Stroomkabel over je dak
Vliegprestaties
Wetenschap
Milieu
Buizerd gevat voor onderzoek
Zichtbaar voor
jager, maar
niet voor hert
DINSDAG 10 JANUARI 1995
Computer geeft bewijs:
kerstman bestaat niet
LONDEN THE INDEPENDENT
Wetenschappers van een vooraanstaande
Amerikaanse universiteit hebben via het in
ternationale computernetwerk Internet het
bewijs gepubliceerd voor de stelling dat de
kerstman niet bestaat. Volgens de bereke
ningen van het Massachusetts Instituut
voor Technologie moet de kerstman in de
kerstnacht wereldwijd in 91,8 miljoen hui
zen pakjes bezorgen, hetgeen neerkomt op
822,6 bezoeken per seconde, zelfs wanneer
hij maximale tijdwinst boekt door in weste
lijke richting te vliegen.
Voor elk christelijk gezin met brave kinde
ren heeft de kerstman één-duizendste se-
cohde de tijd om te parkeren, uit de slee te
springen, door de schoorsteen te glijden, de
kousen te vullen, de resterende cadeaus on
der de kerstboom te leggen, eventueel voor
hem neergelegde lekkernijen op te peuze
len, zich weer door de schoorsteen omhoog
te werken, in de slee te stappen en zich naar
het volgende huis te spoeden.
Wereldwijd bedraagt de gemiddelde afstand
tussen de huizen 1.255 meter. In de kerst-
nacht moet de kerstman dus 121,5 miljard
kilometer afleggen. Dit betekent dat de slee
met een vaart van 1.046 kilometer per se
conde door het luchtruim suist - 3.000 keer
de snelheid van geluid. Ter vergelijking: het
snelste door de mens gebouwde voertuig
ter wereld, de ruimtesonde Ulysses, be
weegt zich voort met een miezerige 44 kilo
meter per seconde. Een normaal rendier
haalt zo'n 24 kilometer per uur.
Als elk kind gemiddeld 750 gram aan pakjes
krijgt, dan is de slee beladen met 321.300
ton cadeaus. Hierbij is het gewicht van de
kerstman zelf niet meegeteld, die altijd als
nogal gezet wordt beschreven. Aangeno
men dat de rendieren van de kerstman tien
keer zo sterk zijn als gewone rendieren, zijn
er 214.200 vliegende rendieren nodig om de
enorme pakjeslast met de benodigde snel
heid te vervoeren. Het totale gewicht van
het door het luchtruim spoedende trans
port komt daarmee op 353.430 ton.
En hier bereikt de wetenschappelijke analy
se haar tragische climax. Want wanneer
353.430 ton met een snelheid van 1.046 ki
lometer per seconde door de aardse atmos
feer reist, ontstaat er een gigantische wrij-
ving. De voorste rendieren zullen gaan
gloeien als een ruimteschip of een meteoor
die de dampkring binnendringt. Maar ze
zullen niet lang blijven gloeien, want bin
nen luttele fracties van een seconde zullen
ze met een daverende sonische knal in vuur
opgaan, waardoor het tweede paar rendie
ren aan de wrijvingsenergie wordt blootge
steld. Ook dit paar zal in een flits verdam
pen. Binnen 0.00426 seconden zal het hele
span, de slee en de kerstman zelf in een fel
le lichtflits en een daverende knal in het
niets zijn verdwenen.
Hel onderzoeksrapport is te lezen op het
volgende Internet adres: http:/www.mit.e-
du:
8001 /afs/alhena.mit.edu/user/a/v/avonda
le/humor/ChristmasHu m or/HTML/San-
taAnalysis.html
VERTALING: MARGREET HESLINGA
Mmw8f&^
i nog steeds over de vraag of de elektro-magnetische straling (EMS) van hoogspanningsmasten gevaarlijk is voor de gezondheidszorg.
FOTO ARCHIEF
Hoewel er weinig mensen echt recht onder
hoogspanningsleidingen wonen, kan de
aanleg van een dergelijke leiding in de
buurt van een woongebied altijd rekenen
op een storm van protest. Vrees voor kabel
breuk, angst voor elektro-magnetische stra
ling en simpelweg een hekel aan 'lelijke'
masten in het gezichtsveld zijn de belang
rijkste bronnen van die protesten. Elektrici
teitsdistributeurs plegen dergelijke bezwa
ren doorgaans af te wimpelen. Ze verwijzen
naar wetenschappers die het niet eens kun
nen worden over het realiteitsgehalte van
de bezwaren.
In 1992 kwam de Gezondheidsraad met een
rapportage over de vermeende gevaren van
elektromagnetische straling. De conclusie
was dat er geen duidelijk aantoonbaar ver
band is tussen deze straling en gezond
heidsproblemen. Dat heeft diverse onder
zoekers niet kunnen overtuigen. Door de ja
ren heen is er zoveel gepubliceerd, dat de
stapel publikaties een hoogspanningsmast
inmiddels naar de kroon steekt.
Vooral in Zweden en Duitsland zijn er rap
portages verschenen, waarin een duidelijk
verband is gesignaleerd tussen het bloot
staan aan EMS en het ontstaan van leuke
mie, hersentumoren en andere vormen van
kanker. Met name kinderen zouden gevaar
lopen. Vlak na de publikatie van de Ge
zondheidsraad verschenen er twee Zweedse
publikaties, waarin wel een sterk verband
werd gesuggereerd tussen het voorkomen
van leukemie en hersentumoren bij kinde
ren en de blootstelling aan elektro-magneti
sche straling. Uit de daar gedane onderzoe
ken is een verdubbeling van het risico op
kinderleukemie geconstateerd.
Het eerste onderzoek door het Karolinski
Instituut in Stockholm had plaats onder alle
mensen die binnen 300 meter van een
hoogspanningsleiding woonden. Een ver
band tussen EMS en een verhoogde karis
op kanker bij volwassenen werd welisw&ar
niet aangetoond, maar wel, zo beweerden
de onderzoekers, een verhoogd risico op
leukemie bij kinderen. Een probleem bij de
bewering van de onderzoekers is evenwel,
dat er geen direct bewijs wordt geleverd
voor het verband tussen oorzaak (de hoog
spanningsleiding) en effect (kanker).
Het tweede onderzoek richtte zich op bloot
stelling aan straling in werksituaties. Dit on
derzoek van het Nationale Instituut voor
Beroepsgezondheid concentreerde zich op
blootstelling aan EMS en leukemie bij werk
nemers. Ook hier ontbreken de bewijzen,
maar wel hebben deze onderzoekers een
verband bespeurd tussen de mate van
blootstelling aan EMS en het risico op leu
kemie. De Zweedse onderzoeken onder
scheiden zich in gunstige zin van eerdere
door de grondigheid waarmee de onderzoe
kers te werk zijn gegaan. Maar liefst een half
miljoen mensen waren bij het onderzoek
betrokken. De Zweedse regering bezint zich
nog steeds op maatregelen.
Drs. Frans Koops, bioloog in dienst van de
KEMA in Arnhem volgt de uitkomsten van
deze en andere onderzoeken nauwlettend.
In Nederland is dergelijke onderzoek niet
verricht. Statistisch gezien, gaat het hier om
te kleine aantallen om daaraan conclusies
te mogen verbinden. Vooralsnog is Koops
niet overtuigd door de stroom van publika
ties. ,,De resultaten van de onderzoeken va
riëren zo sterk, dat ze op zijn minst twij
felachtig zijn."
In Duitsland denkt men daar wat anders
over. Daar is elektro-biologie een serieuze
wetenschap. Elektro-biologen wijten tal van
kwalen, variërend van kanker tot hoofdpijn*
en nervositeit aan EMS. Hoewel er geen be
wijzen zijn, neemt men daar de aanwijzin
gen voor schadelijke gevolgen van EMS se
rieus en houdt er rekening mee bij plaatsing
van hoogspanningsleidingen. Ook in Zwe
den is men voorzichtiger geworden met het
bouwen van scholen en ziekenhuizen bij
hoogspanningsleidingen. j j,
Schandaal in Portugal
Oude muurtekeningen
gevonden in water
De ontdekking van zeer oude muurteke- j
ningen in de open lucht in het noordooste
van Portugal heeft geleid tot opwinding oi
der archeologen en beschuldigingen dat dj
vondst van vele van de tientallen afbeeldiil
gen bewust geheim is gehouden. Historici
zeggen dat de zestig tekeningen van diere
die in de rotswand zijn uitgehouwen de bi
langrijkste vondst zijn van open-luchtkun
uit het Stenen Tijdperk in Europa en mogi
lijk één van de vijf belangrijkste in de we
reld. De beeltenissen, waarvan de oudste
ongeveer 15.000 jaar geleden met stenen
werktuigen in de rotswand zijn uitgehakt,
maken duidelijk dat er in die tijd mensen
moeten hebben gewoond in een gebied I
waarvan werd aangenomen dat het te on
herbergzaam was voor bewoning.
De ontdekking van twee groepen tekenin-!
gen, over een afstand van ruim drie kiloml
ter in een vallei bij Vila Nova de Fozcoa, is'
ook een belangrijk bewijs dat kunst uit die
tijd niet alleen binnen werd gemaakt, in 1
grotten en dergelijke, maar ook in de open
lucht. Deskundigen die tot nu toe de af
beeldingen hebben bekeken, zeggen dat
niets wijst op vervalsingen.
De kans bestaat dat het nog resterende de
van de unieke vondst binnenkort verloren
zal gaan. En dat daarom de vondst zo veel
mogelijk geheim is gehouden. Het laagst
gelegen deel van de vallei, eveneens met
zeer oude afbeeldingen, staat al onder waj
ter als gevolg van de bouw van een dam in
de Douro twaalf jaar geleden. Nu wordt er]
een tweede dam gebouwd en als dat pro
ject niet wordt gestaakt of veranderd, dan i
komen de overblijvende afbeeldingen bin
nen vier jaar onder ongeveer 100 meter wa
ter te staan.
Een tijdelijke daling van het waterpeil ach:
ter de dam in de Coa, een zijarm van de
Douro, leidde tot de ontdekldng van de an
dere tekeningen. Afgelopen november
maakten Portugese archeologen de vondst
wereldkundig. Buitenlandse deskundigen
schreven onmiddellijk brieven aan de Por
tugese president Soares om hem van
belang van de tekeningen te doordringen.
De graveringen zijn echter nog steeds niet
veilig gesteld. Afhankelijk van de hoogte
van de waterstand vallen ze af en toe eer
paar dagen droog om vervolgens weer oi
der water te verdwijnen.
Rond de Vallei van de Hel, zoals die in de
streek wordt genoemd, begrijpen de boerel
en herders de commotie over het „gekras")
op de rotswanden niet. „De mensen in de
streek wisten van de tekeningen", zegt een
deskundige die de afgelopen tijd meerma-'
len in het gebied is geweest. „Zij behandel
den het als een magische plek. Zij zeiden
dat de ouderen hen altijd hadden verteld
dat die rotsen bewoond werden door gees
ten. Kinderen mochten er niet naar toe of
iets aanraken."
Roofvogelonderzoe
ker Ton Eggenhuizen
uit Almere bekijkt een
zojuist (dat was in
december) gevangen
volwassen buizerd in
een bos bij Zeewolde.
Sinds 1992 onder
zoekt Eggenhuizen de
broedpopulatiesen
winterbestanden van
havik en buizerd in de
Flevopolders. Samen
met een collega ving,
ringde en onderzocht
hij de afgelopen drie
jaar zo'n 200 buizerds
en 75 haviken.
Flevoland wordt, met
het ouder worden van
het bos, steeds an-
trekkelijker voor roof
vogels. Overigens is
niet iedereen daar blij
mee, getuige het feit
dat regelmatig en op
verschillende plaat
sen nesten vernield
worden, jongen ge
roofd en vogels ver
giftigd.
FOTOMARTIJN DE JON-
Het zal niet de eerste keer zijn dat een jagi
een medejager, in camouflagekleuren ge
huld, voor een hert of ree aanziet. Het lijkt
daarom verstandig om bij het groepsgewiji
jagen wat opvallender kleding aan te trek
ken. Maar dat heeft als nadeel, dat het
prooidier de jager wellicht te vroeg in de
gaten heeft en het hazepad kiest.
Onderzoekers van de firma Ocutech uit d<
Amerikaanse staat Missouri hebben daar
wat op gevonden, zo meldt het weten
schapsblad New Scientist. Zij zijn op hun
vondst gekomen na onderzoek naar het
zien van kleuren door herten en mensen.
Uit hun studie blijkt, dat licht met een golf
lengte van 480 nanometer voor herten niet
meer is dan een vaal grijs, maar dat mei
sen dit licht waarnemen als een helder
blauwgroene kleur.
De firma heeft een kleurstof ontwikkeld,
waarmee jagerskleding kan worden be
werkt. Door die kleurstof wordt daglicht ge
absorbeerd en weer uitgezonden als licht
met een golflengte van alleen 480 nanomi
ter. Zodat jagers elkaar goed kunnen zien
als blauwgroene wezens, maar voor herten
niet meer dan vaag grijze contouren zijn.
NATUURLIJK
IN HET VELD
Zilvermeeuw
Wat eep storm al niet voor gevolgen kan
hebben. Neem nu de zilvermeeuw, u weet
wel, die hele grote, streng uit zijn ogen kij
kende meeuw. Toch niet bepaald een zeld
zame vogel in ons land.
Diezelfde zilvermeeuw kenden we een paar
eeuwen geleden nog helemaal niet. In deze
streken tenminste. De zilvermeeuw is na
melijk van huisuit een echte Amerikaan.
Vermoedelijk is hij door een harde wester
storm ooit in Europa verdwaald. En nu
broeden er alleen in ons land al zo'n kleine
75.000 paren.
Dat broeden gebeurt in grote kolonies langs
de kust. Want al is de zilvermeeuw, dank zij
onze weggooidrift en onze open vuilnisbel
ten, een vogel die je overal kunt tegenko
men, broeden doet hij alleen in de buurt
van zee of ander groot open water.
In februari al komen de vogels in de kolo
nies bij elkaar en dan begint een boeiend
bruiloftsceremonieel. Hoofse buigingen en
luide schreeuwen gaan aan het liefdesspel
vooraf. Het duurt tot eind april voor de eer
ste jongen uit het ei kruipen.
Elk broedend paar heeft zich dan een terri
torium rond het nest toegemeten, waarin
buren met nijdig geschreeuw en forse uit
halen van de gele snavel hun plaats wordt
gewezen. Een heel nuttige bezigheid voor
later, want buurman of buurvrouw heeft er
geen enkele moeite mee om zijn of haar
jong te voeren met het kind van de buren.
Gelukkig krijgt een jong trouwens in de
meeste gevallen iets anders voorgezet. Als
een ouder met een volle krop aan komt
vliegen, pikt het jong naar de rode punt op
de snavel van vader of moeder. Die reageert
daarop door voedsel voor het jong op te
braken.
Meestal gaat het om vis, schelpen, krab
betjes, zeesterren, pieren of patat. Dat
laatste uiteraard vooral in de buurt van toe
ristenoorden, waar trouwens allerlei mense
lijk afval op het menu staat.
Een jonge slormmeeuw wil nog wel eens
het loodje leggen, al was het alleen maar
door de vraatzucht van zijn buren. Maar is
een zilvermeeuw eenmaal volwassen, dan
kan hij de respectabele ouderdom van zo'n
dertig jaar halen.
Vanwege die hoge leeftijd duurt het ook een
paar jaar voor een jonge zilvermeeuw aan
broeden toekomt. Pas op vier- tot zesjarige
leeftijd is het zover. Als hij tenminste een
plaatsje in de broedkolonie weet te verove-
Die kolonies worden wel steeds groter,
doordat het aantal zilvermeeuwen blijft toe
nemen. Maar aan nieuwe kolonies begint
de zilvermeeuw niet gauw. Ook aan slaap
plaatsen is de zilvermeeuw erg gehecht.
Vandaar ook de zwermen zilvermeeuwen,
die u tegen de schemering op pad ziet gaan.
Op weg naar het eigen, vertrouwde bed.
TON INT VELD
Wij leven in een tijd, waarin transport door
de lucht heel gewoon gevonden wordt.
Toch kan de mens, wat vliegen betreft, het
dier niet evenaren; insekten en vogels pres
teren veel meer. In de vogelwereld staat de
Noordse Stem met zijn vliegvermogen aan
de top.
De aanduiding Noordse Stern zegt niet ge
noeg, ook het Zuiden behoort tot zijn leef
gebied. De 36 centimeter lange vogel, met
zijn vuurrode snavel en eveneens rode po
ten, draagt al van ouds de officiële naam
Stema macrura. Met het Griekse makro, dat
groot, en oura, dat staart betekent, legde
men de nadruk dus op de staart.
De Noordse Stern heeft wel een behoorlijke
staart, maar in zithouding komen de vleu
gels toch tot voorbij de staartpennen. Thans
geeft men hem, terecht, liever de naam
Sterna paradisea. Paradijselijk, ja, om ver
schillende redenen. Deze vogel presteert
het, om het hele jaar door in een aange
naam, zomers klimaat te wonen.
Het is vooral om zijn trekbeweging, dat de
Noordse Stern geroemd wordt. Zijn vlieg
vermogen reikt letterlijk van pool tot pool.
Van november tot en met half maart houdt
hij binnenlandse vluchten in het zomerse
zuidpoolgebied, gelegen tussen de 70 en 78
graden zuiderbreedte. Op die tochten wordt
een aangepast menu gebruikt: kreeftachtige
dieren, krill, waar de zeeën daar zo rijk aan
zijn. Krill is eigenlijk walvissenkost, maar de
Noordse Stern mag meeëten en desgewenst
ook nog rusten op de 4,5 meter brede wal
visrug.
In de tweede helft van maart start de
Noordse Stern voor de reis richting Noord
pool. Langs de kusten van de Atlantische
Oceaan en de Randzeeën, trekken ze
noordwaarts. Die trektijd duurt van half
maart tot half mei. In die tijd passeren ze
ons land, steeds de kust volgend.
Een heel klein deel blijft hier als broedvogel.
Dat broeden stelt niet veel voor. In het Gre-
velingengebied in Zeeland signaleert men
in de broedkolonies van de Visdieven nog
geen tien nesten van de Noordse Stern. In
het Waddengebied, vooral op Griend, op de
Engelsmanplaat en de Rottumerplaat zijn
ze in groter aantallen aanwezig.
Maar hun eigenlijke broedgebied ligt toch
in het hoge noorden. Vandaar de naam
Noordse Stem, in het Fries Noardske Stim.
Het grootste deel van de trekkende Noordse
Stems trekt verder dan ons land. Van half
mei tot en met augustus zijn ze in hun an
dere broedgebied, het noordpoolland. Daar
wordt voor nageslacht gezorgd.
De jongen zijn vrij snel vliegvlug en ook in
staat de lange reis te maken. Voorbeeld: Een
in Labrador geringd jong werd drie maan
den later in Natal aangetroffen, een af-
standsverschil van 17.000 kilometer. In sep
tember en oktober zijn ze onderweg van het
noordpoolgebied naar Antartica, het zuid
poolgebied, opnieuw steeds de kustlijn vol
gend. In de nazomer passeren ze ons land
opnieuw, of... voor het eerst!
De lengte van de vluchten die zij per jaar
maken, is in totaal meer dan 30.000 kilome
ter. Noordse Sterns behoren daarmee tot de
vogels met de langste trekroutes. Ter afwis
seling steken sommige af en toe de Atlanti
sche Oceaan over. En dat voor een vogel,
die van snavel tot en met staart maar 36
centimeter lang is!
De Dwergstern (op tekening letter b.),
slechts 24 centimer lang, is ook zomergast
in ons land. Het is de ldeinste stem die in
kolonies broedt. Bij ons op de Waddenei
landen, langs de kust van Schouwen en
Voome en in het IJsselmeer komen ze re
gelmatig voor. De Dwergstern is de enige
stem die in volwassen staat een witte vlek
op het voorhoofd draagt. Zijn naam is daar
om Stema albifrons. Van mei tot oktober
komen ze in ons land voor, de overige tijd
overwinteren ze aan tropische, ondiep
kusten.
Dwergsterns, ze wegen nauwelijks 40 gran
zijn echte stuntvliegers. Ze vliegen laag ovi
het water of het strand, op zoek naar pla
vissen, garnalen en zandspiering. Vooral i
de broedtijd zijn ze in alle opzichten druk.
Met andere sterns kunnen ze het ma
slecht vinden. Ze broeden wel min of mef
in kolonieverband, maar hun nesten mof
ten meters ver uit elkaar liggen, ander
draait het op ruzie uit. Zelfs man en vroui
kunnen in de broedtijd maar moeilijk vred
houden. Man Dwergstem moet zijn vroui
onophoudelijk gunstig stemmen met aan
voer van voedsel. Het is voor hem een dooi
lopend aanbieden van vis, terwille van d
lieve vrede.
Omdat Noordse Stern en Visdiefje moeilijl
althans op grote afstand, te onderscheide
zijn, een volgende keer dus het Visdiefje.