Microfilm moet archief redden
Misleiding door geuren
kan kooplust opwekken
-4,
Wetenschap
JReumapatiënten
fineer kans op
JBC in gewricht
Nieuwe tecniek
voor microscoop
Nieuwe techniek
voor bevruchting
ei- en zaadcel
Russen niet naar
buitenland met
kennis kernwapen
IJDAG 16 DECEMBER 1994
REDACTIE SASKIASTOELINGA
ha-
ld(|MSTELVEEN.
Ien|eumapatiënten hebben een verhoogde
j^.lans op gewrichtstuberculose, vooral als zij
3 hjecties in een gewricht krijgen toegediend,
fiewrichtstuberculose is een ernstige aan-
loening die leidt tot invaliditeit. Arts C.
fostema, medisch adviseur bij de Zieken-
ondsraad, promoveerde deze week op on-
lerzoek dat hij heeft verricht bij 55 reuma-
latiënten.
Oeze patiënten liepen gewrichtstuberculose
>p, toen zij in 1988 voor reuma in behande-
ing waren bij een arts in Veghel. Die be-
_joeiandelde hen op ongewone wijze met om-
dailtreden medicijnen, namelijk fenylbutazon
uw»nbijnierschorshormooninjecties.
aaipe arts had ook een aantal patiënten met
ujtijen besmettelijke vorm van longtuberculo-
ie in zijn praktijk. Door hoesten in de
Jvachtkamer hebben zij de reumapatiënten
[ar.j»esmet. De combinatie van reuma met in-
Qpjecties en medicijnen veroorzaakte vervol-
len|ens gewrichtstuberculose.
edii zijn proefschrift schrijft Postema dat bij
jeuma de verstoorde afweer zich tegen het
etJigen kraakbeen-eitwit richt. Diezelfde af-
1 j^veercellen lijken een aantrekkende werking
Je hebben op TBC-bacteriën. Als de patiënt
"te^en injectie in een gewricht krijgt, versterkt
ze7Öat nog eens de aantrekkingskracht.
ll(Van de 55 patiënten zijn er vier aan de di-
he/ecte gevolgen van tuberculose overleden.
>eijfier anderen verblijven permanent in een
ar_verpleeghuis. De arts is in 1992 door het
rn Jledisch Tuchtcollege in Eindhoven voor
ert?en halfjaar geschorst, omdat hij verant
woordelijk werd gesteld voor het uitbreken
,1^ /an de TBC-explosie onder zijn patiënten.
praktijk is in 1990 gesloten.
ge.[)estijds onderzocht de rechtbank in Den
Bosch of de arts voor dood door schuld ver-
aarzolgd kon worden. Dat bleek niet mogelijk,
JorDmdat er strafrechtelijk en bewijstechnisch
taygeen relatie was tussen het handelen van de
an,arts en de besmetting.
DELFT»
De onderzoekorganisatie TNO en de Rijks
universiteit in Utrecht zijn er als eersten in
dede wereld in geslaagd twee technieken in de
de microscopie met elkaar te combineren. Dit
n ibiedt nieuwe toepassingsmogelijkheden op
^uiteenlopende gebieden. Een belangrijke
l .jjsector is het medisch onderzoek. Kanker-
deskundigen tonen volgens de onderzoek-
^et organisatie belangstelling. Maar het sys-
I teem is ook bruikbaar voor studies in dê
j vliegtuigindustrie of het in beeld brengen
vjvan het afsterven van bossen.
ejBij het ingewikkelde nieuwe systeem komt
•j het er in het kort op neer dat de onderzoe
n-kers de techniek van fluorescentie-levens-
duur hebben ingebouwd in een confocaal
n microscoop. Fluorescentie is gebaseerd op
de eigenschap van materiaal zelf licht uit te
et laten stralen, als er licht op valt. Een confo-
caal microscoop heeft één brandpunt.
In de microscopie wordt fluorescentie ge-
bruikt om uiterst kleine deeltjes van orga-
■jjnisch materiaal op te sporen. Deze metho-
de wordt veel gebruikt in de biologie en ge
neeskunde. Onderzoekers kunnen het te
r_ onderzoeken monster zichtbaar maken
jJdoor moleculen te gebruiken die blauw of
4 ultraviolet licht absorberen en vervolgens
eji licht uitzenden. De techniek wordt ook toe-
gepast bij de echtheidscontrole van bank-
biljetten.
1 TNO verbeterde deze methode van onder-
at zoek een paar jaar geleden aanzienlijk door
;e' de ontwikkeling van een confocaal lasers-
g, J can microscoop. Van deze twee a drie ton
nkostende apparaten, die het Amerikaanse
et bedrijf Noran Instruments sinds 1991 op de
markt brengt, zijn er inmiddels zo'n hon-
derd in de wereld in gebruik. Twee daarvan
n staan in Nederland,
i V Er zijn twee manieren om materiaal met
fluorescentie te bestuderen. Het systeem,
waarbij men alleen kijkt naar de intensiteit
van de fluorescentie, is niet helemaal water
dicht. Door omgevingsfactoren die intensi
teit beïnvloeden, kunnen fouten ontstaan.
Moleculen kunnen echter beter worden on
derscheiden als er meer naar de vervaltijd
ofwel levensduur van de fluorescentie
wordt gekeken.
Om het verschil tussen deze twee metho
den aanschouwelijk te maken, noemt TNO
een proef waarbij tanden werden inge
smeerd met fluor. De conventionele tech
niek laat een prachtig oplichtend gebit zien,
maar pas bij gebruikmaking van de tech
niek van de fluorescentie-levensduur wordt
duidelijk zichtbaar waar de gaatjes zitten.
Alles over het anarchisme in Instituut Sociale Geschiedenis
AMSTERDAM HENK MELLEMA
Met 35 kilometer aan historisch materiaal is
het IISG op dit gebied een van de grootste
instellingen ter wereld. Sinds eind jaren ze
ventig valt het onder de vlag van de Konink
lijke Nederlandse Akademie van Weten
schappen.
„Een van de belangrijkste taken van ons
instituut is het verzamelen en beheren van
archieven van sociale en anarchistische be
wegingen," zegt hoofd 'Beheer en Ter Be
schikking Stelling', de historicus Huub San
ders.
„Het IISG heeft ook vele malen een red
dingsfunctie gehad. Zo werden in 1938 vlak
na het binnenmarcheren van de Nazi's in
Wenen de handschriften van de Russische
anarchist Bakoenin in koffers uit Oostenrijk
gesmokkeld en naar Amsterdam overge
bracht. In dat zelfde jaar werden ook de ar
chieven van Marx en Engels verworven. De
ze waren overigens al in 1933, na de
machtsovername door Hitier, vanuit Duits
land naar het toenmalige Tsjechoslowakije
en Parijs gesmokkeld. In 1939 zijn de ar
chieven van enkele Spaanse politiek-anar-
chistische vakbonden vlak voor de machts
overname door Franco via de Pyreneeën op
het nippertje in veiligheid gebracht. En
meer recent is de verwerving van documen
tatiemateriaal van de Chinese dissidente
studentenbeweging, dat na de bloedige de
monstraties in mei 1989 het land werd uit
gesmokkeld."
Goelag archipel
Hoewel het instituut in principe de hele we
reld tot zijn werkterrein rekent, richt het
zijn (verzamel)activiteiten toch vooral op
Midden-Europa, Rusland, Spanje, Turkije
en Zuid-Amerika. Nog kortgeleden heeft
het IISG de beschikking gekregen over een
grote collectie kranten (op microfilm) die
voor en door kampbewoners van de Goelag
Archipel, vaak in samenwerking met de
kampleiding, zijn gemaakt.
„Deze vormen een aanvulling op het ar
chief van de Russische organisatie Memo
rial, in 1986 opgericht voor eerherstel van
de slachtoffers van de Russische strafkam
pen, dat tienduizenden persoonsdossiers
van voormalige kampbewoners omvat." Al
het archiefmateriaal van het IISG is, onder
Historicus en beheerder Huub Sanders waakt over vrachten archiefmateriaal met als onderwerp:
sociale en anarchistische bewegingingen in binnen- en buitenland. foto cpd
De correspondentie van Den Uyl ligt er, het persoonlijk archief van Domela
Nieuwenhuis, de nalatenschap van Marx en Engels, het archief van het
Interkerkelijk Vredesberaad, van Provo en de Kabouterbeweging. Ze vormen
slechts een willekeurige greep uit de meer dan 1500 archieven van personen
en organisaties op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis
(IISG) in Amsterdam.
voorwaarden, beschikbaar voor weten-
schappelijkonderzoek.
Het IISG werd in 1935 opgericht, mede
vanwege de verslechterende politieke situa
tie in Midden- en Oost-Europa. Veel mate
riaal van Duitse linkse bewegingen is in de
jaren voor de Tweede Wereldoorlog naar
Amsterdam overgebracht. Maar ook daar,
voorvoelde men, waren de archieven niet
veilig. Nog voor de Duitse inval in mei 1940
kon een deel van de verzameling naar En
geland worden verscheept.
Toch moest een groot deel in Amsterdam
achterblijven, dat stukjes bij beetjes door de
bezetter naar Duitsland werd overgebracht,
tot er in september 1944 niets meer over
was. „Vanaf de bevrijding in 1945 heeft het
zo'n tien jaar geduurd voordat het instituut
weer orde op zaken had gesteld. Het meeste
weggevoerde materiaal kon gelukkig weer
boven water worden gehaald."
Arbeidersbeweging
De verzameling op het IISG bevat overigens
niet alleen geschreven materiaal. Zo bezit
het meer dan een miljoen foto's, heeft het
de grootste afficheverzameling van Neder
land in huis en bezit het een duizendtal
vaandels en vlaggen. Het IISG dat ook aan
wetenschappelijk onderzoekdoet, kent drie
hoofdgebieden. Eén daarvan is de opkomst
van de grootschalige arbeidersbeweging
tussen 1870 en 1914.
„Dergelijk onderzoek wordt meer en
meer internationaal aangepakt. Aan het on
derzoek naar de opkomst van de arbeiders-
beweging is niet alleen door medewerkers
in Amsterdam gewerkt, maar ook door on
derzoekers in nog 21 andere landen. Am
sterdam heeft de zorg voor de coördinatie
van het onderzoek en heeft een zodanige
onderzoeksopzet voorgesteld dat de resul
taten van alle 22 onderzoeken ook met el
kaar zijn te vergelijken. Op dit moment
loopt in een zelfde opzet een studie naar al
le nationale secties (partijen) van de
Comintern, de communistische internatio
nale".
Een derde loot aan de onderzoekstak van
het IISG is de studie naar migratiebewegin
gen, met name naar ethnischsociale bewe
gingen als de Joodse arbeidersbewegingen
in Amsterdam, Parijs en I.onden, en het
verschijnsel van gastarbeid in verleden en
heden.
De groei van het instituut, vooral na de
Tweede Wereldoorlog, laat zich ook aflezen
aan de verhuizingen. „Het instituut begon
zijn werk in een pand aan de Keizersgracht.
Na de oorlog werd het al vrij snel te klein en
verhuisden we, in 1969, naar een enorm
kantoorpand aan de Herengracht. Daar kon
heel veel materiaal in, maar de bouw van
het pand was op onze vrachten papier niet
berekend. Begin jaren tachtig dreigde het
achterhuis door de papieren last los te
scheuren van het voorhuis. We vonden
toen een noodonderdak in een industrieflat
in het westelijk havengebied."
Verzuring
Sinds 1989 is het IISG gehuisvest in* een
voormalig, maar grondig verbouwd ca-
caopakhuis aan de Cruquiusweg in het oos
telijk havengebied. „Door de verbouwing
van dit pakhuis konden we, eindelijk, be
schikken over geklimatiseerde magazijnen
waar temperatuur en vochtigheid constant
kunnen worden gehouden
Eén van de grootste problemen waar het
IISG dagelijks mee wordt geconfronteerd, is
het verval van al het kostbare, papieren do
cumentatiemateriaal. „Ons belangrijkste
materiaal staat op zeer slecht, zuurhoudend
papier dat al zonder het aan te raken op
den duur vervalt." Vandaar dat zoveel mo
gelijk archiefmateriaal wordt overgezet op
microfilm. „Maar in verhouding tot wat we
aan materiaal hebben, blijft dat slechts een
doekje voor het bloeden."
AMSTERDAM HENK HELLEMA
In landen als Japan en de Verenigde
Staten is de trend duidelijk waar
neembaar. In kantoorgebouwen, wa
renhuizen en andere openbare ge
bouwen wordt meer en meer gebruik
gemaakt van geuren om de werklust
te verhogen, de sfeer te veraangena
men dan wel de kooplust op te wek
ken. Slaat een dergelijke geurbeïn-
vloeding ook over op ons land?
In zijn vestiging in de Kalverstraat
in Amsterdam zal het warenhuis
Vroom Dreesmann deze maand, als
eerste, experimenteren met drie 'zui
len' die de geur van dennetakken en
glühwein verspreiden. Deze zoge
noemde 'aromazuilen' worden, via
importeur De Rijk uit Veenendaal, ge
leverd door de Duitse firma Voitino.
Door middel van een speciaal pro
cédé van verwarming en ventilatie
worden de geurstoffen, vanuit geur-
potten, in de ruimte gebracht en ver
spreid. Intensiteit van de geur eq tijd
stip waarop deze de lucht in moet,
kunnen volautomatisch worden gere
geld. Volgens de fabrikant kan met
één geurpaal een ruimte met een op
pervlak van driehonderd vierkante
meter van een net waarneembaar
gëurtje worden voorzien.
Maar werkt het ook? Hebben geu
ren werkelijk invloed op het koopge
drag van het winkelende publiek? Die
vraag is niet éénduidig en ook niet zo
eenvoudig te beantwoorden. Een
aantal jaren geleden heeft de Utrecht
se hoogleraar in de psychonomie,
prof.dr. Eppie P. Koster, daar in ons
land onderzoek naar gedaan.
In warenhuizen in Utrecht, Leids-
chendam en Den Bosch werd, in een
vrijwel niet merkbare concentratie,
De beleving van geur, opgeslagen in
ons emotionele brein, is sterk indivi
dueel getint. Japanners kennen bij
voorbeeld een geurcultuur.
FOTO'S ARCHIEF
een bloemengeur verspreid. Het eni
ge effect dat kon worden gemeten,
was dat bepaalde mensen op bepaal
de momenten van de dag wat langer
in het warenhuis bleven. Dat gold
vooral mannen van boven de vijftig,
en nog alleen 's middags en op koop
avonden. De geur bleek geen enkele
invloed te hebben op het verblijfge-
drag van jonge mannen noch van die
van vrouwen.
Studenten van de Rijkshogeschool
IJsselland in Deventer hebben twee
jaar geleden een onderzoek gedaan
naar de waardering van het winkelen
de publiek voor bepaalde mannen-
en vrouwengeuren in het Amster
damse winkelcentrum Magna Plaza.
Volgens de onderzoekers vonden de
mensen de geuren, die via de lucht
behandelingsinstallatie werden ver
spreid, 'wel lekker'. Naar het koopge
drag is toen geen onderzoek gedaan.
Tot nog toe is het Amsterdamse
winkelcentrum - om technische en fi
nanciële redenen nog niet tot perma
nente geurverspreiding overgegaan.
De moeilijkheid bij het beïnvloeden
van het gedrag van mensen via geu
ren is dat wat de één lekker vindt rui
ken de ander wellicht helemaal niet
lekker vindt. De waardering voor een
geur wordt sterk bepaald door de om
standigheden waaronder ieder van
ons die geur, in zijn of haar jonge ja
ren, of wellicht later, heeft ervaren.
Japan
De beleving van een geur, opgeslagen
in ons emotionele brein, is sterk indi
vidueel getint. Dat probleem speelt in
een land als Japan veel minder. Ja
panners kennen een geurcultuur. Al
op jonge leeftijd worden de inwoners
van het land van de rijzende zon in
grote getale met vooral bloemengeu
ren in aanraking gebracht.
Japan is ook het land van de thee
cultuur waarin geur een belangrijke
rol speelt, en van de kohdo, een eeu
wenoud ritueel waarbij in groepsver
band van geuren wordt genoten. Ja
panners hebben bij wijze van spreken
een gemeenschappelijke geurerva-
ring. Overigens worden de juichende
berichten over een aanzienlijke ver
hoging van de efficiëntie en een dui
delijk dalend ziekteverzuim in Japan
se bedrijven als gevolg van het ver
spreiden van bepaalde geuren, door
westerse deskundigen sterk in twijfel
getrokken.
Volgens Koster worden dergelijke
effecten niet ondersteund door be
trouwbaar bewijsmateriaal. Niet dui
delijk is waarom Amerikanen zich
door geuren laten (mis)leiden. Omdat
het iets nieuws is? Dat het niet on
denkbaar is dat een specifieke geur
de kooplust verhoogt, laat een Engels
onderzoek zien. Daarin kon worden
aangetoond dat een vrijwel onmerk
bare geur van gemaaid gras de ver
koop van sportschoenen deed toene
men.
Kennelijk hebben mensen die aan
veldsporten doen, een positieve asso
ciatie bij het ruiken van gras. In dat
licht moet ook het experiment van V
D met 'kerstgeur' - een mengsel
van de geur van dennetakken en
glühwein - worden gezien. De mees
ten van ons hebben aan Kerstmis im
mers een prettige herinnering en zul
len bovengenoemde geuren een sfeer
van'gezelligheid'oproepen.
Blijven mensen daardoor ook lan
ger op de kerstafdeling in het waren
huis? Wellicht. Worden daardoor ook
meer kerstarükelen verkocht? Wie
weet, het is niet uit te sluiten. Overi
gens zou 'kerstgeur' ook iets kal-
merends hebben. Op het Londense
vliegveld Heathrow zou het verspreid
worden om passagiers rustig te stem
men.
Het verspreiden van een geur die
de meeste mensen lekker vinden - in
heel lage concentratie, de geur moet
zeker niet als sterk worden ervaren -
zou potentiële kopers mogelijk gun
stig kunnen stemmen. Zoals de geur
van leer in een schoenen- of tassen-
zaak, 'showroomlucht' in een bedrijf
met tweedehands auto's of de geur
van vers gemalen koffie in café of res
taurant. En is het niet zo dat mensen
die hun huis willen verkopen, de raad
krijgen om appeltaart te bakken? Een
'huiselijke' baklucht schijnt een huis
beter te verkopen. Zegt men. Maar
aangetoond is het nooit.
MAASTRICHT GPD
ICSI. de in Nederland nog experimentele
techniek om in het laboratorium een vrou
welijke eicel met één mannelijke zaadcel te
bevruchten, lijkt een goed alternatief te zijn
voor paren die naar de spermabank worden
gestuurd. In het Academisch Ziekenhuis
Maastricht, een van de twee ziekenhuizen
die de nieuwe bevruchtingstechniek toe
passen, hebben de afgelopen maanden
twintig pogingen geresulteerd in zes zwan
gerschappen.
„De kans van slagen is daarmee gelijk en
zelfs iets groter dan bij de normale reageer
buisbevruchting, de IVF (in vitro fertilisa
tie), die in het AZM rond de twintig procent
schommelt", aldus prof. dr. Hans Evers,
hoofd van de afdeling gynaecologie van het
Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM).
„Dat betekent dat we met ICSI (intra cyto-
plasmatische sperma-injectie) paren van
wie de zaadkwaliteit van de man te slecht
was, toch aan een eigen kind kunnen hel
pen. Negentig procent van de stellen die
normaal naar de spermabank zouden wor
den gestuurd, komen nu in aanmerking
voor de techniek. Mannen met minder dan
vier miljoen goede zaadcellen per millime
ter kunnen toch geholpen worden."
Evers en de zijnen hebben deze week geko
zen voor de publiciteit. De resultaten geven
daartoe aanleiding, meent hij. „We hebben
gewacht tot we redelijk safe waren," zegt
Evers. Bovendien speelt ook een rol dat de
zorgverzekeraars er zo wellicht toe gebracht
kunnen worden een positief standpunt in te
nemen om de behandeling volledig te ver
goeden. Tot nu toe past het ziekenhuis de
achthonderd tot duizend gulden die een IC-
Sl-behandeling meer kost, zelfbij.
Intensief
De ICSI is vooral duurder omdat de tech
niek veel arbeidsintensiever is. I Iet enige
verschil tussen ICSI en IVF schuilt in de
werkwijze op het laboratorium. Bij IVF wor
den vrouwelijke eicellen in een kweekvloei-
stof bij miljoenen zaadcellen gevoegd. De
zaadcellen worden geacht op eigen kracht
de eicel binnen te dringen, waarna maxi
maal drie bevruchte eicellen terug worden
geplaatst. Bij ICSI wordt de vrouwelijke ei
cel bevrucht door één zaadcel in de eicel te
injecteren. Die injectie gebeurt met een in
het laboratorium zelf vervaardigd flinterdun
- bijna twintig keer dunner dan een haar -
pipetje waarmee de zaadcel wordt opgezo
gen en vervolgens geïnjecteerd. Daarbij
wordt met het pipetje dat voorzien is van
een scherpe punt een gaatje in de schir van
de eicel geprikt.
Lange tijd werd gevreesd dat hierdoor be
schadigingen zouden optreden, maar dat
blijkt niet het geval. De eerste onderzoeken
bij ICSI-kinderen hebbben aangetoond dat
er niet meer afwijkingen voorkomen dan bij
'gewone' IVF-kinderen. „Het is een enorm
gepriegel. Voor het maken van tien van die
pipetjes hebben we al een middag nodig.
Daarnaast moeten er ook nog pipetjes ge
maakt worden om de eicel vast te houden
zonder dat die beschadigd wordt. Met de
behandeling zelf ben je ook een hele dag
met twee man bezig," legt analiste Marijke
Bras uit. Zij is een van de twee IVF-mede-
werkers die de nieuwe methode beheerst.
Samen met laboratoriumhoofd John Du-
moulin maakte Bras zich de methode eigen
in het Zweedse Göteborg. „Tot nog toe de
den we twee tot drie pogingen per week. Als
we er een analist bij krijgen, denk ik dat we
er één per dag kunnen doen," aldus Evers.
HERMAN DAMVELD CPD
Russische kemwapenlechnici vertrekken
niet met hun kennis, maar accepteren daar
entegen wel onderzoeksopdrachten uit het
buitenland. Na het uiteenvallen van de Sov
jet-Unie ontstond in de westerse wereld het
vermoeden dat de vele duizenden Russen
met kennis van kernwapens naar het bui
tenland zouden gaan. Nu blijkt dat het om
gekeerde is gebeurd. Landen als India,
Pakistan, Sri Lanka, Turkije, Irak en Iran
hebben kantoren opgezet in Moskou.
Vanuit deze kantoren krijgen kernwapenin
stituten opdrachten voor het uitvoeren van
nucleair onderzoek. Dat zei Boris Rosev,
een technicus van het Amerikaanse Los
Alamos Nationaal Laboratorium, het toon
aangevende instituut op het gebied van het
ontwerpen van kernwapens, die veertien
maanden in Moskou verbleef in het kader
van een Amerikaans-Russisch uitwisse
lingsprogramma van kernwapendeskundi
gen. Hij wees vooral op de slechte financië
le positie van zijn collega's. Het gebrek aan
geld maakt het Russische onderzoeksinsti
tuten bijna onmogelijk om de aantrekkelij
ke buitenlandse contracten te weigeren.