Dorpsprobleem Voeren krijgt mondiale dimensie Minister: Relatie met Nederland beter dan ooit Feiten &Meningen Op weg naar huis Een alleenstaande is geen zielepiet Studiefinanciering en de fiscus DINSDAG 10 JANUAR11995 Indonesië heeft het oorlogsverleden met Nederland 'volledig verwerkt' en ziet met verlangen uit naar het eerste staatsbezoek van koningin Beatrix en prins Claus. Men begrijpt in Indonesië niet waarom in Ne derland weer 'oude koeien uit de sloot wor den gehaald over de jaren veertig'. Dat zegt de Indonesische minister van bui tenlandse zaken Alex Alatas, die in Genève het overleg over de toekomst van Oost-Ti- mor bijwoont. „Wat ons betreft is er een schone lei", aldus Alatas, die in 1951 zijn carrière begon als journalist bij het Neder lands-Indonesische persbureau Aneta en nog moeiteloos Nederlands spreekt. „Dit jaar bestaat Indonesië een halve eeuw, maar onze gezamenlijke historie beslaat 350 jaar. De koloniale banden hadden ui teraard negatieve, maar ook positieve as pecten en op het goede moeten we onze. toekomst bouwen. Nederland is nu'weer een van onze grootste Europese handels partners, en belangrijkste toeristenleveran- Voor Indonesië is een eventueel Neder lands schuldgevoel over de politionele ac ties van de jaren veertig 'een beetje mosterd na de maaltijd', stelt Alatas. De minister wijst op de 'tienduizenden Nederlandse oud-strijders die Indonesië bezoeken en door hun vroegere tegenstanders hartelijk worden verwelkomd. Ook Indonesiërs gaan in drommen naar Nederland, niet als blij vers, maar als toeristen. De stemming over en weer lijkt me beter dan ooit'. De Indonesische topdiplomaat verwijst met instemming naar de oprichting van het l orum Nederland-lndonesië, donderdag in Den Haag in aanwezigheid van Wirn Kok, en de gelijktijdige stichting van het Forum Indonesia-Nederland in Jakarta. „Zo hoort het. We zijn tenslotte geen vreemden voor elkaar en met het nieuwe Forum en het ko mende koninklijke bezoek worden de ban den nog hechter." Indonesië begrijpt dat men in Nederland het er 'hier en daar' moeilijk mee heelt dat het koninklijk bezoek samenvalt met de 50ste verjaardag van de Indonesische onaf hankelijkheidsverklaring. „Natuurlijk droeg Nederland de soevereiniteit pas vier jaar la ter over, maar op iedere 17de augustus, on ze nationale feestdag dus, heeft de Neder landse ambassadeur altijd zijn opwachting gemaakt bij de president. Dat is dus al een impliciete erkenning." Alatas heeft met instemming de opmer king genoteerd van minister Pronk, dat ie der land het recht heeft zijn eigen nationale feestdag te bepalen. „We stellen dat op prijs, juist omdat wë met Pronk in hel verle den wat strubbelingen hebben gehad." In 1992 bedankte Indonesië voor Neder landse ontwikkelingshulp en werd Neder land uit het voorzitterschap gezel van de IGGI, de Internationale Groep van Donor landen, na kritiek van Pronk op de mensen rechtenschendingen in Oost-Timor. „Maar wij zagen dat niet als een breuk met Neder land. Voor mij was dal de laatste stap op de weg van onze economische dekolonisatie", zegt Alatas. „Sindsdien zijn onze wederzijd se betrekkingen beter dan ooit." De exacte datum van de ontvangst van Beatrix en Claus door president Soeharto ligt nog niet vast, maar valt 'omstreeks' de 17de augustus, de vijftigse verjaardag van Soekarno's vrijheidsproclamatie. „Koningin Juliana en prins Bernhard werden in 1972 bij hun eerste staatsbezoek door ons volk hartelijk ontvangen", herinnert Alatas zich. „Beatrix en Claus zullen niet minder harte lijk worden ingehaald. Wij zien er in elk ge val naar uit, ook naar het vlootbezoek." genève «bob kroon correspondent dhaka Tienduizenden pelgrims keerden gisteren met de trein terug uit het Bengaalse Gazipur, waar zij een driedaags islamitisch feest hadden bij gewoond. Zeker vier miljoen moslims baden ter afsluiting van de festiviteiten voor het welzijn van de moslims in Bosnië, Tsjetsjenië en Kashmir. FOTO AP PAVEL RHMAN De Vlaamse Voerenaren hadden het mooi uitgedokterd. Het was ineens tot hen doorgedrongen: „Hoe gekker de burgemeester, hoe beter voor ons." Ze hadden geconstateerd dat de partij van Jo sé Happart (Retour a Liège - Terug naar Luik) iedere keer een zetel verloor, wanneer Happart zelf de lijst aanvoerde. Dus opperden ze vorige week, geheel in de geest van Machiavelli, om Happart voor een halfjaar op proef als burgemeester aan te stellen. In die tijd zou Happart moeten aanto nen dat hij het Nederlands meester was. Zo niet, dan zouden de Vlaamse Voerenaren als vanzelf de rijpe vruchten plukken. Zé waren gisteren dan ook alles behalve gelukkig met de keuze van de 35-jarige, perfect tweeta lige José Smeets als nieuwe bur gemeester van Voeren. Smeets, nel als Happart lid van Retour Liège, zou er wel eens in kun nen slagen om voor enige tijd de angel uit het conflict te ha len, en daar hebben de Vlaamse Voerenaren het helemaal niet op. Het zinde de Vlaamstaligen al evenmin dat er nu een ombuds man komt, die de Franstaligen in Voeren met raad en daad moet bijstaan als het bijvoor beeld op het invullen van offi ciële formulieren aankomt. Bits snauwde Huub Broers, de Vlaamse schepen (wethouder) van Voeren: „In Zuid-Afrika hebben ze met de Apartheid komaf gemaakt, hier beginnen ze ermee." Een helemaal originele gedach te was het niet. Het was Hap part die onlangs als eerste de Voerense perikelen tegen die van Zuid-Afrika afzette. Volgens Happart was een zwarte in Zuid-Afrika beter af dan een Waal in Voeren: „Ik stel vast dat Nelson Mandela president is en dat ik geen burgemeester mag worden." Het ontbreekt in Voeren aan een bioscoop, een boekwinkel en zelfs een krantenkiosk en dat is vermoedelijk de reden, waar om de Voerenaren van zowel Vlaamse als Waalse kunne er een handje van hebben hun dorpse problemen met de grote der aarde te vergelijken. Eén Belgische krant haalde er vorige week zelfs al Tsjetsjenië bij. Het was dit blad niet ontgaan dat Broers binnenkort als een Rus op de planken staat in een plaatselijk op te voeren blijspel. „Om zich te troosten waar schijnlijk", schreef de krant. „De kopzorgen van de Russen in Tsjetsjenië zijn nog groter dan die in Voeren." Het Voerense probleem is in middels ruim 34 jaar oud. „Het bestaat", rekende de vrouw van premier Jean-Luc Dehaene haar man één dezer dagen voor, „langer dan ons huwelijk." Het begon allemaal in 1962, toen in België de taalgrens werd getrok ken en Voeren tegen de wil van de meerderheid van de bevol king in bestuurlijk werd overge heveld van de Waalse provincie Luik naar de Vlaamse provincie Limburg. Met die provincie heeft Voeren geen centimeter grens gemeen, wél een voor buitenstaanders onbevattelijk dialect, dat van het twaalf kilometer verderop gelegen Maastricht tot in het Duitse Rijnland reikt. Iets wat de Belgische publicist Geert van Istendael al eens op het idee bracht om Voeren bij wijze van ultiem compromis maar aan Nederland te verkopen. In die 34 jaar is de taalkwestie vooral kunstmatig in stand ge houden. Enerzijds door Vlaam se reactionairen van onder meer het Taal Aktie Komitee en het Vlaams Blok, die regelmatig provocerend komen 'wandelen' in Voeren. Anderzijds door ge borneerde Franstaligen als José Happart, die ostentatief weigert Nederlands te spreken, hoewel de wet dat voor een burgemees ter van Voeren voorschrijft. De regering-Dehaene heeft nu het zoveelste Salomons oordeel geveld. De Vlaamse Voerenaren sputterden gisteren hevig tegen. Ze vonden dat er veel te veel concessies waren gedaan aan de Franstaligen in Voeren. Vlaanderen had zich, zei Broers, 'zwaar en grof laten beledigen. Als België in het jaar 2000 weer gemeenteraadsverkiezingen heeft, kunnen de kansen keren. Dan mogen ook de buitenland se inwoners van Voeren mits burger van de Europese Unie hun stem uitbrengen. Voeren .telt nu 636 EU-burgers, onder wie 570 Nederlanders (15,4 pro cent van de bevolking). Van hen zijn 480 straks stemgerechtigd en 80 procent zou voor Broers' Voerbelangen willen kiezen. Als burgemeester Smeets Voeren niet voor die tijd naar Luik heeft geretourneerd, zouden die Ne-, derlanders het pleit wel eens kunnen beslechten. correspondent Actiecomité wil af van vooroordelen Eigenlijk bevalt het ze niet, dat woord alleenstaande. ,,Het klinkt zo zielig", zegt Bob van Schijndel van het Comité van het Europese Jaar van de Alleenstaande (Comall). „Alsof je er hele maal alleen voor staat in het leven." Er zijn wel eens alternatie ven geopperd, zoals alleen- gaande of zelflever. En dan is er nog het enigszins po pulaire solo. „Maar", werpt Van Schijndel tegen „dat klinkt ook weer zo egoïs tisch. Alsof je solistisch be zig bent." Eén ding staat voor Van Schijndel vast. Dit jaar, het Europese Jaar van de Al leenstaande, moet het beeld van de alleenstaande als zie lepiet eindelijk eens van ta fel. Want hoe verschillend ze ook worden aangeduid, het beeld dat de meeste mensen van alleenstaanden hebben is over het algemeen nog al tijd negatief, merken Bob van Schijndel en Lenie de Zwaan, lid van Comall en tevens voorzitter van de stichting Centrum Individu en Samenleving (CISA). De Zwaan: „Nog altijd leeft het beeld dat je leven pas compleet is als je een vaste partner hebt. Voor een solo- bestaan kies je niet, dat overkomt je. Bovendien gaan de overheid en ook de samenleving ervan uit dat het alleenstaand-zijn tijde lijk is. Het wordt geassoci eerd met jonge mensen die nog niet getrouwd zijn en met oudere mensen die al leen zijn komén te staan." Van Schijndel: „In tegenstel ling tot wat veel mensen denken, leiden wij absoluut geen geïsoleerd leven. We kunnen juist veel tijd beste den aan vrienden en vrien dinnen. Ik heb vrienden ge noeg waar ik lief en leed mee kan delen. Met de een ga je naar het theater, met de ander naar gymnastiek, met een ander heb je een seksuele relatie en met weer een ander ga je op vakantie. Ik vind het heel belangrijk te laten zien dat alleen-leven een vorm is waarin je heel gelukkig kunt zijn." Lenie de Zwaan: „Sommige mensen zijn niet voor een vaste relatie in de wieg ge legd. Dat betekent niet dat je geen verantwoordelijk heid voor een ander wil ne men. Het ligt aan je karaker. Elk mens heeft de behoefte zich af en toe terug te trek ken. Maar in een relatie lukt dat niet altijd, daarom lopen ook zoveel huwelijken op de klippen." Het neemt de vooroordelen allemaal niet weg, beamen ze. De Zwaan: „Het alleen- bestaan wordt nog altijd niet als een volwaardige leefvorm gezien. Niet door de samenleving, maar ook niet door de overheid. Dat uit zich in allerlei discrimi nerende wetten en regelge vingen. Zo worden alleen staanden bijvoorbeeld fi- i nancieel achtergesteld. Een bekend voorbeeld is de toeslag op eenpersoonska- j mers in hotels. De Zwaan: „Hoteleigenaren zeggen dat het schoonmaken van een eenpersoonskamer net zo veel tijd kost als een twee persoonskamer en dat er daarom een toeslag betaald moet worden. Een onzinnig argument natuurlijk, want het gaat er immers om wat je een klant biedt, en dat is maar één bed. Je hoeft toch ook geen toeslag op een half brood te betalen omdat de oven gedraaid heeft voor het bakken van een heel brood? De directe aanleiding voor het uitroepen van het the majaar is het VN-Jaar van het Gezin in 1994, waarbij de alleenstaanden werden vergeten. Het bracht de CI SA ertoe samen met de Ne derlandse Vrouwen Bewe ging (NVB) actie te onderne men. Het is de CISA een doorn in het oog dat de lid staten van de Europese Unie nog steeds vasthouden aan de opvatting dat jiet ge zin de enige plaats is waar mensen tot ontplooiïng kunnen komen en waar on derlinge steun en sqlidariteit te vinden is. Het actiecomité zal aan het Europees Parlement een manifest aanbieden waarin de rechten van de mens als individuele rechten worden geformuleerd. Volgens het Comall komen de individu ele mensenrechten in het gedrang door het gezin als dè hoeksteen van de samen leving te behandelen, zon der gelijktijdig afdoende be scherming te bieden aan andere leefvormen. Een bekende actie die de CI SA voerde is Demivo, De maat is vol, gericht tegen de gemeentetarieven. De Zwaan: „Het is belachelijk dat alleenstaanden net zo veel afvalstoffenheffing en reinigingslasten moeten be talen als gezinnen." Maar er zijn meer discrimi nerende maatregelen waar tegen het Comall het ko mend jaar een vuist wil ma ken: te weinig woningbouw voor alleenstaanden, min der huursubsidie voor al leenstaanden en het zorg verlof. Van Schijndel: „Som mige CAO's staan toe dat een werknemer een aantal dagen per jaar verlof op neemt om voor een zieke partner of een ziek familie lid te zorgen. Maar als je als alleenstaande ziek wordt, mag een vriend niet voor je zorgen omdat je officieel geen relatie met diegene hebt. Dat is toch onrecht vaardig?" enschede corine van zuthem STEVENHAGEN BELASTING BELICHT Bijna iedèreen zal het intussen wel we ten; de afgelopen tijd is er flink wat ge sleuteld aan de studiefinanciering. Het is ér daardoor niet makkelijker op gewor den. Of liever gezegd, het is meer een soort doolhof geworden. Maar hoe zit het met de belastingheffing over de stu diefinanciering? Door alle wijzigingen begint ook dat behoorlijk ingewikkeld te worden. Je moet er wel haast voor gestu deerd hebben om het allemaal te begrij pen. Uitleggen van de regeling is dus een hachelijke zaak. De studiefinanciering is in principe belast. Het zijn namelijk periodieke uit keringen en daarover moet volgens de belastingwet gewoon belasting over wor den betaald. De studiefinanciering kan men verdelen in een stukje basisbeurs, een gift en een lening. De basisbeurs is vöor alle studenten vrijgesteld van belas tingheffing. Bij de gift ligt dit echter an ders, hier moet gewoon inkomstenbelas ting over worden betaald. Bij veel studenten valt door de werking van de belastingvrije som (tot 6.074 gul den in 1995 geen belastingheffing) of de invorderingsvrijstelling (bij een inkomen lager dan 9.111 gulden vordert de fiscus de belasting niet in) ook dan nog niets te belasten. Echter, in de toekomst kan dit voor veel studenten veranderen. Ten eerste moeten de studenten door de vele bezuinigingen steeds meer bij gaan verdienen. Dit mogen ze ook, want vanaf 1995 mag naast de beurs vijftien mille netto worden bijverdiend. In 1994 was dit nog maar 8.040 gulden. Daar naast krijgen veel studenten steeds min der vaak de (onbelaste) basisbeurs, maar in plaats daarvan de wel belastbare gift. Met andere woorden, de kans dat stu denten hierdoor boven de belastingvrije som of invorderingsvrijstelling uitkomen en dus belasting over hun beurs moeten gaan betalen, wordt in de toekomst steeds groter. Dat studenten ook nog eens belasting over hun toch al karige beurs moeten gaan betalen, zal vaker voorkomen als de huidige voorstellen van minister Ritzen doorgaan. Voorgesteld is een verhoging van het collegegeld met duizend gulden. Volgens Ritzen heeft dit voor de student met een inkomen van de ouders tot 64.500 gulden geen gevolgen. Zij krijgen dit gecompenseerd via een hogere beurs. Er zit echter een addertje onder het gras. De studenten krijgen namelijk het collegegeld gecompenseerd in de vorm van een hogere gift. Daarover moet dus door steeds meer studenten belasting over worden betaald. In 1995 zou hier over 376,50 belasting moeten worden betaald, zodat een groot deel van de compensatie weer terug in de schatkist rolt. Voor veel studenten uit ouders met la gere inkomens zal er dan ook geen spra ke zijn van gehele compensatie van de verhoging van het collegegeld. Het is op vallend dat geen enkele studentenvak bond dit aspect in de strijd heeft gegooid bij hun acties tegen de plannen van Rit- De wijzigingen die Ritzen heeft aange bracht roepen nog meer fiscale proble men op. De gift is dan wel belastbaar, maar door de werking van de tempo beurs is pas achteraf na een paar maan den duidelijk of de student een beurs heeft gehad of een lening. Studeert de student namelijk goed, dan wordt de studiefinanciering als beurs aangemerkt, waarvan de gift dus belast is. Studeerde hij slecht dan wordt het betaalde bedrag aangemerkt als lening en die is natuur lijk niet belast. Volgens de fiscale regels wordt het be taalde bedrag pas als inkomen aange merkt (en dus belast) in het jaar waarin vast komt te staan dat er sprake is van een beurs en niet van een lening. Van de Studiefinanciering betaald in het college jaar 1994/95 zal daarom in 1994 nog niets te belasten zijn omdat in dat jaar nog niets vaststaat, onaar pas in 1995. Men hoeft de uitbetaalde bedragen in 1994 dan ook niet in de aangifte van 1994 op te geven, maar pas bij de aangif te van 1995. Dit kan echter in bepaalde gevallen nadelig zijn. Heeft men bijvoor beeld in 1994 verder geen inkomen maar is men in 1995 wel gaan verdienen, dan is het niet voordelig dat dit inkomen in 1995 belast is. In 1994 was het inkomen namelijk onder de belastingvrije som ge vallen en dus onbelast geweest. Staatssecretaris Vermeend van Finan ciën is echter de beroerdste niet. Hij heeft goedgekeurd dat op verzoek van de student het inkomen toch in 1094 belast zal zijn. De student moet dan wel schrif telijk akkoord gaan met de eventuele overige (nadelige) gevolgen die dit extra inkomen kan veroorzaken in 1994. Hier bij moet men bijvoorbeeld denken dat een aanvankelijke overdracht van dé lastingvrije som aan de partner n worden teruggedraaid. Men moet eerst goed de voor- en nadelen tegei kaar afwegen voordat men besluit dergelijk verzoek te doen. De basisbeurs is vrijgesteld van be ting omdat de fiscus dit bedrag zie een vergoeding voor studiekosten anders aftrekbaar zou zijn als buitei wone last. Men mag daarom pas stu kosten aftrekken als buitengewone voor dat deel, dat boven het vrijgest deel van de basisbeurs komt. Hoe n basisbeurs dus, des te minder men aftrekken als buitengewone last. Probleem is echter ook hier dat i pas achteraf weet of men nu een bi heeft gehad of een lening. Want pa: men dat weet, wordt duidelijk welk drag aan studiekosten aftrekbaar Wordt duidelijk dat men een (b« )beurs heeft gehad, dan kan men we studiekosten aftrekken. Is het een len dan kan men veel meer aftrekken. Omdat hier pas achteraf duidelijk! over is, kan men via een T—biljet de 1 tengewone lastenaftrek alsnog clain Is de aangifte al gedaan en een aan opgelegd, dan zal deze aanslag op zoek van de student worden vermint naar aanleiding van de hogere stu kostenaftrek. Zoals gesteld, wie de belastinghel over de studiefinanciering nog enigs; wil begrijpen, móet bijna wel gestudt hebben. Want makkelijker wordt he allemaal zeker niet op!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 2