Vervroegd uitverkopen is
het etaleren van armoede
Hoedjes met
'n verhaal
Seksuele hulpverlening aan gehandicapten 'mijnenveld'
Trends
Gezondheid
Loesjes Smoesjes
Zaadcellen hebben hulp
1 nodig op weg naar eicel
WOENSDAG 11 JANUARI 1995
REDACTIE *023-150263'150265
keiier naar je produkt op zijn allermooist te laten
zien".
Uitverkopen
Beerbaum: „Als je het etaleren in je vingers hebt
en een etalage het goed 'doet' waardoor een on
dernemer twee of drie kledingstukken méér ver
koopt, heeft hij de kosten eruit".
Wat de Baarnse top-etaleur volstrekt niet begrijpt,
is de hausse aan uitverkopen. „Vaak in de gezel
ligste tijd van het jaar nota bene, in december,
beginnen ze er al mee. Er is voor het publiek
daardoor geen aardigheid meer aan. Voor de
middenstander eigenlijk ook niet. En al helemaal
niet voor zijn portemonnee".
Hij is ervan overtuigd dat de ondernemer zijn
geld beter verdient door de klanten recreatief te
laten winkelen. „En dat doe je niet door een uit
verkoop midden in je toptijd te houden. Een ver
vroegde uitverkoop is het etaleren van armoede".
Dubbelfunctie
Etaleren en presenteren gaan steeds vaker hand
in hand. Een leuke vitrine, die zich doorzet in de
winkel. „Daarbij vormt de etalage de smoel van
de winkel. Door de zeggingskracht daarvan, geef
je het winkelend publiek een zetje in de rug. Of
juist niet. Want de etalage heeft een dubbelfunc
tie. Moet drempelverlagend werken op je doel
groep. Maar moet anderzijds ook een drempel
opwerpen naar hen, die niet tot de doelgroep De-
horen".
Ook steeds meer architecten zitten op die lijn.
Ontwerpen grote glazen puien, waardoor je zo de
winkel in kijkt. Waardoor de etalage en de winkel
als het ware één zijn.
Ideeen
Beerbaum is een etaleur in hart en nieren. Een
creatief mens en niet in eerste instantie een za
kenman. „Dat aspect heb ik mezelf moeten aan
leren. Dit in tegenstelling tot het maken van eta
lages. Dat is geen verdienste, dat gaat bij mij van
zelf'.
Hij heeft nog zoveel ideeën dat hij daar de rest
van zijn leven mee vooruit kan. „Soms zeggen
mensen achteraf: 'Ja, dat had ik zelf ook wel ge
kund'. Dat is dikwijls ook zo. 'Maar ik heb het be
dacht', zeg ik ze dan. Want daar gaat het om. Om
het idee".
Top-etaleur Fred Beerbaum:
jeannette stuurop
Waar liggen de grenzen voor verpleegkundige en patiënt?
Seks in al zijn varianten is inmiddels doorgedrongen tot alle
uithoeken van de maatschappij. Hoewel seks doorgaans
wordt verbonden met begrippen als jong en gezond, wordt
ook in de wereld van oud en gehandicapt gepoogd de
laatste taboes op dit terrein te doorbreken. Hulpverleners
kunnen simpelweg niet meer om de behoefte aan seks
heen, zeker niet op plaatsen waar hulpbehoevende mensen
lange tijd wonen en voor hun seksualiteit afhankelijk zijn
van anderen. Sinds de grote slaapzalen zonder enige privacy
vervangen zijn door eenpersoonskamers, zijn de bedden
soms kwellend leeg.
Dat er toch nog volop taboes
zijn, bleek na het onderzoek van
verplegingswetenschapper W.
Janssen, dat twee jaar geleden
veel geschokte reacties opriep.
In tegenstelling tot wat zeventig
procent van de verpleegkundi
gen dacht, bleken ouderen in
verpleegtehuizen wel degelijk
een grote behoefte te hebben
aan seks. Janssen gooide de
knuppel in het hoenderhok:
weigering van seksuele hulp
vond hij in strijd met de ver
pleegkundige beroepscode.
De tijd dat een man met een
erectie door de verpleegster af
gestraft werd met een koud
washandje of een tik, is voorbij.
Overal in Nederland helpen ver
pleegkundigen en ziekenverzor
gers bij het leggen van contac
ten en het aanreiken van hulp
middelen. Bij het geven van
daadwerkelijke hulp worstelen
de meeste instellingen echter
Voor de patiënten zelf is de drempel om hun behoeften
timiteit te uiten vaak torenhoog. foto gpd
aan seks en in-
jeroen toirkens
hevig met de vraag, waar de
grenzen liggen.
Drempel
Ondanks de toegenomen open
heid over seksualiteit is het on
derwerp in de praktijk nog
zwaarbeladen. Voor de patiën
ten zelf is de drempel om hun
behoeften aan seks en intimiteit
te uiten vaak torenhoog. Ook
voor verzorgers is het lastig dit
onderwerp tussen de bedrijven
door aan te kaarten.
„Er zijn veel mensen van wie je
zeker weet dat ze geen enkele
relatie hebben", zegt Mare, zie
kenverzorger in Nieuw Uni
cum.. „Maar je gaat niet recht
streeks vragen hoe het met hun
seksleven staat. Ook als je de
mensen al jaren kent, kan het
heel bedreigend zijn over per
soonlijke situaties te spreken".
Na de jaren van 'alles moet
kunnen' hebben de instellingen
de laatste tijd bovendien veel
meer oog voor seksuele intimi
datie en seksueel misbruik. Er
komen steeds meer gevallen in
de publiciteit van hulpverleners,
die over de schreef zijn gegaan.
Niet echt een geschikt klimaat
om de grenzen van de seksuele
dienstverlening te verkennen.
Formeel kunnen hulpverleners
en instellingen ook niet anders
dan terughoudend zijn. De Ne
derlandse wetgeving verbiedt
namelijk iedere seks met perso
nen die aan de zorg van een in
stelling zijn toevertrouwd. De
wet gaat er vanuit dat er altijd
sprake is van machtsongelijk
heid tussen beide partijen, om
dat een bewoner afhankelijk is
van een verzorger.
Mevrouw M. Lamping-Goos,
hoofdinspecteur voor de geeste
lijke volksgezondheid, staat
hulp bij seks in de 'voorwaarde-
scheppende sfeer' wel toe. Maar
zodra de verzorger zélf overgaat
op seksuele hulpverlening, gaat
onmiddellijk de alarmbel rinke
len. „Dat kan niet en dat mag
Rottigheid
Als inspecteur gehandicapten
van het ministerie heeft C. Dollé
de problemen in de instellingen
van nabij meegemaakt. „Er is
heel veel rottigheid", verzucht
hij, als hij het standpunt van de
inspectie toelicht. De hulpverle
ner die onder het mom van
'therapie' met zijn patiënte naar
bed gaat, is inmiddels een klas
sieker.
Maar Dollé heeft nog meer
voorbeelden, die hem er diep
van overtuigd hebben dat
seksuele hulpverlening door de
directe verzorger vrijwel altijd
een stap te ver is. Verzorgers die
de patiënt ondanks alle goede
bedoelingen overweldigen. Ge
handicapten die zozeer van hun
hulpverlener afhankelijk zijn,
dat ze te veel van hem of haar
pikken. En gehandicapten die
hun welwillende verzorgster on
verhoeds bij hen in bad trekken.
Zelfs als béide betrokkenen dol
graag een relatie met elkaar wil
len, kan het misgaan. Dollé
heeft slechte ervaringen opge
daan in een instelling, waarbij
een leidster en een bewoonster
innig verliefd raakten. „De in
stelling vond dat de leidster ont
slag moest nemen. Maar de
leidster had er dèt niet voor
over en kapte de relatie af. De
bewoonster voelde zich vervol
gens enorm misbruikt en in de
steek gelaten. Aan het eind van
het liedje zat de een bij de psy
chiater en de ander bij de rech
ter om het ontslag ongedaan te
maken".
De wettelijke regels zijn duide
lijk. Toch zijn ook bij de inspec
tie de grenzen tussen hulpverle
ning en misbruik soms vaag.
„In de praktijk ligt zoiets na
tuurlijk heel genuanceerd",
geeft Dollé toe. „Want waarom
zou een hulpverlener een ge
handicapte niet een lekkere
wasbeurt kunnen geven? En wat
gebeurt er allemaal achter ons
om? Wij staan natuurlijk ook
niet in iedere slaapkamer te kij
ken wat daar allemaal gebeurt".
Lamping-Goos en Dollé vinden
bovendien dat hulpverleners
wel voldoende aandacht moe
ten hebben voor behoefte aan
intimiteit en seksualiteit van be
woners. „En een hulpverlener
moet ook gewoon aardig en ge
zellig kunnen zijn", zegt Lam
ping-Goos. „Een aai over ie
mands hoofd en een troostende
arm. Dat moet behouden blij
ven. Maar een hulpverlener
moet ook weten wanneer hij
over de schreef gaat".
Lamping-Goos kan zich goed
indenken dat hulpverleners
vanuit de beste bedoelingen
seksuele hulp verlenen. „Want
zij zitten ook met gevoelens van
medelijden, verliefdheid of ge
woon het gevoel dat ze het met
goede bedoelingen doen", zegt
de hoofdinspecteur. „Het blijft
koorddansen tussen nabijheid
en afstand nemen", voegt Dollé
daar aan toe. „Wat is mede
menselijkheid, professionele
hulpverlening of het boekje te
buiten gaan? Daar moeten
hulpverleners een evenwicht
tussen zien te vinden".
Oplossingen
Op dit moment hanteren de
meeste instellingen ongeschre
ven regels over wat wel en wat
niet toegestaan is. De inspectie
dringt al lange tijd bij de direc
ties aan op protocollen. Dat is
hard nodig, al is het alleen maar
omdat onduidelijk beleid en va
ge procedures ook het risico
van seksueel misbruik vergro
ten. De Nederlandse Federatie
van Voorzieningscentra voor Li
chamelijk Gehandicapten zal in
het voorjaar daarover een uitge
breid beleidsplan met richtlij
nen presenteren. Eén richtlijn is
nu al duidelijk: hulpverleners
mogen nimmer zelf gehandi
capten bevredigen.
Inspecteur Dollé denkt dat er
wel 'creatieve oplossingen' mo
gelijk zijn. Zo weet hij dat som
mige instellingen een beroep
kunnen doen op een groep vrij
willigers, die de seksuele hulp
verlening van de directe verple
gers en verzorgers kunnen over
nemen. Ook de Stichting Alter
natieve Relatiebemiddeling ver
richt goede diensten met prosti
tuées, die speciaal voor gehan
dicapten werken. Tot seks hoeft
het trouwens lang niet altijd te
komen. Ook pornofilms zijn
zeer populair bij gehandicap
ten, weet Dollé.
Hij is Neerlands grootste verleider. Prikkelt fantasie en kweekt behoeften. Fred Beerbaum, de Don
Juan onder de uitstallers. Zelf ziet hij zichzelf en zijn etaleurs als kunstenaars. ,,Er zijn artiesten die
vanaf de bühne mensen aanzetten tot lachen. Of tot huilen. Dat is kunst. Wij zetten mensen vanuit
de etalage aan tot kopen. Dat is ook - een - kunst. De kunst van verleiden".
Mariëlla van Schooneveld (48) kan het nog met pret
oogjes vertellen. Jaren geleden woonde ze een concert
van Mick Jagger bij. Ze droeg toen een van haar zelfge
maakte, opvallende, hoedjes. Komt de manager van de
popster op haar af. „Die man wilde mijn hoed zo van
mijn hoofd afkopen, want Mick Jagger wilde hem heb
ben". Mariëlla zei nee en het bleef nee.
Van Schooneveld is designer, maar ze noemt zich het
liefst uersierster. Ze is Amsterdamse, maar samen met
haar uit Haarlem afkomstige partner (de landschaps
schilder Herman Buijtenhuijs), woont ze in 1 lollum
(Ameland). Mariëlle volgde een kappersopleiding maar
vertrok op haar 18de voor een jaar naar Turkije. Daar
werd, naar haar zeggen, de basis gelegd voor haar latere
activiteiten. Ze werkte als toneelkapster bij de musical
Hair in Londen, danste bij het ballet van Helen Leclerq
en opende daarna een kledingboetiekje in de Jordaan.
„Toen begon ik ook hoedjes te versieren. Mensen die er
verstand van hebben vinden dat de aanduiding 'hoed
jes' niet een vlag is die de lading dekt. De Amsterdamse
maakte haute couture-hoeden en al haar creaties ver
tellen een verhaal.
Dat vonden in 1988 ook twee Italiaanse couturiers Sam
Ray en Luca Coelli, die verantwoordelijk waren voor de
collectie Avantgarde Pour Toi in Milaan. De op dat mo
ment zelf n Italië verblijvende Van Schooneveld werd
door de heren snel opgespoord. Voor hun nieuwe show
zouden ze wel veertien hoeden kunnen gebruiken. Ze
zijn geleverd en ze oogstten veel waardering, wat onder
andere in lovende publikaties in de Italiaanse en Franse
Vogue en de Italiaanse File nog eens werd onderstreept.
Die hoeden zijn in Italië gebleven. „Ray en Coelli kon
den het niet zo goed heboen, dat ik zo veel succes had",
zegt ze.
Het lijkt haar niet zo te deren. Het bezig zijn, het versie
ren op zich boeit haar - of dat nu haarobjecten zijn,
waarvoor ze schelpen, maar ook koffieboontjes, stenen,
zaden, gespen, flitslampjes, aanstekers of wat dan ook
kan gebruiken of haar hoeden, ze stort zich er vol en
thousiasme op. „Echt een flower-power kind zegt haar
partner en prompt wijst Mariëlla op een hoed die be
kleed is met delen uit haar oude hippie-jurk. Maar ook
Staphorster stipwerk gebruikt ze bij het versieren net
als een oude Hongaarse bloes, geborduurd met felge
kleurde bloemen. „Alles is te gebruiken, zegt Mariëlle,
die urenlang over een hoofddeksel gebogen kan zitten,
als haar keus is gevallen op bijvoorbeeld borduren of
plakken. Ze schat intussen een stuk of veertig hoofd
deksel te hebben gemaakt en nog steeds kost het haar
moeite er afstand van te doen.
Om dit hoedje leuk te versieren heeft Mariëlle een oude
Hongaarse blouse verknipt. foto gpd
De Stichting Volksgezondheid en Roken is, in samenwerking met
Loesje, deze maand weer haar jaarlijkse stop-met-roken-actie be
gonnen. In die actie staan de smoesjes centraal, die rokers gebrui-
I ken om niet te stoppen.
Er zijn vijf tekstjes gemaakt, die gebruikt worden op radio en televi
sie en in de papieren media, maar ook op affiches, die verspreid
1 worden bij huisartsen, apotheken, GGD's, kruisverenigingen en be
drijven. Voor wie meer informatie wil is een boekje gemaakt:
Smoesjes. Feiten over roken, smoesjes doorgeprikt.
i henk hellema gpdwen bleken in de spierlaag van
de baarmoeder de meeste tijd
Zaadcellen worden veelal voorlichte contractiegolven op te
I kundige zwemmers gehouden. treden, driemaal per minuut, in
!0p hun weg in de vrouwelijke de richting van de eileiders. De
inwendige geslachtsorganen, baarmoeder geeft zaadcellen bij
tot in de eileider, zou hun wijze van spreken met grote re-
I zweepstaart voldoende zijn om gelmaat een duwtje in de goede
I de eventueel in de eileider aan- richting. Vergelijk het met sur-
wezige eicel te bevruchten. Vol- fers, die worden voortbewogen
I gens de Canadese onderzoekers op de golven van de zee.
Edward Lyons en Clifford Levi Bij een aanzienlijk deel van de
van de Universiteit van Manito- onvruchtbare vrouwen wezen
ba in Winnipeg redden ze het de echo-metingen uit dat de
echter niet zonder de hulp van contractiegolven in de baar
de baarmoeder. moeder óf nauwelijks aanwezig
Lyons en Levi hebben bij 68 waren, of te weinig optraden of
I vruchtbare en een even groot in een verkeerde richting liepen,
aantal onvruchtbare vrouwen, namelijk van de eileiders af.
bij wie de oorzaak van hun on- Naar de mening van Lyons zou
I vruchtbaarheid niet kon wor- onverklaarde onvruchtbaarheid
I den achterhaald, spiercontrac- bij vrouwen in bijna de helft van
I ties in de baarmoeder gemeten. de gevallen te wijten zijn aan af-
Ze deden dat met behulp van wijkingen in deze contractiegol-
I ultrageluid (echo's). ven. (Bron: New Scientist, de-
Bij normaal vruchtbare vrou- cember '94)
links
Veel glas en een
presentatie die in
de winkel is doorge
trokken, zo haal je
volgens Beerbaum
de juiste klanten
binnen. foto pr.
rechts
Fred Beerbaum:
„Etaleren moet je in
het bloed zitten".
foto gpd.
De etalage, de uitgebalanceerde presentatie om
van kijken kopen te maken. Door de consument
op het spoor te zetten. Zo lang het maar geen
dwaalspoor is. „Want dat lukt je echt maar één
keer. Wat je in de etalage toont, moet je in de
winkel waarmaken", zegt top-etaleur en directeur
Fred Beerbaum van het gelijknamige etalagebu
reau in Baarn, goed voor 22.000 etalage-verzor
gingen op jaarbasis en daarmee onbetwist markt
leider.
Hij en zijn staf van medewerkers behoren tot de
ongekroonde psychologen achter de winkelruit.
Beerbaum: „Als etaleur ben je^een halve psycho
loog. Je moet mensen prikkelen tot aankopen. De
klanten verleiden jouw winkel binnen te gaan en
niet die andere".
Beerbaum beschouwt het maken van een etalage
als een artistiek proces. Maar wel met een bood
schap van herkenbaarheid. Met een waarheid,
verpakt in etalage-materiaal.
„Het is selecteren door manipuleren. Je richten
op je doelgroep. Grote stapels schoenen vertellen
de klant dat de prijzen lüag zijn. Eén paar schoe
nen vVijst op e^ëlÖsiVitêft^T^fet is als een verhaal
zonder woorden".
Een kwestie van toegevoegde waarde, vaak ook.
Een glimmende auto in een verder kale show
room blijft een auto. Terwijl diezelfde auto, met
daaromheen blokken ijs, vlokken sneeuw en met
skies op het dak, de aspirant-koper een hele an
dere wereld binnenlokt.
Volgens Beerbaum koopt 30 procent van de con
sumenten gericht. Weet wat hij wil. De overigen
slenteren min of meer toevallig langs de etalage
uitstallingen. Zonder een duidelijk koopplan. De
recreatieve winkelaars. Een interessante catego
rie. Maar \yaarvan je wel de blik moet vangen.
Door een blikvanger achter de winkelruit.
Impulsaankopen zijn op het ogenlijk in aantal de
grootste aankopen. Kopen wat je eigenlijk hele
maal niet van plan bent te kopen. Het is de kunst
van de etaleur die klanten over de drempel te krij
gen.
„Daarom moet een etaleur zijn gezegend met een
flinke portie creativiteit en originaliteit. Etaleren
moet in je bloed zitten. Je kunt het niet leren. Er
zijn weliswaar drie scholen in Nederland, in
Utrecht, Zwolle en Boxtel, maar daar kunnen
leerlingen zich alleen verder bekwamen. Hun ta
lenten verder ontwikkelen. De echte etaleur zit in
je; die wordt niet gemaakt".
Met zijn vaste instrumenten - hamer, schaar en
spelden - moet de etaleur het keer op keer klaar
spelen iets bijzonders te maken. Etaleren is voor
het grootste deel een gevoelsmatige kwestie. Een
gevoel van raffinement. Gecombineerd met lef.
„Het inrichten is meer dan het herhalen van een
aangeleerd kunstje. Het gaat daarbij telkens om
de suggestie. Het scheppen van een illusie. Het
inspelen op de begeerte. Op het verlangen. Dat
mag ook best", vindt Riet Klein Sprokkelhorst,
docente'reclame- en presentatietechnieken aan
de christelijke vak-mts CIBAP in Zwolle. „Als je bij
dat alles'het doel maar niet uit het oog verliest.
De produktpresentatie moet namelijk aansluiten
op het totaal-concept van de winkel. Je moet
mensen een evenwichtig verhaal voorschotelen.
Ze kopen die illusie er dan graag bij. Onbewust.
Omdat daarmee wordt ingehaakt op hun eigen
droomwereld".
„Vooral in de modewereld presenteer je droom
beelden bij uitstek. Kijk maar naar die elegante
kleerhangers. Van die hele enge etalagepoppen.
Breinaalden in mensengedaante. Met van die su-
persmalle middeltjes. Bovendien zijn ze ook gro
ter dan de gemiddelde consument, zodat de ge
showde kledingstukken beter tot hun recht ko
men. Natuurlijk streef je er als etaleur en als win-