Marenpoort: café zonder poespas naar het concertpodium 1 Erwin (7) op weg Een glas bier gaat niet omhoog Het Gesprek van de Dag Irritatie vooral in de spits WOENSDAG 4 JANUARI 1995 U vraagt, de bibliofoon antwoordt - De hedendaagse mens loopt vaak rond met een hoofd vol vragen. Het vinden van ant woorden is een tijdrovende bezigheid en tijd is iets wat we nu juist niet hebben. Voor hen die op zoek zijn naar antwoor den, is er een eenvoudige op lossing. In het nieuwe jaar lig gen alle wetenswaardigheden onder handbereik bij de 'bi bliofoon'. Een telefoonnum mer waar je terecht kunt met alle vragen. De bibliofoon is een informa tielijn van de openbare biblio theken in Nederland. De beller vindt aan de andere kant van de lijn een team 'uitpluizers', die de beschikking hebben over een bijna onuitputtelijke informatiebron. Volgens eigen zeggen vinden zij meestal bin nen vijf minuten het antwoord op de gestelde vraag. Geen vraag is te gek, overal is wel een antwoord op te vinden. „Het is de grootste encyclope die van Nederland", weet Joke 't Hoen van de bibliofoon. Het initiatief voor de telefoon lijn komt van de prbvinciale bibliotheekcentrales, maar de vragen hoeven niet per se over bibliotheek of boeken te gaan. 't Hoen: „We krijgen de meest uiteenlopende vragen. Van kleine kinderen die iets over jonge poesjes willen weten, tot mensen die op zoek zijn naar wetenschappelijke literatuur. De telefonische vraagbaak heeft haar klanten al geholpen aan bijzondere zaken, zoals een dubbelgangster van de ko ningin, een winkel waar ske letten te koop zijn en een te huren kasteel. „En mocht het zo zijn, dat we iemand echt niet kunnen hel pen, dan geven wij in ieder ge val adressen en telefoonnum mers van instanties die dat wel kunnen", legt 't Hoen uit. Voor elke Nederlander met een vraag, is het antwoord in 1995 maar zes nummertjes ver: 06-9394. 't Is maar dat u het weet. ERIC DE JAGER Aan hoefijzervormige bars of aan leestafels. Overal zie je ze zitten. De stamgasten. Ze behoren bij het meubilair van café of kroeg. Meestal hebben ze hun vaste stek, nooit hoeven ze te bestellen, want de kastelein kent het recept. Als ze doodgaan, durft een tijdlang niemand op hun plaats te gaan zitten. Alsof ze er nog zijn. In aflevering 15 aandacht voor café 'In den ouden Marenpoort'. Dit Leidse café op de hoek van de Oude Vest en de Lange Mare, is de Stamkroeg van Rob Oostenrijk (48). Een kroeg voor echte Leidenaars, giechelende studentes en bekende artiesten. De naam 'Rob Oostenrijk' is voor de vaste klanten van 'In den ouden Marenpoort' te lang. De stamgasten begroeten de 48- jarige timmerman steevast met „Hallo O". „Ze schreven het wel eens op z'n Frans, 'eau', maar dat betekent water en ik hou meer van bier, dus hou het maar op een 'o' zegt Oostenrijk over zijn bijnaam. 'O' is al ruim tweeëntwintig jaar vaste bezoeker in de Marenpoort. „Ik ben hier in 1972 binnen komen wandelen en sindsdien niet meer Dat zou me een kwade dronk worden in het nieuwe jaar! Het bericht van eind 1994, dat een tappie Heineken in de kroeg mogelijk een kwartje meer zou gaan kosten, sloeg in als een bom onder de liefhebbers en stappers. De portemonnee deed zeer, maar het was vooral het hart dat bloedde. Een avondje uit moest natuurlijk wel leuk blijven. Maar kijk eens aan, het blijkt mee te vallen. Tenminste, in het korte rondje dat we maakten langs een paar Leidse cafés kwamen we niet één Heienken- schenker tegen die absoluut van plan was er een kwartje boven op te gooien. Neem Mieke van L'Esperance aan de Kaiser- straat. Geen haar op haar hoofd die aan een prijsverhoging denkt. „Nee hoor. De prijs van een fust Heineken is met een paar gulden omhoog gegaan, per glas is dat maar een cent of twee-en-een-half. Geen kwartje dus." Voor de goede orde:- een fust Heineken van 50 liter kost de caféhouder nu 128 gulden en 33 cent. Vorig jaar was dat nog 123 gulden en 75 cent. En er gaan zo'n tweehonderd glazen uit zo'n vat. „Het is dus erg over dreven wat Heineken wil. Een fluitje kost hier 2,25", meldt Mieke. „Dat blijft zo. Joh,-Hei neken wil ook de frisdrank duurder maken. Ik denk dat ze geld nodig hebben." Hans Seisveld van De Vergulde Kruik in de Haarlemmerstraat houdt ook alles bij het oude. „Ik zit vrij laag met de prijs voor een biertje. Twee gulden per glas. Voorlopig doe ik niet mee. Ik bekijk het eerst even." Johan van 't Vattegat aan de Ga- renmarkt zegt Heineken wel te kunnen begrijpen. „Omdat de kosten zijn gestegen, denken ze daar dat een prijsverhoging be ter is voor ons. Maar ja, waar gaat het in wezen om? Ruim twee cent per glas. Doen we niet aan mee. Een fluitje kost hier 2,50. En een groot glas kost hetzelfde. Eenheidsprijzen hè." Piet Krekelaar van De Kreek aan het Noordeinde houdt zich nog eventjes op de vlakte als het gaat om een prijsverhoging. „Dat is nog niet bekend", zegt hij aarzelend.Voorlopig blijft het hier 2,25 voor een biertje. Maar ik kijk wel wat de anderen doen." Zoals gezegd, die lijken niet ge- 'Het gaat in de eerste plaats om de mensen weggeweest. Oostenrijk zit inmiddels zo vaak aan de bar, dat hij het geen gek idee vindt om een naamplaatje op bar en kruk te laten zetten. Dat is niet eens zo'n vreemde gedachte, want zijn bijdrage tot het café blijft niet alleen beperkt tot het verhogen van de omzet. „De bar heb ik zelf gemaakt. Net als de barkasten, de vloer en de bordjes boven de bar. Ik heb eigenlijk in de loop der jaren m'n eigen kroeg om me heen gebouwd", constateert de stamgast, verheugd om zich heen kijkend. In de tijd dat hij het café bezoekt, is het niet veel veranderd, volgens Oostenrijk. Op nieuwe klanten en wat kleine verbouwingen na, is het nog steeds dezelfde kroeg als twintig jaar geleden. „Vroeger kwamen er niet zoveel studenten. Pas sinds de sociëteit van Quintus aan de overkant is gekomen, hebben we een groot aantal studenten binnen. De vaste klantenkring zou je kunnen omschrijven als de 'gewone' oude klanten, aangevuld met een paar 'die hards van de overkant'. Het is een goede mengeling. Van alles wat", vindt de timmerman. Niet alleen op de barkrukken hebben de studenten een plaatsje veroverd, ook achter de tapkast zijn ze goed vertegenwoordigd. Bijna iedereen die in de Marenpoort werkt, is of was lid van Quintus. „Maar het is absoluut niet zo, dat het café een soort dépendance van Quintus is", verduidelijkt Oostenrijk. De gasten komen verder uit alle lagen van de bevolking. Dat leidt nog al eens tot levendige discussies, want: „Verschillende soorten mensen in een kroeg, betekent ook de meest uiteenlopende meningen in een kroeg." Die verschillende meningen geven de gasten van 'In den ouden Marenpoort' de gelegenheid, de avonden te vullen met wat ze 'gesprekken op hoog niveau' noemen. Daarin komt alles aan bod, van geldzaken tot het parkeerbeleid. En zoals het een echte kroeg betaamt, daalt het 'hoge niveau' van de gesprekken, naarmate de wijzers van de klok het sluitingsuur naderen. Naast een goed gesprek, zijn er diverse andere manieren om de avond aan de Lange Mare door te komen. Aan de tafeltjes kunnen de klanten kaarten, dobbelen of schaken. Het café bestaat uit twee delen: een boven- en een benedenkamer. Beneden staat de bar, boven staan tafeltjes en een flipperkast. „Mensen die hier niet vaak komen, verdwijnen meestal meteen naar boven", vertelt O, „De vaste gasten blijven meestal aan de bar hangen. Maar als je geen trek hebt in het bargebeuren, dan ga je lekker boven zitten. De studentenclubjes zitten daar ook vaak. Als we een meisjesdispuut van de overkant hebben, gaan die meestal daarheen. Dan heb je een hele zolder vol giechelende meiden." 'Boven' is ook het domein van de flipperfanaten. „Die bestellen een biertje en wisselen een tientje en dan zie je ze niet meer terug", weet Oostenrijk. Onder het bovengedeelte zijn de toiletten. Een bezoek aan het toilet is in de Marenpoort niet helemaal zonder gevaar. Een bordje waarschuwt de argeloze bezoeker voor een laaghangende balk, die al heel wat slachtoffers heeft gemaakt. 'Een kopstaat van cle bar geeft minder hoofdpijn', luidt het advies boven de wc's dan ook. Toch gebeurt het nog regelmadg dat iemand de balk over het hoofd ziet. Oostenrijk: „Af en toe hoor je achter je ineens boem en dan bommeldeboni Dan heeft er weer een z'n kop gestoten en is daarna van het trapje gelazerd. Maar ze staan allemaal weer op, er zijn tot nu toe nog geen dooien gevallen." Het succes van 'In den ouden Marenpoort', is volgens stamgast O. voor een groot deel te danken aan de mensen die er werken. De kroegbaas en het personeel van de Marenpoort hebben nog echt plezier in hun vak. „Je moet in een café met mensen kunnen omgaan. In een kroeg gaat het in de eerste plaats om mensen. We hebben een keer een kroegbaas gehad die alleen even snel geld wilde verdienen, maar die heeft het dan ook niet lang uitgehouden." De huidige baas zorgt met porties bitterballen en erwtensoep op z'n tijd, wel voor een goede sfeer. Door de ligging van het café, vlakbij de schouwburg, krijgt de Marenpoort soms bezoek van bekende gasten. Artiesten komen na afloop van een voorstelling nog even een drankje komt halen in de kroeg. Zo heeft bijvoorbeeld Youp van 't Hek zich het bier van de Marenpoort goed laten smaken. De artiesten komen volgens Rob Oostenrijk graag naar de Marenpoort, omdat ze in het café door niemand worden aangegaapt. Ze kunnen er net als ieder ander aan de bar zitten. Dat een beroemdheid niet op een bijzondere behandeling hoeft, te rekenen, heeft Carry Tefsen aan den lijve ondervonden. Of liever gezegd, haar hondje. Het huisdier van de Amsterdamse actrice kwam terecht onder de voeten van een stamgast en werd bijna platgetrapt. „Dan motje maar niet zo'n klein keffertje nemen", was de droge reactie van de aanwezige gasten. Zo gaat het nu eenmaal 'In den ouden Marenpoort'. Een café zonder poespas. ERIC DE JAGER negen meer te vragen voor een glas Heineken-pils. Ook Ben Luyckx niet, de ongekroonde horecakoningvan Leiden, eige naar van Malle Babbe en Goeie Mie aan de Beestenmarkt, Plan tage aan de Hogewoerd, Het Ui lenest aan de Aaltje Noorde- wierlaan en de Harmonie aan de Breestraat. In al deze kroe gen blijft de prijs voor een tap pie 2,25. ,Ik heb er tenminste nog niet aan gedacht hel bier duurder te maken", lacht Luyckx. „Ja, een fust Heineken is iets duurder geworden. Maar ik vind dat eer lijk gezegd niet zo belangrijk. Ik denk ook dat het weinig zin heeft een glas bier duurder te maken. Je mag vandaag de dag nog blij zijn dat je klanten hebt. Als je de pils duurder gaat ma ken, blijven er gegarandeerd mensen weg. Die kopen dan een kratje en gaan thuis zitten. Nou, ik heb liever dat ze bij mij in de kroeg komen." Zomaar negen Leidse cafés waar ze Heineken schenken. En zomaar negen cafés dus waar de prijs van een pilsje gelijk blijft. En als we even buiten de stadsgrenzen kijken zien we hetzelfde. Neem bijvoorbeeld café Duiventil aan de Zeestraat in Noordwijk. Een tappie daar blijft twee gulden. „Het is net een mooi prijssie hè", zegt eige naar Wim van Duivenbode. Dat is helder. HERMAN JOUSTRA „Mag ik uw vervoersbewijs even zien", vraagt een NS-medewer- ker zo vriendelijk mogelijk, maar de passagier heeft al een rood aangelopen hoofd. „Ik word er wel een beetje agressief van", zegt ze terwijl ze in alle haast haar tas doorzoekt. „U moet uw kaartje wel even af stempelen." Geïrriteerd ant woord de klant: „Ja, dan moet ik toch op het perron wezen! Als het de bedoeling is dat we er agressief van worden..." Maar het treinsignaal luidt al om te vertrekken. „Tja, iedereen rea geert anders", vertelt de NS- medewerker. De nieuwe con troleregels van de Nederlandse Spoorwegen vallen zeker niet bij iedereen in goede aarde. Vooral niet als de controle in de spits wordt uitge voerd. Bij de ingang van perron acht en negen op het station Leiden staat het NS-personeel met zeven man de vervoersbe wijzen te controleren. De irrita tie bij de passagiers is groot. „Als jullie er nou ook nog voor zorgen dat de treinen op tijd rij den, dan zij we allemaal blij", is het antwoord van een passagier. „Het is ook nooit goed", vertelt een controleur. „Als de trein een paar minuten vertraging heeft, klagen ze al. Maar als de trein wel op tijd vertrekt en de deuren sluiten net voor hun neus, is het ook niet goed." De controleurs doen geen con cessies. Iedereen moet er aan geloven. Ook degene die hun trein nog net willen halen. Op een bepaald moment springt een man tussen alle passagiers en de controleurs door, in de trein naar Den Haag. Blij dat hij hem nog gehaald heeft. Dan, toch nog, wordt hij in zijn kraag gegrepen. „Wat zullen we nou krijgen", roept de controleur terwijl hij de man uit de trein sleurt. „Ik moet toch de trein halen", sputtert die tegen. „Wij staan er toch niet voor niks", roept de NS-medewerker kwaad en laat de man niet los voordat hij zijn kaartje heeft bekeken. „De eerste twee maanden moe ten we heel streng zijn", vertelt de controleur. „Op een gegeven moment zijn de passagiers ge wend om hun vervoersbewijzen bij de hand te hebben. We voe ren de controles steekproefsge wijs uit. We gaan morgen bij voorbeeld perroncontroles hou den. Dan lopen we tussen de mensen rond en vragen naar de plaatsbewijzen. Als er iemand is die een passagier komt uit zwaaien of ophalen, dan mag dat natuurlijk. We merken gauw genoeg of zo iemand staat te liegen of niet." Na de spits wordt de sfeer bij de controles wat gemoedelijker. Zij die de tijd hebben, malen er niet om dat naar het kaartje wordt gevraagd. „Als iemand geen plaatsbewijs, geen geld en geen legitimatiebewijs heeft, dan pas halen we de spoorweg politie erbij", legt een contro leur uit. „Vindt u dat leuk", vraagt de geïntresseerde passa gier. „Of ik dat leuk vind", lacht de controleur. „Ik doe dat liever niet natuurlijk." SANDRA PASSCHIER ens! win. ens „Op 1 januari was het orkest sen echter ineens uitgebreid van ag- veertien naar veertig man. Tij en dens de generale repetitie ke- mocht Erwin zijn eigen wals di- rigeren en toen bleek het stuk ineens heel anders geworden te zijn. Dat was wel zielig voor hem." Maar Erwin vind de uit eindelijke versie toch wel mooi. „Het is meer een afsluitend stuk geworden, want ik was de laatste van de vier." Het talent van Erwin kwam al op jonge leeftijd naar voren. „Toen Erwin drie was, was hij al gek op de klanken van een kerk orgel", herinnert de trotse moe der zich. „Hij wilde toen graag orgel spelen, maar wij zeiden Erwin, benoemd Leidense componist en dirigent in spe, oefent uiteraard elke dag op de piano. foto henk bouwman dat hij moest wachten tot hij tien was, want hij kon nog niet eens bij de pedalen. Maar hij kon niet wachten." Op 4-jarige leeftijd begon Erwin met mu zieklessen en nu krijgt Erwin zelfs les op het Koninklijk Con servatorium in Den Haag. „Hoewel de minimumleeftijd tien jaar is wilde ze hem daar graag hebben. Hij was er ge woon klaar voor." Op het conservatorium krijgt Erwin les in piano, kerkorgel en compositie. Vooral componeren wil Erwin graag leren. „Ik heb melodieën in mijn hoofd en ik wil graag leren die in noten om te zetten. Vooral als ik een boek heb gelezen. Dan wordt ik 's ochtends wakker met een melo die en ga dat dan meteen op de pianospelen." Erwins droom is om ooit de 24- uren durende opera Götter- dammerung van Wagner te diri geren. Enthousiast laat hij de dubbel-cd zien van deze opera die hij vaak beluistert. „Ik vind dit zo mooi, omdat er heel veel thema's in zitten." Luidkeels zingt Erwin dan een voorbeeld van een thema. „Het is stevig opgebouwd, niet zo slap", legt hij uit. „Maar ik ben al blij als ik een opera als invaller mag diri geren", vertelt hij bescheiden. Waar de voorliefde van Erwin vandaan komt, blijkt uit de me terslange platencollectie met klassieke muziek van zijn ou ders. „Wij draaien graag klassie ke muziek", vertelt vader Weerstra. De ouders van Erwin blijven echter wel behoudend met zijn talent. „Toen hij lessen kreeg, hebben we een piano ge huurd, want stel je voor dat het bevlieging is. Er kan nog zo veel gebeuren. De beslissing over wat hij wil worden komt pas tij dens de middelbare school. Als hij bijvoorbeeld scheikunde wil gaan studeren, mag dat ook na tuurlijk." Voorlopig ziet het ernaar uit dat de toekomst van Erwin in de muziek ligt. Zijn optreden tij dens het nieuwjaarsconcent geeft Erwin een extra duw in de rug. „Hij zag er zo gelukkig uit tijdens dat optreden", bena drukt Erwins moeder. „Daar doet hij het voor." SANDRA PASSCHIER Jeugdige Leidenaar componeert wals d uffeli r nof; Tijdens het nieuwjaarsconcert aatste op 1 januari in Paradiso liet de rg re- 7-jarige Erwin Weerstra uit Lei ver-; den zijn eigen gecomponeerde hii wals ten gehore brengen. Voor hel een uitverkochte zaal en televi- kken siekijkend Nederland speelde visie Erwin op de piano het intro, barig waarna het Nederlands Blazers- ;even ensemble het van hem o ver mei nam. „Ik was eigenlijk niet ze- Onj nuwachtig, het was gewoon j ooi leuk en belangrijk. Want later wil ik een beroemd componist en dirigent worden." r he| rrein Van een vriendje hoorde Erwin dat de VPRO kinderen tot vijf- aaari tien jaar opriep een wals te >sen- componeren. Van de 120 inzen- dingen bleven er vier over. Het oog- Nederlands Blazersensemble tus-| kon echter geen winnaar uitkie- n de zen en besloot alle vier de com- ider-| posities uit te voeren. Erwin was zou- de jongste winnaar. „Ik heb par- over mijn 'Blazerswals' vier da- t dii gen gedaan. Ik moest lang na- zijn; denken hoe de melodie moest rdei worden, maar ineens had ik hem in mijn hoofd", vertelt de zijl getalenteerde Erwin. Trots laat hij op de piano zijn wals horen. •rige tap- Tijdens de repeties van het bin- nieuwjaarsconcert had Erwin ook duidelijke ideeën over hoe het Blazersensemble zijn stuk moest spelen. De eerste inter- pretatie van de wals die de bla- te zers ten gehore brachten, was aanj niet de wals die Erwin in zijn tan. hoofd had. Een uur lang gaf hij dit het orkest aanwijzingen over ver- hoe het stuk moest worden. „Erwin had de meeste tijd nodig van de vier winnaars om de wals tot zijn recht te laten ko- tiekj men", vertelt de moeder van Er- la Strauss Café De Marenpoort kent twee niveaus. 'O', zoals stamgast Ron Oostenrijk ook wel wordt genoemd, kijkt in dit geval neer op de bar en omgeving. foto loek zuyderduin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1995 | | pagina 15