'Absurd dat topsporter maf wordt genoemd' Sport Gegokt en verloren ZATERDAG 10 DECEMBER 1994 21 Coaches Thuys, Van der Geest en Van 't Hek: China en de doping: Drie coaches, actief op drie verschillende sportfronten, bijeen in Zeist voor overleg over één onderwerp: het topsport-klimaat in Nederland. Vlnr: Frans Thuys, Tom van 't Hek en Cor van der Geest. foto gpd cees zorn Wat is er mis met de topsport in Nederland? Van alles volgens de critici. De wielrenners zijn al jaren niet vooruit te branden, de atleten struikelden dit seizoen bij de EK reeds over de eerste of tweede horde en de zwemmers waren al blij dat ze bij de mondiale titelstrijd hun hoofd boven water konden houden. De 'positivo's' in sportland zullen het niet tegenspreken, maar dat is volgens hen nog geen reden om de treurmars te blazen. Ze wijzen op de WK-plakken van de volleyballers en de hockeyers, de successen van de roeiers en de opvallende verrichtingen van de judoka's. Hoe dan ook, de topsport is in beweging. Nadrukkelijker dan ooit. Het 'Noorse model' mag dan (voorlopig) een utopie blijven, het NOC NSF stippelt onder leiding van André Bolhuis een lijn uit, die de topsporters aanspreekt. De korte termijn-politiek heeft plaatsgemaakt voor een visie op langere termijn. De vorming van een olympische kernploeg richting de Spelen van Atlanta'96 is een grote stap voorwaarts. Hetzelfde kan worden gezegd van het besluit van hef. paarse kabinet om 35 miljoen gulden in het Fonds voor de Topsport te stoppen. De geste maakt duidelijk dat nu ook de politiek topsport serieus neemt. Aan het eind van een sportjaar, met positieve en negatieve uitschieters, j^rengt deze krant een serie over topsport in Nederland, in een aantal verhalen komen onderwerpen aan de orde ais het 'Noorse model', sponsoring, maatschappelijke begeleiding, de sportbeleving van de jeugd en het huishoudboekje van een topsporter. In de eerste aflevering is het woord aan drie topcoaches. Frans Thuys (atletiek), Cor van der Geest (judo) en Tom van 't Hek (hockey) in discussie over verschillende facetten van topsport. GPD-VERSLAGGEVER Twee jaar geschorst er voor de rest van haar leven 1 /er m inkt. Dat is de trieste balan s van Lu Bin, wereldkampioen! e zwem- men, pas 17 jaar maar nu al ge- brandmerkt en als ec 'ii junkie van Perron Nul aan de kant ge- schoven. Betrapt op het gebruik van het middel Hydrotestos- teron. Gegokt en verloren. Lu Bin zal er haar verdere le ven voor moeten bloeden. Kin deren zal ze waarschijnlijk niet meer kunnen krijgen. Haar stem zal altijd mensen verrast doen opkijken, de bastonen passen niet bij een vrouw. En ze zal zich gaan schamen voor de zware beharing op haar li chaam. Want dat zijn de onont koombare effecten van het ge bruik van Hydrotestosteron. „Het is als water en vuur", zegt de Haarlemse huisarts Mi chel Karsten, algemeen erkend als dopingexpert. „Hydrotestos teron is een mannelijk hormoon en dat heeft zijn weerslag op het vrouwelijke lichaam. De kans is groot dat daarmee de groei van het lichaam wordt geremd. En Hydrotestosteron- staat erom bekend: de bijwerkingen zijn blijvend." Het incident ligt bevroren op het netvlies. Rome, zaterdag avond 10 september van dit jaar. De Chinese zwemsters hebben zojuist weer vernieti gend uitgehaald bij het WK. Twee wereldrecords in één race dit keer, Cihong He als start zwemster op de 100 meter rug slag, samen met haar landgeno- tes Dai, Liu en Le ook een we reldtijd op de 4 x 100 meter wis selslag, Cuohong Dai neemt plaats achter de microfoon in de perszaal. De puisterige puber komt niet verder dan het uit spreken van een zin. Sluit je ogen en je hoort Pavarotli. De zaal barst in hoongelach uit en de Chinese bondscoach Ming Zhou ontploft, „jullie", deelt hij een sneer uit, „jullie zijn alleen maar jaloers. De topsport heeft altijd aan het Westen toebe hoord en nu merken jullie in eens dat de hegemonie wordt doorbroken, ledereen beschul digt ons hier zonder enige gêne van het gebruik van doping. Maar laat ik een ding zeggen: Wij stappen hier zeer zelfverze kerd naar de controles. China is schoon." Was het gespeelde veront waardiging of oprechte woede, vroeg deze krant zich destijds af. In Rome vielen alle testen nog negatief uit. De dopingcon troles bij de Aziatische Spelen hebben inmiddels de hypocrisie van Ming Zhou bewezen. Elf Chinezen liepen tegen de lamp, onder wie zeven zwemmers. „Ze zijn zeer onzorgvuldig in de planning van de kür geweest", zegt dr. Karsten over het groot ste dopingschandaal in de Chi nese geschiedenis. „Ik moet he laas mijn mening over de Chi nezen herzien", reageert 'Chi- na-kenner' Kees Vervoorn. „Het is een goede zaak voor de sport dat ze gepakt zijn", peinst bondscoach René Dekker. „Maar het zwemmen lijdt eron der." Clean in Rome, een paar we ken later positief in Hirosjima. De Chinezen hebben geblun derd. „Dat verbaast me nog het meest", zegt dr. Karsten. „Dat ze zijn gepakt. Er zijn grove fou ten gemaakt door de medici bij het uitrekenen van c|e kuren. Als je weet dat er bij een bepaald toernooi op doping wordt ge controleerd bouw je het toedie nen ervan geleidelijk af. Twee weken voor het toernooi stop je helemaal en is er niets meer te vinden. Daar zijn ze goed mee de fout in gegaan." De keuze voor een mannelijk hormoon als Hydrotestosteron kan Kartsen overigens wei be grijpen. „Ze gokken op de inter nationaal gevoerde discussie rondom de mate waarin het mannelijke hormoon ook bij vrouwen is te vinden. Men is er nog niet uit, welke verhouding nu eigenlijk acceptabel is voor de zwarte lijst en welke niet. Aan de andere kant sorteert het gebruik van anabole steroïden veel meer effect op de presta ties. Maar als dat in je urine wordt gevonden hang je meteen. Begrijp je, ze hebben voor zekerheid gekozen. Wor den ze betrapt, dan is er. nog al tijd die onzekerheid over hoe het lichaam reageert bij zoveel inspanning als de Chinezen blijkbaar leveren. Maar wat hebben ze nu eigenlijk nog te zeggen? Er zijn er inmiddels toch elf gepakt? Dan is er geen discussie meer mogelijk." e hebben el kaar nooit eer der gesproken. Cor van der Geest (bonds coach judo- vrouwen, sportschoolhouder- clubtrainer Kenamju), Frans Thuys (trainer atletes Ellen van Langen en Christien Toonstra) en Tom van 't Hek (bondscoach hockeyvrouwen, clubtrainer Kampong) treffen elkaar voor het eerst in de Zeister bossen, waar ze verzamelen in het KNVB Sportcentrum voor een 'rondetafelgesprek' over top sport in Nederland. Maar het ijs is supersnel gebroken. Op de van hen bekende enthousiaste en gedreven manier praten ze twee uur lang over hun passie en andere zaken. Cultuur Van 't Hek: „De Nederlandse cultuur leent zich niet zo voor topsport. Wij hebben ook weinig sporthelden. Atje Keulen-Deelstra en Joop Zoetemelk, zeg ik altijd, zijn onze nationale sport lui. Dat typeert hoe weinig wij aan sportverering doen. Dat vind ik per soonlijk een hele leuke kant van Ne derland, dat we niet overdrijven. Maar het brengt met zich mee dat je als topsporter veel zelf moet uitzoe ken en dat je een beetje debiel moet J zijn om het, in welke sport ook, een flink aantal jaren vol te houden. Dat heeft wel het voordeel dat de goeien die komen bovendrijven vaak hele goeien zijn." Van der Geest: „Het is ook typisch Hollands om steeds te wijzen op de negatieve uitschieters: Er wordt veel j meer geluld over de afgang van de wielrenners, zwemmers en atleten dan over de prachtige prestaties van de volleyballers, hockeyers, roeiers en judoka's. Dat steekt me wel eens." „je hoort vaak dat Nederlanders te nuchter zijn voor een topsportcul- 1 tuur. I-Iet heeft ongetwijfeld met onze volksaard te maken, maar ook met f opvoeding. Want culturen worden ge- stuurd. Ik wil de media niet de schuld geven hoor, maar als er wat opportu- nistischer zou worden gepraat en ge- schreven over sport, dan zouden de I mensen zich er meer bij betrokken voelen en krijg je automatisch meer enthousiasme." Thuys: „Het heeft ook met traditie te maken. Een cultuur vorm je niet in vijf of tien jaar om. Dat gaat heel lang- Van't Hek: „Toen ik zelf nog sport te, was de eerste vraag altijd: wat doe je verder eigenlijk. Dat je in gods- naam niet alleen sportte, want dan :jvj was het niet goed met je. Ik hen blij j dat ik wat anders heb gedaan, maar R)j daar gaat het op zich niet om. Het is absurd dat we iemand die doelbewust voor topsport kiest als maf betitelen." Van der Geest: „De waardering voor topsport groeit heel langzaam. 9 Wij kunnen daaraan bijdragen door de sporters bekender te maken. We moeten proberen om ze op tv te krij gen, in praatprogramma's, in kwissen, in spelletjes. Je kunt dat wel raar vin den, maar ik geloof erin. Mensen gaan de sporter interessanter vinden, hem ook meerwaarderen." Van 't Hek: „Misschien klinkt het hard - en ik bedoel het niet onaardig - maar als iemand als Ernile Schelvis Studio Sport presenteert, dan missen wij dus sportcultuur. Mart Smeets 'zit er ook bij van: ik doe niet alleen sport hoor, ik weet ook wat van Bosnië. Kijk, in Engeland ben je sportjourna list en word je als zodanig gerespec teerd. Hier doe je het er een beetje bij." Thuys: „Ik denk dat de laatste tien jaar wel een verandering v ten goede heeft plaatsgevonden. Steeds meer mensen begrijpen dat je er enorm veel tijd moet insteken en dat je er weinig of niets naast kunt doen. Ik be gin nu een heel klein beetje te voelen dat er, zeg maar van hogerhand, naar wordt gekeken. Dat het besef groeit van verboden middelen betrapt. Je hoeft er echt niet aan te twijfelen dat daar gekke dingen gebeuren. Als ik hoor dat Chinese loopsters meer trai nen dan welke sporter ook in Neder land, zonder structureel aan het in fuus te geraken, dan weet ik genoeg." Van 't Hek: „Dat grenzen verschui ven, vind ik prima, maar het moet wel binnen bepaalde normen blijven. In sommige sporten kunnen we op mondiaal niveau ook niet meer aan haken, omdat er in landen als China voor ons grenzen worden overschre den. Ik denk dan ook dat je eerlijk moet zeggen op die en die punten ha ken we (gelukkig) af." „Ik ben heel straight in het trekken van mijn grenzen. Tot hier en niet verder. Wat anderen uitvreten moe ten zij weten. Ik zou zou nooit van m'n leven willen.dat een sporter risico zou lopen voor later." „Natuurlijk moet je niet te snel zeg gen: het kan niet meer. Het gaat mij meer om de essentie. Veel artsen zijn in wezen niet geïnteresseerd in de sporter. De poppenkast rond de knie van Van Basten is een mooi voor beeld. Ik ben slechts een eenvoudige huisarts, dokter Martens zal ongetwij feld veel meer verstand hebben van enkels. Maar als je het nodig vindt om persconferenties te geven, compleet met dia's, dan klopt er iets niet met je. Dan ben je voor mij geen goede dok tor. Zo'n man haalt internationale pu bliciteit over de rug van Van Basten. Die jongen kan gewoon niet meer voetballen. Zelfs een boerenlul op de staantribune kan na zo'n lange lij densweg concluderen dat Van Basten - helaas - nooit meer kan sporten." Thuys: „Er zijn genoeg artsen die graag hun eigen sport spelen. Interes seert ze niet of ze dat met ratten of met aüeten doen. Als zij hun sport maar kunnen bedrijven en als ze maar winnen. Dat zijn de gevaarlijk ste figuren." „Ik heb ook zo'n ongelofelijke hekel aan artsen die roepen dat sporters bij hen komen voor doping, anabolen of wat voor rotzooi ook. En er dan aan toevoegen dat ze helpen omdat ze niet willen dat sporters bij romme laars aankloppen of in het zwarte cir cuit terecht komen. Wat een hypo criet gedoe. Als je tegen anabolen bent, stuur je ze weg. Die schijnheilig heid vind ik vreselijk." Van 't Hek: „Nee, ik heb geen enkel begrip voor een man als Karsten (huisarts te Haarlem en verstrekker van dopingprodukten aan sporters, dat ook het begeleiden van een top sporter een dagtaak is geworden." Structuur Van 't Hek: „Öe laatste tijd hoor je Jan en Alleman roepen over liet 'Noorse model'. Dat zou dé oplossing zijn voor de Nederlandse topsport. In feite is het Noorse model al zo oud als de weg naar Rome. Het land dat Olympische Spelen mag organiseren steekt er zes, zeven jaar lang heel veel tijd en geld in. Kijk naar Barcelona, twee jaar geleden. Spanje scoorde daar medailles in de meest waanzin nige sporten. Reden: de Spelen in ei gen land, dus extra faciliteiten, extra motivatie. En met de steun van het volk kun je altijd net iets meer dan normaal." Thuys: „Je kunt wel een mooi ver haal ophangen over van bovenaf structureren, maar wie zit daar bo venin? Cor, Tom,-mijn persoontje? Of zit daar Pietje, die topsport heeft ge studeerd, maar nog nooit Ellen van Langen van dichtbij heeft gezien. Als daar niet iemand zit met topsport in zijn bloed, dan gaat het bovenin al fout met coördineren en dat werkt steeds meer door naar beneden." Van 't Hek: „Bij vele bonden rolle bollen de bestuurders en trainers nog over elkaar heen. Ik bedoel: we zijn vaak niet eens in staat binnen welke bond ook dingen goed te structure ren, laat staan als we dat nog eens overkoepelend tussen een aantal bon den willen doen. Er is natuurlijk heel veel kinnesinne in de éport, ook op dat gebied." Van der Geest: „Geld speelt ook een hele belangrijke rol. Je kunt wel een prachtige structuur verzinnen, maar als je die niet kunt betalen,.is het zinloos. Je moet de realiteit onder ogen blijven zien. Dan kun je er beter voor zorgen dat idioten, zoals wij drieën, bezig blijven in de sport. En probeer het dan voor hen wat makke lijker te maken. Gelukkig heeft het NOCNSF daar steeds meer oog voor gekregen." NOC*NSF Eensgezind: „Het NOC*NSF is goed bezig." Thuys: „Wat ze nu doen met die olympische kernploeg is prima. Ze hebben een bepaalde lijn getrokken en van daaruit wordt gewerkt. De sporters zijn gebaat bij die duidelijk heid, het komt de rust ten goede. Na tuurlijk is er best wat op aan te mer ken, maar in de topsport kun je geen red). Er worden overal fietsen gesto len, maar ik steel geen fiets. Omdat dat mijn overtuiging is. Ik ben ook te gen anabolen. Als Karsten daar voor is, oké. Maar laat hij dan nooit zeggen dat-ie het zo goed voor heeft met de mensen aan wie hij ze geeft. Dat vind ik valse ethiek." Thuys: „Bij topsport hoort een goe de medische begeleiding. Het wordt hoog tijd dat we een medisch cen trum krijgen voor (top)sportend Ne derland. Een plek waar kennis en er varing van artsen en medische bege leiders wordt gebundeld en waar sporters altijd kunnen aankloppen." Samenwerking Van der Geest: „Veel coaches zijn bang hun kennis en ervaring met col lega's te delen. Heeft vooral met na ijver te maken, ze zijn als de dood dat de ander er beter van wordt. In de ju dowereld is er welgeteld één topcoach waarmee ik durf te praten. De rest is er alleen op uit om je te kleineren, om je te vangen op je eigen woorden. Een jammerlijke situatie, maar wel reali teit." Van 't Hek: „Als bondscoach heb ik nu ook te maken met andere club- coaches. Mijn ervaring is: hoe beter iemand is hoe makkelijker je met hem kunt samenwerken. Hij is zeker van zijn zaak, heeft een filosofie over de sport. Die hoeft niet overeen te ko men met mijn ideeën, maar we kun nen er wel over praten. „Nadeel is wel dat je snel voor ei genwijs wordt versleten. In het hoc key geld ik als supereigenwijs. Omdat mensen denken dat ik denk dat ik al les weet. Nee, ik weet niet alles, maar ik durf wel te zeggen wat ik weet. Ik ben ook helemaal niet bang om te zeggen dat ik het verkeerd heb ge daan. Mensen die ik coach ervaren dat ik helemaal niet eigenwijs ben." Van der Geest: „Als trainer/coach heb je een grote verantwoording. Ik wil heel ver gaan, maar een bescha digde topsporter wil ik niet op m'n geweten hebben. Ik heb in het verle den wat dichter bij turnen en klassiek ballet gestaan. Nou mijn kinderen zouden er niet opmogen. Om kinde ren van 7, 8, 9 jaar, die onmogelijk zelf kunnen beslissen, in zo'n keurslijf te stoppen - nee, dank u. Bij zwem men zet ik al af en toe mijn vraagte kens." Thuys: „Los van het keurslijf, het is gewoon ongezond. Kinderen van die leeftijd moeten buiten spelen. En niet worden dubbelgevouwen op een brug." Van der Geest: „Jonge turnsters worden soms kunstmatig klein ge houden." Thuys: „Ik heb het al eerder gezegd: het moet bij de wet verboden wor den." Van 't Hek: „Vind ik ook. Kinderen van 11, 12 jaar in pleeggezinnen stop pen op Papendal. Belachelijk, misda dig gewoon." Thuys: „Omdat de ouders zonodig willen dat hun kind topturnster moet worden." Epiloog Van 't Hek: „Ik ben beslist niet som ber over de topsport in Nederland. Af gezien van het feit dat ik het nog steeds ontzettend leuk vind om er in te werken, tellen we als klein pest- landje in veel sporten meer dan be hoorlijk mee. In een aantal belangrij ke sporten behoren we zelfs tot de wereldtop." Van der Geest: „In vergelijking met veel andere landen hobbelen we nog steeds achteraan. Maar er zit de laatste jaren duidelijk een opgaande lijn in. Bovendien heb ik het gevoel dat topsport in langzamerhand een betere plaats krijgt in onze maat schappij. Daar zullen we met z'n allen hard aan moeten blijven werken." Thuys: „Nederland is bij uitstek ge schikt om in veel sporten de interna tionale top te halen. Er loopt genoeg talent rond. Ik zeg altijd: als ik morgen naar Groningen verhuis en ik begin met een nieuw groepje jongeren te trainen, dan gaat er over zes jaar toch weer een pupil van mij mee naar de Olympische Spelen in Sydney." ZEIST CEES OLSTHOORN lijn trekken waarmee iedereen tevre den is." Van der Geest: „Mensen die nog nooit wat hebben gepresteerd moet je niet te veel in de watten leggen. Maar mensen die zich hebben bewezen, en die een plan trekken dat er goed uit ziet, die moet je beschermen. Dat vind ik het goeie van het NOC*NSF op dit moment." Van 't Hek: „We moeten in Neder land eens af van die eindeloze discus sie over wie goed is en wie niet. Als ie mand wereld- of olympisch kampioen is, is-ie goed. Moeten we nóóit meer over discussieren. Als Frans met Ellen van Langen een gouden plak haalt, en Cor wordt met zijn judoploeg voor het eerst Europees kampioen, dan is dat goed. Punt uit. Maar wij gaan vaak eerst nog een half jaar bekvechten of ze wel goed zijn." Van der Geest: „Je moet sporters vertrouwen geven. En de begeleiding eromheen ook. In zo'n sfeer kun je nóg meer mogelijk- faciliteiten om de kans op succes te vergro ten." Van 't Hek: „Als ik het vergelijk met tien jaar geleden en heden e lijk ook te maken van oud-sporters als André Bolhuis, Ard Schenk en Jan Loorbach binnen het NOCNSF. Het is niet voor niets dat ze een lijn uit stippelen die aanslaat bij de sporters. En zo'n Wouter Huijbregtsen mag dan een mafkees zijn, het is wèl een voorzitter die zich verschrikkelijk in spant om centjes binnen te halen. Die kerel heeft hart voor de sport, daar heb ik waardering voor." Begeleiding Van 't Hek: „Tien jaar geleden was het (voormalige) Oostblok een voor beeld voor een heleboel sporters. Daar was het tenminste goed gere geld. Nou, inmiddels is officieel dui delijk geworden wat we toen al dachten. En zijn we blij dat het er bij ons geluk kig anders aan toe gaat." Thuys: „Wat denk je wat er nu allemaal in China gebeurt. De overeenkomsten met het Oostblok zijn zo groot. In be paalde sporten wor den waanzinnige sprongen gemaakt. Heeft niks met do ping, maar alles met ons goede trainings systeem te maken, roepen ze dan ook nog. Maar intussen wordt de ene zwem ster na de andere at- foto gpd lete op het gebruik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 21