Het labyrint van de studiefinanciering
Giften met dubbele bodem niet aftrekbaar
Parijs moet in
Algerijnse zaak
voortouw nemen
Feiten Meningen
ISC
V£ EllEHVe IS
w JMR. WEL emiJKeK
o\ieg ner t<w vetvtew p4n
Mentosfr/wis \wqjw?
^Toew pe MAAj ove^T^K-
/tteAP- yoxpe
fammepisris
PlTEW&Wf j
Vffil le^e-
I WÓiJli oM
wmiSTt
Wem
BELASTING BELICHT
Bepaalde giften zijn aftrekbaar
voor de inkomstenbelasting. Hier
bij moet men vooral denken aan
giften aan bijvoorbeeld liefdadige
of algemeen nut beogende instel
lingen. De aftrekmogelijkheid
geldt voor het deel van de giften
dat hoger is dan één procent van
het inkomen en in elk geval meer
dan honderdtwintig gulden.
Daarnaast is maximaal tien pro
cent van het onzuiver inkomen
als gift aftrekbaar.
Over wat voor giften hebben we
het dan? Neem de Nederlanders,
die door middel van bijvoorbeeld
het Foster Parents Plan een kind
hebben geadopteerd in de Derde
Wereld. Per jaar betalen ze daar
voor ruim vijfhonderd gulden.
Dan zitten ze afhankelijk van hun
inkomen al snel boven de grens.
Wie bovendien nog een flink be
drag aan een kerkgenootschap
geeft en een aantal goede doelen
als de Stichting Vluchteling, Na
tuurmonumenten en de Novib
bedenkt met een som geld, kan
van de Belastingdienst een deel
terugvragen.
Maar niet altijd. De inspectie is
niet op zijn achterhoofd gevallen
en loopt er bij een 'dubbele bo
dem' niet gauw in. Een aantal ei
genaren van historische zeilsche
pen bedacht enkele jaren geleden
een aardig trucje om via de gif-
ten-aftrekregeling de fiscus een
deel van hun dure hobby te laten
betalen. Ze gebruikten daarvoor
de stichting Stamboek Ronde- en
Platbodemjachten die zich inzet
voor het behoud van historische
zeilschepen.
Omdat de Belastingdienst zich
bewust is van het nut van een
dergelijke instelling, is bepaald
dat giften aan de stichting aftrek
baar zijn. Een aantal scheepseige
naren stortte vervolgens geld in
het restauratiefonds van de stich
ting en trokken deze bedragen als
gift af voor de inkomstenbelas
ting. Hierdoor kregen ze ongeveer
de helft van hun gift weer terug
van de belasting.
Eén botenbezitter schonk in de
loop van enkele jaren maar liefst
ruim drie ton aan de stichting.
Maar wat bleek; stom toevallig
kreeg hij het hele bedrag met een
verschil van 84 cent weer terug
van de stichting in de vorm van
een subsidie, bedoeld om zijn
boot van te restaureren. Daar
werden ze bij de Belastingdienst
natuurlijk niet vrolijk van.
In feite deed de botenbezitter een
gift aan zichzelf. Daar is de giften
aftrek niet voor bedoeld. De be
lastingrechter zag er dan ook de
humor niet van in en zette een
streep door de aftrekpost. Omdat
de rechter de truc ook nog als be
lastingfraude zag, kreeg de boten
bezitter een forse boete opgelegd.
NIEUWSANALYSE
De vliegtuigkaping in Algiers en de bloedige
afloop in Marseille was een tragische ge
beurtenis die nog eens duidelijk heeft ge
maakt hoe meedogenloos de burgeroorlog
in Algerije is. Het drama telt twee opmerke
lijke details. Aanvankelijk eisten de terroris
ten de vrijlating van een aantal leiders van
het Islamitische Reddingsfront (FIS) die al
gemeen worden beschouwd als aanzienlijk
gematigder dan de kapers zelf. Zodra het
vliegtuig goed en wel in Marseille was ge
land, eisten de terroristen bovendien het
recht om een persconferentie te houden.
De gruwelijke en slecht geplande kaping
lijkt te zijn bedoeld om de Algerijnse impas
se te doorbreken.
De regering van generaal Zeroual kan on
danks haar geavanceerde wapentuig en de
liquidatie van duizend islamisten per
maand geen definitieve overwinning beha
len op de islamitische oppositie. Op hun
beurt kunnen de islamitische strijders de
regering niet verslaan, hoewel ze grote ge
bieden in hun macht hebben. Als deze im
passe voortduurt, zal het land zichzelf ver
nietigen.
Frankrijk is het nauwst betrokken bij deze
situatie en maakt zich dan ook de meeste
zorgen. Aangezien het land een grote mos
lim-bevolking telt, die grotendeels van Alge
rijnse afkomst is, zijn ook de islamitische
fundamentalisten goed vertegenwoordigd.
Ze hebben invloed op de jongeren in de
voorstedelijke getto's, ze sporen meisjes
aan om voor opschudding te zorgen door
gesluiercbnaar school te gaan en ze produ
ceren gewelddadige propaganda. De Fra
politie is al verschillende wapenarsenalen
op het spoor gekomen. Zolang de burger
oorlog in Algerije voortwoedt, neemt de
fundamentalistische bedreiging van de bur
gervrede in Frankrijk alleen maar toe.
Tot nog toe heeft de regering in Parijs
zich beperkt tot het verlenen van economi
sche steun aan Algerije en het uitdrukking
geven aan haar wens dat de Algerijnse rege
ring een overeenkomst sluit met de gen
tigde islamitische beweging en op termijn
democratische verkiezingen uitschrijft.
Maar deze tactiek lijkt niet langer te vol-
De Franse regering zou het initiatief moe
ten nemen. Ze zou de invloed kunnen aan
wenden van de geestelijke leider van de Pa-
rijse moskee en van de imam van het 18de
arrondissement, een van de moslim-wijken
van Parijs. De regering zou ook gebruik
kunnen maken van haar contacten r
Berber-leiders en vertegenwoordigers
het FIS in Duitsland. Met hulp van Maïokko
en Tunesië zou de Franse regering wellicht
een verzoening tot stand kunnen brengen
tussen de Algerijnse regering en de gen
tigde islamisten.
Maar vooralsnog lijkt dit onwaarschijn
lijk. De Franse minister van binnenlandse
zaken, Charles Pasqua, is vastbesloten de
fundamentalisten te bestrijden in plaats van
met hen te onderhandelen. Dit beleid is po
pulair en zal nog meer steun krijgen na de
gebeurtenissen van gisteren. En in een ver
kiezingsjaar wordt bij voorkeur populair be
leid gemaakt.
THE INDEPENDENT
WIM STEVENHAGEN
Basisbeurs, aanvullende beurs en prestatiebeurs. Het zijn in deze dagen van studentenprotesten en discussies over het ho
ger onderwijs veel gebezigde begrippen. Maar zelfs veel studenten weten niet precies wat de soms ingewikkelde regelingen
rond studiefinanciering en collegegelden inhouden. Niet zo verwonderlijk, want de wijzigingen op het in 1986 ingevoerde
stelsel volgen elkaar in een rap tempo op. Daarom bijgaand een beknopte, en derhalve onvolledige verklaring van de diver
se begrippen.
Studenten bezetten
uit protest tegen de
bezuinigingsplannen kS
van het kabinet de
hal van het ministerie
van onderwijs in Zoe-Pr
termeer.
FOTO GPD ROLAND&1
DE BRUItJP
aan de universiteit geacht rond te komen van 1.113 gul
den per maand. Het verschil tussen dat bedrag en de
basisbeurs wordt gevormd door de rentedragende le
ning, de aanvullende beurs en een bijdrage van de ou
ders. Ouders van een student uit de allerlaagste inko
mensgroepen hoeven helemaal niets bij te dragen. De
hoogste inkomens worden geacht het verschil tussen
basisbeurs en maandbudget volledig bij te passen.
De uitwonende student aan de universiteit met rijke
ouders en dus allpen een basisbeurs dient derhalve
maandelijks 553 gulden overgemaakt te krijgen van zijn
Ouders. Uit een in 1991 gehouden onderzoek blijkt
evenwel dat veel ouders te weinig of zelfs helemaal niet
bijdragen. Van de uitwonende studenten ontving
slechts 43 procent een toereikend bedrag. Om die re
den heeft minister Ritzen besloten het lenen te verge
makkelijken.
Studenten mogen naast hun studiefinanciering bijver
dienen. Nu is het bedrag dat maximaal bijverdiend mag
worden zonder dat er gekort wordt op de studiefinan
ciering nog iets meer dan 8.000 gulden. Die grens wordt
op 1 januari verruimd naar 15.000 gulden per jaar.
TEMPOBEURS
Sinds 1 september 1993 moeten studenten in het hoger
onderwijs bepaalde prestaties leveren om hun basis
beurs en eventuele aanvullende beurs te behouden. Die
regeling is bekend geworden als de tempobeurs. Als
studenten niet aan de norm voldoen, wordt hun beurs
omgezet in een rentedragende lening. Voor het vorige
en het lopende studiejaar'geldt dat studenten tenmin
ste 25 procent van het maximaal aantal studiepunten
moeten halen. Die punten kunnen studenten verdie
nen door bijvoorbeeld werkgroepen te volgen en tenta
mens te halen. De balans wordt aan het einde van een
studiejaar opgemaakt.
Bij de invoering van de tempobeurs ging het ministerie
ervan uit dat zo'n 6 procent van de studenten de beurs
zou zien omgezet in een lening. Met ingang van ko
mend studiejaar gaat de norm omhoog naar 50 pro
cent. Wel mogen studenten straks punten 'sparen' voor
een jaar dat ze onder de norm blijven.
PRESTATIEBEURS
Een WD-plan dat afgelopen zomer opdook in het re
geerakkoord van het huidige kabinet, en vöor veel woe
de onder studenten heeft gezorgd. De prestatiebeurs is
een soort omgekeerde versie van de tempobeurs: de
student krijgt zijn basis- en eventuele aanvullende
beurs eerst als lening verstrekt en ziet die omgezet in
een gift als hij voldoende studiepunten haalt. Uit het
definitieve wetsvoorstel van minister Ritzen moet nog
blijken aan welke norm studenten moeten voldoen.
De prestatiebeurs geldt voor studenten die in septem
ber 1995 met hun studie beginnen. De huidige studen
ten krijgen er dus niet mee te maken, voor hen blijft de
tempobeurs gelden. P
Voor veel studenten weegt echter zwaarder dat tegelijk
met de voorgenomen invoering van de prestatiebeurs
ook het recht op een basisbeurs en eventuele aanvul
lende beurs met een jaar wo.rdt bekort. Studenten die r
in '95 beginnen krijgen slechts een beurs gedurende df
officiële duur van hun studie, doorgaans vier jaar. Na
die tijd kunnen ze nog driejaar lenen, maar eventuele i
studievertraging kost hen dan dus geld. Studenten die F
voor 1991 met hun studie zijn begonnen, hebben nog f
een uitloopmogelijkheid van twee jaar. Voor siucteTïTFiM
die na '91 zijn begonnen, is die uitloop al beperkt tot
één jaar. P
ti
II
COLLEGEGELD
Belangrijkste strijdpunt tussen studenten en minister is
op dit moment echter het collegegeld. Studenten beta-1
len jaarlijks collegegeld aan universiteiten en hogescho5
len maar de hoogte van dat collegegeld wordt vastge-
steld door de minister van onderwijs.
Het is de afgelopen jaren fors gestegen. Zo bedroeg heir
collegegeld in 1980 nog 500 gulden. Dit studiejaar be- r
draagt het 2.150 gulden per jaar, komend studiejaar
wordt dat 2.250 gulden. f
Tot voor kort was het de bedoeling dat na 1995 het col-P
legegeld 2.250 gulden zou blijven, maar minister Ritzer!
kwam op 9 december met het inmiddels omstreden
plan om op 1 september '96 het collegegeld te verho- 1
gen tot 2.750 gulden, en een jaar later tot 3.250 gulden.1
Door die maatregel kan hij zijn bijdrage aan de univer-1
siteiten en hogescholen jaarlijks met zo'n 400 miljoen B
gulden verlagen. Uiteindelijk levert de collegeldverho- F
ging hem echter maar 200 miljoen op, omdat de helft
van de 400 miljoen weer terug gaat naar de studenten
uit de lagere inkomensgroepen. f
Per saldo komt de maatregel er op neer dat alleen stu
denten met ouders die een belastbaar jaarinkomen
hebben van 68.000 gulden de volle 1000 gulden extra
moeten betalen. Als het ouderlijk inkomen lager is dan
64.500 gulden (dat komt düs neer op een belastbaar
maandinkomen van ruim 5000 gulden), dan wordt de 1
collegegeldverhoging volledig gecompenseerd door eep
verhoging van het bedrag van de aanvullende beurs.
Tussen de 64.500 en de 68.000 gulden wordt de verho-'
ging gedeeltelijk gecompenseerd.
Het is echter de vraag of de door Ritzen voorgestelde
collegegeldverhoging in deze vorm doorgaat. Een
meerderheid van de Tweede Kamer vindt de verhoging
te fors. Een mogelijk alternatief zou zijn om universiteu
ten en hogescholen zelf te laten bepalen of ze de lagerq
rijksbijdrage willen compenseren door verhoging van j
het collegegeld. Ze mogen dan de hoogte van het colle-]
gegeid zelf vaststellen. Voor deeltijdstudenten mogen i
de instellingen dat vanaf volgend jaar al.
DEN HAAG ANPj
Momenteel ontvangen zo'n 600.000 jongeren van acht
tien jaar en ouder een vorm van studiefinanciering,
omdat ze voltijd dagonderwijs volgen. Bijna 350.000
van hen zijn studenten aan een HBO-instelling of uni
versiteit. Ruim 190.000 zitten in het MBO, de rest
(60.000) is terug te vinden in het voortgezet onderwijs.
Ook minister Ritzen van onderwijs beseft dat het kuip
en plakwerk van de afgelopen jaren het stelsel van stu
diefinanciering er niet overzichtelijker op heeft ge
maakt. De bewindsman heeft dan ook aangekondigd in
januari met een notitie te komen over de toekomst van
de studiefinanciering.
In het hoger onderwijs en in de politiek wordt daar al
over nagedacht, bijvoorbeeld over een stelsel van volle-
digjenen of een zogenoemde academici-belasting.
Voorlopig zullen studenten en ouders het echter met
het huidige stelsel moeten doen.
BASISBEURS
Iedere student aan hogeschool of universiteit of scho
lier in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroeps
onderwijs tussen de 18 en 27 jaar heeft in principe
recht op een basisbeurs, ongeacht het inkomen van
zijn of haar ouders. De hoogte van die basisbeurs ver
schilt. Daarbij spelen enkele factoren een rol, zoals de
waag of een student nog thuis woont of niet en welk ty
pe onderwijs hij of zij volgt.
De basisbeurs is de afgelopen jaren over de gehele linie
met enkele tientjes omlaag gegaan. Momenteel ont
vangt een uitwonende student aan de universiteit
maandelijks een basisbeurs van 560 gulden. Een thuis
wonende VWO-scholier krijgt 120 gulden. Die basis
beurs wordt in januari '95 en in januari '96 nog verder
verlaagd. In januari '96 ontvangt een uitwonende stu
dent aan de universiteit per maand 425 gulden. Als hij
nog thuis woont, krijgt hij 125 gulden. Tot die verlaging
is overigens al besloten door het vorige kabinet van
CDA en PvdA. en het parlement is daar al mee akkoord
gegaan. De verlaging van de basisbeurs maakt dus geen
deel uit van de 'paarse' plannen, zoals veel studenten
geloven.
Uit de koker van het huidige kabinet komt wel het plan
om met ingang van september '95 de basisbeurs alleen
nog te verstrekken aan studenten aan hogescholen en
universiteiten en in het middelbaar beroepsonderwijs.
Scholieren in het voortgezet onderwijs van 18 jaar en
ouder krijgen dan niet langer een beurs en de daarbij
behorende ov-jaarkaart. Voor deze categorie is een
nieuwe regeling in de maak. Het plan heeft ook tot ge
volg dat studenten in het hoger onderwijs die jonger
zijn dan 18 jaar wèl een beurs krijgen.
RENTEDRAGENDE LENING
Bijna 300.000 studenten ontvangen naast hun basis
beurs een rentedragende lening. Ze moeten die lening
later naar draagkracht terugbetalen. Het recht op die le
ning eri de hoogte daarvan hangen af van onder meer
het ouderlijk inkomen en het type onderwijs. Een eer
stejaarsstudent aan de universiteit kan momenteel
maandelijks maximaal 269 gulden lenen, als zijn ou
ders minder dan 62.000 gulden verdienen.
Volgend jaar worden een aantal beperkingen aan het
lenen geschrapt en gaan voor sommige studenten de
bedragen omhoog. Vanaf 1 januari mogen alle studen
ten een rentedragende lening aan wagen, ongeacht het
inkomen van hun ouders. Een student in het hoger on
derwijs mag met ingang van komend studiejaar maxi;
maal 680 gulden lenen.
De hoogte van de rente wordt bepaald aan de hand van
de rente op staatsleningen. Volgend jaar bedraagt die
8,29 procent. Voor leningen van vóór 1992 geldt een la
gere rente dan voor leningen van na die datum.
Ruim een derde van de studenten en scholieren ont
vangt naast basisbeurs en rentedragende lening nog
een aanvullende beurs. Die is bestemd voor de laagste
inkomensgroepen. Bij de bepaling van de hoogte van
de aanvullende beurs wordt gekeken naar het geza
menlijk belastbaar jaarinkomen van de ouders van de
student. Als er meer kinderen uit een gezin studeren,
komen studenten eerder in aanmerking voor een aan
vullende beurs.
De hoogte van de beurs hangt ook van enkele andere
factoren af: welk type onderwijs volgt een student en
hoever is de studie gevorderd? De maximale aanvullen
de beurs voor een uitwonende eerstejaarsstudent aan
de universiteit bedraagt momenteel 284 gulden per
maand. Dat bedrag gaat de komende jaren omhoog,
om de lagere inkomens te compenseren voor de verla
ging van de basisbeurs. Bovendien vervallen er een
aantal restricties. Zo maakt het vanaf volgend jaar niet
meer uit of iemand eerstejaars of ouderejaars is. In
1996 bedraagt de maximale aanvullende beurs voor alle
studenten in het hoger onderwijs 431 gulden per
maand. Een MBO-scholier krijgt ten hoogste 593 gul
den.
BIJVERDIENSTEN
Het ministerie van onderwijs hanteert een tabel met
maandbudgetten. Zo wordt een uitwonende student