Meestal weet je meteen, als je
iemand ziet. of het ja is of nee."
Selectief
Dat zijn selectie puur subjectief
is, daar zit Robert ten Brink he
lemaal niet mee. „Als ik niks
met mensen heb, wat moet ik er
dan mee? Een dag met ze naar
Parijs en doen alsof ik het leuk
vind? Het is geen toneelstukje
dat je opvoert. De kandidaat
moet een man zijn die ik een
schat vind, of een sympathieke
vTouw. Mensen die je het gunt.
Dat is heel simpel. I*uur ge
voelsmatig."
De leraar van 58 die hopeloos
verliefd is geworden op zijn
leerlinge van 16 komt uitdruk
kelijk niet aanmerking. Vindt
Robert ten Brink een 'beetje on
smakelijk'. Maar een meisje dat
iets met haar leraar wil lijkt hem
weer wèl leuk.
Na tweeëneenhalf jaar relatie
bemiddeling weet hij heel goed
welke categorieën hij vooral
niet in zijn programma wil. „De
rammers. De drinkers. De slap
pelingen. De losers. Het hele
scala komt bij ons langs, iedere
week. Zo'n man die één keertje
dronken thuiskwam en toen
zijn vrouw in elkaar geslagen
had. Eén keertje maar. En hij
heeft er zo'n spijt van. Ja, ja, die
kennen we."
Hij maakt een gebaar van dag
met zijn handje.
Bij vrouwen kent hij eigenlijk
maar één probleemcategorie:
de dames die zo'n heilig ontzag
voor hun Jan, Wim of Henk
hebben dat ze de man verafgo
den en altijd ja en amen zeggen.
„Terwijl die man juist een
beetje tegengas wil."
Toch weten vrouwen in de
liefde over het algemeen beter
wat ze willen dan mannen. Wil
zij hem niet terug, dan krijgen
geen tien Roberts en geen twin
tig cameraploegen haar over de
drempel,,js zijn ervaring. „Man
nen zijn wat dat betreft zwak
ker, die laten zich nog wel eens
overhalen."
Positivo
Voor de rest zijn de meeste rela
tieproblemen volgens Robert
terug te voeren op slechts één
ding: praten. Beter gezegd: niet
praten. Maar hij is geen relatie
therapeut. Hij maakt amuse
ment. Dat daar iets dubbels in
zit, erkent hij grif. „Ik ben geen
wereldverbeteraar, geen cabare
tier. En ik ben meer gefocust op
de positieve emotie dan op de
negatieve."
Een echte positivo, inder
daad. Zijn werk? Heerlijk om te •-
doen, zegt Ten Brink. De opna-
medagen, als meer dan hon
derd man in touw zijn en alles
soepel in elkaar grijpt: fantas
tisch. Echtgenote Roos werkt als
zijn persoonlijk begeleidster p
drie dagen per week mee aan c
All You Need. Ze leerden elkaar
indertijd kennen op de Klein- f
kunstacademie. Vier dochters 1
hebben ze: Nina, Emma, Char
lotte en Isabel.
„Kortom, ik heb een heel I
zwaar leven", concludeert hij
vrolijk. „Het is fantastisch alle- f
maal. Je vraagt je af en toe wel
eens af of dat allemaal gewoon
zo door kan gaan. Ik vind het
ook heerlijk om veertig te wor
den. Het idee dat ik eindelijk
eens midden in het leven sta.
serieus genomen word. Toen ik
dertig werd, was dat heel an
ders. Dan neem je afscheid van
je jeugd. Dan denk je: o jee, ik
word een ouwe man. Mooie
meiden van achttien die opeens
meneer tegen je zeggen. Ja, der
tig worden, dat was een veel
grotere klap."
Soms wordt Robert ten Brink
ook privé als de presentator van
All You Need aangezien. Met al
le kolder van dien. „Onlangs
stapte ik een galerie binnen om
iets moois uit te zoeken voor
aan de muur."
Dacht de galerie-eigenaar on
middellijk dat Robert hem vi
deobanden kwam presenteren
met zijn ex erop of met een
nieuwe liefde.
snel medelijden.".
De opbrengst? „Meestal tach
tig tot honderd gulden."
Niet gek voor een zaterdagje
zingen.
„Nee, nee", corrigeert Joël,
„dat bedrag haalde ik in een
uurtje binnen."
Het vertolken van country-
folkliedjes en Nederlandstalig
repertoire liep vrijwel altijd uit
op een consumptieve trektocht
langs smikkelwinkels en snack
bars. „Ik ben gek op gehaktbal
lenen snoep."
Geen egoïst
Joël mag dan een solist zijn, een
egoïst is hij beslist niet. De zan
ger tracteerde hiimhartig en zo
verdwenen de verdiensten van
de straatzanger vrijwel geheel in
de kassa-laden van de Deventer
middenstand. „Mijn ouders
vonden dat op een gegeven mo
ment te gek. Toen ben ik een
tijdje opgehouden."
Niet alleen met snoepen trou
wens, ook met optreden. Toch
kon Joël het zingen niet laten en
posteerde hij zich na een paar
maanden weer voor het post
kantoor en de Hema.
Het was muzikant en tekst
schrijver Eddy Morsink die het
jonge talent uit Deventer bij
toeval ontdekte en hem mee
sleepte naar Studio Hitbox in
Enschede. Morsink had net als
compagnon Gert-Jan van den
Berg (tekstschrijver en key
boardspeler) snel in de gaten
met een „bijzonder joch" te
doen hebben.
In de studio ontlook het ta
lent pas echt. Van den Berg:
„Aan de ene kant is het nog een
kind, dat niets liever doet dan
snoepen, spelen en ravotten.
Maar tijdens de opnamen kan
hij heel intelligent uit de hoek
komen met suggesties voor een
andere tekst of melodie.
In september verscheen bij
Phonogram de single Een dood
gewone kat/Ik leef vandaag. De
artiest zelf geloofde niet in suc
ces. „Aanvankelijk liep het niet.
In de eerste zes weken werden
er 800 exemplaren verkocht."
Merkwaardig genoeg kwam
in november de ommekeer. In
middels staat de teller op 5900
CD's. „Je moet het zelf nauw
keurig bijhouden", bromt de
Na de opname van RUR had
Joël („Ik begin de baard in m'n
keel te krijgen") in Amsterdam
een gezellig onderonsje met
oud-minister Hans Alders. „Jan
Lenferink nodigde ons uit voor
een etentje. Duur dat het was!
Ik wilde niet achterblijven en
heb een Japans biefstukje van
vijftig gulden besteld."
Verkering
Met de mannen van Hitbox
werkt hij thans hard aan een
CD-album. Opstaan heet z'n
nieuwe single. „Eigenlijk mag ik
het nog niet vertellen, maar dat
nummer is tevens de titelsong
van een nieuwe Nederlandse
speelfilm. Leuk hè?"
De veronderstelling dat de
\Touwelijke fans nu wel voor
hem in de rij zullen staan, wuift
de jeugdige mega-ster verlegen
lachend weg. „Dat is niet meer
nodig, want er is al iemand in
mijn leven."
Sinds vijf dagen. Hij meldt het
met een gelukzalige zucht.
Je hoeft maar even naar zijn CD He
artache te luisteren en het feest van
herkenning is daar. Wat Jan Mühren
ten gehore brengt is niets anders dan de
Palingsound Fred Rootveld en zijn vrouw
Aggie wilden ook geen andere muzikale
richting op, toen ze de songs schreven voor
de Volendamse zanger Jan Mühren. „Vol
gens mij hebben Fred en Aggie een wijde
broek aangetrokken
De plannen voor de solo-CD lagen al een
jaar op de plank. Jan, de jongere broer van
de oud-voetballers Gerrie en Arnold, maak
te toen nog deel uit van de band Fiesta.
„Dat was een echte feestband, we hadden
het knap druk. We werkten meestal op Vo-
lendam, zoals we hier zeggen. Bruiloften,
veel bruiloften en diners dansant, maar we
hebben ook voor een gezelschap ministers
opgetreden. We speelden van alles, we wa
ren echt watje noemt een all-roundband."
Het repertoire van Fiesta kende veel vari
atie, geheel aangepast aan de wijzers van de
klok. „Zo begonnen we op een bruiloft met
rustige muziek, bijvoorbeeld die van Benny
Neyman. Vervolgens speelden we van zes
tot half acht instrumentaal werk. Van half
acht tot half tien hielden we het ook rustig:
John Lennon, dat genre. Maar vanaf een
uur of tien gingen de beentjes van de vloer
met Met de handjes in de Lucht en het Klei
ne Café aan de Haven. Zodra de ouderen
naar huis waren, kwam het ruigere werk:
rock 'n roll en heel wat gehouse."
Dat was hard werken, maar ze deden het
graag. „We waren niet zo'n band van twin
tig minuten spelen en dan een half uur
pauze. We gingen maar door. Met als ge
volg dat als we dan eens een kwartiertje rust
namen, de mensen kwamen informeren of
de muziek was uitgevallen."
Al met al hielden de bandleden van Fiesta
het zeventien jaar vol, optreden in Volen-
dam en omgeving. „Daarvoor heb ik des
tijds bewust gekozen. Ik heb voor '78 een
aantal jaren in Next One gezeten. Dat was
geen slechte groep. We hebben zelfs een
aantal hitjes gehad, bijvoorbeeld met Little
Spanish Sailor. We hadden veel aanbiedin
gen voor optredens. Maar op den duur ging
me dat tegenstaan. Het ging allemaal goed
toen de leden van de band nog vrijgezel wa
ren. Maar later, toen we trouwden, was het
niet leuk meer: altijd laat thuis, alle feestda
gen werken. De manier zoals we besloten te
werken met Fiesta was een betere oplos
sing."
Dat hij al zo lang muzikaal actief was, re
aliseerde Mühren zich eigenlijk pas drie jaar
geleden, toen een nieuwe drummer bij de
groep kwam. „Die kondigde aan drie jaar te
zullen blijven en dan op te stappen. Dat
bracht me op een idee om langzaamaan
ook eens naar iets anders uit te kijken. Toen
de band werd ontbonden was het repertoire
van de CD klaar."
Mühren besloot op de solotoer te gaan.
„Maar dat had alles te maken met het re
pertoire dat ik wilde gaan brengen. Volgens
mij is namelijk de leegte die na The Cats is
ontstaan nooit opgevuld. Ja, de ouderen
kennen ze nog heel goed, maar voor de ge
neraties die daarna zijn gekomen, zijn The
Cats toch voornamelijk een abstract begrip.
Nu zeg ik helemaal niet dat ik me zóu kun-
nep meten met The Cats. Wat ik alleen heb
geconstateerd, is dat je de mooie samen
zang zoals zij die hadden, niet meer hoort.
Dus heb ik besloten toch maar in dat gat te
duiken."
„De eerste reacties op de CD vind ik over
weldigend. De meeste komen uit Volendam
natuurlijk. Ik ben daar heel blij mee. Want
Volendammers zijn kritisch, hoor. Dat is al
tijd al zo geweest, zo lang ik me kan herin
neren. Iedereen heeft er verstand van mu
ziek. En van voetballen. En het gekke is: in
ons gezin hadden ze het allebei. Mijn
broers Gerrie en Arnold zijn verder gegaaim.l
met voetballen en met succes. Ik ben hart!
stikke trots op ze. Maar het aardige is: za
zijn het ook op mij."
Jan Mühren had niet zo veel op met de1
voetballerij. Al zagen zijn broers Gerrie eni
Arnold ook in hem een groot talent. „Iln7.
weet dat niet. Ik had meer zin in muziek]
Maar dat respecteerden ze. Ze hebben ma
ook altijd gevolgd. Letterlijk en figuurlijk. j8.
Als ik ergens optreed, in Schagen bijvoor]
beeld, dan komen ze kijken."
„Welbeschouwd heb ik naar verhoudina|8.
al heel veel solo-optredens achter de rug)
allemaal naar aanleiding van de CD die
toch nog maar net uit is. Ik stond ineens injs.
een televisieprogramma met bekende men
sen uit het vak: Dries Roelvink, André Ha-
zes, Koos Alberts en Anita Meyer. Dat ik die jg.
uitnodiging kreeg, verbaasde mij. Ik heb die
mensen natuurlijk allemaal wel eens een
keer ontmoet, dat kan niet anders in dit
vak. Maar tussen ze in staan als solist, dat is
natuurlijk heel iets anders. Ik heb het gevoel 20,
alsof ik een paar treden oversla.Ipo.
Volendammers zijn in de regel perfectio-
nisten. Ook Jan Mühren is niet het type dat
de keel ongeschoold open zet. Een paar ge
leden nam hij zangles bij pedagoge Bep Og-
terop. „Ze was toen al in de tachtig, ma
gaf nog steeds les en goed! Tot mijn verba
zing zei ze al vrij gauw: 'Met jou ben ik
klaar'. Alleen vond ze dat ik wat lessen be
wegingsleer moest nemen. Ik zei tegen
haar: 'Bep, ik heb echt geen aspiraties
danser te worden'. 'Doe toch maar wat
feningen', zei ze. Toen heeft ze me inder
daad nog een aantal dingen geleerd. Nu
ben ik daar blij om, vooral met het oog op 2
de optredens. Op de CD merk je daar 1
tuurlijk niets van. Daar hoor je alleen m;
dingen en die slaan kennelijk aan. Waar 't
'm in zit? Laatst zei iemand tegen me: 'Jan,
het is die Snik in je stem.' Misschien is het
dat."