De doodsstrijd van de Zwarte Zee
.7.5°/o'
Natuur Milieu
Het bloeien van bloemen bestudeerd
De spaarrente
VI ABN AMRO De bank
Kramsvogel
DINSDAG 6 DECEMBER 1994
EINDREDACTIE PETER WOLFSBERGEN
NATUURLIJK
Zo leeft de beuk (1)
Het is niet ten onrechte dat bomen als
beuk, eik en tamme kastanje, in dichterlijke
taal wel eens als 'de koninklijke familie van
het loofhout' bezongen zijn. Geen wonder,
deze kanjers van bomen hebben, soms ja
ren oud zijnde, een indrukwekkende hoogte
en omvang. In die lyrische taal is de eik de
koning van het woud, de beuk de koningin
en de kastanje de vriendelijke prins.
Vanzelfsprekend moeten deze drie bomen
kenmerken en eigenschappen bezitten die
bewondering oproepen bij de mens. Al eeu
wenlang hebben eik, beuk en kastanje een
rol gespeeld in het geestesleven van de
mens. Hoe die bewondering kan ontstaan,
laat zich alleen maar verklaren door de leef
wijze van die bomen te bekijken.
Eerst de beuk. Dat beuk, eik en kastanje
dikwijls in één adem genoemd worden, is
alleen maar te verklaren uit de manier
waarop hun vruchten verschijnen. Het lijkt
er op, dat deze bomen nu even als den
kende wezens beschouwd hun nage
slacht heel weloverwogen aan moeder aar
de toevertrouwen.
Hun vruchten zijn, stuk voor stuk, verpakt
in een houtachtig omhulsel, dat door de
yrouwelijke bloem klaargemaakt is. Veilig
verzorgd kunnen beukenootjes, eikels en
kastanjes proberen een eigen toekomst op
te bouwen, ieder op eigen wijze.
De beuk stelt, vanzelfsprekend, zijn eigen
voorwaarden aan bodem en klimaat. Een
beuk, in de vrije natuur wonende, heeft veel
ruimte nodig. De ons zo bekende beuk (Fa-
gus sylvatica) kan zich, alleen staande, goed
rédden, maar ook gezamenlijk met soortge
noten is hem een goed leven beschoren.
In een gemengd bos bestaat altijd een ge
zonde wedijver om plaats en ruimte en dan
is de beuk meestal de winnaar. In heel Eu-
i ^opa komt de beuk voor, met uitzondering
van het noorden en oosten, waar de winters
te streng voor hem zijn.
Een alleenstaande beuk laat het beste zien
aan welke voorwaarden voor een gezonde
groei voldaan is. De tekening geeft het
beeld van de beuk zoals wij hem, op afstand
bekeken, zien; dichterbij gekomen nemen
we andere bijzonderheden waar. Maar nu
eerst de plaats en de vorm van een vrij
staande beuk.
Hij stelt bepaalde eisen aan de bodem. Al
lereerst mag de grond niet aanhoudend nat
zijn,,omdat dan de ontkalking te groot is.
De beuk heeft een bodem nodig die
enigszins leemachtig, maar vooral rijk aan
kalk is. Waarom?
Het is u wellicht wel eens opgevallen dat de
grond onder de beuk verend is door de sta
pel afgevallen bladeren, die door de jaren
heen opgebouwd is. De bladeren scheppen
eèn humusrijke grond, doordat de kalk
zorgt voor een vlotte ontbinding van orga-
j nische stoffen en zo verzuring voorkomen
vyordt. Wel is het zo, dat onder een breed
uitgegroeide beuk andere planten praktisch
geen leefruimte hebben.
Dat de beuk zich 'breed-uit' en 'laag-bij-de-
grond' manifesteert heeft een andere bete-
enis. Allereerst valt het op, dat de beuk een
rechte, rolronde stam heeft, die kaarsrecht
omhoog groeit. Er komen lengtes voor van
dertig meter en meer.
Tegelijkertijd valt het op dat er zelfs vrij laag
aan de stam al horizontaal gerichte takken,
zich soms wringend in kronkels, blijvend
aanwezig zijn. Zij zorgen ervoor dat in een
tijd van veel zonnewarmte een dicht bla
derdek aanwezig is.
Zonnewarmte is vanzelfsprekend wel nodig
üoor het welzijn van de beuk, maar de
schors van de stam is er te gevoelig voor.
Die schors is dun en glad en biedt daardoor
weinig bescherming tegen verdamping.
Wanneer, door welke oorzaak ook, de zon
rechtstreeks op de stam zou branden, dan
krijgt de boom last van zonnebrand. Dat
kan funeste gevolgen hebben.
Qok de voorjaarskou trotseert de beuk met
succes. Daar de volgende kper het fijne van.
Milieuministers van zes oeverstaten zijn eindelijk in actie gekomen
De Zwarte Zee ligt op sterven. Ondanks hun luidruchtig
geroep naar de forenzen die zich in de regen in Istanbul
naar huis spoeden, weten zelfs de vishandelaren uit de
kleine haventjes langs de Bosporus dat. De zilverkleurige
vissen die glinsteren in het licht vullen nauwelijks twee
van de vijf tonnen die achter hen staan opgesteld. Slechts
weinig mensen blijven staan. In een land met 6.600 kilo
meter kust, waar vis al eeuwenlang het hoofdvoedsel is,
kost zelfs een kilo plaatselijke rode poon nu een weekin-
komen.
ISTANBUL. HUGH POPE
THE INDEPENDENT
„Vroeger hadden we heel veel
soorten vis. Onze winkels lagen
vol", zegt Ahmet Celik (34), die
al achttien jaar in het vak zit en
die nu zijn handel moet aanvul
len met makreel uit Noorwegen.
„Er is bijna niets over."
Potige kapiteins van de Turk
se vissersvloot op de Zwarte Zee
die zich in de schulden hebben
gestoken, tjoeken de Bosporus
nog op om hun geluk te beproe
ven. Maar hun bron van inkom
sten droogt op. De vangst uit de
Zwarte Zee bedraagt nu onge
veer 100.000 ton per jaar, tegen
800.000 in de hoogtijdagen van
de jaren tachtig.
„Het is de meest beschadigde
zee ter wereld", aldus Laurence
D. Mee, een deskundige, die op
merkt dat de laatste paar mon
niksrobben aan het uitsterven
zijn. Dolfijnen en bruinvissen
kunnen volgen.
De Zwarte Zee is nu een beer
put voor de zes oeverstaten:
Turkije, Rusland, Oekraïne, Ge
orgië, Roemenië en Bulgarije.
Ook nemen rivieren in tien an
dere landen het rioolwater mee
van 160 miljoen mensen die in
hun stroomgebied wonen en
werken op de armste helft
van het Europese continent. Te
gen de tijd dat de 'blauwe' Do-
nau de zee in Roemenië bereikt,
loost alleen al deze grote rivier
ieder jaar 60 ton kwik, 1.000 ton
chroom, 4.500 ton lood en
50.000 ton olie. Door de bijzon
dere geografische ligging heeft
de Zwarte Zee altijd een bijzon
dere plaats ingenomen onder
de wateren op deze planeet; de
diepe wateren bevatten geen
zuurstof en slechts primitieve
bacteriën. Het water uit de ri
vieren en de overvloedige re
genval hebben slechts één uit
weg: de Bosporus. Dat is net zo
iets als het leegpompen van een
Olympisch zwembad met een
tuinslang.
Zolang de natuur in even
wicht was, zorgden het lage
zoutgehalte van het oppervlak
tewater en de brede zandbank
langs de noordelijke kusten van
de Zwarte Zee voor een produk-
tiviteit die vijf maal zo groot was
als die van de zoute Middel
landse Zee. Enorme velden zee
wier zorgden voor lucht in het
water en venusschelpen en
mosselen filterden de troep.
Dit is allemaal in nauwelijks
dertig jaar veranderd. Dammen
hebben de waterstroom van de
belangrijkste rivieren bijna ge
halveerd. Het stijgende zoutge
halte is een vloek voor de Zee
van Azov in het noordoosten.
Het niveau van het levenloze,
zonloze water is nu gestegen tot
120 meter onder de oppervlak
te, waardoor de eens vruchtbare
noordwestelijke zandbank langs
de kust van Odessa verstikt.
De voedselketen in zee, die al
onder sterke druk stond door
overbevissing, werd getroffen
door een invasie van kwallen.
INFOGRAFIEK FRED VAN GELDEREN RUUD VOGELESANG
De plaatselijke Aurelia medusae
groeide uit tot een biomassa
van 350 miljoen ton; vergeleken
met een miljoen ton in de jaren
zestig. De genadeslag kwam
met de komst van de Menmiop-
sis leidyi, een gelatineachtige
ecologische nietsnut die vis-
selarven opslorpt en, tot nu toe,
zelf door niets anders gegeten
wordt.
De oesterbedden waren de
eerste die verdwenen, in de ja
ren veertig aangevallen door
een invasie van Japanse zee
slakken. Van bijna dertig soor
ten verkoopbare vis zijn er nog
zo'n vijf over. Toeristenstranden
moeten worden gesloten als ze
bruin worden en beginnen te
stinken. En de zeewiervelden
langs de noordwestkust zijn ge
slonken tot een oppervlakte van
vijftig vierkante kilometer, vijf
procent van wat ze ooit waren.
„Het zeewier vormde de lon
gen, de mosselen de nieren. Als
het ecosysteem eenmaal begint
in te storten, is er sprake van
een ramp", aldus dr. Mee in zijn
kantoor in Istanbul. Jarenlang,
tijdens de Koude Oorlog, werd
daar niet gecoördineerd tegen
opgetreden. Maar hoewel de re
gio nu ten onder is gegaan aan
economische crises en zelfs
oorlogen, zijn milieuministers
eindelijk begonnen iets te doen.
In april dit jaar werd de eerste
regionale conventie tegen ver
vuiling van kracht. Binnenkort
wordt de eerste Visserijconven
tie getekend.
Er is al wat bereikt. In Bulga
rije is een noodcentrum opera
tioneel. Aan het eind van het
jaar zal de eerste gecoördineer
de apparatuur voor het waarne
men van vervuiling overal zijn
geïnstalleerd. Er wordt een
'infoschip' georganiseerd om
volgend jaar langs de havens
van de Zwarte Zee te toeren.
Aangemoedigd door het be
leidscentrum van dr. Mee in Is
tanbul hebben zes staten een
centrum opgezet.
„Als mensen zien dat actie
wordt ondernomen op milieu
gebied, stimuleert dat activitei
ten in allerlei gebieden", aldus
Mee.
VERTALING LUUTJE NIEMANTSVERDRIET
China belooft geen gal meer
te winnen uit levende beren
DEN HAAG«ANP
China heeft ermee ingestemd het winnen van gal uit leven
de beren voor medicijnen tegen hoge bloeddruk en hart
ziekten geleidelijk af te schaffen. Dat hebben het Internatio
nal Fund for Animal Welfare (IFAW) en andere organisaties
voor dierenbescherming bekendgemaakt.
Voor het aftappen van de gal brengen de Chinezen een
slang in de galblaas van de dieren in. Niet alleen in China,
maar ook in Japan en Korea maken bedrijven medicamen
ten uit de gal van beren.
De Chinese regering, die de vergunningen afgeeft, zal vol
gens de organisaties de produktie van ongeveer 40 bedrijven
met in totaal 8.000 beren, met een derde terugbrengen. Een
aantal bedrijven gaat zo spoedig mogelijk dicht. Verder wor
den berejongen niet meer in nauwe kooien opgesloten of
voor aftappen gebruikt.
Bloemen hebben een keur aan trucs om de insekten en vogels te lokken die hun voortbestaan en verspreiding
zeker stellen. foto gpd
BEN APELDOORN GPD
Hoe lang blijven bloemen van
bloeiende planten eigenlijk
'mooi' en van welke factoren
hangt dat af? En dan niet een
bos tulpen of rozen, verkregen
op zaterdag in één van de vele
bloemenkiosken op de markt,
nee, bloemen midden in de na
tuur.
De biologen Ashman en
Schoen van de McGill universi
teit in de Canadese stad Mon
treal hebben maanden achter
een de gedragingen gevolgd van
een aantal bloemdragende ge
wassen die tien families verte
genwoordigen. Ze zijn er niet
simpelweg naast gaan zitten
om, met een stopwatch in de
hand, precies te bepalen hoe
lang en hoe fris de diverse soor
ten bloemen bleven alvorens te
verwelken; ze hebben veel meer
factoren in kaart gebracht om
een betere basis voor onderling
vergelijken mogelijk te maken.
Het onderzoeksgebied be
vond zich voornamelijk in de
Amerikaanse staat Colorado
tussen uitlopers van de Rocky
Mountains en van één plante-
soort werden de gedragingen in
Québec bestudeerd. Ashman en
Schoen publiceerden hun on
derzoeksresultaten in het we
tenschappelijke weekblad Natu
re van eind oktober.
Behalve groei en bloei werd
ook het milieu waarin de plan
ten zich bevonden zorgvuldig
bekeken. Zo werd gekeken naar
de ondergrond waarin de plan
ten wortelden, naar de vochtig
heids- en zuurtegraad, naar het
aantal uren zonneschijn, naar
het aantal bloesems per plant,
naar de vegetatie in de onmid
dellijke omgeving en naar de
manier waarvan de planten ge
bruik maakten om zich te ver
menigvuldigen en te versprei
den.
Vooral voor dat laatste staan
planten talloze vormen ter be
schikking van soms vernuftige
samenwerking met allerlei in
sekten en vogels, hommels, bij
en, vlinders en kolibries. Aange
lokt door geurige nectar, nemen
de diertjes na elk bezoek de no
dige stuifmeelkorrels met zich
mee om die elders weer achter
te laten en zo de kringloop van
de bevruchting te sluiten.
Biochemisch
Door al deze factoren af te zet
ten tegen de tijd die met de
bloei is gemoeid, verkregen
Ashman en Schoen een aantal
standaardgrafieken waarin, zo
wel voor 'mannelijke' als 'vrou
welijke' organen, de tijdsduur
tegen het groeipatroon was af
gezet.
Daaruit bleek onder meer dat
de onderzochte planten, waar
van de duur van de bloesem
ontwikkeling varieerde van
minder dan één dag tot bijna
een volle maand, een soort 'be*-
wustzijn' bezitten waarmee zij
het rendement van hun bloe
sem als het ware in de gaten
houden. Een relatief klein aan
tal bezoeken per tijdseenheid
van stuifmeelverspreiders (in
sekten, vogels) heeft doorgaans
een langere bloeiperiode tot ge
volg, zoals bijvoorbeeld bij be
paalde soorten orchideeën.
Maar die relatie gaat om de een
of andere reden lang niet altijd
op.
Anderzijds betekent het voor
een plant een forse biochemi
sche inspanning om één of
meerdere bloemen in optimale
conditie te houden. Op een ge
geven moment lijkt de plant
een afweging te maken: bloem
in stand houden of weg ermee
(verwelken) en in de grond de
voorwaarden voor de ontwikke
ling van een nieuwe voorberei
den.
Als het goed is, hebben wij
Nederlanders in onze tuinen en
tuintjes inmiddels soortgelijke
'voorwaarden' in de grond ge
stopt ter meerdere eer en 'glorie
van het volgende voorjaar:
bloembollen.
„Uit het onderzoek blijkt
vooral dat bloemdragende plan
ten zich snel èn heel subtiel
aanpassen aan hun omgeving",
aldus Tia-Lynn Ashman. „Maar
een echt duidelijke, kwantitatie
ve relatie tussen wat we hadden
verwacht en wat we waarnamen
kon er niet worden gelegd".
Hoe lang bloemen eigenlijk
bloemen zijn hangt dus sterk af
van de plaats waar die bloemen
bloemen worden. De onderzoe
kers hebben de indruk dat bij
dat proces nog veel meer, nu
nog verborgen factoren een rol
spelen.
En dat terwijl de eerste
bloemdragende planten, toch
min of meer de 'kroon' op de
evolutie van alle groene plan
ten, zich al in het Krijttijdperk,
110 miljoen jaar geleden, be
gonnen te ontwikkelen.
„Zeg het met bloemen". Maar
wat?
Als u nu voor langere tijd wilt profiteren van een
vaste zeer hoge rente op uw spaargeld, moet u
absoluut informeren naar het ABNAMRO Spaar
Deposito. Want ABNAMRO biedt nu een extra
hoge rente:
Dit tarief van 7,5'%* geldt voor een looptijd van
10 jaar met jaarrente; voor een looptijd van
bijvoorbeeld 5 of 6 jaar ontvangt u nu de aan
trekkelijke rente van 7,25%*. U kunt kiezen uit
een looptijd van 1 tot en met 10 jaar. Voor alle
looptijden geldt een minimum inleg van f 1.000,-.
Voor meer informatie kunt u terecht bij het
ABN AMRO kantoor.
*rentewijzigingen voorbehouden.
IN 'T VELD
Ik kreeg laatst een bedroefde mevrouw aan
de telefoon. 'Ik boud verschrikkelijk veel
van de natuur', zei ze, 'maar ik heb nu toch
zoiets vreemds meegemaakt. En bovendien
vond ik het helemaal niet leuk'.
Ze vertelde dat een hele troep grote vogels
in een kwartier tijd haar vuurdoorn van alle
oranje bessen had ontdaan. 'Ik weet abso
luut niet wat voor vogels het waren, ik heb
ze nog nooit eerder in mijn tuin gezien. En
het gekke was, dat ze helemaal niet schuw
waren. Ik vond het zonde van mijn vuur
doorn, dus ben ik naar buiten gelopen.
Maar ze vlogen pas weg, toen ik ze zo onge
veer kon aanraken'.
Kramsvogels want dat waren het, ver
moed ik zie je inderdaad niet zo vaak,
hoewel ze de laatste jaren duidelijk in op
mars zijn. Vroeger kwam deze lijsterachtige
vogel met zijn grijze kop, gestippelde borst,
roestbruine vleugels en zwarte staart alleen
in de herfst en winter naar deze contreien.
Recht uit Siberië, waar de soort in het voor
jaar en de zomer verblijft.
In de tijd dat strenge vorst en een dik pak
sneeuw daar alle voedsel onvindbaar
maakt, trokken troepjes kramsvogels vanuit
het barre oosten naar onze duingebieden
om hier een aanval te doen op de bessen
van meidoorns en duindoorns. Dat doen ze
ook nu nog.
Maar blijkbaar bevalt het de kramsvogel wel
hier in het westen, met zijn stadstuinen en
parken vol lekkere hapjes. Want sinds 1974
is de soort in Nederland volop aan het
broeden geslagen.
Het is allemaal begonnen in Zuid-Limburg,
maar hij kruipt steeds verder naar het noor
den en het westen. Het leuke is, dat een
kramsvogel het helemaal geen probleem
vindt om in de buurt van mensen te gaan
wonen.
De vraag is natuurlijk of volle neef merel dit
allemaal pikt. Ze hebben namelijk nogal
wat gemeen: het zijn beide lijsterachtigen
en ze hebben een duidelijke voorkeur voor
hetzelfde menu: wormen, slakjes, bessen en
afgevallen fruit.
Een belangrijk verschil is, dat een merel
geen enkele soortgenoot of naast familielid
in zijn nabijheid verdraagt. Ook een krams
vogel wordt uit het territorium van de merel
weggezongen.
De laatste houdt daarentegen van een ge
zellige boel en broedt bij voorkeur met een
heel clubje bij elkaar. Soms gaat het om
twee nesten, maar je vindt er ook wel eens
twaalf op een kluitje.
Alleen... zón troepje kramsvogels houdt ook
niet van vreemde kostgangers en dus wordt
een merel met veel misbaar uit de buurt ge
pest. Met schrille kreten, duikvluchten en
bij voorkeur met stralen uitwerpselen. Dat
kan dus leuk worden als de kramsvogel zijn
broedgebied nog verder uitbreidt.
Er zullen dus nog heel wat telefoontjes vol
gen. En niet alleen over het verlies van wat
vuurdoornbessen...
TON INT VELD
BOEKRECENSIE
Schitterende wegwijzer
door groen Nederland
THEO VAN DER KAAIJ
De natuur levert een essentiële bijdrage aan
het gezond lichamelijk, geestelijk en sociaal
functioneren van mensen. Het is erg be
langrijk dat we niet van de natuur ver
vreemden, haar niet op afstand beleven of
in de auto moeten kruipen om er iets van te
zien, maar dat we de natuur naar ons toe
halen.
In zijn nieuwe, lijvige boek De Groene Om
geving houdt bioloog Arie Koster van het
Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek in
Wageningen hier een warm pleidooi voor.
Met 200 zelfgemaakte foto's in het boek
toont Koster echter aan, dat de Nederlandse
burger op dit terrein eigenlijk weinig meer
te wensen kan hebben. Talloze steden en
dorpen hebben de natuur al op grandioze
wijze vrij baan gegeven. Saaie betonnen
wijken zijn volgepropt met weelderig groen.
Er komen steeds meer recreatiegebieden,
liefhebbers kunnen naar heemtuinen, ge
luidswallen zijn groen en zelfs industriege
bieden worden in de vorm gegoten van een
landschap.
Voor Koster kan Nederland niet groen ge
noeg zijn. Hij zegt ervan uit te gaan dat na
tuur voor de moderne mens evenveel bete
kenis heeft als muziek, literatuur, kunst en
sport. De ene mens kiest in zijn vrije tijd
voor museumbezoek, de ander zal bos en
veld ingaan.
Koster: „Vooreen gezonde ontwikkeling
van de samenleving moet ieder aan zijn
trekken kunnen komen. Waar groepen
mensen zich onvoldoende kunnen ont
plooien of een gemeenschappelijk onlust
gevoel hebben, zal dat een weerslag hebben
op de samenleving. Voor zieken heeft groen
een heilzame werking en gezonde mensen
schijnen minder vaak ziek te worden in een
omgeving met meer groen."
De auteur zegt erbij dat zijn boek opzette
lijk subjectief, geëngageerd en niet weten
schappelijk van opzet is. Koster is een man
van de praktijk. Hij begon in de groenvoor
zieningen, studeerde daarna biologie en
haalde zijn doctoraal. Hij kent als geen an
der de financiële problemen van gemeen
ten bij de groenvoorziening. Siergroen moet
nogal eens wijken voor zakelijke, weinig on
derhoud vragende, maar nietszeggende be
planting.
Koster houdt een gloedvol pleidooi om ge
meenten meer te laten doen met wilde
planten en natuurlijke begroeiing. Die zijn
net zo goed een goedkopere vervanging van
uitheems siergroen. Zijn boek is daarvoor
een leidraad. Op de eerste plaats bedoeld
voor betrokkenen, maar voor de gemiddel
de lezer een schitterende wegwijzer door
groen Nederland.
'De Groene Omgeving' door Arie Koster,
uitgeverij Schuyt Co te Haarlem, prijs
79,50.